web analytics

Auteur: Luna

DAG BOB

Misschien is het pas dat als je ouder wordt, je je realiseert wie belangrijk waren in je leven. Misschien is het pas als iemand er ineens niet meer is, dat je beseft dat diegene heel belangrijk voor je was. Dat je zonder die persoon niet zou zijn wie je nu was.

Zo’n persoon was Bob voor mij. En Bob is dood.

Ik ontving vorig week het bericht dat Bob den Otter, Bob, de grondlegger van Pivot (de eerste blogsoftware uit Nederland), Bob de blogheld, Bob, een blogger van het allereerste uur, de man achter TwoKings, er niet meer is. Bob is geboren in hetzelfde jaar als ik, 1975. Ziekenhuis, complicaties, coma, dood.

Ik behoor tot de eerste bloggers van Nederland, maar ik denk dat ik van al die eerste bloggers degene was met de minste verstand van techniek. Schrijven, ja, dat kon ik wel, maar ik snapte en snap eigenlijk nog steeds weinig van hosting, templates, PHP, stylesheets, html, CMS. Knopjes, nulletjes en eentjes.

Mijn weblog bestaat dit jaar 23 jaar. Ik begon in 2001 onder de url Electricluna.nl en alles qua techniek was voor me geregeld door een uitgeverij. Ik werd betaald per stukje, zij regelden de rest. Maar naarmate de maanden vorderden wilde ik geen onderdeel meer zijn van die uitgeverij. Ik wilde bloggen voor mezelf. Dus ik stopte met bloggen voor die uitgeverij, maar ja, daar stond ik dan, als leuke schrijfster over seks, drugs, uitgaan in Amsterdam, maar met 0,0 verstand van de techniek achter het bloggen. Ik wilde een eigen blog, zonder restricties, zonder gedoe van een uitgeverij die mij vertelde wat, waarover en hoe vaak en wanneer ik moest schrijven. Maar hoe dan? Ik had al een jaar aan teksten online. Die wilde ik weer online op m’n eigen url. Maar hoe kreeg ik een blogsysteem online. Hoe moest ik, als totale technische n00b, Maanisch.com van de grond krijgen?

Dat heeft Bob, samen met wat andere webloggers van het eerste uur, voor me geregeld. En in de jaren daarna heeft Bob nog veel meer voor me geregeld. Zoveel. Ik weet niet hoe vaak ik mailtjes naar hem heb gestuurd met als strekking ‘Boooooooob, m’n site doet het niet meer!!! Help!!!’ En ik weet niet hoe vaak hij me belangeloos heeft geholpen om alles weer online te krijgen. Soms op tijden dat de rest van de wereld al lag te slapen. Of nog lag te slapen. Bob was lief. Bob is de man waarop ik kon bouwen, Bob is de man waarop mijn weblogs gebouwd zijn.

Maanisch.com, en mijn andere site Climaximaal.nl draaien nog steeds op zijn TwoKing-servers. Al jaren.


Bob en ik in 2004 op een weblogmeeting

Deze tekst staat op zijn rouwkaart:

“All that is gold does not glitter,
Not all those who wander are lost;
The old that is strong does not wither,
Deep roots are not reached by the frost.

From the ashes a fire shall be woken,
A light from the shadows shall spring;
Renewed shall be blade that was broken,
The crownless again shall be king.”

 – Jolkien Rolkien Rolkien Tolkien

Dag Bob, ik heb zoveel aan jou te danken.

7

MIJN MOEDER WUIFT NAAR MIJ

M’n moeder is alweer 4 jaar dood en ik weet nog steeds niet hoe het gaat met rouw. Met verdriet. Met missen.

Het gaat. Het gaat over. Het gaat.

Ik sliep de nacht van 27 december op 28 december 2019 bij m’n ouders in de woonkamer. Ik op de bank en m’n moeder op een ziekenhuisbed voor het raam, al kwam er wat mij betreft heel weinig van slapen terecht. M’n moeder was daarentegen al een paar dagen nog maar met een heel dun draadje verbonden met het hier en nu. Ze had al een paar dagen niks gegeten, ze was gestopt met drinken, daarna stopte ze met praten, daarna gingen haar ogen dicht en het leek alsof ze al 2 dagen in een hele diepe slaap was verzonken. Haar onderlip zakte steeds een stukje verder naar beneden.

Die nacht luisterde ik naar de Top2000 en de ademhaling van mijn moeder. Af en toe stond ik op om naar haar te kijken en om iets tegen haar te zeggen, zodat ze zou weten dat ik er was. Ik depte haar lippen met water en verder viel er niets meer te doen dan waken. Al was het waken eerder een soort van wachten. Wachten op de dood. Kwam die nu? Bij deze diepe ademhaling? Ademde ze eigenlijk nog? Was zij er klaar voor? Was ik er klaar voor? Ik wreef zachtjes over haar schouder en ineens voelde ik haar bewegen. Ze lag al 2 dagen alleen maar te liggen in dat ziekenhuisbed en ze tilde haar hand op en maakte een wegwuif-gebaar. Eh, what the fuck? Wilde mijn moeder me nu wegsturen op haar sterfbed? “Wil je nou dat ik wegga?”, vroeg ik. En ze wuifde nog een keer.

