web analytics

Categorie: Geen categorie

LUNA BIJ ‘TIEL AAN TAFEL’


Je kan veel over Tiel zeggen, maar niet dat ze er niet keihard kunnen werken! De opname van ‘Tiel aan tafel’, de opname waarbij ik mijn ouders dus een bloemetje geef, staat al online! Ik zit in het begin in het publiek als een soort achtergrond-decoratie, maar op 21:10 begint ons item! Té lief gewoon!

5

DAT VERDIENT EEN BLOEMETJE

“Ik kom op de televisie!!!!”, schreeuwt m’n moeder blij door de telefoon.

Oh, Thank God!!! Een last valt meteen van me af. Ik heb er 2 nachten bijna niet van kunnen slapen.

“Ja, dat wist ik natuurlijk allang”, lach ik.

Woensdagavond kreeg ik een telefoontje van Riny van StadsTV Tiel. Hij leest mij blog al een tijdje en heeft zo een beetje mee kunnen leven het laatste jaar. Hij belde om te vertellen over een leuk onderdeel bij hun programma ‘Tiel aan tafel’; het bloemetje. Of het niet leuk was om mijn moeder een bloemetje te geven en te feliciteren met het feit dat ze kankervrij is. “Eh, Riny, eh, eh, eh, ja, nou, eh, dat vind ik wel heel erg leuk, maar eh, eh, ik weet niet of mijn moeder daar op zit te wachten.” Was hij wel gewend, dat soort reacties, maar achteraf vind eigenlijk iedereen het heel erg leuk, was zijn ervaring. “Ja, maar dan ken je mijn moeder nog niet, haha”, zei ik, “ik ga het hier even overleggen met J., ik bel je zo terug.” Was goed.

“Oh, nee”, zegt de verkering, “ik doe hier geen uitspraken over.”
“Ja, maar, denk je dat ze het leuk vindt?”, vraag ik.
“Nee, ik zeg niks, want als ze het niet leuk vindt, dan ben ik tenminste nog haar favoriete schoonzoon.”
“Ja, maar, ja, maar, wat moet ik nou doen. Ze kunnen me toch niet onterven, want ik ben enig kind. En in het ergste geval gooit ze gewoon de deur in het gezicht van die hele StadsTV Tiel. Of nou ja, in het ergste geval haat ze me voor de rest van haar leven en gezien het goede nieuws zou dat ook nog wel eens 20 jaar kunnen duren. Of niet, maar ja, dat weet je nooit. Maar ik denk dat ze het stiekem wel heel leuk vindt.”
“Ik zeg echt niks hoor.”

Ik belde terug naar Riny: “We gaan het gewoon doen. Leuk!”

Dus zaterdagochtend om 11:00 stonden Riny en Sari van StadsTV bij mijn ouders voor de deur om ze een bloemetje te brengen. En aan het einde van de middag ging ik naar de studio van StadsTV Tiel om voor de camera te vertellen waarom m’n moeder dat bloemetje had verdiend. En ik had me natuurlijk voorgenomen om niet te gaan huilen en ik ging er ook heel opgewekt naartoe, maar toen ik daar eenmaal op de bank zat en ik in het kort moest uitleggen van het hoe en waarom toen had ik al een lichte snik in m’n stem. En toen er daarna, een gemiddelde aflevering van ‘All You Need is Love’ is er niks bij, ook nog eens een laptop openklapt werd met daarop het filmpje waarin m’n ouders worden overvallen met het bloemetje, ja, toen had ik het niet meer.

Hoor je daarna je moeder op camera en voor de hele natie, heel Nederland, okay, heel Tiel, zeggen: “Ja, maar zonder m’n dochter en haar vriend, en m’n man natuurlijk, had ik hier niet gestaan.”

Ja, dan zit je gewoon op regionale TV een potje te janken.

1

LUNA EN NIEUWS DAT DOOR MOET DRINGEN

“Hoe voelt u zich?”, vraagt de oncoloog aan m’n moeder.
“Ja, goed”, zegt ze.

Ja, ga nou maar meteen door naar de uitslag, denk ik. Jij hebt toch op je beeldscherm staan hoe m’n moeder zich zou moeten voelen? Jij hebt toch alle bloedonderzoeken, uitslagen van de MRI-scans, de uitslag van de PET-scan en weet ik veel wat voor onderzoeken en shizzle nog meer? Die heb toch net doorgelezen? Het is nu 10:00, je bent een half uur uitgelopen en het is pas ochtend, dus je hebt alle tijd gehad om je in te lezen en alles te checken. Toch? Toch? Toch? Zeg het! Zeg het!

