web analytics

GASTLOG: ZIEK MELDEN

Je ligt al een uur wakker. Te wachten op het tijdstip dat je kunt bellen. Trillend pak je de telefoon en probeert met je ziekste stem de andere kant van de lijn te overtuigen dat je echt ziek bent. Hoofdpijn, buikpijn, overgeven (kan zeker niet ontbreken), kortom een flinke griep. Zelf weet je beter. Je kon het vannacht niet voor elkaar krijgen om te stoppen. Had jezelf voor genomen om tegen twaalven op te stappen, nog een nachtje van 7 uur te maken en dan maar een beetje brak op het werk te zitten. Maar ja, toen werd het net gezellig. En dan komt dat onvermijdelijke punt. Het loslaten. Het hele idee dat je vroeg op moet, dat je verantwoordelijk moet zijn, dat je het niet kunt maken enzovoort, enzovoort. Andere gedachten worden sterker. Mooie excuses als; je leeft maar 1 keer, ik moet nog 40 jaar werken en ik ben al een tijd niet ziek geweest, geven de rust om toch te genieten van deze uitzonderlijk leuke avond. Je slaat volledig door. Het wordt 3 uur, 4 uur en tegen de klok van 5 lig je eindelijk op je kussen. Teveel gedronken, wetende dat je de dag van morgen aan je voorbij moet laten gaan. Het schuldgevoel begint. Je ziet jezelf als karakterloos, ongedisciplineerd en vraagt jezelf af wanneer je toch eens volwassen wordt. Misschien wel nooit denk je bij jezelf. Als het telefoontje gepleegd is val je in een diepe slaap, slaap die je hard nodig hebt. In de middag word je wakker in een vreemde wereld. Voor je gevoel hoor je te werken, maar je vindt jezelf thuis. Een stevig ontbijt, een paracetamolletje, een krantje, de krachten komen terug.  ’s Avonds zit je op de bank, eigenlijk wel uitgerust. Zin om weer de stad in te gaan. Lachend laat je deze gedachten overwaaien. De dag erna vragen collega’s of je weer een beetje opgeknapt bent. Je perst er een fout hoestje uit: “Nou, een beetje zwakjes nog.” Snel vlucht je weer in de routine van elke dag. Nagenietend van die avond en nacht die je toch maar weer even meegepakt hebt. Met als bonus die heerlijke vrije dag.

23

GASTLOG: PIZZATERREUR

Wanneer je een tijd in Amsterdam woont mag je jezelf niet meer druk maken over wat er allemaal op de openbare weg gebeurt. Je kunt maar beter rekening houden met de andere weggebruikers dan jezelf frustraties bezorgen. Dit alles in het belang van de eigen veiligheid. Voorrang hebben in Amsterdam bestaat niet, je kunt hoogstens af en toe voorrang krijgen. Een taxi betekent stoppen. Een tram betekent terugtrekken en een groen voetgangerslicht betekent dat je een redelijk percentage hebt om veilig de overkant te bereiken. Dit moet je niet willen veranderen, dit is een kwestie van accepteren. Sommige mensen gaan echter te ver, namelijk de pizzakoeriers. Iedereen kent ze, de knetterende brommertjes met de vierkante magnetrons op de bagagedragers. Waar ze vandaan komen is mij een raadsel, maar elke keer bezorgen ze mij doodsangsten. Ze gaan altijd net voor me langs, net achter me langs en scheuren niets ontziend zeer drukke kruispunten over. Kamikaze-piloten van de bovenste plank. Een poging om het te gedogen mislukt elke keer, omdat mijn zenuwstelsel ook zijn grenzen heeft. Zo kwam ik laatst thuis en zat te trillen op de bank. Twee keer was ik bruut afgesneden en vervolgens zag ik hoe hij bijna onder een grote Albert Heyn-vrachtwagen, die gelukkig ook op de kleine weggebruikers let, geplet werd. Ik had een half uur nodig om weer tot rust te komen. Mijn vriendin kwam thuis en vroeg of ik even boodschappen wilde doen. Ik zei dat ik de deur echt niet meer uit ging. “Dan regel ik wel wat”, zei ze. Ze pakte de telefoon en voor ik wist wat er gebeurde, had zij al besteld. “En een beetje snel graag”, hoorde ik haar nog zeggen.

