VEILING: REACH FOR THE STARS
Nu ik weer enigszins gesetteld ben in het nieuwe huis, is het ook weer tijd voor een Tielse Tinten-schilderij-veiling! Ditmaal een schilderij formaat 44 x 54 centimeter! Ik kocht een oude, houten lijst met een kek reliëfje in de rand en schilderde, spuitbuste en knipte en plakte er een schilderij in zwart, wit en geel in. Met uiteraard een geel vogeltje… Het schilderij is daarna afgelakt en draagt de titel: Reach for the Stars (op de een of andere manier is dat toch een terugkerend ding in alle schilderijen; de vogels die door het donker naar het licht kijken).
Het geboden bedrag zal 50/50 worden verdeeld! Dus 50% gaat naar het Tielse Tinten-project en 50% gaat naar de KWF Kankerbestrijding.
De veiling sluit op zondag 16 december om 18:00.
Bieden kan via mijn Facebook-fanpage (en lid worden van die fanpage kan natuurlijk ook) (en daar is uiteraard ook een grotere versie van het schilderij te zien): www.facebook.com/tielsetinten.
IK BEN ONLINE/OFFLINE DUS IK BESTA WEL/NIET
Het is nu 11 december en daarmee begin ik aan de 4e week offline. Of nou ja, offline, offline; ik heb een iPhone met een 3G-verbinding, dus geheel offline ben ik niet. In het vorige huis hadden we internet (en bellen en televisie) via KPN en omdat het bij hen 4 weken zou duren voordat we ook internet op ons nieuwe adres zouden hebben, leek het ons het ideale moment om over te stappen naar UPC. Want, zo beloofde UPC, die Horizon-box zouden we binnen 5 dagen in huis hebben en het aansluiten was supersimpel dan waren we meteen online en dan konden we meteen tv kijken, met heel veel extra kanalen en on demand en het zou fantastisch zijn! De wereld aan onze voeten! We zijn nu dus een paar weken verder en hebben nog steeds geen internet. Er zijn wel al 2 UPC-monteurs langs geweest. Hartstikke lieve mannetjes natuurlijk, maar geen mannetjes die voor een werkende internetverbinding konden zorgen. “Ja, waarschijnlijk zit er een breuk in een kabel”, zei het laatste mannetje, “buiten.” En daarvoor moest weer een ander mannetje komen en ja, hoe lang dat zou duren, ja, daar kon hij nog niks over zeggen. “Ja ,maar, ja, maar, ik leef op internet, ik besta alleen via internet”, riep ik nog wanhopig de eerste dagen offline, “ik verdien m’n geld via internet.” ‘Als je zo afhankelijk bent van internet, waarom heb je het dan niet eerder geregeld? En waarom heb je geen dongel? En waarom regel je dan niet tijdelijk een andere werkplek?’, kreeg ik te horen. Ja, Jesus, ik ben er in al m’n naïviteit volledig van uitgegaan dat het een keertje goed zou gaan allemaal. Dat de telecom-aanbieders gewoon doen wat ze beloven. Dat apparaten gewoon werken. En dat ik dus gewoon online kan. Maar niet alles kan in 1 keer goed gaan, lijkt het wel. De verhuizing zelf is verder ontzettend smooth gegaan, met mamma gaat het erg goed en met pappa ook, we hebben een prachtig dak boven ons hoofd, ik heb een kick ass atelier, een keurig opgeruimd kantoortje, de verkering heeft mij nog nooit zo poetserig gezien, ik heb een aantal prachtige schilderijen gemaakt, en het gaat dus eigenlijk geweldig, maar het voelt allemaal zo zinloos als je het niet meteen met de wereld kan delen.
LUNA VALT VAN DE ENE IN DE ANDERE VERBAZING
“Daar zijn Piet en Riet”, zeg ik tegen J. als ik de auto van m’n ouders voor de deur zie parkeren.