“En de laatste chemokuur heeft u 20 december gehad hè?”
“Ja.”

Het staat op je beeldscherm!

“En merkt u verschil nu qua energie? Nu u geen chemo’s meer heeft?”
“Ja, ik ben wel heel moe geweest tijdens de chemo’s, maar het gaat elke dag een stukje beter, maar ik denk niet meer dat het ooit wordt als hiervoor.”
“Als voor de chemo’s?”
“Nee, als voordat ze in het ziekenhuis belandde”, breek ik het gesprek ik.
“Ja, toen kon ik met gemak een uur, anderhalf uur lopen”, zegt m’n moeder.
“Ja, u wordt natuurlijk ook ouder”, zegt de oncoloog, “maar ik sluit niet uit dat u ooit weer een uur kan wandelen.”

Oh.

Dan begint de oncoloog alle onderzoeksresultaten te bespreken. De bloedwaarden hier en de bloedwaarden daar. Het resultaat van de MRI-scan en wat de andere doktoren daarvan vonden. Het resultaat van de PET-scan die in een ander ziekenhuis gemaakt moest worden en wat de doktoren er daar van vonden. En wat zij ervan vindt en hoe het eruit ziet. En het gaat allemaal zo snel en ingewikkeld dat een groot gedeelte langs ons heen gaat, omdat we volledig gefixeerd zijn op een toekomstplaatje. Wat gaat er gebeuren? Hoe lang nog? Wanneer? Zeg het! Zeg het! Zeg het! Maar de oncoloog eindigt haar verhaal met: “Dus mevrouw van den Heuvel, gefeliciteerd.”

Hè?

Het duurt even voor dit nieuws echt tot ons doordringt. Gelukkig houdt de oncoloog even wijselijk haar mond. Waarschijnlijk heeft ze wel vaker van dit soort goed-nieuws-gesprekken gehad. Lijken me toch de leukere onderdeeltjes van haar vak. M’n ouders en ik beginnen te snikken en sniffen, want we hadden ons eigenlijk voorbereid op het ergste, ook al voelt m’n moeder zich goed en ziet ze er goed uit.

“Dus de kanker is weg?”, vraag ik.
“Ja”, zegt de oncoloog.

20

VAN DE REGEL IN DE DRUP

Mijn vader zit al 1,5 jaar in de Ziektewet. Het is nogal een ingewikkeld verhaal, met heel veel kastjes en muren, veel frustratie, verdriet, gesprekken en nog meer kastjes en muren. Mijn vader heeft momenteel een versleten rug en heeft in augustus 2013 een soort hernia-operatie ondergaan omdat er zenuwen beklemd zaten in zijn ruggenmerg die ervoor zorgen dat hij pijn heeft in zijn heupen en benen bij het staan of lopen. Mijn vader heeft zijn hele leven eigenlijk met pijn in z’n rug en heupen gewerkt, want hé, hij had immers een baan en daar deed je alles voor.

De afgelopen 1,5 jaar gaat mijn vader bijna maandelijks naar de ARBO-dienst en ik ga altijd met hem mee. Mijn vader slaat het allemaal niet zo op wat er gezegd wordt en 2 horen meer dan 1. Al horen wij dan wel heel luid en duidelijk wat de ARBO-arts ons te vertellen heeft, we vragen ons als 1,5 jaar af of hij ons eigenlijk wel hoort. En nu ik dit zo aan het schrijven ben, merk ik dat ik correct blijf. Netjes. Dat ik niet wil gaan schelden. Want dat doe je nou eenmaal niet. Maar ik hou me al 1,5 jaar in bij al die klootzakken. Al die klootzakken van een Spoor 1-coaches, Spoor 2-coaches, ARBO-arts hier, ARBO-arts daar. Fuck you! Allemaal!!! Mijn vader heeft vanaf z’n 14e gewerkt, nooit een dag ziek geweest. Z’n hele rug is versleten omdat hij z’n werk en z’n salaris en het daarmee zorgen voor m’n moeder en mij altijd belangrijker heeft gevonden dan z’n gezondheid. Maar dan zit je tegenover zo’n ARBO-klootzak die doodleuk zegt; “Ja, maar meneer, dat uw rug versleten is, dat hoeft niet aan uw werkzaamheden te liggen.” Nee joh! Die versleten rug is gekomen doordat m’n vader al 48 jaar sudoku’s zit te maken op de bank!

