web analytics

LUNA ZOEKT SPIJKERGOED

Ik doe mijn oproepje ook even hier, op m’n eigen www.maanisch.com! En ja, ik weet, ik ben de allergrootste ADHD-er, hyper hier en hyper daar en dan weer dit project en dan weer dat, maar! Lieve lezers, vrienden en bekenden! Ik ben heel druk bezig met het opzetten van een kekke kledinglijn onder de naam Borduurzaam… en hiervoor heb ik spijkerjasjes nodig… of eigenlijk gewoon spijkerkleding! Voor baby’s kinderen, pubers, vrouwen! Nu kijk ik de verkering elke dag heel lief aan om voor me langs de kringloopwinkel te gaan (en dat doet-ie ook natuurlijk), maar ik hoop ook een beetje op de kracht van de Social Media! Heb jij nog een jasje liggen? Een kinderjasje? Of iets anders van spijkergoed? En kun je het missen? Als je het naar mij stuurt (met daarbij ook jouw adres), dan krijg je van mij sowieso een handgemaakte kaart (ja, dat is leuk) en iets anders leuks en handgemaakts (door mij) (kan van alles zijn, ik heb nog een grote voorraad van m’n PloesiePoesie-merchandising over)… Je zou mij HEEL gelukkig maken (en dat is toch het mooiste dat er is; anderen gelukkig maken?).

Je kan het sturen naar:

Chantall Olthof
De Hulk 20
4002 GB Tiel

Alvast HEEL erg bedankt!

Mijn achternaam is even anders, omdat alle post met mijn eigen achternaam wordt doorgestuurd naar de vorige bewoners van dit huis!

6

LUNA BESCHERMT HAAR HOND ALS EEN HYENA

Voordat ik kan knipperen met m’n ogen zie ik een Tielse kutmoeke met een tennisballenwerper op de kop slaan van Nana, de BFF van onze Amerikaanse Bulldog Nina. De Tielse kutmoeke probeert haar mini-hondje te beschermen, die volgens mij prima voor zichzelf op kan komen, kef, kef, kef, maar ja, met zo’n hysterisch baasje snap je er als hond ook helemaal niks meer van. Mijn eigen Nina rent meteen op het half-hond-half-mens-gevecht af. Spelen! Spelen! Spelen! Wat gebeurt er, wat gebeurt er? Gezellig! Misschien krijg ik wel een koekje! “Ik schop ‘m dood”, dreigt de moeke naar mij, “ik schop ‘m dood!” Ze heeft de tennisballenwerper in de aanslag om Nina op haar kop te slaan. En van de gedachte dat iemand mijn hond gaat slaan knap ik volledig uit m’n panty. Je komt niet aan m’n moeder, niet aan m’n vader, niet aan mijn man, niet aan mijn kinderen, niet aan mijn katten! En! En! En! Niemand, niemand komt aan mijn hond! Mijn hond! “Dat moet jij godverredomme eens proberen”, blèr ik richting de moeke, “ben je godverdomme niet goed bij je hoofd!!!” En ik loop richting Nina om haar uit de reikwijdte van de moeke en haar tennisballenwerper te halen. “Ik schop ‘m dood”, schreeuwt de moeke nog maar een keer met de tennisballenwerper dreigend boven haar hoofd en haar eigen hond trekt ze dicht tegen zich aan. “Het is hier een losloopgebied en mijn hond mag hier gewoon loslopen en jouw hond ook”, roep ik, “en ze kunnen zich prima redden zonder dat wij ons ermee bemoeien.” “Ja, maar ik heb mijn hond onder controle en jij die van jou niet”, schreeuwt ze. “Oh, fuck off, ik heb mijn hond prima onder controle”, zeg ik, “en ze wil alleen maar spelen.” “Ja, maar die ander heb je niet onder controle”, schreeuwt de moeke en wijst naar Nana. “Ja, doei, dat is niet mijn hond”, zeg ik. “Nee, maar jullie lopen altijd samen”, zegt de moeke, inmiddels buiten adem. “Ja, donder op, dit is mijn hond en die is hartstikke lief”, blèr ik nog maar en keer. En ze kan zitten en pootjes geven en liggen en ze doet echt geen hond kwaad en je moet gewoon je bek houden, je kan de tyfus krijgen en ik weet waar je woont en ik stop ik gewoon een keer een dikke drol van Nina in een envelop bij jou in de brievenbus, moet je hier komen, kom maar hier, ik sla je helemaal verrot, kom maar, kom maar!!! Gelukkig bleef het baasje van Nana de rust zelve en suste de human bitch fight. Pas toen ik thuis kwam besefte ik dat ook de Tielse kutmoeke háár hond als een hyena beschermde.

