LUNA IS VAN DE PLASPOLITIE
“Liefje”, zei P. woensdagavond, “Bruce begint heel erg te trillen.” Oh, nee, niet weer! Niet weer! Ik voelde Bruce’s trillende lijfje, zag de paniek in P.’s ogen en raakte meteen zelf weer helemaal in de stress. Net nu het toch al bijna 24 uur goed leek te gaan. We hadden blijkbaar te vroeg gejuicht, dus ook die nacht sliep ik wéér amper, want nog een keer spoedkliniek wou ik Bruce niet aandoen. Om een uur of 4.00 hoorde ik gerommel in de kattenbak. Maar was het Bruce? Of Digweed? Of nog een ander? Waar zijn ze? Hoe kom ik er eigenlijk achter of Bruce wel genoeg plast? Hoe weet ik of dat handjevol pillen dat hij elke dag slikt ook daadwerkelijk effect heeft? Hoeveel plast een kat eigenlijk? Deze en meer pis-gedachten hebben mij die hele ochtend bezig gehouden. Tot ik eindelijk weer kon bellen met mijn eigen dierenarts om 8.30: “Hoi, je spreekt met Luna, de eigenaar van Bruce.” “Oh, de kat van de ansichtkaarten, ik heb vrijdagnacht voor hem gezorgd in de spoedkliniek”, zegt de dierenarts, “maar ik werk nu een dagje hier.” Ik wilde eigenlijk gaan gillen, want zoveel verschillende artsen en verhalen en conclusies en diagnoses kon ik eigenlijk niet meer aan, maar ik legde haar toch uit wat er allemaal nog meer gebeurd was sindsdien en welke medicijnen Bruce slikte. Van haar begreep ik dat Bruce ‘als stresskatertje’ het medicijn dat hij moest hebben, een plasbuis-ontspanner, volgens haar te weinig kreeg. Zucht. Hele diepe grote zucht. En toen werd ik boos. Boos op het hele dierenartsen-systeem. Boos op de miscommunicatie tussen dierenartsen onderling. Boos om het feit dat ze mij nooit écht goed hebben uitgelegd wat er aan de hand is, welke medicijnen waarvoor zijn en wat het effect is. Boos omdat elke dierenarts iets anders leek te zeggen. En misschien ook wel boos op mezelf, omdat ik er te veel op vertrouwde dat de dierenartsen wisten waar ze mee bezig waren. Maar per donderdagmiddag vertrouw ik vooral op mijn poezenmoeder-instinct. Alles wat er in en wat er uit mijn kater gaat houd ik minutieus bij. Als Bruce op de kattenbak heeft gezeten, ga ik er meteen achteraan om alles eruit te scheppen en te verzamelen. Hij kijkt weer zeer helder uit z’n ogen en al pist-ie nog steeds met horten en stoten, hij pist nu tenminste wel. What goes in, does come out. En dat is momenteel het belangrijkste.
MAMMA LUNA, BRUCE EN KARBONADES
Toen m’n moeder woensdagavond de karbonades stond te kruiden was Bruce er als vanouds weer als de kippen bij!
BRUCE DOET HET WEER ENIGSZINS
“Op de röntgenfoto’s is niks te zien”, zei de dierenarts. “Oh, en dat betekent?”, vroeg ik. “Dat er geen blaasgruis of andere verstoppingen in z’n blaas of penis te vinden zijn”, zei ze. “Oh, dat is mooi dus?”, vroeg ik. Dat was zeker mooi, maar daarmee was het probleem natuurlijk niet opgelost, want Bruce plaste nog steeds niet echt lekker. “Waarschijnlijk ligt het dan aan stress, in combinatie met de blaasontsteking en de blaaskrampen”, zei ze. “Hij moet dus gewoon ontspannen?”, vroeg ik. Ja, dat zou het kunnen zijn, want intern was er niks mis met ‘m. Z’n bloedwaarden waren allemaal goed, z’n nierwaarden waren goed, z’n temperatuur was goed en op de röntgenfoto’s werd na 6 keer katheteriseren ook geen blaasgruis meer waargenomen. Stress dus. Bruce is een zenuwelijertje dus. Het treurige van deze voorlopige conclusie is dat de tweede dierenarts die ik sprak hetzelfde opperde, maar dat Bruce daarna toch nog 5 keer is gekatheteriseerd. En dat Bruce Lee tussendoor dus aan nóg meer stress, van taxi’s, nieuwe mensen, eenzame opsluiting en ‘mooncollars’ is blootgesteld. Het positieve van deze voorlopige conclusie is dat Bruce gisteravond gewoon naar huis mocht. Zonder ‘mooncollar’ en zonder ingenaaide katheter. Zelden heb ik ‘m zo blij gezien! Luid spinnend en kopjes gevend lag hij bij P. en mij op de bank. En al liep hij veel vaker dan normaal naar de bak, hij leek weer z’n eigen vertrouwde zelf. Vannacht zette ik om de 1,5 uur de wekker om te checken hoe het met hem ging. En zo op het eerste gezicht ging het eigenlijk best goed. Hij heeft zelfs Lolita al een flinke tik op haar kop gegeven. Aan het einde van de ochtend belt de dierenarts om alles te bespreken. En vandaag komt m’n moeder naar Amsterdam om mee te helpen met de was, het huishouden, de echte poezen en de PloesiePoesies. Want na eerst zelf bijna 2 weken ziek te zijn geweest en daarna 5 dagen en nachten met een doodzieke kater te worden geconfronteerd is mijn energie-level tot min het nulpunt gedaald. En dat is een zwaar understatement. Bruce en ik zijn allebei heel hard toe aan een ontspannende reiki-massage.
