LUNA EN KLEINE POTJES
“Ik ken een vrouw, ja, het is niet zo’n heel leuk verhaal, maar ik ken dus een vrouw en die haalt kindjes weg bij meisjes van 12 en 13 die verkracht zijn”, zegt dochter S. volledig out of the blue op zaterdagochtend. Goedemorgen!
“Oh, eh, ja, dat lijkt me wel een heel heftig beroep ja”, zeg ik.
“Ja, maar ze doet het ook bij oudere vrouwen hoor, maar dat vind ik dus echt belachelijk, want ik bedoel, vrouwen van een jaar of 36, 37, die kunnen er toch best wel voor zorgen dat ze niet zwanger worden?”
“Nou, zo gemakkelijk ligt dat niet altijd.”
“Ja, als die verkracht worden, dan snap ik het wel, maar als die gewoon een man hebben.”
“Heb jij mijn website gelezen?”, vraag ik.
“Nee.”
“Heeft iemand het dan misschien met jou over mijn website gehad?”
“Nee, echt niet, echt niet.”
Right.
Ga er maar aanstaan.
“Ik ben ook een keertje zwanger geweest een paar jaar geleden en toen heb ik de kindjes ook weg laten halen.”
“Heb je er spijt van?”
“Nee, helemaal niet, maar zo’n beslissing is natuurlijk superheftig. Dat is niet iets wat je maar eventjes doet, daar moet je heel goed en heel lang over nadenken.”
Dat begreep ze wel.
“En ik heb in mijn leven heel veel onverantwoordelijke dingen gedaan, echt heel veel , maar dan ook echt heel veel, vroeger hè, maar ik heb altijd veilig gevreeën. Altijd.”
Dat snapte ze niet.
“Nee, ik snapte ook niet dat ik zwanger was. En daar ben ik best wel heel boos om geweest. Dat ik altijd veilig heb gevreeën, omdat ik altijd heb geweten dat ik geen kinderen wil, en dat er vrouwen op de wereld zijn die dolgraag een kindje willen en dat het hen niet lukt.”
“Nee, dat is niet eerlijk.”
“Maar ik wil ook nog wel even zeggen dat het mij niet uitmaakt waarom een vrouw er uiteindelijk voor kiest om een kindje weg te laten halen, want zo’n keuze is hoe dan ook ontzettend moeilijk. Maar hier in Nederland hebben vrouwen de keuze. En die keuze, dat is vrijheid. En voor die vrijheid hebben onze oma’s nog bh’s verbrand en nu zijn het tegenwoordig allemaal van die kleine niemendalletje, maar toen waren het nog gigantische huidkleurige korsetten!”
“Dus jij gebruikte een condoom en toch werd je zwanger?”
“Ja. Maar dat betekent dus niet dat jij ook maar ooit mag denken dat je, als je 18, maar liever 20, maar liever nog 24, 26, 30 bent, dat je dan onveilig moet gaan vrijen omdat je denkt dat het toch niet uitmaakt. Want het maakt wél uit, vooral tegen enge ziektes. De kans dat je toch zwanger raakt als je veilig vrijt is zo ontzettend klein, dat slaat nergens op.”
“Dus van alle vrouwen moest net jou dit gebeuren, terwijl die kans heel klein is?”
“Ja.”
“Dat is ook stom.”
Dat vind ik nou ook.