Met haar laatste krachten probeerde ze me weg te sturen. Au. Dat wegwuif-gebaar is 4 jaar lang een tranentrekker in m’n leven geweest. Diep van binnen wist en weet ik heus wel dat haar wegwuif-gebaar niks met mij te maken had. Niks met haar liefde voor mij, of misschien juist wel alles met haar liefde voor mij. Ze wilde mij niet wegsturen, het was geen afwijzing. Maar het raakte me. M’n moeder wilde dit laatste stukje van haar leven zelf doen. Alleen. Om mij geen verdriet te doen. Maar ik wilde niets liever dan bij haar zijn.

“Nee, ik ga niet weg, ik laat je niet alleen”, zei ik.

En daarna zei ik nog veel meer.

M’n moeder zei natuurlijk niks terug, maar ze wuifde m’n hand niet meer weg als ik ‘m pakte. Ik depte haar lippen nog steeds met wat water, streelde wat door haar haar, maakte wat kutgrapjes, want laten we het in Godsnaam wel een beetje leuk en luchtig houden, ook al ligt er hier 1 van de 2 op sterven. En zo werd het uiteindelijk ook gewoon weer de volgende dag.

M’n vader werd wakker, we dronken koffie, keken de Top2000, aten een broodje en in die ochtend verschoonde ik samen met een meisje van de thuiszorg het bed van m’n moeder en m’n moeder zelf. Haar lichaam was zo broos. Zo doorzichtig. Het heeft lang geduurd voor mijn herinneringen ook haar lichaam weer sterk kleurden.

M’n vader had die ochtend een afspraak bij de huisarts om 11:45, omdat hij 2 nachten eerder van de trap was gevallen en amper kon lopen. Dat konden we er ook nog wel bij hebben, of eigenlijk niet, maar er moest wel naar gekeken worden door een arts en mijn toenmalige partner M. had aangeboden om m’n vader te halen en te brengen. En rond 11:30 zwaaide ik in de deuropening van mijn ouderlijk huis mijn vader en M. uit: ‘doei, tot zo.’

En ik doe de voordeur dicht.
Ik loop terug naar de woonkamer.
En ik zie en hoor de volledig veranderde ademhaling van m’n moeder en roep meteen; ‘ooh nee, nee, nee, nee, niet zonder pappa.’
Ik ren naar de voordeur en kan nog net de auto met M. en m’n vader tegenhouden om naar ze te roepen dat mamma echt nu, nu, nu doodgaat.

Ik weet niet in hoeverre je de controle hebt over het moment dat je sterft. Je hoort verhalen van mensen die dagenlang waken bij hun partner, maar dat hun wederhelft er dan net even snel tussenuit piept tijdens een toiletbezoek. En er zijn verhalen van mensen die pas hun laatste adem uitblazen als de dochter die ze 12 jaar niet gezien hebben vanuit Australië is overgevlogen en een laatste knuffel heeft gegeven.

Sterven is een kunst en hoewel m’n moeder het nog nooit gedaan had, bleek ze er toch behoorlijk goed in.

5

LUNA ZONDER BRIL

“Wil je met bril op de foto?”, vraagt de fotograaf.
Het is het eerste wat ze vraagt als ze bij me binnen is.
“Ja natuurlijk, ik ben een brildrager en ik bén deze bril. Al meer dan 20 jaar. En ik zie trouwens ook helemaal niks zonder bril. Ik heb -3.5 aan elke kant”, zeg ik.

Vervolgens wordt er een flitsinstallatie geïnstalleerd in m’n woonkamer, de luxaflex worden open- en weer dichtgedraaid. Er wordt gefotografeerd, er wordt geflitst, de luxaflex weer open en dan toch weer dicht. Flits. Er worden 500 foto’s gemaakt van mij mét bril óp m’n bank met regenboog-schapenvellen, tégen de bank en liggend op de grond. Flits. En ondertussen moet ik serieus kijken. Flits. “Kijk maar gewoon ontspannen uit het raam”, zegt de fotograaf. En nu kan ik heel veel dingen, maar serieus kijken én ontspannen op commando zit er eigenlijk nooit echt in. Misschien had ik van tevoren even een jointje moeten roken of 2 wijntjes achterover moeten gooien, maar mijn kaken ontspannen niet van zichzelf. Mijn kaken staan of in de lachstand, of in de praatstand of in ieder geval in een beweeglijke stand als ik wakker ben. Flits. Flits. Flits.

“Ik wil toch nog een paar foto’s zonder bril”, zegt de fotograaf.

Het voelde wat dwingend en dit was het moment waarop ik ‘nee’ had moeten zeggen. Ik heb Godverdomme ‘NEE’ op m’n pols getatoeëerd, om mezelf eraan te herinneren om nooit meer iemand, wie dan ook, over m’n grenzen heen te laten gaan.

En ik had vooral na mijn meer dan 20 jaar media-ervaring met fotografen, visagisten en cameramannetjes beter moeten weten. Maar na 1,5 uur foto’s maken was ik murw van de hele flits-situatie. En ik vertrouwde erop dat een fotograaf van een gerenommeerde krant weet wat ze doet. Mij ziet. Mij écht ziet. En mij toch ook wel beschermt. Want… that’s her job.

Even later staar ik, zonder bril, richting een voor mij nauwelijks te ontwaren camera. Met m’n -3.5 zie ik m’n woonkamer niet meer scherp. Wat zeg ik? Ik zie niks meer scherp. En van de dingen niet scherp zien ga je wazig kijken. Kippig. Ik voel me wat gedesoriënteerd. Flits. De fotograaf maakt een foto of 20 zonder bril en daarna gaan we verder met het fotograferen van wat losse sekstoys voor bij het artikel.