En dan vraag je al maanden of zo’n ARBO-arts contact zoekt met de chirurg van je vader, of met de huisarts, of met de fysiotherapeut, maar dat doet hij niet, want daar moet de ARBO-dienst dan voor betalen, voor het opvragen van informatie. En de ARBO-arts van m’n vader heeft mijn vader nog nooit, maar dan ook nooit, in die 1,5 jaar aangeraakt, onderzocht of aan weet ik veel wat voor een testjes onderworpen. En op basis van een paar lullige gesprekjes beslist hij dat m’n vader momenteel weer prima in staat is om iets te doen. Nou ja, niet meteen fulltime natuurlijk, maar hij kan best wel weer een paar uurtjes wat gaan doen. Oh, maar dit vertelde hij niet aan ons. Nee, niet recht in ons gezicht. Tegen ons zei hij dat de volgende stap een keuring bij het UWV zou zijn.

Vanmorgen stond de Spoor 2-coach weer voor onze deur. Wij dachten dat hij een afspraak wilde maken om het re-integratietraject af te ronden, want mijn vader kan niet werken. Mijn vader zit nog middenin een herstelproces van zijn operatie en dat proces kan wel 2 jaar duren. En zo’n versleten rug valt gewoon niet te herstellen. Maar nee, de Spoor 2-coach kwam langs om met m’n vader een CV op te stellen. Om m’n vader te gaan leren om online op zoek te gaan naar vacatures. Mijn vader kan godverdomme nog niet eens een mailtje versturen, klootzakken!! En daar hoeft hij zich helemaal niet voor te schamen, want hij is beter met Candy Crushen dan ik, maar laat ‘m met rust, godverdomme! Laat ‘m met rust!

Komt die Spoor 2-coach straks gezellig elke week een paar uurtjes bij m’n vader langs om met hem online op zoek te gaan naar vacatures die bij hem passen? Wie neemt er een 61-jarige man aan die herstellende is van een hernia-operatie, een versleten rug heeft en 0,0 verstand heeft van computers? En ik weet niet hoeveel zo’n Spoor 2-coach per uur kost, maar ik denk dat mijn vader een hele dag, of misschien wel 2 dagen moet werken om het uursalaris van zo’n Spoor 2-coach bij elkaar te verdienen. Waanzin!

Maar misschien moet mijn moeder, die iets handiger is met de computer, mijn vader straks gaan helpen bij het solliciteren? Maar ja, mijn moeder heeft net 6 chemokuren achter de rug en is in afwachting van de uitslagen daarvan. Zijn die chemo’s aangeslagen of niet? Zo niet, dan kun je van mijn moeder niet teveel meer verwachten. Maar ja, dat kun je eigenlijk sowieso niet van een 71-jarige vrouw met kanker. Toch?

Of moet ik dan mijn vader maar gaan begeleiden? Een leuke CV opstellen voor een 61-jarige man, amper in staat om thuis te stofzuigen? Ik ben per week al erg veel uren kwijt aan het mantelzorgen voor mijn ouders, iets wat ik met alle, echt alle liefde doe. Thank God dat ik thuiswerk en Thank God dat de verkering snapt dat mijn ouders erg belangrijk voor me zijn en dat hij zelf ook meehelpt waar het kan.

Ik ga mee met alle gesprekken en onderzoeken in het ziekenhuis, ik ga mee met alle gesprekken bij de ARBO-dienst in Arnhem en ik ben bij alle gesprekken met de Spoor 1-coach en Spoor 2-coach, omdat mijn vader zelf weinig meer onthoudt. Ik help mijn ouders waar het maar kan, niet alleen door ze te begeleiden bij gesprekken, maar ook in de huishouding. Maar mijn vader gaan begeleiden naar een baan? Helpen bij solliciteren terwijl hij amper iets kan? Moet ik mijn eigen werk maar even laten liggen om samen met m’n vader online te gaan, op zoek naar een baan voor hem? Want als hij straks niet 4 keer per maand gaat solliciteren, dan krijgt hij misschien een boete en dan kan hij helemaal fluiten naar z’n WW of WIA of combinaties daarvan! Dat is toch godverdomme niet normaal? Dat kan toch niet de bedoeling zijn?

Mijn ouders redden zichzelf redelijk in de huidige situatie, want ze zijn goed op elkaar ingespeeld. Niet zo gek als je 39 jaar getrouwd bent. Ik help mijn ouders waar ik maar kan, omdat ik vind dat dat zo hoort. En omdat zij al 38 jaar onvoorwaardelijk voor mij klaarstaan. Dus wat de toekomst ons, mij, ook mag brengen, ik ben er voor ze. En zij voor mij. En all you need is love, uiteindelijk.