WAAROM LUNA NAAR LAMB GAAT
Afgelopen dinsdag trof de verkering mij volledig overstuur aan achter de pc terwijl ik naar het live concert van Lamb 2004 in Paradiso zat te kijken. Had-ie vorige week voor me gedownload, omdat ik Lamb zo goed vond, toch? “Schatje, what the fuck is er aan de hand?”, vroeg hij. “Dit is het enige liedje waarbij ik kan janken om die kut-abortus”, zei ik, “ik heb toen nooit gehuild, maar toen ik dit liedje hoorde, toen ben ik helemaal ingestort, maar heel even hoor, 1 dag, maar steeds als ik het hoor dan ben ik weer een fruit loop.” “Oh”, zei de verkering die meteen een mental note maakte nooit meer depressieve triphop-achtige dingen voor me te downloaden, maar alleen nog maar Madonna, Armin van Buuren, Paul Oakenfold en poezenfilmpjes. “En ik zou naar dit concert in 2004, want toen stond ik op de gastenlijst +1, maar toen P. en ik eenmaal voor de deur van Paradiso stonden, toen stond er dus geen +1 en toen zijn we uiteindelijk allebei niet gegaan.” “Oh, schatje, kom maar lekker naar bed “, zei de verkering, die verder ook niet wist wat hij met me aan moest, want omgaan met hysterische vrouwen is niet 1 van zijn kern-kwaliteiten. Nou ja, wel op z’n werk, maar zo thuis is het toch wat anders, want bij het woord ‘schatje’ kan ik dan al in staat zijn om z’n kop af te bijten. “En ze speelden vorige week weer in Paradiso en nou heb ik het weer gemist en nou komen ze nooit meer naar Nederland “, snikte ik. “Oh”, zei de verkering. “Maar volgende week spelen ze in Parijs”, zei ik. “Nou, dan gaan we toch naar Parijs?”, zei hij. “Oh”, zei ik, “is dat een optie dan?” “Ik rijd wel”, zei hij. “Zullen we het gewoon doen?”, vroeg ik enigszins opgeklaard. “Doe maar liefie”, zei de verkering, die blij was dat ik eindelijk eens op zijn aanbod inging dat hij me overal ter wereld naar toe wilde brengen. Want hoewel ik misschien een heel wild wijf lijk, ben ik vooral een wild wijf tussen m’n eigen 4 muren en dan vooral tussen de muren van m’n slaapkamer. Verder ben ik een control freak die vooral maar niet los kan laten. Maar dat moet af en toe. Loslaten en van me af! Van me af! Dus heb ik, heel impulsief, 2 kaartjes gekocht voor het concert van Lamb in Parijs! In fucking Parijs! Hoe totally not me! In Parijs! Dus de verkering kan z’n brede torso nat maken en rekenen op een nog veel natter T-shirt van mijn tranen volgende week zaterdag. Maar ter afsluiting en ter nieuw begin staan wij dan in Café de la Danse! Van me af!
LUNA EET, NEUKT EN GAAT LOS
In het rijtje dingen-die-mij-gelukkig-maken staat naast ‘seks’, ‘drugs’ en ‘drank’ ook ‘eten’. Veel eten. Vooral eten koken. Er staat trouwens ook ‘liefde’ tussen dat rijtje, misschien zelfs wel voorop, maar dat voelt weer zo zoetsappig en dan krijg ik meteen het ‘Eten, Bidden, Beminnen’-idee, terwijl ik toch liever de ‘Eten, Neuken, Losgaan’-filosofie aanhang. In het rijtje hoort trouwens ook ‘poezen aaien’ en ‘poezen naaien’. En schrijven, dat ook. En ik wil al deze dingen die mij gelukkig maken ook graag delen met de wereld. En het liefst zou ik voor het delen van die dingen dan ook nog veel geld verdienen, want ook veel geld, of in ieder geval genoeg geld, daar word ik ook weer gelukkig van. Oh ja, van offline knippen en plakken, daar word ik ook blij van. En omdat ik van zoveel dingen gelukkig word, doe ik ook zoveel dingen door elkaar en daarom gebeurt er ook heel veel, zowel negatief als positief. Het is een volledige ADHD-toestand in m’n hoofd en leven, en daar wil ik dan over schrijven, maar omdat het zoveel is weet ik gewoon niet waar te beginnen en dan heb ik allemaal halve stukjes die ik eigenlijk gewoon zou moeten publiceren, maar dat doe ik dus niet, want ik ben alweer bezig met andere dingen, waardoor het na een paar dagen alweer oud nieuws is. En ik het dus niet publiceer. Of nog veel erger; ik zet het op m’n Facebook, inclusief fotootjes, omdat dat nu eenmaal veel makkelijker is. Maar dat kan gewoon niet de bedoeling zijn van het leven; dingen op Facebook posten! En verder niks. Maar er is verder dus van alles! Veel en veel te veel om bij te houden voor een normaal mens. Maar ik hoop snel, heel snel, 2 nieuwe websites te lanceren. Eentje over seks. En eentje over eten. Dat verklaart dan ook meteen het introotje van deze column, die eigenlijk over iets heel anders zou gaan toen ik eraan begon. Ook ben ik bezig om hondjes te naaien. Look-a-like hondjes, dus binnenkort verschijnen er PlushPuppy’s. En daar komt dan ook weer een website van. En ook daar wordt aan gewerkt. En! En! En! Ik ben trouwens ook genomineerd voor de Blogparel van 2011. En ik ga volgende week met de verkering naar een concert van Lamb in Parijs. Sinds vorige week heb ik een eigen radio-rubriekje over seks op 3FM. En ik zou eigenlijk allemaal linkjes moeten maken in deze tekst, maar daar heb ik geen tijd voor, want ik moet dingen doen! Ik ga los!