“Kies jij maar de foto die jij het mooiste vindt”, zeg ik als we na 2,5 uur klaar zijn met de shoot. En daar heb ik eigenlijk meteen weer spijt van. Want wanneer de fotograaf en haar assistente vertrekken voel ik; ze gaat een foto zonder bril kiezen om te publiceren in de krant.

En ik kreeg gelijk.

De enige die mij ziet zonder bril is mijn partner. In bed. Het eerste wat ik ’s ochtends doe is m’n bril opzetten en het laatste wat ik ’s avonds doe is m’n bril afzetten. En het is niet dat ik mezelf zonder bril geen lekker wijf vind. Integendeel. Met bril, zonder bril, ik ben het natuurlijk allebei. Maar ik herken mezelf gewoon niet in de foto in het NRC, net als overigens al m’n vrienden, familie én online community. ‘Ik herkende je niet’, ‘zo niet jij’, ‘waarom heb je je bril niet op’, ‘ik moest echt 2 keer kijken’, ‘ik mis je sprankel’ en ‘je kijkt zo serieus, zo ken ik je helemaal niet.’

Vraag je aan Nana Mouskouri om haar bril af te zetten voor een foto? Elvis Costello? Mark Rutte? Iris Apfel? Elton John? Je kan het als fotograaf altijd proberen natuurlijk, maar waarschijnlijk zouden Nana, Elvis, Mark, Iris en Elton gewoon ‘nee’ zeggen.

Ik niet.
Had ik achteraf wel moeten doen.

7

LUNA EN DE DECEPTIE VAN DE ALICE IN WONDERLAND-EXPERIENCE VAN CLUEDUPP GAMES

Een paar maanden geleden zag ik een evenement voorbijkomen op Facebook. Ik klikte op ‘Alice in Wonderland Nijmegen’ en zoals dat gaat met klikken op wat dan ook op Facebook; de volgende dagen kwam het evenement een paar keer per dag voorbij op al m’n social media. De video, de tekst en het thema Alice in Wonderland; alles sprak me aan. Ik had ineens hoognodig een foto van mezelf nodig met de Cheshire Cat! Ik boekte een ticket, want als ik dat meteen zou doen, dan kreeg ik 50% ‘vroegboekkorting’. Ik betaalde € 40,- en nodigde mijn 3 Tielse poezenvriendinnen uit. Die wilden vast ook wel met de Cheshire Cat op de foto.

De advertentietekst: ‘Follow Alice down the rabbit hole and enter a virtual world of adventure, intrigue and impossible things at this immersive Alice in Wonderland event. For one day only, the streets of Nijmegen will turn into a giant, escape-room-style experience on Saturday the 29th October, 2022. Don’t be late! Solve clues which just get curiouser and curiouser, take on mad and mischievous challenges, and uncover a dark conspiracy at the heart of Wonderland.’

De advertentie-teksten en video’s van Cluedupp-Games doen vermoeden dat je allerlei characters gaat ontmoeten in de binnenstad van Nijmegen. Ik had versieringen verwacht, grote klokken, kleine klokken, spiegels, lichtjes, muziek, vuurwerk, een Cheshire Cat met een heel vette glimlach, een Mad Hatter aan een grote tafel waarbij je een kopje thee kon drinken, een gigantisch wit konijn, een Red Queen die hysterisch ‘off with his head’ zou roepen, levensgrote schaakstukken, tussendoor een klein flesje wodka met ‘drink me’ erop, kortom; een visueel spektakel zoals bij Eurodisney! Kortom; een totally Instagrammable evenement!

Nou. Mijn reet. Of misschien moet ik schrijven ‘my ass’, want het hele event bestond uit niets meer dan een Engelstalige App. Alleen een App. Een App. Een App!!!!!

De realiteit was dus dat we met z’n vieren al starend op onze iPhones rondliepen tussen 3 straten in Nijmegen. Ondertussen wat vage Engelse raadsels en spelletjes oplossend. Het was een soortement van Pokémon GO in de binnenstad van Nijmegen en eigenlijk 1 grote verwarrende in het Engels aan elkaar geschreven toestand. We begrepen er geen flikker van. En nergens, maar dan ook helemaal nergens was ook maar 1 Cheshire Cat of andere visuele toevoeging van de organisatie te vinden. Wat een bloody fucking deceptie! What a scam!

Thank God konden we de App tussendoor even op pauze zetten zodat we onszelf konden voorzien van een hoognodig wijntje, want zonder wijn hadden we deze hele experience al na een half uurtje niet meer getrokken.

Aan het einde van de Alice in Wonderland-experience was er geen vuurwerk, geen ‘echte’ Alice die we hadden gevonden, geen prijs, geen bloemen, geen champagne, geen Mad Hatter-party, geen disco, geen knuffel, maar een beeldscherm op onze iPhones met de mededeling; ‘Thanks for playing Alice in Wonderland.’

Mijn huis is goddomme meer Alice in Wonderland dan deze hele experience bij elkaar! Ik heb hier meer witte konijnen staan dan ik vandaag heb gezien, mijn kerstboom is een groter visueel spektakel dan wat de organisatoren van Cluedupp-games me deden geloven dat deze hele experience was en ik heb hier 2 katten lopen die in ruil voor een snoepje me een grotere glimlach geven dan de getekende mini-Cheshire Cat die ik op m’n iPhone-beeldscherm kreeg te zien. En een leuke paar-uur-durende zoektocht kan ik thuis ook nog wel kunnen organiseren, want probeer hier maar eens een schaar te vinden. Of een pincet.