“Oh, die komen net van de oncoloog vandaan, als ze meteen daarna hier naartoe komen, dan zal het wel slecht nieuws zijn geweest”, zegt hij.
Met een gigantisch brok in m’n keel laat ik ze binnen.
“Waar is je rollator, mam?”, vraag ik.
“Zo’n klein stukje kan ik wel zonder”, zegt ze.
“En?”, vraag ik, bang voor het antwoord.
“Nou, alles was goed”, zegt m’n vader, “alle bloedwaarden, nierfunctie, leverfunctie, longen, alles.”
“Nee?”, zeg ik.
“Ja, echt”, zegt pappa, “de oncoloog zei dat aan de bloedwaarden niet te zien was dat mamma ziek is, het zijn de waarden van een gezond mens.”
“Nee!”, zeg ik.
“Ik heb natuurlijk nog wel kanker”, zegt mamma, “maar ik hoef voorlopig niet meer naar het ziekenhuis.”
“Nee!”, roep ik nog keer.
“De oncoloog had er echt plezier in toen ze het vertelde”, zegt mamma.
LUNA EN 2 THERAPEUTISCHE SESSIES
Ik ben tussendoor trouwens 2 keer bij een psychotherapeute geweest. Ik zat ’s ochtends achter m’n pc en bedacht me ineens; dit is allemaal wel een beetje teveel van het goede voor een meisje alleen. Er zijn mensen met minder problemen dan ik en die storten volledig in en kunnen de rest van hun leven niet meer werken, want trauma op trauma en stress op stress en dat wilde ik voor zijn. Ik belde m’n huisarts voor een verwijsbriefje en op het verwijsbriefje stond ‘heeft een beetje teveel op haar bordje gekregen de laatste maanden’. Mijn eerste sessie bij de psychotherapeute bestond er dan ook uit om in een uur vertellen wat er precies allemaal precies op dat bordje lag. De therapeute zelf zei weinig. Ze luisterde en maakte af en toe een notitie. “Je hebt een goede band met je moeder hè?”, vroeg ze op zo’n bloody fucking zalvende toon dat ik spontaan begon te huilen en m’n hand als vanzelf naar de obligate doos met tissues greep. “Ja, best wel”, snikte ik. “En wat verwacht je van je bezoekjes aan mij?”, vroeg de therapeute. “Eh, nou ja, eh, dat ik de komende periode een beetje stabiel doorkom? Dat ik niet instort”, zei ik. En dat was dat en 2 weken later zat ik weer bij haar aan tafel. “Hoe gaat het nu?”, vroeg ze. “Ja, nou eigenlijk wel goed”, zei ik en ik ratelde een half uurtje door over m’n schilderijen, m’n moeder, m’n vader en m’n werk. En toen was het stil. Ik was stil en zij was stil en ik was voor mijn gevoel ook eigenlijk wel uitgepraat met haar. “Als er 1 negatieve gedachte is die constant door je hoofd spookt, welke is dat dan?”, vroeg ze. Ik moest er lang over nadenken, maar ik kwam tot: “Dat ik nooit genoeg tijd heb om alles te doen wat ik wil doen.” “Okay, daar kunnen we wel wat mee”, zei de therapeute en toen ging het over RET-therapie en dat ik dan ‘STOP’ moest zeggen tegen die negatieve gedachten en dat ik me bewust moest worden van de emoties die ik daarbij ervaarde en dat ik die negatieve gedachten om moest zetten in positieve. “En wat zou zo’n positieve gedachte voor jou zijn?”, vroeg ze. “Het is goed zoals het is”, zei ik. Daar moest ik dan maar mee aan de slag gaan en ondertussen goed voor mezelf zorgen en tijd nemen om te bewegen, maar ja, toen moest ik ondertussen verhuizen en toen kwam m’n moeder naar huis en bewegen, ja doei, 3 keer per dag de hond uitlaten is bewegen genoeg en toen schilderde ik nog maar een vogeltje en toen realiseerde ik me; ik ben niet het type om in te storten. Het is goed zoals het is.