LUNA EN EEN SORT OF PYJAMA-PARTY
“Zal ik het doen? Zal ik het doen?”, vraag ik de verkering. “Liefie, als jij dat wil, dan moet je het even gaan vragen”, zegt hij. “Zal ik het gaan vragen? Zal ik het gaan vragen?”, vraag ik. “Doe maar”, zegt hij, waarop ik naar boven loop om op de slaapkamer van dochter S. te vragen of ik die avond bij haar in bed mag slapen. Sinds kort staat ons oude 1.80 brede tweepersoonsbed op haar kamer en afgelopen zaterdagavond lag zij daarin, samen met het overbuurmeisje. En aangezien de poezen van de verkering nooit bij ons in bed mogen en aangezien dat dus zo ongeveer mijn allergrootste wens is, nog liever dan wereldvrede, had ik bedacht om dan bij dochter S. en het overbuurmeisje te gaan liggen, samen met kater Bruce Lee. “Mag ik samen met Bruce vannacht bij jullie slapen?”, vroeg ik. “Jaaaaaa”, riepen dochter S. en het overbuurmeisje in koor, want die dachten natuurlijk; met Luna in bed kunnen we nog langer praten en nog langer opblijven! En in a way, was dat ook zo. Want ik heb, in a way, volledig deelgenomen aan de typische pyjama-party-meisjes-gesprekken van dochter S. en overbuurmeisje I., maar ik heb stellig gezworen, met spuug en al, om hier niets over uit te lekken naar de buitenwereld. En als je iets stellig zweert, met spuug en al, dan moet je je aan je woord houden. Al heb ik me regelmatig afgevraagd; hoe the fuck kunnen deze kleine meisjes (11 en 12) dit soort dingen weten? Ik heb ook regelmatig bijna in m’n onderbroek gepiest van het lachen om de bedoelde geintjes en de onbedoeld grappige dingen die ze zeiden. En ik hoop dat ik ze ergens ook nog wat wijze levenslessen heb meegegeven: “Nee, maar je kan echt niet tegen een jongen zeggen dat hij een garnaaltje heeft, want dan krijgt hij een trauma voor z’n leven hoor, dat soort dingen bespreek je maar met je vriendinnen, later.” En: “Als, ik zeg, als, je ooit, als je dus een jaar of 18, maar liever 20, maar liever nog 24, 26, 30 bent, dan, dan dus als, als je hét dan wil doen, doe het dan met iemand die je heel leuk vindt en al wat langer kent en waar je van houdt en vooral niet voor een pakje sigaretten, of voor een pisang-jus of mobiele telefoonkaart. Want seks is dus nooit een ruilmiddel! Echt niet hoor!” Toen ik zondagochtend wakker werd om 4:15, kwam ik erachter dat kater Bruce niet naast me lag. En nooit had gelegen ook. Kut-kat! En ja, als het zo moest, dan kon ik dus net zo goed die laatste 2 uurtjes nog even lekker tegen mijn eigen J. aan gaan liggen. Kijken of er misschien nog wat te regelen viel in ruil voor een Engels ontbijtje.