17

LUNA IS HEUS WEL DRUK

Mochten er lezers van www.maanisch.nl zijn die zich afvragen; wat doet die Luna nou de hele tijd, er verschijnen zo weinig stukjes hier1? Ik ben heus wel heel druk! Maar ik moet even m’n andere liefdesbaby veel aandacht geven! Op www.climaximaal.nl verschijnt dus wél elke dag een stukje over een seksspeeltje (maar die zijn ook gewoon heel geinig om te lezen en helemaal niet zo vunzig).

(klik voor groter)

0

LUNA BESCHILDERT EEN WIJNKISTJE

I LOVE it when a plan comes together! Houten wijnkistje beschilderd met 2 matching wijnflessen (Luis Felipe Edwards, Reserva Carmenere 2011)… het ideale cadeau, al zeg ik het zelf! Na het nuttigen van de wijn houd je een beschilderd kistje over (voor al je bijouterieën, haha), maar leuker is het om het plankje uit het kistje te halen, zodat je een kunstwerkje hebt wat je aan de muur kan hangen… of gewoon neerzetten…

(klik voor groter)

0

LUNA COUNTS HER BLESSINGS NOG MAAR EEN KEER

Sinds een paar weken doe ik vrijwilligerswerk op de afdeling waar mijn moeder ooit in het ziekenhuis lag. Toen mamma er nog lag kwam het hoofd van de activiteitenbegeleiding langs om te vragen of ik niet misschien ook een keertje met de bewoners zou willen schilderen, want ze vond mijn schilderijen zo leuk. “Ja, wil ik wel, maar niet nu, niet nu m’n eigen moeder hier nog ligt”, zei ik. Want mijn eigen moeder die kijkt nog liever 24 uur non-stop naar een bosje narcissen dan dat ze met een stel andere ‘zieken’, ‘bejaarden’ of eigenlijk überhaupt vreemden, gaat schilderen, sjoelen, zingen, of punniken. Mijn sociale genen komen dus overduidelijk van mijn vaders kant en om zelf nou in zo’n huiskamer te gaan schilderen terwijl mijn eigen moeder een paar deuren verder ligt, nee, dat voelde niet helemaal als de bedoeling. Maar mamma is alweer een paar maanden thuis en ligt regelmatig op haar knieën om de badkamer schoon te maken, dus qua huishoudelijke taken is zij op haar 70ste een stuk beter bezig dan ik. Ik kan in de tijd dat ik op de vrijdagen ga schilderen met de bejaarden ook m’n badkamer schoonmaken, maar ik vind het veel leuker om te schilderen. Alle schilderijen die ik ooit heb opgehangen zijn weg, dus die gang, die lelijke gang, die is weer net zo lelijk als een paar maanden terug. Mijn plan is om daar, samen met de bewoners van deze afdeling zo’n 100 tot 150 kleine schilderijtjes op te hangen in een soortement van regenboog met allemaal visjes erin. Ik zie het helemaal voor me en het wordt fantastisch, maar eigenlijk is het vooral leuk om met de oud-Tielenaren te praten over vroeger en van wie zij er eentje zijn en van wie ik er eentje ben. Of eigenlijk; “Van wie bindegij d’r ene?” En dan hoor je dat mijn vader nog met die en die heeft gevoetbald of dat die en die weer de zus van die en die is. En al moet een aantal mensen wat overgehaald worden: “U laat me niet hier in m’n eentje schilderen hoor, dan ben ik helemaal voor niks gekomen met m’n kwasten en verf!”, toch vinden de meesten het leuk om mee te doen, of blijven er in ieder geval voor de gezelligheid bij zitten. En elke week doen er andere mensen mee, omdat sommige mensen binnen 1 week of 2 weken weer naar huis mogen. Maar sommige mensen doen de week daarna niet meer mee omdat ze zijn overleden. De dame die vorige week nog zo enthousiast met me mee schilderde en zo lief zei: “Je kunt wel zien dat jij er aanleg voor hebt hoor”, was er vandaag niet meer. Op het moment dat ze dat tegen me zei wist zij al dat ze de dag daarna euthanasie zou plegen. Wist ik niet.