We’re all mad in here, maar bij Cluedupp-games zijn ze helemaal gek geworden.

3

LUNA EN DE REDACTEUR WIENS NAAM IK NIET MEER ZAL NOEMEN

De ‘foute redacteur’ waar ik al eerder over schreef dreigt al weken, of is het maanden, met juridische stappen.

Eerst wilde hij de column van m’n site af waar ik hem met naam en toenaam noemde.

4/7/2022: Je wilt de column niet weghalen begrijp ik. Ik zal vrijdagmorgen, want dan zal de column niet verwijderd zijn en ook met het googlen van mijn naam, jouw column boven komen, me wenden tot de politie in Tiel om daar aangifte tegen je te doen. Ik zal het hierbij gooien op de wet van de privacy. Het feit dat ik verkeerde dingen heb geschreven c.q. gezegd tegen je en daarna geblokkeerd zal ik allemaal aan hun melden. Ik zal open kaart spelen met de politie daar.
5/7/2022: Mocht je hier geen gehoor aan geven, dan ben ik genoodzaakt – en dit is beslist geen dreigement – aangifte tegen je te doen.
5/7/2022: Mijn rechtspersoon en ik zullen je social media posts en column online blijven monitoren de komende uren en als binnen 24 uur er niks is verwijderd, zal ik deze aangifte moeten indienen. Ik vertrouw erop dat je handelt naar mijn verzoek en we dit kunnen afsluiten.
7/7/2022: Ik overweeg inderdaad aangifte, want inmiddels wordt je column heel anders geïnterpreteerd. Het lijkt of ik een verkrachter/aanrander/stalker ben.

Die column waarin ik hem met naam en toenaam had genoemd heb ik na een paar weken uiteindelijk op ‘verborgen’ gezet, want ach, het was zomer, ik ging een paar weken op vakantie, the sun was shining en ik werd gek van z’n mailtjes, waar ik overigens nooit op reageerde. Een column met je naam en toenaam, ja, dat is misschien ook wel een beetje heftig, dus ik besloot ‘m offline te halen. Eindelijk rust in m’n mailbox!

Maar de column waar zijn naam niet in staat (LUNA EN DE FOUTE REDACTEUR), staat nog wél online. En nu wil de foute redacteur ook déze column van m’n site.

26/9/2022: Je geeft geen gehoor aan mijn bericht. Je column is een jaar oud! En als ik mijn naam google blijf ik op je column komen. Wil je hem SVP er vanaf halen. Het kan mij echt beschadigen. De link is te leggen. Ik heb mijn excuses aangeboden, ik meen het ook echt. Alsjeblieft verwijder hem. Of bel me en we praten het uit.
4/10/2022: Omdat je niet reageert, mijn excuses niet serieus neemt en niet belt om het uit te praten. Blijft de column dus online. Als hij niet wordt weggehaald zal ik zelfstandig juridische maatregelen nemen. De column blijft aan mij gelinkt omdat je mijn naam noemt in je onderliggende tekst. Mensen zullen mij googlen en linken.

Nou ja, de lijst met dreigementen, ook al vindt de foute redacteur het helemaal geen dreigementen, tot aangifte is best lang.

Hij kan 100 keer ‘sorry’ zeggen. En daar dan ook 100 keer bij schrijven dat hij het écht meent. Maar bij mij blijft het feit hangen dat een redacteur zijn redacteur-schap, zijn lange Linkedin-lijst, heeft gebruikt, misbruikt, om met mij af te spreken. En dan heb ik het niet over afspreken voor een tv-programma, maar om te daten, naar een parenclub te gaan of om mij gewoon eens even van dichtbij te komen bekijken en te checken waar ik allemaal op seksueel gebied misschien zin in zou hebben. Deze man heeft mij niet aangerand, er is helemaal niks fysieks gebeurd. Hij stond nooit voor mijn deur. Maar deze man is een foute redacteur. En dát is waar het mij om gaat.

En dat heeft hij ook zelf toegegeven.

4/7/2022: Ik ben fout geweest. Ik vond je leuk etc. En heb het verkeerd aangepakt, door het op het redacteurschap te gooien. Dat had ik niet moeten doen. Ik had moeten zeggen: Ik vind je leuk etc. Wil je keer mee uit. Ik ben openminded en zoek iemand voor uitgaanscircuit. Ik heb het totaal verkeerd aangepakt en daar heb ik spijt van. Ik heb je niet gestalkt, ik heb niet voor je deur gestaan, ik begrijp je angst niet.

Nee, natuurlijk begrijpt hij de angst die ik had niet.

Omdat hij geen vrouw is.

Het gaat mij om het feit dat mannen in ‘hogere posities’, of ‘mannen met macht’, hun posities en die macht inzetten om ogenschijnlijk leuk samen te werken, gewoon een leuk tv-programmaatje maken, I’m gonna make you famous, ooooh schatje, sing for me baby, je hebt zoooooveel talent, je bent echt bijzonder, wat een mooie stem, wat kun je goed schrijven, jouw energie is echt te gek, ooooh, jouw schilderijen zijn fantastisch, maar uiteindelijk gewoon met je willen neuken. En helemaal niks mis met met iemand willen neuken, maar zeg dat dan gewoon. Kom niet met een zakelijk voorstel. Lieg niet tegen me.

