web analytics

JA, DUS OOK HONDEN KRIJGEN KANKER

De dierenarts belde. Of hij stoorde. Nee, zeker niet, ik was net Nina aan het uitlaten, want hoe ik ook probeerde, ze wilde maar niet in de tuin plassen of poepen, terwijl ze eigenlijk na de operatie niet te ver mocht lopen en vooral niet teveel mocht bewegen. Maar het is een Amerikaanse bulldog en probeer maar eens tegen een Amerikaanse bulldog te zeggen dat ze rustig moet doen. Lukt niet. Met als gevolg dat haar wond was gaan lekken, iets was gaan ontsteken. Gedoe. Lichte paniek. Lichte stress. Maar alles leek weer rustig. Al had ik wel de angst dat Nina ineens als een gek tussen de struiken zou gaan rennen en dat dan al haar hechtingen eruit zouden schieten.

“Ik heb de uitslag al”, zei de dierenarts.
“Oh”, zei ik en ik wist meteen al dat het geen goede uitslag zou zijn. “Dat is snel, ze is pas 2 dagen geleden geopereerd.”
“Ja, het is niet goed.”
“Oh.”

Ik hoorde alle zinnen wel die de dierenarts daarna uitsprak, maar alleen wat losse woorden bleven hangen: ‘Kanker. Kwaadaardig. Enkelvoudig. Dubbelvoudig. Meervoudig. Melkklierkanker. Weggehaald. Kan uitgezaaid zijn. Of niet. Een week. Een maand. Kan over 3 maanden terugkomen. Over een jaar. Misschien nooit.’

“En als het dan terugkomt, wat dan?”, vroeg ik.
“Dat moeten we dan bekijken”, zei hij.
“Ja, maar ik kan niet elke maand op controle. Of dat ze onder een scan moet? Of dat het elk half jaar weer terug is. Dat kan ik niet betalen en dat wil ik ook niet betalen. Ik kan toch niet elk half jaar een hond laten opereren? Dat is financieel niet te doen voor mij, maar ik trek het ook niet voor de rest, ik ben de hele dag bezig om die hond in de gaten te houden de komende 2 weken, pillen erin, weet ik veel wat. En ik kan niet elk half jaar € 1000,- betalen om wat tumoren te laten verwijderen hoor, dat is niet goed voor mij. En het is voor Nina ook niet goed om zo vaak geopereerd te worden, dat is hartstikke zielig. En chemo gaan we ook niet doen hoor, het is een hond.”
“Ik ben er natuurlijk vooral in het belang van Nina.”
“Ja, ik ook.”

Verdrietig.

Ik vind het niet eerlijk. Ik vind het kut. En ik haat het dat ik straks een beslissing moet gaan nemen die ik helemaal niet wil nemen, maar die wel in het belang van Nina moet zijn. En of die beslissing nu volgende week is, of volgende maand. Of later. Dat maakt niet uit. Het is gewoon kut. En verdrietig.

Boos.

Zo ontzettend boos. Nina heeft me de afgelopen maand al € 1000,- gekost. Daar had ik ook van op vakantie gekund. Dat had ik best gewild! Dan had ik even alles weer op een rijtje kunnen zetten. En ik wilde nooit een hond. Nooit. Ik ben een kattenvrouwtje. Altijd geweest. Maar J. wilde zo graag een hond. Hij heeft er 2,5 jaar om lopen zeuren. Oh! Hij! Wilde! Een! Hond! Want ik had toch de katten? Hij wilde ook iets voor zichzelf. Hij had er recht op! En hij zou zich ook een stuk prettiger voelen op z’n werk als er een hond in huis was, want die zou mij dan kunnen beschermen, want ja, ik was toch alleen thuis de hele dag voor m’n werk en dat vond hij toch een eng idee met al die inbraken en al die Marokkanen en Polen in de buurt.

Oh.
De.
Ironie.

De man bij wie ik me eigenlijk nooit echt veilig heb gevoeld kreeg uiteindelijk een hond. Van mij. Voor zijn verjaardag. Hij kreeg de hond die ik nooit heb gewild, maar waar ik wél meteen van hield. Ik wel. Want toen J. mij verliet, verliet hij, zonder omkijken, ook meteen de hond die hij altijd al wilde hebben, maar waar hij nooit van heeft gehouden. Zonder blikken. Zonder blozen.

Het koste me gisteren een paar uurtjes huilen om tot een heel helder inzicht te komen: als J. na onze scheiding Nina wél had meegenomen naar z’n nieuwe vriendin, dan had ik hem waarschijnlijk nog veel meer gehaat dan nu.

Dit is mijn leven.
Dit is mijn pad.
En dat pad hoop ik nog een tijdje met Nina te bewandelen.
Nina heeft er de afgelopen weken voor gezorgd dat ik elke dag naar buiten moest.
Nina heeft me in de eerste weken na m’n scheiding warm gehouden in bed.
Nina is mijn BFF.
En ik zorg voor haar tot het tijd is om haar te laten gaan.

En om tot deze conclusie te komen had ik geen vakantie van € 1000,- nodig.

21