10

GASTLOG: TEPELSTAND

Ik ben een borstenliefhebber. Borsten prikkelen mijn zintuigen. Op straat kan ik een licht opgewonden gevoel krijgen, als ik een strak gespannen truitje voorbij zie komen of een goed decolleté, waarbij de contouren van de borsten al hoog op de borstkas zichtbaar zijn. Heerlijk. Niet de grootte van de borsten is belangrijk, maar de vorm en de stevigheid en natuurlijk niet te vergeten de tepel. Zo snelde ik mij pas geleden naar de winkel om de nieuwe Playboy te halen. Wat ik voor de rest van Katja Schuurman vind is in deze niet zo belangrijk, maar ik ben al jaren benieuwd of het terecht is dat ik altijd roep dat zij toch wel hele lekkere borsten heeft. Goed gevuld, stevig en ze lijken vrij natuurlijk. Des te groter was de teleurstelling. Waar vrienden mij al voor gewaarschuwd hadden bleek waarheid te zijn. De borsten zijn niet echt. Aan de onderkant zijn behoorlijke siliconen ingebracht. Niet eens zo heel slecht gedaan. Geen onnodige bobbels of rimpels en de ronding is bijna perfect. Helaas doet zich ook bij haar het onvermijdelijke probleem voor. De tepelstand. Staat bij een onbewerkte borst de tepel in het midden (lees: het zwaartepunt) van de borst, bij een onderin ingebracht implantaat verhuist de tepel ineens naar de bovenkant. En dan gaat de tepel een eenzaam bestaan leiden. Het lijkt alsof hij niet meer bij de ronding van de borst hoort, maar puur een aan- en uitknopje is geworden voor het gehele bovenlijf. Zonde, zonde, zonde. Katja heeft bij deze afgedaan. Haar strakke truitjes hebben geen zin meer. De hoog ingezette gleuf heeft geen fantasiewaarde meer voor mij. Ik blijf het beeld voor me zien van zwervende tepels. Hoewel de medische wetenschap een hoog peil heeft bereikt, zie ik hier voor de plastische chirurgie nog een schone taak weggelegd. De implantaten zien er steeds beter uit, maar de tepelstand lijkt nog nergens op.

12

LUNA ZIT EEN WEEK OP IBIZA

Het is zover. Eindelijk. Eindelijk. Ik heb al m’n werk afgerond, m’n haar is geverfd en de koffers zijn gepakt. Voor het eerst sinds 7 jaar (!) ga ik op zomervakantie. En mijn laatste wintervakantie is bijna 3 jaar geleden. Ik heb het niet zo op vakanties. Meegekregen van vroeger. Toen ik nog thuis woonde ben ik welgeteld 1 keer met m’n ouders op vakantie geweest en toen was ik 4. We konden niet weg, want m’n moeder moest voor oma zorgen (mijn oma is nu 8 jaar dood en m’n ouders zijn nog steeds niet op vakantie geweest, maar dat terzijde). Het is te veel geregel. Te veel gedoe. Koffers pakken. Beslissen welke cd’s meegaan. Beslissen welke boeken meegaan. Oppas voor de katten regelen. Allemaal dingen regelen! En dit keer kwam er nog een extra regeltaak bij. Want wat te doen met m’n site? Onbeheerd achterlaten had gekund, maar gezelliger is het om iemand te laten gastloggen. Maar dan weer geen bestaande logger. Die moeten gewoon op hun eigen site blijven. Veel leuker is het om mijn lezers kennis te laten maken met iemand uit mijn vriendenkring. Dus volgende week zal vriend B. deze site voorzien van zijn teksten. Vriend B. en partner P. kennen elkaar van vroeger. Van het voetbal. Van de E-tjes. Al bijna 30 jaar dus. En als vriend B. er niet was geweest, dan had ik partner P. nooit leren kennen, want ik ken vriend B. uit mijn studentenkroeg. Een studentenkroeg waar partner P. normaal gesproken niet voor z’n lol zou komen. Een goede vriend dus, vriend B., en een goed schrijver, want ik laat natuurlijk niet zomaar iemand op m’n site. Ik ben er volgende week zondag weer, hoogstwaarschijnlijk met verbrandde schouders, borsten, billen, benen en neus.

14

LUNA ZEGT: “HET PAST WEL!”