Moet ik na zijn ‘sorry’ zeggen; ‘Ah, joh, zand erover, niet meer doen hè? Foei, je bent stout geweest! Natuurlijk haal ik ook deze column weg, want wat ontzettend klote voor je dat mensen die je naam Google’n nu ook bij deze column terechtkomen, dat verdien je niet, want uiteindelijk ben je ook maar gewoon een man met fouten.’

Of moet ik deze column wel laten staan, omdat het aangeeft hoe sommige mannen kunnen zijn? Moet ik deze column laten staan, als een waarschuwing voor andere vrouwen, meisjes, om altijd op je hoede te zijn? Om te vertrouwen op je buikgevoel?

En ik heb getwijfeld. Ik heb gedacht; wat maakt het ook eigenlijk uit? Ik haal ook die column weg en dan ben ik er vanaf. Wat een gezeik. Nog steeds. Duurt te lang. Is het mij dit allemaal waard? Moet ik doen alsof het allemaal niet gebeurd is? Dan krijg ik niet meer wekelijks een kutmailtje met dreigementen over juridische procedures, aangiftes en hoe zielig mijn column hem wel niet maakt. Hoe het hem op de arbeidsmarkt en waarschijnlijk ook op de datingmarkt problemen geeft.

Ik heb de redacteur na een paar weken uiteindelijk teruggemaild met de vraag om mij niet meer lastig te vallen. En dat ik de column zonder zijn naam niet weghaal. Neem maar contact op met Google, die kunnen de Google-search-opties aanpassen. Zoek het uit. Maar vooral dat ik geen mailtjes meer van hem wens te ontvangen waarin hij dreigt met juridische stappen. Want zijn mailtjes begonnen inmiddels wel dégelijk als stalken en intimidatie aan te voelen.

18/10/2022: Dag Chantall, dit is mijn laatste mail. Google koppelt mijn naam niet zomaar. Dat is omdat jij hem hebt verbonden eraan, op een bepaald moment. Laat ik tot slot duidelijk zijn, als je de column niet weghaalt neem ik juridische stappen. Dit is dus mijn laatste e-mail. Maar dan weet je hoe de vlag er hierbij hangt.

Nu had ik natuurlijk helemaal geen ruchtbaarheid meer aan deze kwestie kunnen geven. Het niet kunnen delen hier op Maanisch.com, het niet kunnen delen op social media. Ik had de column ‘LUNA EN DE FOUTE REDACTEUR’ kunnen verwijderen, gewoon verder kunnen gaan met m’n leven. Klaar. Doei. Wijntje? Maar; delen is helen. Door hierover te schrijven kom ik ook dichterbij mijn gevoel. En ik ben nog steeds boos. En natuurlijk ook wel wat bang, want ik zit helemaal niet te wachten op een juridische procedure. Wie wel? Maar ik ga niet zwijgen voor een man die zich seksueel aan me probeerde op te dringen. Soms is ‘sorry’ niet genoeg.

De column ‘LUNA EN DE FOUTE REDACTEUR’ weghalen, waarin hij niet met naam wordt genoemd (maar waarop hij via een Google-search op zijn naam dus wel gevonden wordt); ik kan het niet. Ik wil het niet. Het gaat zo ontzettend in tegen m’n gevoel voor eerlijkheid, rechtvaardigheid en vooral tegen het recht om je bek open te trekken als iemand je fout behandelt.

Dus, well, I guess I see you in court, meneer de foute redacteur.

15

LUNA EN EEN HALF MANDARIJNTJE

Wanneer ik de Turkse supermarkt binnenloop schrik ik van de verkoopster die net om het hoekje van de deur staat. Ze ziet me schrikken en ze duwt me bijna meteen de helft van de mandarijn die ze aan het eten is in m’n handen.

Ik heb net m’n energienota van het afgelopen jaar gekregen, inclusief de bekendmaking van m’n nieuwe termijnbedrag, en laat ik het zo zeggen; ik ga hier erg slecht op. Ik ben er nogal lichtelijk van over de pis. Van over de schijt. Van uit m’n panty geknapt. Van over de flos. Kutwereld. Kutsystemen. Kutzooi. Ik ben op weg naar een vriendin voor een kalmerings-wijntje, maar ik moest onderweg nog een TooGoodToGo-pakket ophalen bij de Turkse supermarkt.

Het halve mandarijntje van deze vreemde Turkse dame ontroert me.

Bij een gewone supermarkt staan wel eens mannetjes of vrouwtjes die je gratis producten aanbieden. Wil je deze nieuwe muesli van Quaker proberen? Minder suiker! Hapje van de allernieuwste Unox-erwtensoep? Helemaal biologisch! En hé, kijk eens, we hebben nu heel gemakkelijke Maggi-mixen, superlekker, proeven? Allemaal door je strot geduwd door Unilever en andere bedrijven die meer, meer, meer geld willen. Fuck you. Fuck you all!

Ik kreeg een nieuw termijnbedrag van meer dan € 400,- voor m’n energierekening gepresenteerd. Hoe dan? Ik woon in m’n eentje in een particuliere huurwoning en ik betaal € 825,- aan huur per maand. Ik sta niet lang genoeg ingeschreven voor een leuk, gezellig, klein huisje van de gemeente en áls ik al in aanmerking zou komen voor een andere particuliere woning dan zou ik veel meer moeten betalen voor een veel kleinere ruimte.