LUNA’S IDENTENTITEITSCRISIS
Op het moment dat je denkt; het kan dus echt niet erger, dan kan het dus echt wél erger. Ik had me er net bij neergelegd dat mijn permanente quarterlife-crisis eigenlijk geruisloos is over gegaan in een existentiële crisis. En ach, van een existentieel crisisje af en toe is nog nooit iemand slechter geworden. En als er iets was wat mij er doorheen sleepte, dan was het het besef om me elke dag weer achter hetzelfde stukje plastic te kunnen verschuilen! Bril op en gaan! Gaan! Fuck alles en iedereen, want ik heb dus lekker de kekste bril van allemaal en jullie maken me niks, helemaal niks! Maar die bril, mijn bril, dé bril die ook op alle foto’s staat die deze website sieren, die bril, die is kapot. Gevallen. Gisteren. Tijdens het naar boven tillen van een dekbed, zo, hops, op de vloerbedekking. En ja, een montuur van 15 jaar oud, die overleefd dat niet. Dus. Paniek! Paniek! En de meeste brildragers, die gaan dus elk jaar of elke 2 jaar naar de opticien om een nieuwe bril uit te zoeken, want ook qua bril heb je allerlei trends en de ene bril past nou eenmaal beter bij je garderobe dan de ander, maar dat doe ik dus nooit! Ik heb dan wel meerdere brillen, maar uiteindelijk zet ik al bijna 15 jaar, ja, 15 jaar, dezelfde bril op m’n neus. Mijn bril past bij alles! Bij mij, bij mijn garderobe, bij m’n verkering, bij m’n katten, bij m’n schoenen, m ’n tassen, m’n servies, de bloemetjes in m’n haar, m’n make-up, m’n alles! Ik zie mezelf als studentje nog zo de opticien op de Van Hallstraat in Amsterdam naar binnen lopen en toen ineens een soortement van liefde op het eerste gezicht ervaren met dé bril. Deze bril. Mijn bril. Mijn zwarte montuur. Mijn jaren ’60 vleugelmontuur. Mijn ‘cat eye glasses’. Mijn bril die gewoon totally zo ontzettend bij mijn gezicht past. Mijn bril! Is! Kapot! En nu kan iedereen wel zeggen dat ik gewoon even een nieuw montuurtje uit moet zoeken, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want het montuurtje dat ik wil, kan ik niet vinden! En ik zoek al 6 jaar, want ik wist dat dit crisis-moment er ooit zat aan te komen, maar het was het nooit echt helemaal! Ik draag nu een soortgelijk montuurtje, maar dan in het groen. Maar groen is geen zwart en green will never be the new black! Wat al die kut-wijvenbladen ook beweren. Ik ben goddomme m’n volledige identiteit kwijt! Dit is niet te doen! Niemand, maar dan ook echt helemaal niemand begrijpt de impact van datgene wat mij gisteren is overkomen. Nou ja, misschien Nana Mouskouri dan.
