HEAVY IN YOUR ARMS
“Wat is er?”, vroeg M.
“Niks”, zei ik.
“Maar waar ben je? Je bent ineens weg. Ik zie het aan je.”
“Het is goed. Echt.”
Maar het was niet goed en hij zag het.
My love has concrete feet
My love’s an iron ball
Het was niks bijzonders. We waren aan het geinen. Hij maakte een grapje. Ik maakte een grapje. En hij draaide, voor de grap, z’n rug naar me toe. En ik keek naar zijn rug en ik was ineens, in een flits, een paar maanden terug, een paar jaar terug, een leven terug, een verleden terug. En er kwam een zware, zwarte deken over me heen die ik niet meer van me afkreeg.
I’m so heavy, heavy
Heavy in your arms
I’m so heavy, heavy
Heavy in your arms
Het is niet dat M. niet weet wie ik ben. Of waar ik vandaan kom. Of wat ik heb meegemaakt. Maar ik wil de dingen van toen graag bij de dingen van toen laten. Ik wil niet dat gevoelens van vroeger zich gaan mengen met momenten van nu en ervoor zorgen dat ik dingen zeg die ik niet meen.
Maar ik moet accepteren dat de dingen van toen mij voor altijd hebben veranderd. Nu. Het is alleen nogal kut dat bepaalde visuele stimuli, zoals de rug van een man, me ineens helemaal van mijn padje kunnen krijgen. Ik schrok ervan. En ik blokkeerde emotioneel volledig. Mond dicht. Hart dicht.
En nu kun je zeggen; ‘Ja, maar Luun, wat jij hebt meegemaakt, daar zijn andere vrouwen jaren voor in therapie geweest en jij bent nu weer gewoon bezig met het opbouwen van een relatie met een andere man en het is niet meer dan logisch dat dat niet zomaar vanzelf gaat. Wat denk je wel? Zou je niet alsnog in therapie gaan? Of met lotgenoten gaan praten?’ En, ja, dat zou misschien wel een goed idee zijn, maar ja, in welke therapie krijg je te maken met bepaalde visuele stimuli die je moet verwerken, zoals daar het specifieke plaatje is van een man die z’n rug naar je toe draait? Nergens! Moet je gewoon in real life gaan meemaken! Je moet erdoorheen! Linksom. Rechtsom. Godverdomme. Kut. Maar ja, zit ik hierop te wachten? Zit hij hierop te wachten?
“Ik zei gisteren niks meer omdat ik bang was dat ik je anders ‘J.’ zou noemen.”
“Maar dat had ik niet erg gevonden.”
“Maar ik wel.”
“Kan je nu vertellen wat er was?”
Adem in.
“J. en lagen de eerste jaren altijd dicht tegen elkaar aan en dat vond ik zo fijn, maar de laatste jaren draaide hij steeds z’n rug naar me toe als we gingen slapen en dat snapte ik niet en ook ’s nachts zocht hij nooit meer contact met me, terwijl we eerder altijd wel iets van fysiek contact hadden terwijl we sliepen, al was het maar het vasthouden van elkaars hand en als ik dit tegen hem zei, dan zei hij dat het niet waar was en dat hij mij elke nacht wilde vasthouden, maar dat ik dat juist niet wilde. Toen jij je gisteren omdraaide had ik zoiets van; jij ongelooflijke klootzak, zoek jij het even lekker uit, jij wil mij niet vasthouden en niet met me praten en me niet aankijken, nou, dan toch lekker niet, Godverdomme. Sterf.”
Adem uit.
“En toen bouwde je je muurtje?”
“Ja, wel een mooi, roze muurtje.”
“Was je boos?”
“Ja, maar niet op jou.”
“Was je verdrietig?”
“Ja.”
Adem in.
“En?”
“Ik voelde me zo vreselijk eenzaam.”
Adem uit.
I was a heavy heart to carry
But he never let me down
When he had me in his arms
My feet never touched the ground
SOUNDTRACK van de dag… <3