web analytics

Auteur: admin

LUNA HEEFT GEDULD

Ik ben heel lief en druk geweest met het ontwerpen van een nieuwe website. Iets met panter en tijger en rood en roze en oranje. Irene, van www.mightymusings.nl heeft ik weet niet veel wat met dat ontwerp gedaan, zodat het mooi in een template past en er superkek uitziet. Ik ben er dus klaar voor op deze site helemaal 2.0 te maken. Het wachten is alleen op het mannnetje dat me gaat helpen om ook de archieven mee te nemen (want ik wil heel graag al mijn teksten en reacties bewaren en zichtbaar hebben op m’n nieuwe site). Ik heb zelf weinig geduld meer, maar gelukkig ben ik ook druk aan het bloggen op www.climaximaal.nl en www.culunair.nl (ja, ik heb eindelijk een kookblog)! Dus… tot heel snel hopelijk… dan ga ik ook hier weer schrijven!

3

LAATJE OPEN, LAATJE DICHT

En daar sta je dan.
In de douche van je ouderlijk huis.
M’n moeder zit met een wit laken om haar schouders op een tuinstoeltje. Even daarvoor had ze me gebeld dat ik de tondeuse mee moest nemen omdat haar haar nu toch echt begon uit te vallen. Een week geleden was het al wat dunner geworden. Zachter. En gisteren hield ze ineens een pluk haar vast, dus het was tijd. Ik had al eerder aangegeven dat ik haar wel kaal zou scheren als haar haar door de chemo uit zou gaan vallen. We hebben immers een tondeuse in huis en ik vond het een vreselijke gedachte om m’n moeder naar een kapper te laten gaan. Zoiets moet thuis.

Maar ja, daar sta je dan.
In de douche van je ouderlijk huis.
En dan moet je dus niet gaan denken aan dat dit de douche is waar je als klein meisje altijd samen met je vader ging douchen. Ik achter hem in het hoekje. De laatste minuut het water altijd nog even extra heet. Voor de lekker.

De kunst van het leven is het op het juiste moment opendoen van laatjes. En ze op het juiste moment ook weer dichtdoen. Het laatje met herinneringen moet soms dicht om dingen in het heden te doen. In het nu te leven. Te overleven. Om nu die haren van m’n moeder af te scheren. Nu.

“Ik vind het nogal wat hoor”, zeg ik terwijl ik met de tondeuse in m’n hand sta.
“Hoezo? Moet ik het zelf doen?”, zegt m’n moeder kordaat.
“Nee, nee, dat hoeft niet, maar het is wel een dingetje hoor”, slik ik.
“Helemaal niet, het moet toch.”
“Moet ik het anders doen?”, vraagt m’n vader.
“Nee, ik doe het wel, ik weet dat het moet, maar toch.”

Na 10 keer aanhalen durf ik eindelijk de tondeuse over het hoofd van m’n moeder te laten gaan.

“Oh, dat kriebelt”, zegt ze.
“Helemaal Kojak, mam”, zeg ik.

Wanneer ik haar even later aankijk moet ik concluderen dat het niet eens zo heel stom staat. En niet eens zo vreselijk typisch kankerpatiënt.

“Je hebt eigenlijk een heel mooi hoofd”, zeg ik.
“Ge bin nog steeds een knap vrouwke hoor”, zegt m’n vader.

Met z’n drieën gedaan.
Zonder te huilen.
En een herinnering erbij om later weer een keer uit een laatje te halen.
Huilen kan altijd nog.

13

NOW IT’S ALL IN YOUR HANDS

Het is alweer 1,5 jaar geleden dat m’n moeder 3 weken op de intensive care lag.

Ik kon niks.
Afwachten.
Er alleen maar naast zitten.
3 keer per dag.
Machteloosheid.
Insjallah.

“Je wil iets voor haar doen hè?, zei een verpleegkundige toen het me weer eens teveel was geworden en ik stond te huilen op de gang. En daar moest ik alleen maar meer van huilen, want dat was het. Je wil iets doen. Iets wat haar pijn verlicht. Wat haar strijd verlicht. Iemand van wie je zoveel houdt er zo bij zien liggen, dat is gewoon een film. Een hele foute film. En al moet je er eigenhandig wat stekkers uittrekken, je wil dat die film stopt. Dat haar pijn stopt.