“Nee, dat gaat niet lukken hoor. Nee, dat past nooit”, hoorde ik gisteren meerdere malen. We hadden een borrel, want partner P. was jarig. Vol trots liet ik iedereen de digitale foto’s van m’n nieuw verworven 4-zitsbankstel zien. “Goed hè? Goed hè? Maar € 50,-! En voor dat geld heb ik ook nog eens 2 bijpassende stoelen op wielen!”, riep ik. “En ze komen alles morgen brengen!” “Dat is heel mooi Luun, maar hoe krijg je dat ding naar 2 hoog dan?”, vroeg iedereen. “Gewoon tillen! En ex S. komt helpen”, zei ik compleet zeker van m’n zaak. “Nee, maar jullie trappenhuis is veel te smal. Die bank is gigantisch. Monstrueus. Dat past niet. Ik weet het zeker. Ik zou hem omhoog takelen als ik jou was”, zei iemand. “Wat?”, vroeg ik. “Ja, door het raam, aan een katrol”, hoorde ik. “Nee, daar begin ik niet aan. Als het niet lukt, dan laat ik ‘m buiten staan. Dan hoef ik ‘m niet meer. Maar het gaat passen. Echt”, zei ik. Niemand geloofde me. Niemand. De mannetjes van de winkel zouden tussen 12.00 en 15.00 de bank met stoelen voor de deur afleveren. Ex S. zat hier precies om 12.00 aan de koffie en de mannetjes stonden precies om 15.00 op de stoep. “Wat denkt u, past die bank hier door het trappenhuis?”, vroeg ik aan 1 van de mannetjes. “Nou, ik denk van niet”, zei hij. Ook de buurvrouwen van beneden kwamen zich ermee bemoeien. “Oooooh, nee hoor! Dat gaat niet. Wil je die omhoog krijgen? Nee, hoor, nee, die kan die bocht niet maken. Nee”, zei de ene buurvrouw en de andere buurvrouw knikte instemmend. Ook ex S. had er weinig vertrouwen in, maar hij hielp me toch, onder toeziend oog van beide buurvrouwen, met het naar boven sjouwen van de 4-zitter. Iets wat overigens in 1 minuut gebeurd was. Heerlijk! Heerlijk! Heerlijk, als je gewoon gelijk hebt.

23

HET LEVEN IS VERRUKKULLUK

Mijn borsten zijn mooier dan die van Katja Schuurman. Waar al die mannen zich druk om maken weet ik niet, maar als ik een man was, dan zou ik het niet prettig vinden om naar een stel nepborsten te kijken. En zeker niet om ze in m’n handen te houden. De mijne zijn echt en daar kan ik ook nog eens extragratis mee schudden als ik het wil. Met je borsten schudden is verrukkulluk. Drinken is verrukkulluk, roken is verrukkulluk, zoenen is verrukkulluk, seks is verrukkelluk. En de sperzieboontjes waren vandaag in de aanbieding en ik heb ontdekt dat het makkelijker is om de topjes van de boontjes er met een schaar af te knippen dan ze eraf te snijden. Dan ben je 26 en dan ontdek je zoiets fijns! En ik heb vandaag de eerste meubelstukken gekocht voor in het nieuwe huis; een geweldige (jaren ’70) 4-zitsbank, inclusief 2 bijpassende 1-zitters op wieltjes voor de uiterst vriendschappelijke prijs van € 50,-. En het feit dat ook partner P. zeer tevreden was met deze aankoop stemt mij blij. Zonder overleg heb ik essentiële meubelstukken aangeschaft en onze smaken blijken toch overeen te komen! De wereld is zo gek nog niet. Ook kwam er vandaag een schitterend goudkleurig cadeautje met de post; mijn eerste creditcard. Een belangrijk moment om even bij stil te staan. Je eerste creditcard vergeet je je leven niet! En over 4 nachtjes slapen ga ik naar Ibiza. Eigenlijk al na 3 nachtjes slapen, want het vliegtuig vertrekt zondagochtend om 5.00. En al is 5.00 een behoorlijk onchristelijke tijd om te vliegen, het is heerlijk. Midden in de nacht naar een land van bestemming vertrekken en de zon op zien komen terwijl ik in een vliegtuig mijn geplastificeerde ontbijtje nuttig lijkt mij het mooiste dat er is! (Het opschrijven van positieve dingen schijnt therapeutisch te werken.)