Het voelt af en toe alsof ik met m’n rug tegen m’n eigen particuliere-woning-muur sta. Ik krijg geen huurtoeslag, ik krijg geen zorgtoeslag. Ik kan in m’n eentje geen huis kopen en ik denk ook niet dat ik dat überhaupt zou willen, zeker niet nu, maar als ik hypotheek-bedragen van anderen voorbij zie komen, dan denk ik wel; where the fuck did I go wrong?

En het is niet dat ik het financieel niet red zonder een TooGoodToGo-pakket. Zeker niet. Nog niet. Er is nog genoeg waar ik op kan bezuinigen en ik kan altijd meer gaan werken en ik kan m’n spaarrekening altijd nog aanspreken, maar echt leuk vind ik het financieel niet meer worden. Ik bestel af en toe een TooGoodToGo-pakket omdat ik het een fijn idee vind om voedsel te redden van de ondergang, maar ook omdat ik het leuk vind om een soort verrassingspakket te kopen en daar dan een beetje experimenteel mee te koken.

Het pakket dat ik van de Turkse dame krijg is een meer dan goed-gevuld pakket. Voor € 4,99 krijg ik een grote doos met limoenen, aardappelen, wortels, broccoli, druiven, kiwi’s, avocado’s, bananen, appels, aubergine, champignons, groene pepers, sinaasappels, paprika’s, pruimen, een bosje munt en komkommers.

“Wil je nog iets anders uitkiezen? Dat mag wel hoor. Wil je nog iets bijzonders?”, vraagt de Turkse dame en ze wijst naar de rest van hun groentevoorraad. En ja, ik had heus wel een flespompoen willen hebben, want herfst en pompoensoep zijn toch wel een match made in heaven. OF een bosje koriander. Of een bosje peterselie; komt ook altijd van pas. Bloemkooltje, spitskooltje, venkel, zoete aardappel? Ik had het allemaal, gratis, mogen uitkiezen.

“Nee, dankjewel, ik heb echt, écht meer dan genoeg gekregen”, zeg ik.

De Turkse dame deelde haar mandarijn met me. Alsof het niets was. Maar het was voor mij heel even alles.

4

LUNA EN 2 BLAUWE AUTOOTJES OP DE OPRIT

‘Zal ik straks anders even langskomen voor een wijntje om haar te ontmoeten?’, app ik naar m’n vader.
‘Is goed schatje’, appt hij terug.

Op de oprit van m’n vader staan 2 blauwe autootjes. ‘’Ja, het is echt heel apart, maar ze heeft precies dezelfde auto als ik, maar dan een paar jaar jonger”, had m’n vader al eerder aan de telefoon verteld.

Als ik mijn ouderlijk huis binnenkom staat de vrouw van het andere blauwe autootje een rollade te braden die m’n vader met een viswedstrijd heeft gewonnen. Er staat een vreemde vrouw op de plek waarop m’n moeder jaren heeft gestaan. Ze braadt de rollade in een pan die ik m’n moeder heb gegeven een paar jaar geleden. Hoeveel rollades heeft m’n vader wel niet gewonnen met viswedstrijden? En hoeveel rollades heeft m’n moeder wel niet gebraden in die pan? Hoe vaak heb ik wel niet naar mijn moeder gekeken terwijl ze in de keuken stond en bezig was met het eten van die avond?

En ja, het was even raar.
En ja, het was even wennen.
En ja, de aanblik van m’n vader naast een andere vrouw deed mij m’n moeder misschien nog wel meer missen dan ik al deed.

Maar het was vooral een ja, een hele dikke ja, naar de toekomst. Naar de liefde. Naar m’n vader die zo gelukkig is.

Liefde kent geen tijd. Geen leeftijd.

En natuurlijk schiet ik vol. Janken. Want ik ben nu eenmaal een jankerd. En als m’n vader mij ziet huilen, dan begint hij ook, want m’n vader is net zo’n jankerd als ik. Maar het is geen huilen van verdriet, of misschien een heel klein beetje wel. Het is huilen van geluk, omdat ik m’n vader zo ontzettend nog een heerlijk liefdevol leven gun. Het is huilen, omdat ik zie wat hij zo gemist heeft. Omdat ik zie wat ik zo gemist heb.

De vrouw van het andere blauwe autootje heeft thuis al sperzieboontjes schoongemaakt en in een zakje meegenomen en als ze mij en m’n vader zo ziet volschieten geeft ze ons allebei een dikke knuffel.

Ja, toen kon ik niet anders dan óók een beetje verliefd worden op haar.

4

LUNA KREEG ZE NIET

Op 13 juni 2004 werd mijn moeder 62. Zij vierde haar verjaardag bij mij in Amsterdam. Ik ben zoveel dingen vergeten in m’n leven. Data. Mensen. Gesprekken. Zoveel. Misschien wel te veel. Maar deze datum zal ik nooit vergeten. Zondag. Ik had er tegenop gezien, maar ik wilde het niet afzeggen, dus mijn ouders kwamen gezellig langs, ik deed gezellig, ik praatte gezellig, ik zette gezellig het gourmetstel aan, gooide gezellig een kipfiletje met wat uitjes in een pannetje, knoflooksausje erbij en ik schonk gezellig een biertje en een wijntje voor hen in, al dronk ik zelf niks. Dat dat toen geen argwaan wekte verbaast me nu nog.