Hoe fijn was het dat m’n moeder weer enigszins aanspreekbaar was. Kon ik eindelijk weer wat doen. Voor haar. Want dat machteloze, dat totaal overgeleverd zijn aan de doktoren, de verpleegkundigen, het lot, God, dat is niet echt een gemoedstoestand waar ik wat mee kan.

“Wil je muziek?
‘”Wil je televisie?”
“Wil je dat we je voeten masseren?”
“Wil je een ijsje?”

En dan zit je je moeder ineens een perenijsje te voeren. Zo’n 3 keer per dag. We hadden het kleine vriezertje van de intensive care volledig volgebouwd met waterijsjes in alle smaken, maar ze wilde uiteindelijk alleen maar perenijsjes.

En al is de situatie nu niet te vergelijken met die van 1,5 geleden, toch is het er weer eentje van machteloos afwachten. En ik kan niks doen. De eerste van de 6 chemokuren zit erop en het is gewoon kut om te zien dat m’n moeder niet bij het percentage kankerpatiënten hoort dat geen last heeft van de bijwerkingen.

“Willen jullie morgen spaghetti bolognese?”

Even langs op de koffie.
Afwachten.
Koekje voor Nina.
Machteloosheid.
Insjallah.

6

OVER KOETJES, KANKER, KUTJES EN KALFJES

“Op wie lijk jij eigenlijk het meest?”, vraagt de verpleegkundige.
De vraag overvalt me.
“Eh, op m’n moeder natuurlijk”, zeg ik. “Als ik m’n haar strak achterover heb en als ik me niet heb opgemaakt, dan kijk ik wel eens in de spiegel en dan ben ik het sprekend.”
“Ja, dat gaat allemaal vanzelf”, zegt m’n vader, “ik liep laatst met je moeder in de stad en toen zei iemand dat jij”, hij kijkt naar m’n moeder, “zoveel op jouw moeder ging lijken.”
“Maar het opgeruimde karakter heb ik van m’n vader hoor”, lach ik.
“Ja, maar het creatieve heeft ze weer van mij”, zegt m’n moeder, “en ze kan heel erg goed koken.” “Ja, je komt heel opgewekt en positief over”, zegt de verpleegkundige, “mag ik vragen wat je doet voor beroep?”
“Eh, ik ben tekstschrijver en ik schrijf voornamelijk over seks en seksspeeltjes.”
Ja, die zag zij niet aankomen.
“Oh, eh, eh, en hoe kom je aan je onderwerpen dan?”
“Ik krijg die speeltjes opgestuurd en die test ik dan zelf.”
“Oh, echt?”
“Ja, echt, maar ik doe nog wel meer hoor.”
“Ze heeft hier vorig jaar schilderijen opgehangen”, zegt m’n moeder.

Na 1,5 uur praten over chemotherapie, immunotherapie, pillen voor de misselijkheid, pillen voor de dit, bellen als er dit, bellen als er dat, letten op dit, letten op dat, deksel op het toilet en dan pas doortrekken en dat dan 2 keer en weet ik veel hoeveel foldertjes en papiertjes, mag het ook wel heel even over iets anders gaan.

“Jullie zullen wel heel trots zijn”, zegt de verpleegkundige als ik in 5 minuten m’n hele CV heb besproken.
“Ja, dat zijn we zeker”, zeggen m’n ouders.
“En is verder alles duidelijk?”, vraagt ze.
We knikken alle 3.
“Dan zie ik jullie vrijdag.”
“Je zou bijna zeggen dat we er zin in hebben, hè mam?”, zeg ik.

Morgen begint m’n moeder met de chemo- en immunotherapie.

5

BEST DRESS EVER


Dit is by far de allergaafste jurk EVER! Hij kost € 99,95 bij www.topvintage.nl en ik ben er dus keihard voor aan het sparen (ik heb al bijna 4 maanden niks gedronken, dus je zou denken dat ik er al een stuk of 27 had kunnen kopen). Maar al moet ik de hele maand droog brood eten, deze jurk has my name written all over it! Hij staat hier op me te wachten: KLIK!