Maar het zou erg fijn zijn als ergens in deze wirwar van regeltjes, wetten, formaliteiten en regelgeving ook nog naar de mens gekeken kan worden. Van de regel in de drup. Kutzooi.

12

WAAROM LUNA PLOGT

“Welke foto zal ik doen”, vraag ik aan de verkering, “deze of deze?”
“Wat dacht je van allebei niet?”, zegt hij.

De verkering moet kiezen tussen 2 foto’s van een slapende Nina. Op de ene foto is alleen Nina close-up in haar mand te zien. Op de andere ligt Nina in haar mand, maar daar zie je ook een gedeelte van onze totaal ontplofte slaapkamer. De verkering wil sowieso nooit herkenbaar op online foto’s, maar foto’s van de totalitaire chaos die ons huishouden, en dus ook onze slaapkamer, soms is vind hij ook niet echt prettig. “Niemand hoeft te weten dat we zoveel kleding op de grond hebben liggen”, aldus de verkering. Maar ja, het is mijn blog en mijn leven en als ik ‘m een kusje geef, dan vergeeft hij me meestal alles. Daarnaast; hij kent mij niet anders als mét blog, wat zeg ik; in de jaren dat wij nog geen relatie hadden checkte hij m’n blog regelmatig om zo te kunnen fantaseren over een leven met mij. Oh nee, over seks met mij. Dus mijn blog heeft, naast het feit dat het een geweldig egodocument is, ook z’n functie als matchmaker wel bewezen.

Op www.maanisch.com geef ik al sinds 2001, al bijna 13 jaar dus, non-stop, inkijkjes in mijn leven door middel van geschreven tekst. Al stond er ook regelmatig een fotootje bij. Maar dat waren dan altijd leuke webcamshotjes waarop m’n haar altijd goed zat, of foto’s van de poezen. Al maakte ik in 2006 al wel een keer eerder een filmpje van de tyfuszooi in m’n huis in Amsterdam.

Want dat is waar het, voor mij dan, om gaat bij het ploggen; het laten zien van de tyfuszooi van mijn leven. Al valt het met die tyfuszooi eigenlijk best wel mee. Maar ploggen is rauw. Het is eerlijk. Het is net zo eerlijk als ik eigenlijk altijd al heb geschreven hier; enigszins schaamteloos. Het maken van een plog, het dus dagelijks online zetten van mijn bezigheden in foto’s met een kort tekstje, zorgt er in ieder geval ervoor dat ik de afgelopen weken weer wat leuks heb toegevoegd aan mijn eigen online egodocument; ‘Wat deed ik in 2014 op een gemiddelde woensdag?’ En een plog is, voor mij, gemakkelijker online te zetten dan een geschreven tekst, want daarop zit ik vaak toch langer te schaven en schuren om het helemaal perfect te krijgen. Maar de foto’s in een plog hoeven niet perfect, die kunnen gewoon lekker zoals ze zijn. Zonder Photoshop. Hop, erop.

Daarnaast: van ‘normale’ foto’s op de meeste blogs word ik enigszins onzeker. Net als van de foto’s in vrouwentijdschriften trouwens. Jesus, wat een opgeruimd huis. Jesus, die kinderen zitten altijd keurig aangekleed te stralen op de bank. Jesus, alweer een zelfgemaakte cake bij de koffie. Alweer van die leuke, hippe vrienden om mee te lunchen. Alweer een nieuw jurkje bij een designers-outlet gekocht. Weer nieuwe schoenen. Wat een mooie, schone keuken. Alles altijd helemaal gestyled, netjes, keurig, gezellig, alles is helemaal gezellig. Zelfs als er een foto van een jankende baby wordt gepost dan denk ik; ja, maar moet je kijken hoe keurig dat hoeslakentje is gestreken.

Die foto’s zijn niet het echte leven en dat weet ik. Dat weet iedereen. Maar toch.

Ploggen doorbreekt een beetje de ja-maar-vrouwen-poepen-niet-mythe.