9

NINA EN NANA EN LUNA

We woonden net een paar dagen in dit nieuwe, heerlijke huis, toen Nina en ik een andere Amerikaanse Bulldog tegenkwamen. In tegenstelling tot de meeste hondjes die we tot dan toe waren tegengekomen tijdens ons rondje vond het baasje van de Amerikaanse Bulldog het wél okay om de honden met elkaar te laten spelen. Normaal gesproken lopen hondenbaasjes met een grote boog om Nina heen; ik heb zelfs een dame weg zien rennen met haar hondje van het formaat cola-blikje. Nu is Nina uiteraard de liefde zelf en voorzien van roze strik, maar ze is nogal groot en lomp en ja, dat schrikt af. Het baasje van de andere Amerikaanse Bulldog herkende het probleem toen we even later onze honden hun energie op elkaar zagen botvieren. “Hoe heet die van jou eigenlijk?”, vroeg ik. “Nana”, zei het baasje. “Neeeeeee”, zei ik, “die van mij heet Nina!” Een dikke hondenvriendschap was geboren en sindsdien lopen Nana, Nina en wij dagelijks een uur aan het einde van de middag, zodat de hondendames hun energie kwijt kunnen, want bloody, fucking hell, die moeten dagelijks een partij rennen! Het gaat er af en toe ruig aan toe en zowel Nana als Nina hebben de littekens al op hun lijf, maar ze zijn hun ruzietjes altijd binnen no time weer vergeten en lopen daarna weer gezusterlijk met een tak te slepen. Het leek ons dan ook een goed idee om eens uit te proberen of Nana een weekendje bij ons zou kunnen logeren. Haar baasje met zijn vrouw gingen een paar dagen weg en Nana werd bij ons gedropt met bench en brokken. En oh, het was zo leuk en oh, het was zo gezellig. Samen de hele dag achter elkaar aan lopen, likken, lopen, zuchten, spelen, links, rechts en er was geen vuiltje aan de lucht. Naar spelende honden kijken is leuker dan televisie en als het zo ging, ja, dan wou ik wel 10 honden! Wel 20! Een kennel! En puppy’s! Tot ik de dames in m’n eentje uit ging laten ’s ochtends. Of eerder; toen we weer terug kwamen thuis. Ik deed de deur open en ineens zat ik middenin een hondengevecht wat ik niet meer kon stoppen. Gegild heb ik. Ik heb m’n eigen hond geprobeerd van Nana af te schoppen, maar ze waren gewoon te sterk en te agressief. En net toen ik wou beginnen met huilen kwam de verkering met gevaar voor eigen piemel in z’n blootje naar beneden stormen en tilde Nina met 1 beweging uit het hondengevecht en sleurde even later Nana naar haar bench. En ook ik werd in een hoekje gezet, want ik had beter op moeten letten. Maar, hallo! Ik ben een poezenvrouwtje, ja! En het klinkt allemaal heel logisch hoor, dat je eerst je eigen hond naar binnen laat en dan pas een logeerhond, maar ik heb dus die hele Martin Gaus-training overgeslagen in m’n leven en er was overal bloed en ingescheurde nagels en pootjes die heel zielig omhoog werden gehouden! Ik tril er nu nog van als ik er aan denk, maar Nina en Nana zijn alweer de dikste hondenvriendinnen.