40

ALLES IS KUT

Ik heb de laatste tijd een paar verontruste mailtjes gekregen van lezers. Of het wel helemaal goed met me ging. M’n stukjes waren een beetje van de depressieve de laatste tijd vonden ze. Dat klopt. Mijn laatste stukjes zijn ook een beetje depressief. En ik ben het zelf ook een beetje. Misschien is het woord ‘depressief’ wel te zwaar. Misschien zou ik ‘een beetje overspannen’ moet schrijven. Maar dat klinkt ook te zwaar. Of ‘even een dip’. Maar het beste: ‘Ik voel me kut’. ‘Kut’ is een prachtig woord! De wereld is kut, alles is kut. Een huis kopen is kut. Een huis laten verbouwen is nog veel kutter. De bouwwereld is kut. Aannemers zijn kut. Bouwbegeleiders zijn kut. Onderaannemers zijn nog veel kutter. Roken is kut. Willen stoppen met roken is nog veel kutter. Afvallen is kut. Als dat dieet niet lukt is het nog veel kutter. Elke dag koken is kut. Dat je daarna ook elke dag moet afwassen is nog veel kutter. Te veel drinken is kut, maar dat je de dag daarna een kater hebt is nog veel kutter. Met de trein naar je ouders is kut. Weer naar huis moeten terwijl het zo gezellig was is nog veel kutter. Dat ik niks heb om aan te trekken is kut, maar dat ik dan de was moet doen is nog veel kutter. De kattenbak verschonen is kut, maar dat ze daarna alledrie die bak binnen 10 minuten volschijten is nog veel kutter. Wakker worden is kut, maar dat dat tegenwoordig elke dag om 7.30 gebeurt is nog veel kutter. Het leven is kut, maar het zou nog veel kutter zijn als ik er niet af en toe hard om zou kunnen lachen.

36

LUNA’S POGING TOT STOPPEN MET ROKEN #235

Elke maandagochtend probeer ik te stoppen met roken. Echt. En elke maandagmiddag als ik net uit bed kom en achter m’n computer kruip is het eerste wat ik doe een sigaret opsteken. Luna heeft een ruggengraat van niks. Nu kreeg ik vorige week het lumineuze idee om het boek ‘Stoppen met Roken’ van Allen Carr aan te schaffen. Voor € 12,50 (zo’n 3,85 pakje Gauloises rood, dus 77 sigaretten) kocht ik het boek en na het lezen van dit boek zou ik volgens Allen ‘de rest van m’n leven blij zijn dat ik niet meer rook’. Ik vond het een mooi plan. Boekje lezen en vervolgens zo’n € 1186,25 (365 pakjes Gauloises rood, dus 7300 sigaretten) per jaar uitsparen. Way to go Allen! Vol goede moed begon ik aan het boek. Gewoon doorroken tijdens het lezen van het boek was het advies van Allen. Fijn advies. Ik weet niet wanneer het precies is misgegaan, maar zeer hoogstwaarschijnlijk na het lezen van de woorden ‘makkertje’ en ‘monstertje’. Allen noemt mijn sigaretten ‘mijn makkertjes’. En hij noemt mijn verslaving ‘het monster in mijn hoofd’. Valt niet serieus te nemen, zo’n kerel. Een blik op de cover van het boek leerde mij dat meneer Carr er met een zeer zelfingenomen fotootje op staat. Met een kop van ‘ik-ben-lekker-gestopt-en-jij-nog-lekker-niehiet!’ Die kop in combinatie met de woorden ‘makkertje’ en ‘monstertje’ hebben mij ogenblikkelijk doen besluiten het boek aan de kant te leggen. Ik denk dat ik er gewoon nog niet aan toe ben. Pas als de woorden ‘makkertje’ en ‘monstertje’ tot mijn gesproken vocabulaire behoren wil ik er nog eens over nadenken. Tot die tijd is het boek ‘Stoppen met Roken’, van Allen Carr af te halen bij Luna. In ruil voor 77 sigaretten.