5

MAAR HOE GAAT HET NOU MET LUNA?

Iemand wees me erop dat ik nog wel even in september 2013 een stukje op deze site moest gaan posten, want anders zou ik voor het eerst in 12,5 jaar een hele maand overslaan in m’n archief. En ja, dat kon natuurlijk niet de bedoeling zijn. En nee, dat is ook niet de bedoeling. Ik mis het schrijven hier. Heus wel. Echt wel. Het wordt tijd om deze site om te zetten van Pivot naar WordPress en daar zit ik al maanden tegenaan te hikken. Ik heb geen zin om te schrijven, omdat ik weet dat ik straks alles moet veranderen. Dat ik moet hopen dat al m’n teksten bewaard blijven en vooral goed kunnen worden overgezet. En al m’n reacties. En afbeeldingen. Ik raak al in paniek als ik eraan denk. Maar al m’n tijd en aandacht is de laatste weken in www.climaximaal.nl gaan zitten. Wegens een probleem met Google raakte ik daar een paar weken terug ineens 80% van m’n bezoekers kwijt en dus ook 80% van m’n inkomsten via die site (en ja, ik, wij, hebben dat geld nodig voor onze boodschappen, want ook hier is het crisis). Allemaal zwaar kut en zwaar klote, juist omdat het zo ontzettend goed leek te gaan. Met hulp van de allerliefste nerds is alles nu weer enigszins opgebouwd, maar voordat Google weer écht m’n vriend moet ik vooral heel veel geduld hebben. En dat is nou juist iets waar het bij mij aan ontbreekt. Wat ik van deze hele toestand heb geleerd; grote bedrijven nemen de wereld over. En het zijn allemaal bitches! En je bent er afhankelijk van. Ik ben er afhankelijk van. En ik ben naïef. Verdomme, wat ben ik naïef. En misschien zou het wel eens handig zijn om mensen wat minder snel te vertrouwen, niet uit te gaan van het goede van de mens, niet te geloven dat iedereen het beste met me voorheeft. Ik moet niet verwachten dat ik door eerlijkheid vanuit mijn kant ook meteen eerlijkheid van een ander terugkrijg. Ik moet er sowieso niet van uitgaan dat iemand altijd eerlijk tegen me is. Ik zou op m’n 37ste toch wel een keertje van die roze Hello Kitty-bubble af moeten stappen of niet? Maar waarschijnlijk blijf ik de rest van m’n leven naïef. Dus, hoe gaat het nou met Luna? Ach, best goed. Ik leef nog. En ik draag nog steeds bloemen in m’n haar.

6

LUNA EN GOUDEN BERGEN

“Hé, is dat niet die jongen die dochter S. toen had aangesproken op straat?”, vraagt J.

“Wat?”

“Die van dat modellenbureau?”

Even later kijk ik naar het programma ‘Mag ik met je mee op reis’ van BNN en zie daar Nicolette Kluiver op pad met de modelscout die een paar maanden geleden dochter S. heeft aangesproken.

“Ja, dat is ‘m. Echt. It is for reals!”

Dochter S. en ik waren shoppen in Amsterdam toen er ineens een keurige jongen van een jaar of 20 op ons kwam afgerend. Hij was er speciaal de bus voor uitgesprongen en deed half hijgend z’n verhaal. Of dochter S. wel eens aan een modellencarrière had gedacht? “Ze is pas 12 hoor”, riep ik en ik zag haar al helemaal als een Christiane F. in een aftandse club liggen met champagne in haar hand en een paar vieze Duitsers aan haar lijfje. “Is dat niet een beetje jong?”, vroeg ik angstig. Maar dochter S. denkt dagelijks aan een modellencarrière en zij stond te glimmen als een vuurvliegje toen de modelscout vertelde dat dat niet erg was en dat zijn bureau juist jonge meiden heel rustig opleidde tot model en dat ze nu echt nog niet aan het werk zou gaan. Dat ze gewoon een keer een paar foto’s wilden maken. Ik scande ‘m ondertussen van top tot teen en kwam tot de conclusie dat het een nette jongen was en dat-ie hartstikke gay was, dus dat we best wel een keertje langs zouden kunnen bij dat modellenbureautje van ‘m.