11

LUNA DOET DUS WEL AAN VALENTIJN

Ik weet niet precies meer hoe en wat en wanneer, maar ik bedacht me ineens; ik ga 100 Valentijnskaartjes sturen. En dan juist naar mensen die ik niet persoonlijk ken, maar die wel deel uitmaken van mijn leven. Want hoeveel mensen lees ik elke dag? Zie ik elke dag? Via berichtjes op Twitter. Op foto’s op Facebook. Hoeveel mensen ken ik op die manier al jaren, maar heb ik nog nooit in het echt gezien? Heel veel! Meer dan 100! Dus ik ben gaan schilderen, op stukken verhuisdoos, want ja, doei, het geld groeit me niet op m’n rug en verhuisdoos, dat staat best ruig en heel stoer en ook heel streetart! Ik knipte 100 tortelduifjes, ik plakte ze ertussen, en dan nog iets met hartjes van graffiti-paint en wat flatsflats met rode verf en toen moest ik ineens aan 100 adressen komen en ook nog kaartjes schrijven en sturen en enveloppen schrijven, en nou ja, voor een ADHD-er een heel complexe toestand en daarna ook nog postzegels plakken en alles in de brievenbus doen, maar… het is gelukt! En ik verdien alleen daarvoor al een medaille en een kusje van de Koningin. Alle kaartjes zijn nu een beetje binnen gestroomd en ik snap nu eigenlijk zelf pas wat ik heb gedaan. In een wereld waarin ik me af en toe zo verdomd alleen voel heb ik in een vlaag van verstandsverbijstering geschilderd! Gewoon geschilderd. En ik voelde me super en fijn en zo ontzettend verbonden! Ik ben verbonden! Verbonden met iedereen! En ja, ik weet het, het klinkt zo vreselijk fout. Zo zennerig, zo ontzettend zweverig, zo ontzettend geitenwollensokken, maar als je maar heel even de tijd neemt om te kijken naar alles. Naar alles om je heen! Hoe gaaf is Twitter? Is Facebook? En dat wil je toch ook gewoon zeggen, roepen, schreeuwen, naar elkaar! Ik ben blij dat ik je ken! Wat ben je leuk! Wat zit je haar goed! Wat ben je lief! Ik had nog wel heel even iets van; ja, maar wat als de vrouwen van de mannen die ik een kaartje stuur iets raars gaan denken, dat ik verliefd ben op hun kerel, of wat als iemand het helemaal verkeerd opvat als ik haar ‘een geweldig wijf’ noem, maar, fuck dat, ik heb alles gewoon gestuurd! En ik had het liefst iedereen in the whole wide world een kaartje willen sturen, maar hé, ik ben ook maar een mens. Een mens met grenzen. Maar dit mens houdt van jou.

p.s. Voor mijn meer aardse en pornoverhalen verwijs ik graag naar www.climaximaal.nl want dit spirituele, dat houd ik dus niet langer dan een dag vol.

17

LUNA WEET WAT ZE WAARD IS

Ik kreeg een berichtje via Facebook met de strekking: ‘Ik heb vandaag in België een schilderij gekocht van jou, voor, schrik niet, € 2,50.’ Ik weet niet waar ik meer van schrok; van het feit dat een schilderij van mij dus maar € 2,50 waard blijkt en ik dus een carrière als kunstenaar maar moet vergeten, of dat iemand überhaupt een schilderij van mij had doorverkocht. Ik schrok trouwens niet eens, ik vloog meteen in een extreem negatieve flow.