44

OVER NEDERLANDSE KUTSYSTEMEN

Ongeveer 2 maanden geleden ben ik gestopt met mijn werk in de verstandelijk gehandicaptenzorg. Ik wilde weer eens wat anders. Ik wilde weer in de thuiszorg werken. Toen ik net een jaar in Amsterdam studeerde heb ik 3 maanden als thuishulp gewerkt en dat wilde ik weer. Toen ging ik elke woensdag bij een oud Amsterdams baasje langs die net uit het ziekenhuis kwam. Helpen met afwassen, boodschappen doen en stofzuigen. Dat soort dingen, maar eigenlijk wilde het Amsterdamse baasje alleen maar koffie met me drinken en praten over vroeger. Over de oorlog en over toen. Dan stond ik om 9.00 bij hem voor de deur en dan had hij al koffie gezet. “Ga eerst maar even lekker zitten”, zei hij dan, “ik heb hier om de hoek een lekkere mokkapunt gehaald.” En dan praatten hij en dan luisterde ik. Van de 3 uurtjes die ik bij hem was deed ik misschien 1 uurtje iets. Dat vond hij ook niet zo belangrijk. Het huishouden. Voordat ik bij hem aanbelde was ik al bij een oud vrouwtje langs geweest. Om steunkousen aan te doen. Die kousen waren binnen 3 minuten aan en de rest van het halfuurtje vulden we met sigaretjes roken en praten. En woensdagmiddag ging ik altijd naar een keurige Amsterdamse dame. Ze had niemand meer en ze kende ook niemand meer. Ze werd dement. We moesten altijd samen lachen om dingen uit de krant, want die las ik voor. Ze was 91 en ik was best een beetje verliefd op haar. Dat wilde ik dus weer, 2 maanden geleden. In de thuiszorg. Maar toen ik me inschreef bij het uitzendbureau bleek het allemaal nogal ingewikkeld. “Als je voor ons wil werken moet je in het ziekenfonds”, zei het uitzendmeisje. “Maar ik werk freelance als tekstschrijver en daarom moet ik particulier verzekerd zijn”, zei ik tegen het meisje. “Je moet in het ziekenfonds, anders kan het niet”, zei ze. “Maar het ziekenfonds wil me niet, want ik verdien te veel”, zei ik. Dan kon het niet, zei ze. Dan niet, stomme trut, je weet niet wie je mist, dacht ik. Maar ik vraag me al 2 maanden af of ik zelf niet iets mis.

19

LUNA HEEFT ‘GESPORT’

Al een aantal weken riep ik tegen mezelf en tegen anderen dat ik de volgende dag vroeg op zou staan om te gaan zwemmen: “Dan sta ik om een uur of 7.00 op en dan zwem ik een uurtje en dan ben ik weer fris thuis voor 9.00!” “Luun, je hoeft jezelf niet voor de gek te houden hoor”, was het antwoord van zowel mezelf als de rest. Ook P. geloofde er niet in en toen ik vanmorgen om 9.00 uit bed ging met als doel een paar baantjes te gaan zwemmen. Hij ging er eens goed voor zitten, stak een sigaret op en begon me met een argwanende blik en een grote glimlach te bestuderen. “Ik ga echt hoor!”, zei ik terwijl ik allerhande badpakken en bikini’s checkte voor de spiegel. “Kan deze”, vroeg ik toen ik een tijgerbikinietje aanhad. Die kon prima, zei P. en hij lachte nog maar eens. Vol goede moed fietste ik op m’n vouwfietsje richting zwembad. Wat mij betreft was dat fietstochtje alweer genoeg beweging voor de zaterdagochtend, maar ik mocht niet meer terug van mezelf. Keurig betaalde ik € 3,- (€ 3,- daar koop ik verdomme een pakje sigaretten voor!) aan de juffrouw van het zwembad en keurig stopte ik m’n tas na het omkleden in een locker. Armbandje met sleuteltje aan m’n pols, even onder de douche en daarna met m’n tijgerbikini in het 25-meterbad. Stelletje fanatiekelingen, oude vellen en een badmeester om me heen. Dat mensen voor hun plezier op zaterdagochtend hun bed uitkomen om te gaan zwemmen is me nu nog een raadsel. Na 20 baantjes in een half uurtje hield ik het voor gezien. Ik vond er geen flikker aan, dat hele zwemmen. En ik heb nu al spierpijn. Maar het was een memorabele ochtend. Luna heeft bewust bewogen. Luna heeft ‘gesport’. Zo. Dat hebben we ook weer gehad.

23