LUNA HEEFT EVEN EEN VERHUISDIPJE
Ons nieuwe huis ademt een rust uit die ik totaal niet bij mezelf vind passen, al vind ik het heerlijk. Het uitzicht is to die for; bomen en een kabbelend beekje met de illustere naam De Dode Linge. Op dit beekje heb ik als kind geschaatst in de winter. In het park dat aan ons huis grenst heb ik als kind gespeeld in de speeltuin. In die speeltuin ontmoette ik ook m’n eerste vriendje. De zandbak midden in de woonwijk, die eigenlijk helemaal niet als zandbak werd gebruikt, maar als plek voor de jeugd van toen, bestaat niet meer, maar heeft plaatsgemaakt voor wat wipkippen. Ik laat Nina uit in dat park en kan daarna even snel bij m’n ouders binnen wippen voor een kopje koffie, want m’n ouders wonen nog in het huis waar ik ben opgegroeid en mamma is inmiddels thuis en probeert het dagelijks leven weer zo goed en kwaad als het kan op te pakken. Dat ik dat kan, dat even koffie drinken om te checken of alles nog okay gaat daar, of dat ik zelf even langs kan gaan om eten langs te brengen, of gewoon even ‘hoi’ te zeggen, dat is ook to die for. “Dat hoor je vaak hè?”, zei een hondenvrouwtje toen ik Nina aan het uitlaten was. “Dat mensen hier opgroeien, dan een paar jaar ergens anders gaan wonen, maar toch weer besluiten om hier in de buurt terug te komen.” Ik wilde schreeuwen dat ik dus helemaal niet zo ben als al die andere mensen, dat ik dus echt wel heel veel heb meegemaakt! Dat ik 15 jaar keihard living the live in Amsterdam heb gedaan en dat ik heus wel een rockchick ben en heel diep ben gegaan in het leven. Heel diep! Maar ik keek van een afstandje naar mezelf, naar m’n bemodderde laarzen, m’n haar in een staartje en al 2 maanden niet geverfd, m’n pluchen luipaardjas en m’n joggingbroek en kon niets anders concluderen dan; I totally blend in hier in de buurt. En ik weet dat het niet zo is, maar toch, omdat ik nu op nog geen 500 meter woon van het huis waar ik ben opgegroeid, voelt het ergens alsof ik totaal niet vooruit ben gekomen in het leven.
VERHUISKAART
(Ja, ik moet eigenlijk inpakken, maar een verhuiskaart maken was leuker)…
LUNA EN VERHUISWEEK 1
De afgelopen 2 weken zweef ik tussen een ik-heb-het-allemaal-onder-controle-gevoel en ik-zie-het-helemaal-niet-meer-zitten-gevoel. Ik heb al tientallen bakken, dozen, vuilniszakken weggegooid of richting de milieustraat laten brengen door J. of m’n vader. Weg is weg. Alles wat nog bruikbaar was, heb ik gedoneerd aan de Stichting Dierenambulance Tiel, die binnenkort weer een grote rommelmarkt organiseren, zodat mijn trash ook nog iemands treasure kan zijn en ik zo en passant ook nog wat zielige poesjes help. En ik had veel spullen best via Marktplaats kunnen verkopen en zo ook zelf nog wat geld kunnen verdienen, maar dat was me allemaal veel te veel gedoe met spullen fotograferen, online zetten, gebeld worden, vreemde mensen in m’n huis, dingen opsturen, ik krijg al zin om een hele strip oxazepam, diazepam, temazepam, lorazepam, you name it, achterover te gooien als ik er aan denk! En uiteindelijk zit je na een paar weken nog met heel veel spullen die over zijn, want niet verkocht, en die spullen moet je dan alsnog meeverhuizen of alsnog naar de milieustraat brengen en dan ben je eigenlijk gewoon terug bij af. En terug bij af is dus niet de bedoeling als je gaat verhuizen! Maar waar zijn we aan begonnen? Verhuizen staat op nummer 1 van stressvolle momenten, tel daarbij het ietwat ADHD-achtige karakter