Of misschien voelde m’n moeder toch ergens iets aan, want tijdens het gourmetten zei ze ineens, out of the blue: “Ik zou maar uitkijken als ik jou was, want als jij ooit zwanger wordt, dan krijg je er meteen 2.”

Zij kon toen niet weten dat ik op dat moment ook daadwerkelijk zwanger was van een tweeling en een afspraak bij een abortuskliniek had 2 dagen later. 15 juni.

Ik heb het mijn ouders pas jaren later verteld.

Het eerste dat mijn moeder zei toen ik vertelde over m’n abortus was: “Maar dat is moord.”

Bedankt mamma, met je katholieke achtergrond.

Het heeft haar, en mij, en ook m’n vader, wel een tijdje gekost om over dit onderwerp on speaking terms te komen. Maar dit is juist een onderwerp waarover ik me uit wil spreken. Ik schaam me niet voor m’n abortus. Ik wilde nooit kinderen. Mijn zwangerschap was een ongelukje. Een abortus mag uit het Godverdommese verdomhoekje. My body, my fucking choice! Toen zelfs mijn katholieke moedertje na een tijdje haar mening over abortus aanpaste, durfde te zeggen dat ze trots op mijn keuze was, durfde te zeggen dat ze ook trots was dat ik me hierover uitsprak, toen had ik zeker wel wat hoop voor de toekomst van alle vrouwen.

Die hoop is vandaag, met de uitspraak van het Amerikaanse Gerechtshof om de abortuswet van Roe vs. Wade uit 1973 terug te draaien, vervlogen. In die wet stond dat vrouwen het recht hebben om te beslissen over hun eigen lichaam. Die wet is weg. Nu mogen de verschillende Amerikaanse staten een abortus weer verbieden en de verwachting is dat de helft van de Amerikaanse staten na dit besluit een abortusverbod ook weer gaan invoeren. Kut-mannetjes en waarschijnlijk ook een paar kut-vrouwtjes beslissen over de levens van duizenden, tienduizenden, honderdduizenden, uiteindelijk ook wel een miljoen vrouwen. De tyfus met je pro-life. Van mij mogen alle mannen, YES ALL MEN, gesteriliseerd worden in de puberteit en pas als ze een beetje leuk bezig zijn geweest in het leven, beetje verantwoordelijkheid hebben, beetje goed haar, leuke baard, beetje leuke baan, milieubewust, kunnen strijken, kunnen koken, lief voor de medemens, lief voor dieren en als ze 10 medailles en stickers hebben verdiend dan wordt die sterilisatie ongedaan gemaakt en mogen ze de vrouwtjes gaan bezwangeren! Ik, als vrouw, niet beslissen over mijn lichaam? Jij dan ook niet over dat van jou, gozer!

Nu is een abortus in Nederland, gelukkig, nog steeds legaal en mogelijk onder medisch toezicht, maar ik bid, ik brand kaarsjes en ik wil hier al mijn bh’s voor verbranden, dat dit ooit mogelijk zal zijn voor alle vrouwen in de hele wereld. Door abortus wettelijk te verbieden zorg je er niet voor dat abortus niet meer voorkomt, maar dat er gezocht wordt naar andere manieren die levensgevaarlijk zijn, te veel geld kosten en waardoor vrouwen uiteindelijk ook nog eens in de gevangenis kunnen belanden. Fucking terug naar de jaren ’50. Om te janken.

Het allermooiste, het allerbeste wat ik voor mijn kinderen heb kunnen doen, al vind ik het nogal wat om het ‘kinderen’ te noemen, want een paar cellen die zich hebben gesplitst naar links, gedeeld naar rechts, wil ik nog geen ‘kind’ noemen. Maar het allerbeste wat ik voor hen heb gedaan?

Is ze niet krijgen.

6

IK MIS JE, IK MIS JE…

Mijn moeder is dood, maar ze leeft nog in alles om mij heen.

In de eerste boterbloemen.
In de klaprozen.
In de geur van kamille.
In de baby-eendjes die hierachter in de sloot zwemmen.
In de baby-ganzen.
In een nestje pimpelmezen.
In een naald die ik vasthoud om te borduren.
In de keuzes die ik maak.
In de keuzes die ik nog even laat liggen.
In de bloesem hier in de Betuwe.
In de 0,5 liter soep die ik voor m’n vader invries, maar die ik zo graag nog per liter had ingevroren.
In de duiven die het niet lukt om een nest te bouwen.
In een naaimachine die ik niet aan de praat krijg.
In de lammetjes in de lente.
In een liedje van Queen.
In alle liedjes van Queen.
In de zon.
In de zwaarte.
In het licht.
In het grijs.
In de nacht.

In de ogen van mijn vader.

In een knipperend lichtje van het koffiezetapparaat; ‘Zou je ‘m eens niet ontkalken?’
In m’n verdriet; ‘Stel je niet aan.’
In de honderden kattenharen op m’n kleding; ‘Ja, koop dan ook zo’n kledingrollertje.’
In m’n werk; ‘Zorg er dan ook voor dat je alles goed organiseert.’
In m’n tik om aan m’n haar te plukken; ‘Blijf van je haar af.’
In een spinnenweb in de hoek van de kamer; ‘Ja, het huishouden is bijhouden hè.’
In opgefrommelde theedoeken in een keukenkastje; ‘Ik strijk ook de theedoeken.’
In de tuin; ‘Je moet elke dag even alle uitgebloeide bloemen uit de tuin halen.’
In m’n lichaam; ‘Let erop dat je niet te dik wordt.’
In m’n losbandigheid; ‘Niet te veel drinken.’
In m’n relaties; ‘Het is geven en nemen.’
In m’n gemis om haar: ‘Ah joh, gewoon doorgaan.’

