2 VINGERS EN HET BLOED ONDER LUNA’S NAGELS
Voor me zit een dikke, Surinaamse vrouw. Niet meteen het type dat ik in gedachte had toen ik hoorde dat ik een afspraak had met een psychiater met de achternaam Witjes. Ze vraagt me waarvoor ik bij haar ben.
“Nou, ik ben eigenlijk al 2 maanden bezig om een afspraak te krijgen met u of met iemand anders die me kan helpen.”, zeg ik.
“Oh, duurt het tegenwoordig zo lang?”, vraagt ze.
Ze kijkt me niet aan terwijl ze dit vraagt, dus het voelt meer als een opmerking of constatering dan een vraag.
“Ja, ik had me ondertussen wel 10 keer kunnen verhangen.”
Ze kijkt op.
Ik lach.
Daarna tuurt ze weer naar haar computerscherm.
Het is lang stil.
“Ik kan eigenlijk helemaal niks terugvinden in ons systeem. Je hebt toch een intake gehad bij onze psycholoog?”, vraagt ze.
“Ja, een paar weken geleden”, zeg ik.
Het blijft weer stil en Dr. Witjes scrollt wat met haar muis en typt met 2 vingers wat in op haar toetsenbord.
“Nee, echt niet”, zegt ze.
“Okay.”
Zo’n 2 maanden geleden heb ik m’n hele verhaal gedropt bij de huisarts. Dat was janken. Ik was moe.
Daarna kon ik 2 weken later m’n verhaal weer doen bij de maatschappelijk werker die hoort bij onze huisartsenpraktijk.
Een maand daarna mocht ik hetzelfde verhaal weer vertellen bij een psycholoog. Al ging die afspraak niet door, want ze waren vergeten de afspraak in de computer te zetten, dus ik kwam voor niks. Een week later kreeg ik een brief thuis waarom ik niet op m’n afspraak verschenen was. Op de brief stond weer een heel andere datum. Daarna kwam ik wel op de goede dag, maar klopte de tijd niet met die in hun systeem, dus moest ik weer naar huis om een paar uur later weer terug te komen. Gedoe.
En nu zit ik hier. Nog een keer m’n verhaal te vertellen.
Dr. Witjes typt met 2 vingers en dat ook nog eens tergend langzaam. Het stoort me. Ze is geconcentreerder bezig met haar beeldscherm en toetsenbord dan met mij.
“Heb je kinderen?”, vraagt ze.
Ik vertel haar over dochter S. en oppasmeisje M.
“Waarom heb je geen kinderen van jezelf?”
“Ik heb geen kinderwens.”
Dat vindt ze raar.
Ik vertel haar over de afgelopen jaren. M’n werk. M’n verhuizing. De onrust in m’n hoofd. De ziekte van m’n moeder. Het ontslag van m’n vader. Soms wordt het gewoon allemaal eventjes teveel.
“En ik ben enig kind, dus alle zorg kwam toen wel een beetje op mijn schouders.”
Ze knikt.
“Heb je broers of zussen?”, vraagt ze.
“Dat zeg ik net, ik ben enig kind.”
Ik had toen op moeten staan. Moeten zeggen dat ik me totaal niet serieus genomen voel. Door haar niet en door de hele GGZ in Nederland niet. Ik had meteen moeten zeggen dat ik het gevoel had dat ze niet naar me luisterde. Maar dat durfde ik niet. In plaats daarvan antwoord ik op haar vragen en tikt zij alles in met haar 2 vingers. En met elke toetsaanslag erger ik me meer.
Ik had me voor ons gesprek keurig aangekleed. Jurk aan. Petticoat aan. Bloemetjes in m’n haar.
Zij zit onderuit gezakt in haar stoel. Haar hakken op de grond.
Als ik thuis ben gil ik alles van me af. Of ze wel helemaal goed geworden zijn! Wel een dokterstitel, maar geen typediploma! Dat ik me in de afgelopen maanden dus wel echt had kunnen verhangen. Of ik misschien niet, maar een ander met échte problemen misschien wel! Waarom het allemaal zo lang moet duren tot je geholpen wordt en dat je dan eigenlijk al geen problemen meer hebt. Of in ieder geval stukken minder. Waarom ik 4 keer precies hetzelfde verhaal moet vertellen? En dat ik er helemaal geen vertrouwen of zin meer in heb om nog 10 keer m’n verhaal te moeten doen. Het interesseert toch niemand iets. En niemand luistert.
Een dag later bel ik naar de secretaresse van Dr. Witjes om al mijn vervolgafspraken af te zeggen.
Bovenstaand verhaal is 6 maanden geleden gebeurd.
Gisteren kreeg ik weer een brief van Dr. Witjes. Waarom ik vorige week niet op onze afspraak verschenen ben.