De afgelopen maanden heb ik 50 schilderijen opgehangen in ziekenhuis Rivierenland. En van die 50 schilderijen weet ik van slechts 10 schilderijen bij wie ze hangen. Of waar. Bij die 10 zit een aantal vrienden en de rest zijn verpleegkundigen en doktoren van mijn moeder. En eigenlijk is het een prachtige score; 1 op 5 van de personen die een schilderij meeneemt laat iets van zich horen. Maar, om maar even gebruik te maken van de negatieve flow; als iemand niet eens de moeite neemt om mij even te laten weten dat hij of zij een schilderij heeft meegenomen, heeft diegene dan wel gedoneerd op giro 26000 t.n.v. KWF Kankerbestrijding? Waarschijnlijk niet. Ik ben, tot mijn moeder werd ontslagen uit het ziekenhuis, doorgegaan met schilderen en schilderijen ophangen, ook al hoorde ik, zeker de laatste weken, niets meer over de verblijfplaatsen van de Tielse Tinten. De laatste 30 waren allemaal binnen een dag, soms zelfs binnen een uur, weg, dus ik ging ervan uit dat degene die ze had meegenomen er blij mee was. Dat mijn Tielse Tinten een mooi plekje aan een muur kregen. En al was dat niet het geval, het maakte me op dat moment weinig uit, al verklaarde de verkering me regelmatig voor gek; “Je moet ze gaan verkopen, mensen maken er misbruik van.” Maar het was voor mij ook een les in loslaten. En ik had afgesproken met mezelf: weg is weg. Als ik een schilderij had opgehangen, had ik ‘m losgelaten. Dan had-ie van mij part ritueel verbrand mogen worden, of kapot gesneden, in de greppel gegooid, whatever. Maar who was I kidding?

Natuurlijk had ik het heel erg leuk gevonden als ik van álle 50 schilderijen had geweten waar ze hangen. Natuurlijk wil ik dat mensen het mooi vinden wat ik maak! En natuurlijk; of er gedoneerd is op giro 26000 t.n.v. KWF Kankerbestrijding. Dat was de hele opzet! Dat ik berichten hoorde als ‘ja, ik heb al een donker schilderij van je thuis, nu wil ik ook nog een lichtere, die neem ik de volgende keer wel mee’ of ‘zou je er voor mij eentje met vlinders kunnen maken’ of ‘ja, m’n zoon heeft net een nieuw huis gekocht en die wil er wel eentje met zwart en rood’ legde ik naast me neer. Want dat was niet de opzet! Ik maak wat ik wil en als je het mooi vindt, dan neem je het mee en dan doneer je een bedrag wat je kan missen op het rekeningnummer van de KWF Kankerbestrijding. En zou je mij dan alsjeblieft een mailtje kunnen sturen? Met eventueel een foto van waar het schilderij nu hangt? Meer vroeg ik niet! Maar toch heb ik het gevoel dat mijn Tielse Tinten-project is overgenomen door hebzucht. Door de ‘het is gratis, dus ik neem het mee’-mentaliteit. Het schilderij dat voor € 2,50 is verkocht in België, is dus 1 van de schilderijen waar ik nooit meer iets van had gehoord.

“Liefie, zo zijn mensen”, zegt de verkering. “Nee, dat vind ik niet leuk en dat wil ik niet accepteren”, zeg ik. “Probeer het dan zo te zien”, zegt hij, “het schilderij heeft een hele reis gemaakt van Tiel naar België! Dus je hangt nu in Engeland én België!” “Oh, ja, ik ben een internationaal kunstenaar”, zeg ik, “maar dan wel een heel verdrietige internationale kunstenaar.”