Uiteindelijk moet bijna iedereen gewoon z’n vuilnis buiten zetten. Iedereen heeft wel eens een slechte haardag. Of een wegtrekker op de bank. Zit de rest van de wereld te wachten op foto’s van je volle wasmand? Mijn volle wasmand? Nee, vast niet. Maar fuck it, ikzelf vind het in ieder geval wél prettig om te zien dat andere mensen ploggen over dagen dat ze de hele dag tussen 4 muren zitten. Om te zien dat iemand ook wel eens 2 dagen de afwas niet doet. Of 3. Of een hele week. Ik vind het leuk om foto’s met begeleidende tekstjes van andermans poezen te zien en te lezen. Hoe anderen vaststaan in de file. Welk servies iemand heeft. Wat voor vloerbedekking. Ik vind het geweldig om te zien hoe de kinderen van www.10e.nl (de bedenker van het woord #plog en degene die de plog-movement startte) elke ochtend hun cavia op een schone theedoek aaien. Ik vind het geruststellend om te zien dat een ander ook maar gewoon elke dag opstaat, de dingen doet en weer naar bed gaat. Omdat hun leven, ergens, precies hetzelfde is als mijn leven. We are one.

Ik plaatste trouwens de close-up foto van Nina in haar mand.

6

LUNA EN HAAR CANDY CRUSH VERSLAVING

De exacte datum weet ik niet meer precies, maar het zal ergens na de zomervakantie en voor de herfstvakantie 2013 zijn geweest. Dochter S. had haar vader geattendeerd op een heel leuk spelletje voor op de iPhone en even later zat ik naast een volwassen man op de bank die smeekte om virtuele levens, zodat hij door kon gaan met het spelen van z’n nieuwe favoriete bezigheid: Candy Crush.

“Doe niet zo zielig man”, zei ik.

Een week later was ook ik in de ban van de snoepjes.

Candy Crush zit waanzinnig ingenieus in elkaar en als je het nog nooit hebt gespeeld, dan zul je nooit begrijpen how deep the rabbit hole goes. Je krijgt 5 levens en een bepaald aantal zetten per level (er zijn inmiddels 515 levels). Als je het level niet haalt, verlies je een leven. Als je 5 levens op zijn, moet je 15 minuten wachten voordat je weer verder kunt spelen. Of… je vraagt aan je Facebook-vrienden of zij je een leven willen geven.

De voorheen Facebook-loze en Facebook-hatende verkering maakte stante pede een fake profiel aan om op die manier toch zoveel mogelijk vrienden om levens te kunnen vragen. Hij had in 3 weken meer dan 1000 ‘vrienden’ all over the world, dus hij had altijd genoeg levens om als een manische de hele avond door te kunnen Candy Crushen. Hartstikke leuk voor hem, maar wat moest ik dan? Ik was op m’n iPhone steeds heel snel door m’n levens heen en ik wilde mijn Facebook-vrienden er niet mee lastig vallen, want ik vond het allemaal nogal desperaat overkomen; Luna is out of lives. En of m’n vrienden dan alsjeblieft levens konden sturen, zodat ik verder kon met m’n spelletje. Nee, zo desperaat was ik niet. Heus niet. Echt niet.

Ik kwam erachter dat als m’n levens op de iPhone op waren, ik met 5 nieuwe levens door kon gaan op onze Samsung-tablet. En daarna kon ik de laptop erbij pakken met weer 5 nieuwe levens. Als ik daarna naar boven liep kon ik op de vaste pc ook gewoon weer door met Candy Crushen in hetzelfde level. En dat cirkeltje kon ik daarna weer van voor af aan beginnen.

Het was mijn doel, mijn Heilige Graal, mijn bloody fucking mission in life om de verkering in te halen met Candy Crushen. Hij heeft een vaste baan en kan tussendoor niet Candy Crushen, dus het had gemakkelijk gekund. Iedere vrije minuut, en als ik heel eerlijk ben, iedere minuut dat ik er gewoon zin in had, benutte ik aan het maken van snoepcombinaties. Alle de gelatine moest weg! De ingrediënten moesten op tijd naar beneden. En het gevoel van een chocoladebal met discodip die alle gele snoepjes laat exploderen is ook na een paar maanden spelen nog steeds magisch!

En daarna, als je het level haalt… Sugar Crush!!!! Sweet!!!!!

Het mocht allemaal niet baten. De verkering is gewoon te goed. Avond na avond zat hij naast me op de bank en dan hoorde ik minstens 10 keer: “Sugar Crush!!!!!” Ik zat dan zelf al een week vast in hetzelfde level. Dat demotiveert de intensief Candy Crushende mens best wel een beetje. Understatement.

De genadeslag kwam toen ik, na al 2 weken aanmodderen in een level, in een laatste wanhoopspoging m’n iPhone aan de verkering gaf: “Ik vind het niet leuk meer, ik doe het niet meer, ik kan er niet meer tegen, dat hele Candy Crushen, kun jij even dit level doen?”

Hij haalde het level in 1 keer.

Kutspel.

15