En nu was die modelscout gewoon op de televisie en blijkt hij ineens de jongste eigenaar van een modellenbureau te zijn én hij blijkt het ook nog eens allemaal héél erg goed te doen.

“Ik ben nou wel heel trots hoor”, zegt J.

“Ik ben er serieus emotioneel van”, zeg ik.

Dochter S. is inmiddels 13 en gaat volgende week voor het eerst naar de middelbare school. In de herfstvakantie lijkt het ons de hoogste tijd om het adres op het visitekaartje dat de modelscout ons gaf eens te bezoeken. Wie weet wat de toekomst brengt! En gelukkig is dochter S. is niet alleen hartstikke knap, maar ook nog eens zeer begaan met haar medemens; ze heeft mij namelijk, als ze een glansrijke modellencarrière tegemoet gaat, een gouden scootmobiel beloofd.

1

LUNA’S EERSTE AUTORIJLES

Mijn oma had geen rijbewijs. Mijn moeder heeft geen rijbewijs. Ik heb geen rijbewijs. “Ja, en straks heeft dochter S. eerder haar rijbewijs dan jij”, grapte de verkering regelmatig. “Kan me niks schelen”, zei ik dan.

“Mis je het dan nooit?”
“Mis je de vrijheid niet?”
“Wil je het niet gewoon proberen?”
“Heb je echt nog nooit een les gehad?”

Nee!
Nee!
Nee!
Nee!

“Ga maar zitten”, zei de rij-instructrice vorige week.
“Neeeee”, gilde ik, “nee hoor, je rijdt me maar naar een industrieterrein, dit gaat ‘m niet worden.”
“Ah, niks aan de hand, gewoon gaan zitten.”
“Neeeee, ik heb zelfs nog nooit in een botsautootje gereden in m’n leven en ik ben 37!”
“Ah, joh, ik heb ook nog nooit in een botsauto gezeten.”

Oh.
Tja, daar had ze een punt en ik ging braaf achter het stuur zitten.

“We gaan nu eerst even T. thuisbrengen, die heeft voor jou les gehad”, zei de instructrice en ze wees naar een meisje op de achterbank van een jaar of 18.”
“Nee joh”, zei ik.
“Jawel joh”, zei ze en ze vertelde me in 5 minuten hoe de auto werkte, maar zei dat ik alleen maar hoefde te sturen en gas te geven deze introductieles.
“Ik ben nu alles alweer vergeten, ik zit überhaupt voor het eerst achter een stuur, ik moet het allemaal even op me in laten werken, kunnen we niet alsnog naar dat industrieterrein?”, piepte ik. “Nee, nergens voor nodig, komt allemaal goed.”
“Echt?”
“Ja, echt, T. woont in het centrum, dus daar rijden we eerst naartoe.”
“Laat je me met m’n eerste les meteen naar het centrum van Tiel rijden?”
“Ja, autorijden is hartstikke leuk, duw het gaspedaal maar ietsje in.”

En daar ging ik. En ik heb een uur lang vol ongeloof tegen de rij-instructrice lopen brabbelen en gillen dat ik het gewoon niet kon geloven dat ik een auto bestuurde.

“Kijk me gaan dan! Kijk me gaan!”, lachte ik. “Ik kom elke dag op m’n fietsje van die Tielse kutmoekes in een auto tegen en dan vraag ik me af hoe het kan dat zij wél hun rijbewijs hebben, maar ik niet! En ik heb nog wel op de universiteit gezeten! Dat kan toch niet de bedoeling zijn van het leven?” “Kun je nagaan hoe goed je je straks voelt! Dan heb je én je rijbewijs én op de universiteit gezeten”, zei de instructrice, “hoe mooi is dat!”

De rij-instructrice heeft me volledig in het diepe gegooid en dat was eigenlijk precies wat ik nodig had. Ze gaf me het gevoel dat autorijden helemaal niet eng is en dat alles goed komt en dat het helemaal niet gek is dat je een rotonde na 20 keer passeren nog steeds niet lekker soepel pakt. Ze liet me in m’n hysterische eerste auto-trip en nu ik ben bijgekomen van de overwinning op mezelf geloof ik daadwerkelijk dat ik volgend jaar m’n autorijbewijs ga halen.