LUNA EN DE ZOVEELSTE QUARTERLIFE-CRISIS
Ik betrap mezelf er regelmatig op dat ik tijdens het lezen van interviews in vrouwenbladen meteen check hoe oud de geïnterviewde in kwestie is. Vooral bij vrouwen die het schijnbaar allemaal voor elkaar hebben (blond, maatje 38, leuke man, 2 kinderen, goede banen, goed geld, prachtig opgeruimd huis en toen die ene keer hun hondje doodging, ja, toen waren ze wel verdrietig, maar door met z’n allen te mediteren boven het grafje hebben ze het als gezin heel goed verwerkt). En dat zo’n vrouw dan met hele catchy uitspraken komt: ‘Ja, ik dacht gewoon aan die ene jurk die ik zo graag wilde en door mezelf in die jurk te visualiseren ben ik 15 kilo afgevallen in 1 maand.’ En als zo’n vrouw dan jonger is dan ik, dan ben ik lichtelijk over de pis. Vuile bitch! Wat heeft zij wat ik niet heb? Hoe kan zij haar huis nou zo netjes hebben en zo keurig wit en Feng Shui? Waarom past zij na die 2 kinderen nog wel in een maatje 38? Waarom lukt het haar wel om zo’n 365-dagen project vol te houden en mij niet? En waarom blijven al die boeken over mindfullness, leven in het nu, spirituele groei, loslaten, stoppen met zeuren, weggooien kun je leren en tantraseks bij andere vrouwen altijd wél hangen, of in ieder geval een beetje, maar bij mij nou nooit? Hoe kan het toch dat mijn leven af en toe zo’n bloody fucking mess is? En ik hoop dan altijd dat het aan m’n leeftijd lig, dus als ik interviews lees met oudere vrouwen, dan denk ik; oh, gelukkig, zij is 41, dus dan heb ik nog minstens 5 jaar om mijn leven wél op orde te krijgen. Helemaal blij word ik van interviews waarin de geïnterviewde (ouder dan 50) vertelt het zelf ook allemaal niet te weten, het nooit te hebben geweten en gewoon maar een beetje aanmoddert in het leven. En dat het dan allemaal toch een soort van goed is gekomen. Want hoe ouder ik word, hoe meer dingen ik moet afstrepen op m’n TODO-lijstje in verband met mijn uiterste houdbaarheidsdatum. Meezingen in Kinderen voor Kinderen? Nee. Meedoen aan Hollands Next Top Model? Nee. MTV-presentatrice worden? Nee. Wimbledon winnen? Nee. Als maagd het huwelijk in? Nee. Ooit de rust vinden om elke dag gewoon tevreden te zijn met wie ik ben, wat ik doe en wat ik heb? Misschien.
LUNA EN DE TIELSE KUT-MOEKES
“Hé, heb je het al gehoord?”, vraagt de vader van oppasmeisje M. me. “Nee, wat dan?”, zeg ik. “Wij zouden een relatie hebben”, vertelt hij. “Echt waar joh?”, zeg ik, “sinds wanneer?” “Ja, dat verhaal doet de ronde hier op het schoolplein”, zegt hij. “Ah, nee”, zeg ik verbaasd. “Ja, echt”, zegt hij, “zij kwam dat vorige week even vertellen”, zegt hij terwijl hij wijst naar de achterkant van een vrouw met een kort moeke-kapsel. “Ah, nee”, zeg ik nog maar een keertje, “Jesus Christus.” Elke woensdag en donderdag haal ik oppasmeisje M. op van school en elke woensdag en donderdag haalt de vader van oppasmeisje M. zijn zoon, dus het broertje van oppasmeisje M. ook op van dezelfde school. Dus ja, elke woensdag en donderdag staan hij en ik samen te praten op het schoolplein, want ja, wij kennen elkaar. Van buiten ja, en niet van binnen! Al moet ik wel zeggen dat ik z’n tepelpiercing heb gezien, maar dat had vooral een shockerend effect, want ik snap dus helemaal niets van tepelpiercings, maar dat geheel terzijde! En ik heb er momenteel even helemaal de schijtus in dat ik in Tiel woon. In een kutdorp, al is het een stad. In een stad waar alles wat maar even afwijkt van de norm meteen uitgebreid besproken en beroddeld moet worden op schoolpleinen, kantines en in de rij voor de kassa. In een stad waar ik dan wel prima met m’n petticoat-jurkjes kan rondlopen, want dat zwiept zo lekker en ach, ja, het staat wel vrolijk en ach, ze is gewoon zo’n gekke meid, nee, leuk joh, die jurken. Maar waar er achter m’n rug om gesuggereerd word dat ik het dan wel met iedereen moet doen, want ja, als je er anders uitziet dan moet je er ook wel andere normen en waarden op nahouden. Toch? Ja, toch, niet dan? En als het aan mij ligt, dan zou ik het liefste naar die moekes met hun moeke-kapsels en hun fijne moeke-schoenen stappen om ze te vertellen dat ik gisteren, nee, wat zeg ik, al weken zo ontzettend heerlijk lig te neuken met de vader van oppasmeisje M. en dat ze hem toch echt een keertje zelf zouden moeten uitproberen, want ze weten niet wat missen en als ze dat niet durven, dat ze dan geheel gratis bij mij een vibrator uit mogen komen zoeken! Maar dat doe ik niet, omdat de gemiddelde Tielse moeke geen humor heeft en het woord ‘cynisme’ niet eens kan spellen. Mijn eigen Tielse moeke stuurde mij gelukkig een relativerend mailtje met als onderwerp ‘gelul’. De inhoud: ‘Dat geklets is van alle tijden… weet je nog… 30 jaar geleden zou R. in verwachting zijn van je vader terwijl je vader allang was gesteriliseerd. Dat bedoel ik dus!!! Niets nieuws onder de zon!’ Ja, toch, niet dan?
