EEN DOORSNEE DONDERDAG
BRUCE LEE WORDT BRUCE LIN
Ik had me best goed gehouden eigenlijk, zo tijdens het dierenartsbezoek afgelopen woensdag. Bruce werd gekatheteriseerd en al was dat geen prettig gezicht, toch wist ik dat dit het beste voor hem was. Ik had dan wel een kleine flashback naar 7 jaar geleden, maar het hoefde deze keer niet zo’n drama te worden. Het zou zomaar wél in 1 keer goed kunnen gaan, katheter erin, doorspoelen, kusje erop en niks aan de hand. En woensdagavond lag Bruce ook heerlijk van de morfine op m’n schoot te slapen. Hij had gedronken, hij had gegeten en hij was ’s nachts zelfs op pad gegaan in de keuken op zoek naar het blikje tonijn wat ik per ongeluk had laten staan. Ook donderdag ging het goed. Hij liep keurig rond te paraderen door het huis, hij miauwde wat, hij at wat en hij dronk wat. Ik durfde nog net niet opgelucht adem te halen en dat is achteraf maar goed ook, want vrijdagochtend ging het mis. Ik zag Bruce 10 keer achter elkaar naar de kattenbak gaan, belde meteen de dierenarts en mocht gelijk weer langskomen. Aldaar vertrok zich een klein poezendrama. De blaas van Bruce zat weer vol, maar het katheteriseren lukte niet op de normale manier. Maar ja, de druk moet wel van zo’n blaas af, dus de dierenarts moest het op een niet zo prettige manier doen; met een naald door de buik van Bruce. Met een naald door z’n buik! “Ja, hij kan hier een beetje misselijk van worden”, zei de dierenarts nog. Dat ‘beetje misselijk’ resulteerde in een kokhalzende, kwijlende, hijgende Bruce die overduidelijk doodsbang was en zich in de mouw van de echtgenoot probeerde te verstoppen. “Ik kan dit niet aanzien hoor”, zei ik, maar wat ik daarna te zien kreeg kon ik pas écht niet aanzien. Het lukte de dierenarts ook niet om een infuusje in te brengen, wat voor nog meer stress en paniek bij Bruce zorgde en om ‘m verdere pijn en stress te besparen kreeg Bruce de narcose middels een prik in z’n bil. En daar lag-ie dan. Down and out met z’n tong uit z’n bek. Het leek wel of-ie dood was; plat op z’n buik, voorpoten naar voren, achterpoten wijdbeens naar achteren en omdat de katheter er nu wel in ging stroomde de urine uit z’n lijf. “Ik wil niet dat Bruce dood gaat hoor”, begon ik te huilen. “Liefie, hij heeft nu geen pijn meer, dus als-ie nu doodgaat, dan voelt-ie er niks meer van”, zei de echtgenoot. “Ja, maar ik voel het wel, ik wil niet dat-ie doodgaat, het is wel de Bruce hoor!”, huilde ik. Maandag wordt het piemeltje van Bruce geamputeerd. Bruce de transgender. Hartstikke hip.
PANIEK IN DE POEZENTENT
BRUCE NAAR DE DIERENARTS: HISTORY REPEATS
“Het gaat niet goed met Bruce”, zeg ik tegen de echtgenoot. Het is 17:30, ik ben net begonnen aan het eten, de tafel is al gedekt.
“Wat dan?”, vraagt J.
“Hij komt niet als ik ‘m roep.”
J. kijkt me aan met een blik van ‘mijn-vrouw-is-nu-echt-reddeloos-verloren’.
“Ik meen het”, zeg ik.
“Misschien ligt-ie gewoon ergens te slapen.”
“Nee, hij was de hele dag zichzelf al niet.”
“Maar hij is toch al 11? Misschien wordt het sowieso tijd om ‘m een keer in te laten slapen?”
“Ik heb geen zin in jouw flauwe grapjes nu. Ik zal jou in laten slapen! Die kat is langer bij mij dan jij hoor! Last in first out!!”
“Schatje, hij ligt gewoon ergens te slapen.”
“Nee, het zit me niet lekker, echt niet hoor.”
Ik doe nog een poging om alle katten te lokken door met een vork op een blikje tonijn te tikken, maar alleen Frank en Sid drentelen in afwachting van wat gaat komen om me heen. Kut. Ik check of Bruce misschien in de achtertuin of schuur zit. Ik doorzoek alle slaapkamers, want misschien zit hij daar per ongeluk opgesloten. Maar even later tref ik ‘m aan in een hoekje van m’n atelier. Verstopt achter wat dozen met stof. Wanneer ik ‘m probeer te aaien laat hij een luide miauw horen. En ieder zelfrespecterend poezenvrouwtje hoort het verschil tussen een ik-wil-eten-miauw, een ik-wil-aandacht-miauw en een miauw van pijn.
“Hij moet naar de dierenarts en snel, want z’n blaas zit weer verstopt, ik weet het zeker.”
“Als jij het zegt, dan is het zo, bel de dierenarts maar.”
We kunnen gelukkig een half uur later al terecht en schrokken onze boontjes met vis naar binnen.
Mijn vermoedens worden bevestigd als de dierenarts Bruce bevoeld. Z’n blaas zit enorm vol, hij kan waarschijnlijk al een dag helemaal niet meer plassen, hij heeft pijn en waarschijnlijk ook een infectie. Zo zielig! Uiteindelijk verblijven we 3 kwartier bij de dierenarts en wordt Bruce’s blaas geleegd en gespoeld, z’n bloedwaarden en nierwaarden worden gecheckt en ik krijg het ineens een enorme flashback naar 7 jaar geleden.
“Ik voel me weer helemaal als 7 jaar geleden, helemaal in paniek, hartslag, bang, het komt allemaal weer terug”, zeg ik.
De echtgenoot blijkt nu ineens wél van de mindfulness te zijn: “Je moet niet aan vroeger denken, het gaat om hoe het nu gaat en we waren er nu snel bij.”
“Jij was er niet bij 7 jaar geleden, dus je weet helemaal niet hoe ik me toen voelde en hoe het toen ging”, zeg ik pissig.
“Dat is zo.”
“En het was een drama van 3 weken toen. Ik was kapot en gesloopt.”
“Dat hoeft nu niet zo te zijn.”
“Nee, maar dat neemt niet weg dat ik er wel bang voor ben.”
“Het komt wel goed.”
Weer thuis voed ik mijn trip down memory lane door m’n columns van 7 jaar geleden te lezen.
NO MORE BLIKKIE BLIKKIE BLIKKIE FOR BRUCE
BRUCE LEE IN HET ZIEKENHUIS
LUNA IS DE WANHOOP NABIJ
BRUCE DOET HET WEER ENIGSZINS
LUNA IS VAN DE PLASPOLITIE
LUNA SPEELT VOOR APOTHEKERSASSISTENTE
PIST BRUCE WEL OF PIST BRUCE NIET?
Toch handig, zo’n weblog. Weet ik precies wat ik in het ergste geval kan verwachten.
We zijn nu 14 uur verder en Bruce heeft gedronken, gegeten en ligt op schoot te spinnen. Dus waarschijnlijk wordt het niet zo’n drama als 7 jaar geleden. Maar eerst zien, dan geloven.