In haar allerlaatste zin naar mij; ‘Ik hou van jou. Heel veel.’

Ik; ‘Ik hou ook heel veel van jou.’

In haar laatste woord naar mij; ‘Jankerd.’

4

LUNA EN EEN SOORT VAN SABBATICAL

Precies 1 jaar geleden.

Relatie uit.

Daarna.

Hond dood.
Kat dood.
Nog een kat dood.

Misschien moet ik er even een jaartje bij trekken.

Moeder dood.
Corona.
Relatie uit.
Hond dood.
Kat dood.
Nog een kat dood.

Ik besloot een jaar geleden om mezelf even bij het leven neer te leggen. Jaren van zorgen voor mannen. Zorgen voor kinderen. Zorgen voor m’n moeder. Zorgen voor 5 huisdieren. Zorgen voor iedereen, behalve voor mezelf. Als je in loondienst bent, dan kun je je ziekmelden. Het leek mij een goed moment om mezelf als ZZP-er een soortement van sabbatical te gunnen. Fuck pensioenplannen. Fuck m’n spaargeld. Fuck it gewoon even helemaal met alles en iedereen. Ik doe nog wel mee, maar soms moet je de lat van het leven voor jezelf even heel laag leggen.

Ik besloot om alleen nog maar dingen te doen die ik leuk vond en naarmate het jaar vorderde werden dat er eigenlijk steeds minder. Werken is kut. Seksspeeltjes zijn kut. Koken is kut. Schrijven is kut. Boodschappen doen is kut. Dromenvangers maken is kut. De computer opstarten is kut. Communiceren met de rest van de wereld is kut. De tuin bijhouden is niet te doen in je eentje en volkomen kut. Mailtjes openen is kut. De luxaflex opendoen is kut. Instagram is kut. Facebook is kut. Tinder-mannen die je nog nooit ontmoet hebt, maar je wel een ‘goedemorgen’ wensen zijn kut. Het huishouden is al helemaal kut. Dit huis is veel te groot en duur voor mij alleen en dat is kut. Opstaan is kut. Naar bed gaan is kut. Het hele leven is gewoon eigenlijk takke-tering-tyfus-kut.

Toen ik m’n hond had laten inslapen hoefde ik me niet meer aan te kleden om de deur uit gaan en er zijn dagen geweest dat ik in m’n pyjama wat rondscharrelde in huis zonder ook maar een ene fuck te doen. Maar fuck it. Ik verplaatste me ’s ochtends van m’n bed naar de bank en dan ’s avonds weer terug van de bank naar m’n bed. Om daarna de hele nacht wakker te liggen.

Ik ben 20 kilo afgevallen in een jaar. En die kilo’s zijn er niet af gegaan doordat ik elke ochtend met muesli heb ontbeten of 5 dagen per week een zumba-les heb gevolgd. Die kilo’s zijn er afgegaan van ellende, van verdriet, van het overslaan van maaltijden, van het geen zin hebben om te koken, van het inruilen van een gezonde avondmaaltijd voor een wijntje, of 2. Ik bleef gewoon liever in het hoekje van de bank liggen met alle seizoenen ‘Temptation Island’, ‘Ex on the Beach’ of ‘Are You The One’ op repeat. Ik vond mezelf met vlagen de allerzieligste van de hele wereld. Ik ben naar de klote gegaan. Ik heb van alle paden afgelegen. Ik had soms gewoon helemaal nergens zin meer in.

Wat ik dit jaar vooral heb geleerd; ik ben misschien beter in het voor een ander zorgen dan voor mezelf.

Maar ik heb dit jaar ook intense liefde gevoeld. Intense passie. Intense seks. Ik heb supergezellige dagen, avonden en nachten met vriendinnen en vrienden gehad. M’n vader leeft nog en doet het hartstikke goed! Ik heb m’n liefde voor techno weer hervonden. M’n liefde voor dansen! Voor een jointje! Voor zingen! Ik ben m’n vertrouwen in mannen nog niet helemaal verloren, al blijft het altijd wel een dingetje. Ik heb dit jaar meer tatoeages laten zetten dan alle jaren daarvoor, want; fuck it. FUCK IT. Ik kan gelukkig nog heel veel liefde kwijt aan de 2 katers die er nog wel zijn. M’n sla-plantjes groeien, m’n courgette groeit, m’n tomatenplant groeit en ik had ineens m’n tuin vol tulpen en narcissen, omdat ik in een vlaag van verstandsverbijstering 300 bollen had gepoot afgelopen winter. Het ijsvogeltje is er nog steeds. En de Vlaamse gaaien. Af en toe een roodborstje. Een specht. Een aalscholver in het slootje achter. Er was een nestje met pimpelmeesjes. En ik heb m’n hele huis ingericht zoals ik het wil in alle kleuren van de regenboog en huishoud-technisch is het allemaal geen 10, maar toch wel een kleine voldoende en dat is goed genoeg. Ik doe het goed genoeg.

Maar vooral; ik ben mezelf gelukkig niet helemaal kwijtgeraakt.

Als je er een jaar voor hebt gekozen om de lat voor jezelf heel laag te leggen, om even bij het leven te gaan liggen, dan kun je er ook voor kiezen om weer op te staan.

Ik ben weer opgestaan.

12