DE AFSCHEIDSTOERNEE VAN OPRAH
Gisterochtend was de eerste ochtend sinds een paar maanden dat ik niet met angst en beven naar beneden liep om te kijken wat voor ravage ik daar zou aantreffen. Maandagochtend hebben we sphynx-poes Oprah naar haar nieuwe baasjes gebracht. Want het ging écht niet meer. Bijna dagelijks werd ik getrakteerd op een poezendrol op de bank, waardoor ik iedere ochtend een kwartier stond te boenen. Niet mijn hobby. Helemaal niet mijn hobby. En ik voel me ergens schuldig dat ik niet echt álles heb geprobeerd om het welzijn van Oprah in ons huishouden wat op te vijzelen, maar mijn poezenmoeder-hart zegt dat ik wel de beste beslissing voor haar en de rest van de katers heb genomen. Want Sid Vicious, hij heeft z’n naam mee, terroriseerde haar volledig door het hele huis heen. Ging voor de kattenbak liggen wachten als ze erop zat. En als ze maar van de bank af wilde springen om te gaan eten, dan vloog hij erachteraan. De verkering en ik werden gek van de poezenspanningen en poezenstress in huis, waardoor wij onze toevlucht namen in alcohol, tranquillizers, uppers and downers om nog maar een beetje stabiel door het leven te gaan, want we hoefden maar een ‘miauw’ te horen of we sprongen op van de bank of renden naar beneden om te checken wat er aan de hand was. En nu kreeg ik van meerdere poezenvrouwtjes het advies om de poezen aan een soort natural poezentranquillizer te zetten, maar ja, als ik kan kiezen om mijn geld uit te geven aan een mood-veranderend middel voor de katten of voor mezelf, ja, doei, dan kies ik liever voor iets voor mezelf! Het leven is al moeilijk zat! Ook had ik er nog voor kunnen kiezen om een kattenfluisteraar langs te laten komen en dat had ik eigenlijk wel leuk en gezellig gevonden, maar op de een of andere manier had ik daar niet veel vertrouwen in. Meer vertrouwen had ik in de mail die ik kreeg van het kattenvrouwtje uit het Dierenopvangcentrum in Amsterdam: ‘Oprah is natuurlijk een Sphinx en Sphinxen zijn communicatief wat gehandicapt omdat ze geen snorharen en vacht hebben die ‘normale’ katten gebruiken bij hun onderlinge communicatie (dikke staart, hoge rug, snorharen naar voren/achteren). Het kan dus zijn dat dit ten grondslag ligt aan het jagen van Sid; zij kan niet goed met hem communiceren en dus snapt hij haar niet.’ En dat laatste, dat is Sid Vicious ten pootjes uit; hij snapt het allemaal niet zo. Dus toen een oude internetbekende mij mailde om te vertellen dat Oprah welkom was bij hem, zijn vriend en hun 2 sphynx-katers, wist ik dat dit de beste oplossing was. Maar in de auto terug moest ik echt wel even huilen.