13

TIELSE TINTEN TRIP

Een soort van persbericht! Enne, Chantall van den Heuvel, dat ben ik dus, Luna!

Vriendinnen Chantall van den Heuvel en Anoeschka Fraikin vinden dat de wereld wel wat kleur kan gebruiken en zullen op een bijzondere wijze gratis schilderijen ophangen op willekeurige plekken in Nederland. Van 30 augustus tot 1 september trekken zij er op uit met een Fiat Panda die reeds in gebruik is als 25km-voertuig. Op de route die hen van het Noord Hollandse Purmerend naar het Gelderse Tiel brengt, zullen zij een spoor achterlaten van gratis kunst. Onderweg zal ook het voertuig transformeren naar een echte Tielse Tint om uiteindelijk op de eindbestemming aan te komen als kunstobject op zich.

Chantall is in 2012 gaan schilderen toen haar moeder ernstig ziek werd en uiteindelijk 6 maanden in Ziekenhuis Rivierenland te Tiel lag. “In een gang van het ziekenhuis waar ik dagelijks doorheen liep keken de patiënten, de bezoekers én het personeel al bijna 30 jaar tegen lege spijkers aan. Zo depressief. Dat moest anders”, aldus de Tielse. Chantall besloot met haar creaties, die ze ‘Tielse Tinten’ noemde, de muren van het ziekenhuis te verfraaien. Naast elk schilderij hing zij een kaartje waarop stond dat men het gratis mee mocht nemen. Als blijk van waardering vroeg zij een vrijblijvende (eenmalige) donatie aan de KWF Kankerbestrijding en een foto van het doek op zijn uiteindelijke bestemming. Ook veilde zij via de speciale Tielse Tinten Facebookpagina een schilderij dat gewonnen werd door Anoeschka. Tijdens de overhandiging ontstond een diepzinnig contact dat later vloeiend overliep in een vriendschap.

Anoeschka heeft sinds enkele jaren een Fiat Panda van het oude type die is omgebouwd tot 25km-voertuig. Deze raakte overbodig en tijdens een gezellig avondje samen kwam dit ter sprake. Chantall raakte enthousiast en wilde het wagentje graag overnemen. Ondanks dat het hun omgeving verstandiger leek om een aanhanger te huren en zo de Fiat Panda te vervoeren, wilden de vrouwen ‘m zelf van Purmerend naar Tiel rijden, al zou dat dagen duren. Het idee van de Tielse Tinten Trip was geboren, de deal werd gesloten en de datum geprikt.

Met ruim een maand aan voorbereiding gaan de twee als een speer, Chantall richt zich op de voorraad schilderijen, Anoeschka neemt het organisatorische deel voor haar rekening. “Met een 25km-voertuig ben je beperkt tot een klein deel van het wegennet. Er zal dus een alternatieve route gekozen worden, die zich hoofdzakelijk over binnenwegen begeeft”, vertelt Anoeschka. In de maanden mei en juni van dit jaar heeft zij samen met haar Fjordenpaard ruim 500 km gewandeld van Limburg naar Noord Holland, dus het uitzetten van zo’n trip is voor haar inmiddels gesneden koek. Het duo zal de nachten doorbrengen op een camping en bij arriveren zullen zij de transformatie van het voertuig inzetten met verf en kwasten: “We maken ‘m elke dag een beetje mooier.” De Fiat Panda, die door de eigenaar doorgaans een naam krijgt, werd door Anoeschka ‘Flitz’ gedoopt, omdat je met dit bijzondere wagentje niet geflitst kunt worden. Flitz zal onderweg gestaag in een kleurrijke Tielse Flip veranderen.

Sinds kort verkoopt en veilt Chantall schilderijen online en een deel van de opbrengst gaat naar No Guts No Glory, een stichting die geld inzamelt voor in Nederland onverzekerde kankerbehandelingen. Ook tijdens de Tielse Tinten Trip zal aandacht gevraagd worden voor deze bijzondere stichting.