15

LUNA WEET DAT HET ZO IS

De afgelopen weken, of eigenlijk vanaf het begin dat we in dit nieuwe huis wonen, heb ik in een soort zelf-gekozen vacuüm gezeten. Even niks. Heel even doen alsof er niks aan de hand is. Een soortement van dagelijkse herhaling van het stukje ‘we doen net alsof het niet zo is’ van Frank Boeyen. M’n moeder had begin december te horen gekregen dat al haar bloedwaarden goed waren en daar waren zowel de oncoloog als wij natuurlijk erg blij mee. Even rust. Feit bleef dat m’n moeder kanker heeft. En al is m’n moeder er zelf behoorlijk nuchter onder, ik had stiekem gehoopt dat ik nog wel een jaartje, of liever 10, in die staat van ‘we doen net alsof het niet zo is’ kon blijven. Elke dag opstaan met de gedachte dat iedereen van wie je houdt nog leeft en gezond is. Opstaan en weten dat je gewoon de telefoon kan pakken om je moeder te bellen. Opstaan en weten dat een kopje koffie samen slechts 5 minuutjes wandelen is. Een grote pan tomatensoep maken en een Tupperware-bakje langs je ouders brengen. Of nog veel leuker; een pan zelfgemaakte erwtensoep van je moeder krijgen. Ook leuk; m’n moeder die zich zorgen maakt om onze gezondheid, omdat ik al 2 weken rondloop met griep en de verkering al 2 weken met een longontsteking. Nog leuker; een vader die daarom een fles zelf geperst sinaasappelsap langs komt brengen. Het zijn de kleine dingen die het doen, die het doen, en het is niet dat we er niet over praten, en ook zeker niet dat wij het woord ‘kanker’ niet in onze mond durven te nemen, maar ergens, stiekem, had ik op een wonder gehoopt; dat er geen enkele kankercel meer in het lichaam van m’n moeder te vinden is, nu niet en nooit niet. Maar vorige week vond de oncoloog dat het toch wel tijd werd om binnenkort aan de chemo te gaan. Had ik niet verwacht. Zat ik ook niet op te wachten, want ik vond het even heerlijk in m’n ‘we doen net alsof het niet zo is’-vacuüm. Maar zoals mijn moeder zelf zegt: “Ja, hallo, ik heb kanker hoor, en kanker gaat niet over door ernaar te kijken en ook niet door erop te blazen.” Feit is dat het eigenlijk al een wonder is dat mijn moeder überhaupt nog leeft en aanstaande zaterdag weer een pan erwtensoep komt brengen.

24

YOU CANNOT CHANGE THE INEVITABLE

Dat ik niet het type ben om geestelijk in te storten, wil niet zeggen dat het lichamelijk allemaal zo lekker gaat. Nu schrijf ik al bijna 12 jaar op dit blog en mijn fysieke geschiedenis laat zich lezen als een rennen-rennen-rennen-crash-rennen-rennen-rennen. Niks mis mee. Ik was als kind ook altijd standaard ziek in de kerstvakantie. Maar ik begin nu echt te merken dat ik ouder word. De crashes van vroeger zijn peanuts vergeleken met de totalitaire moeheid die zich de afgelopen maand heeft gemanifesteerd. ‘Ja, maar, Luun, je hebt ook nogal wat meegemaakt, het afgelopen jaar.’ Ja, ja, I know, maar ik wil nu toch graag m’n eigen lichaam weer terug. Ik voel me momenteel gelukkig in m’n hoofd, maar ongelukkig met m’n lijf en van de gedachte dat ik de 40 nader word ik alsnog ongelukkig in m’n hoofd. Hetzelfde geldt voor de verkering, zodat we gezellig tegen elkaar kunnen klagen en we roepen elke dag dat we het niet meer trekken, maar de volgende ochtend staan we gewoon om 6:00 op om weer door te gaan. De verkering kreeg 2 weken terug ineens een blauw oog en ik had ‘m echt niet geslagen. Echt niet. Het blauwe oog werd steeds blauwer en hij ging ook wat troebel zien en omdat het echt niet vanzelf over leek te gaan ging de verkering naar de huisarts. En van de huisarts werd hij meteen doorgestuurd naar de oogarts die concludeerde dat een griepvirus was doorgeslagen op J.’s ogen. “Dat is lang, heel lang geleden dat ik dat gezien heb”, zei de oogarts. Te lang doorlopen met een griepje en geen rust nemen, was de oorzaak. De verkering wilde diezelfde avond een nachtdienst in de sneeuw buiten gaan draaien, maar toen heb ik ‘m alsnog geslagen en gedreigd met echtscheiding als hij zou gaan werken. Ikzelf heb al 3 weken barstende hoofdpijn. En pijn in m’n nek. En m’n onderrug. En m’n knieën. En ik probeer al 3 weken een andere oorzaak dan een algehele lichamelijke crash te vinden: “Misschien moeten we andere hoofdkussens in bed?” Of: “We moeten het raam in de slaapkamer ’s nachts niet vergeten open te zetten. Of: “Ik denk dat ik gewoon te weinig vocht binnen krijg overdag.” De verkering kwam met: “Je zit natuurlijk de hele dag in de verflucht, daar krijg je ook hoofdpijn van.” Ik word gewoon oud. And it’s inevitable. Daar krijg ik hoofdpijn van.

17