WELL, SHIT HAPPENS
Ik kijk tussen m’n benen en… what the fuck! Ik heb net een miskraam gehad. Aaaaargh! Het is 1 grote drapperige, natte, warme toestand tussen m’n benen en op het bed en het is gewoon een soortement van placenta, moederkoek, gebroken vliezen, toestand, maar dat kan helemaal niet, want ik ben niet zwanger, toch? Oh, God, nee, toch? Ik heb net een alien gebaard, maar ik heb helemaal geen UFO-achtige intervention meegemaakt de afgelopen tijd! Toch? Ik ben helemaal niet opgebiept! Hoe kan dit? Ik ben m’n hele binnenkantje kwijtgeraakt en dat ligt hier nu op m’n beddengoed en wat nu? Wat nu? Paniek!!! “J.! J.!”, roep ik terwijl ik de verkering wakker schud, al ben ik zelf nog niet eens wakker, “J., kijk dit nou, dit is niet goed!” “Oh, liefie”, zegt de verkering, “ga maar even onder de douche.” En al ben ik helemaal niet zo van het gedweeë normaal gesproken, ik doe meteen wat hij zegt en even later sta ik onder de douche m’n eigen poep van m’n lijf af te spoelen.
“Ik ben helemaal niet lekker en ik voel me niet goed”, snik ik terwijl de verkering al het beddengoed van het bed afhaalt en in de wasmand legt. “Liefie, het is helemaal niet erg”, zegt hij, “echt niet.” Maar het is wél erg, want ik heb gewoon het hele bed ondergescheten! Er zijn mensen die dan keurig zeggen; “Ik heb een ongelukje gehad in bed.” Maar ik heb dus echt volledig het bed ondergescheten. En daar is niks keurigs aan. Want ik laat nog niet eens een scheet in gezelschap. Zelfs niet in het gezelschap van alleen de verkering. Ik kan niet eens poepen op het toilet als ik weet dat er iemand in de buurt is. En ik weet heus wel dat poepen en piesen iets heel natuurlijks is en dat iedereen het doet en dat ik me daar heus niet voor hoef te schamen, maar ik kan het niet! Mijn poep- en piesmomentjes zijn van mij en van mij alleen!
En terwijl ik me de rest van de dag ontzettend lig te schamen op de bank, maar vooral ontzettend ziek lig te wezen, want een totaal-griepje, inclusief kotsen en nog veel meer schijten, maar dan op het toilet, zorgt J. ervoor dat het beddengoed, inclusief matrashoezen, matras en dekbed, gewassen, gedroogd en schoongemaakt worden. En hij zegt vaak als geintje: “Schatje, ik hou ook nog van je als je Korsakoff hebt en 20 meter van je af schijt.” Maar ik had graag nog 40 jaar gewacht om dat uit te testen.
LUNA EN EEN GROEN, VINTAGE JURKJE
Oppasmeisje M. heeft een kerstviering vanavond en ik probeer haar in een vintage, groen kinderjurkje te hijsen. Leuk hè?”, zeg ik, “staat je echt super.” “Eh, nou, nee”, zegt M. terwijl ze het jurkje alweer over haar hoofd trekt. “Waarom wil niemand nou dat jurkje aan?”, vraag ik, “dochter S. wilde ‘m ook al niet aan en hij staat zo leuk met van die stoere laarzen en dan een maillootje. Helemaal Kerst! “Ik hou gewoon niet van jurkjes”, zegt M., “ik heb liever gewoon een T-shirt.” “Dan ga ik zelf wel wat kindjes maken, die trekken tenminste tot hun 10e aan wat ik wil”, zeg ik met een nep-huil in m’n stem. “Als ik jou was zou ik er dan 2 nemen”, zegt oppasmeisje M., “dan weet je tenminste zeker dat er eentje is die het aantrekt.”
Kids.
Gotta love them.