Benieuwd hoe het de dames vergaat? Volg ze op de speciale Tielse Tinten Trip-Facebook-pagina of neem een kijkje op www.tielsetinten.nl.

6

LUNA EN EEN NIEUWE WASMACHINE

Ik kreeg het deurtje van de wasmachine niet meer open. Niet door erop te slaan. Ook niet door de handleiding te lezen. Niet door allerlei schroefjes los te schroeven, filters te ontfilteren en ook niet door te bidden. Toen de verkering er een keertje keihard tegenaan sloeg ging het deurtje overigens wel open, maar dat was een toevalstreffer, want nadat er weer een wasje was gedraaid had bleef het wasmachinedeurtje permanent dicht.

“Dan gaan we een nieuwe kopen”, zei de verkering.
“Ik wil eerst een monteur, weet je hoe duur een wasmachine is?”, zei ik.
“Weet je hoe duur het is om een monteur te laten komen?”
“Altijd nog goedkoper dan een nieuwe wasmachine.”

Dus de verkering regelde via zijn mannennetwerk een mannetje dat al 20 jaar wasmachines repareerde. Het mannetje kon onze wasmachine echter niet maken. “Domme pech”, zei hij. Het lag er niet aan dat ik altijd teveel wasmiddel en wasverzachter in het apparaat deed. Of dat ik het filter nog nooit had schoongemaakt. Of nog nooit had ontkalkt. Er was een mechaniekje doorgebrand in het openingssysteem en dat was op de een of andere manier doorgeslagen naar de printplaat en het kwam erop neer dat een nieuwe wasmachine een betere optie was dan repareren. De wasmachine was pas 4 jaar oud en ik moest nog net niet huilen.

De verkering en ik waren net een paar maanden bezig met een potje voor onvoorziene uitgaven. Al was de bestemming van dat potje eigenlijk wel heel voorzien, want wij hadden daar graag weer van naar Ibiza gegaan en als het zou kunnen dan ook graag zo snel mogelijk. De onvoorziene gebeurtenis dat de wasmachine er mee zou ophouden, daar had ik dus eigenlijk geen rekening mee gehouden en ja, ik weet dat je zoiets niet kan voorzien, daarvoor heet zo’n potje ook ‘voor onvoorziene uitgaven’ maar ik zag mezelf dus wél over een paar maanden weer in m’n kersjes-bikini op een Ibiziaans strandje liggen. Dat voorzag ik prima!

Dat ik nog eens op een vrijdagmiddag om 16:00 bij een witgoedspecialist in een klein dorpje nabij Tiel een wasmachine zou staan uit te zoeken, dat had helemaal nog nooit voorzien.

“Ik word hier niet blij van”, zei ik tegen de verkering.
“Ik word niet blij als ik jou zo zie”, zei hij.
“Nee, zo werkt het niet, we kunnen niet allebei niet blij zijn.”
“Hè?”
“Ik word gewoon hartstikke chagrijnig van en ik voel me al dagen depressief, als ik me morgen nog zo voel dan ga ik naar de dokter en dan wil ik aan de Prozac, het moet er toch een keer van komen, want dit kan niet de bedoeling zijn van het leven.”
“Nee, en aan het einde gaan we allemaal dood.”
“Precies, dat bedoel ik.”
“Schatje, ik maakte een grapje.”
“Ik kan momenteel nergens meer om lachen.”
“Nou, je mag wel wat vrolijker kijken voor een vrouw die net een nieuwe wasmachine heeft gekregen hoor.”
“Hou op, daar kan ik al helemaal niet om lachen.”
“Schatje”, zei de verkering, “wees blij dat we überhaupt een nieuwe wasmachine kúnnen kopen. Weet je hoeveel mensen er in Nederland zijn die geen potje hebben voor onvoorziene uitgaven.”

Daar had hij een punt, maar ik bleef liever nog een paar uur chagrijnig.

De nieuwe wasmachine is superzuinig en heeft een lichtje van binnen als je het deurtje open doet. Dat laatste is toch wel de allergaafste feature en haalde me over om tot aanschaf over te gaan. We hebben er voor de zekerheid maar meteen 8 jaar extra garantie bij gekocht.

7