van mijn lieve J. op, en de ADHD, ADD, dwangneuroses, autistische trekjes, you name it, van mij, en je hebt een cocktail voor succes! De verkering ligt van een afstandje te kijken naar hoe ik spullen van de ene kant naar de andere kant sleep en af en toe iets in een doosje stop en roept om de 10 minuten: “Als ik iets kan doen, dan moet je het zeggen hè?” Nee, blijf jij maar liggen, dan loop je me ook niet in de weg! Ook regelmatig gehoord de afgelopen weken: “Ja, ik heb alleen maar een bank en een tv en m’n kleren, meer heb ik niet.” Oh nee? Oh nee? Je hebt godverdomme ook een vrouw met een shitload aan stuff! “Laat mij maar even met wat vrienden verhuizen hoor, dan kan jij lekker 2 weken bij je moeder gaan zitten borduren.” Ja, en dan alles weggooien zeker, ja, zo kan ik het ook! “Het komt allemaal goed, schatje.” Ja, als jij doet wat ik zeg en ook meteen op het moment dat ik het zeg, ja!” Ik zweef tussen een ik-heb-het-allemaal-onder-controle-gevoel en ik-zie-het-helemaal-niet-meer-zitten-gevoel. Vooral even dat laatste. En van dat gevoel zou ik het liefst in een hoekje gaan zitten janken, ware het niet dat er geen enkel hoekje in m’n huis meer te vinden is, omdat alles vol staat met dozen.
THE CURE FOR BAD TIMES IS PATIENCE
“Hoe gaat het met je moeder?”, vroeg iemand me. “Goed”, zei ik, “ze mag als alles meezit 19 november naar huis.” “Waarom schrijf je daar dan niks over op je site of op Facebook, daar staat alleen maar ellende.” Nu valt dat op zich wel mee, want er komen hier en op Facebook regelmatig leuke hondenfoto’s of foto’s van schilderijen langs, maar hij had wel een punt. Als het goed gaat is de drang om te schrijven toch iets minder. Maar het gaat dus goed met m’n moeder, gezien de omstandigheden. We hebben 3 weken terug een gesprek met de oncoloog gehad en de kanker van m’n moeder groeit niet. Die heeft de afgelopen 5 maanden dusdanig stilgestaan, ondanks het feit dat m’n moeder 4 maanden doodziek is geweest. De oncoloog vond dat er geen reden is om met een chemokuur te starten. Dat was wel reden voor een feestje.
De afgelopen weken stonden in het teken van het revalideren van m’n moeder. Lopen moet ze. Door de gangen, van links naar rechts. Met rollator, kleine stapjes zelf, zelf naar het toilet, zelf in bed, zelf uit bed en zelf de trap op en af, met mijn vader als waakhond naast haar om te zorgen dat ze niet valt. Dat gaat goed en ze gaat elke dag met sprongen vooruit. De afgelopen weken is er ook flink wat drama geweest met de stoma van mijn moeder. Fout materiaal, niet besteld materiaal, te laat aan de bel trekken, kastjes, muren, kastjes en nog meer muren. Pas toen m’n moeder zelf een keertje heel erg boos is geworden is er actie ondernomen. “Als het met die stoma niet opgelost is, dan ga ik niet naar huis”, zei ze. Maar sinds een week lijkt ook die stoma het goed te doen en is er passend en voldoende stomamateriaal aanwezig. Ook dat is reden voor een feestje.
Ik stond een paar weken geleden in een Tielse kroeg met een vriendinnetje van vroeger en een man begon zich met ons gesprek te bemoeien. De man vond mij niet zo aardig. Hij vond mij arrogant overkomen en ja, hij kende mij wel ergens van, zei hij. Van een website of de krant of de FOXY. Ik moest maar eens normaal gaan doen, vond hij. “Jij denkt zeker dat je het helemaal voor elkaar hebt”, lispelde hij misprijzend. Zeker m’n website een paar maanden niet gelezen, dacht ik. “Dat weet ik wel zeker”, zei ik.
De vorige veiling heeft 500 euro opgebracht! Hiervan is 250 rechtstreeks naar de KWF Kankerbestrijding gegaan en het andere geld gebruik ik om verf, doeken en spuitbussen te kopen! Zo kocht ik een prachtige, grote lijst van 120 x 55 centimeter! En daar schilderde, spuitbuste en knipte en plakte ik dit schilderij in! Met 2 Turkse Tortelduiven… Het schilderij is daarna afgelakt en knalt uit de lijst in roze, rood en wit! Het formaat is echt bijzonder en de rest natuurlijk ook!
Dit schilderij ga ik weer veilen.
En ook dit geboden bedrag zal 50/50 worden verdeeld! Dus 50% gaat naar het Tielse Tinten-project en 50% gaat naar de KWF Kankerbestrijding.
De veiling sluit op dinsdag 6 november om 22:00.
Bieden kan via mijn Facebook-fanpage (en lid worden van die fanpage kan natuurlijk ook) (en daar is uiteraard ook een grotere versie van het schilderij te zien): www.facebook.com/tielsetinten.
DE SEXYNESS VAN HONDEN
Er zijn van die dingen waar je pas over na gaat denken als je ermee geconfronteerd wordt. Zo wou ik nooit een hond, want een hond dat was dus typisch iets voor hondenmensen of voor mensen met een visuele handicap. Ik ben een kattenvrouwtje, dus een hond was niets voor mij. Doei! Maar ik had 1 keer, 1 keer, ik zweer het, 1 keer een zwak moment toen ik een foto van een puppy zag en voor ik het ik wist had ik ook ineens een hond. Nina is inmiddels gegroeid tot een hond van aanzienlijk formaat en gewicht en ze is vorige week voor het eerst loops geworden. Dat is dus zo’n ding waar je pas over na gaat denken als je ermee geconfronteerd wordt; een loopse hond in huis. Nina Hagen moet dus een paar keer per dag een onderbroekje met een maandverbandje aan en uit. En aan en uit. En aan en uit. Nieuw maandverbandje erin. En eruit. En weer erin. En het ziet er allemaal reuzeschattig uit hoor, Nina met een oud polkadot-slipje van mij, maar ergens is het hartstikke zielig. Ze kijkt er ook zo zielig bij de hele tijd. En het is een aanblik, waar ik als kattenvrouwtje nooit mee geconfronteerd dacht te worden. Een hond, mijn hond, in een slipje! Ik bedoel; katten zijn gracieus. Elke kat is chique, zelfs de meest dikke kat heeft nog iets elegants over zich. Maar honden, en zeker Amerikaanse Buldoggen zoals onze Nina, zijn lomp. Een beetje viezig. Daar zit niks elegants bij. En dat straalt toch een beetje over van de hond naar het baasje. Er zullen vast vrouwen zijn die heel erg gracieus hun hond uit kunnen laten. Op hakken en met een prachtige outfit zonder hondenharen. Maar ik laat de hond uit op momenten dat ik normaal gesproken nog niet eens aangekleed ben; ’s morgen voor 8:00, of op momenten dat ik mijn kleding alweer heb verruild voor een joggingpak; na 19:00. En op sommige dagen trek ik ’s ochtends een verfjurk aan en die trek ik de hele dag niet uit en dan moet ik toch met Nina gaan wandelen en ja, dan zul je altijd net zien dat ze zo nodig moet poepen dat ze het hondenuitlaatveldje niet haalt en dan moet je dat oprapen met zo’n rood plastic hondenpoepzakje. En daar loop je dan. Over straat. Met een loopse hond aan je zij en een rood plastic zakje met een dikke hondendrol in je hand. En dan kun je je maar 1 ding afvragen; Is dit nou sexy?