LUNA IS DE WANHOOP NABIJ
Maandagavond mocht ik nog even welterusten komen zeggen bij de dierenarts voordat Bruce 12 uur de nacht alleen door zou brengen. Ze hadden ‘m weer een katheter ingenaaid en weer een plastic ‘radio-kap’ omgedaan, waar hij zich hevig tegen verzette. Terwijl ik met een kopje koffie naast ‘m zat, zag ik dat hij met z’n lenige lijfje zelfs in staat was om de rand van de kap onder z’n katheter te wippen en ‘m er zo langzaam uit te duwen. “Dat gaat niet goed zo hoor”, zei ik tegen de dierenartsarts, “hij trekt die katheter er vannacht gegarandeerd weer uit.” “Dan doe ik ‘m ook nog een ‘mooncollar’ om”, zei de dierenarts en vervolgens klittebande ze een soort zwemband om z’n nek. Of ik even op wou letten hoe het ging. En terwijl ik nog maar een kopje koffie dronk, zag ik Bruce een heftige strijd leveren met de ‘mooncollar’. Hij had z’n pootje er al tussen gewurmd. Mooi niet dat ik hem vannacht alleen liet met die kap en die zwemband. “Ik neem ‘m mee vannacht hoor, hij stikt anders in dit ding”, zei ik. “Dan zit je wel met een lekkende kat, want hij heeft een kathether”, zei de dierenarts. “Kan mij het schelen, hij mag m’n hele huis onder lekken”, zei ik. En vervolgens gingen we wéér naar huis, met wéér een taxi. Om er thuis na een uur achter te komen dat die katheter er in het kattenmandje al uit was gegaan, om vervolgens wéér met een Bruce te zitten die niet kan plassen, en om even later zelfs met een volledig in paniek rakende Bruce te zitten die bijna zou stikken in die ‘mooncollar’. De ‘mooncollar’ heb ik razendsnel los moeten knippen, anders was Bruce dood geweest. Na die hele toestand bracht ik ‘m wéér naar de spoedkliniek, waar ze ‘m wéér een katheter gaven. Vanmorgen kon ik ‘m daar wéér ophalen om ‘m met de dierenambulance, want de taxicentrale was volledig overbezet, wéér naar m’n eigen dierenarts te brengen. Er worden nu foto’s gemaakt. En ik ben ondertussen zo kapot dat ik niet kan stoppen met huilen. Ik ben gewoon ziek en misselijk van radeloosheid.
BRUCE LEE IN HET ZIEKENHUIS
Het ging nog helemaal niet zo goed met Bruce Lee. Na vrijdagnacht, zaterdagmiddag en zaterdagnacht een bezoekje aan de spoedkliniek gebracht te hebben, hebben ze ‘m daar nu gehouden. Hij wordt helemaal doorgespoeld en ik kan ‘m morgenochtend waarschijnlijk weer ophalen. Maar hij zit daar doodsbang in z’n kooitje en eet niet en drinkt niet. En ik zit precies hetzelfde hier thuis.
Update 1: Zondagavond op ziekenbezoek geweest bij Bruce in de dierenkliniek. Hij ligt aan het infuus en heeft een katheter én zo’n zielige, doorzichtige kap om z’n kop. Ondanks dat kijkt hij een stuk beter uit z’n ogen dan de afgelopen dagen en al hebben 5 dierenartsen steeds iets anders gezegd, ik heb nu toch wel iets meer vertrouwen dat het allemaal goed komt. Dus vannacht hoop ik eindelijk de 4 uur slaap die ik sinds vrijdagochtend heb gehad een beetje in te halen.
Vraag: Zou ik alle dierenarts-kosten, nu toch al zo’n 800 euro, af kunnen trekken van de belasting? Bruce Lee is immers toch de promopoes van mijn bedrijf!
Update 2: Maandagochtend heb ik Bruce opgehaald uit de spoedkliniek. Die nacht had hij z’n kathether en z’n infuus eigenpotig uit z’n lijf getrokken. Er zat dus weer wat pit in m’n mannetje. Ook thuis deed hij het 4 uurtjes heel erg goed. Lekker loungen, lekker eten, lekker drinken. En daarna ging het weer mis. Hij kon nog steeds niet plassen. Ik kom net terug van mijn eigen dierenarts, waar hij nu weer is opgenomen en weer is gekathetheriseerd. Hij zit nu op de valium en de morfine en daar kan ik zelf ook wel wat gebruiken. Morgen worden foto’s en een plan gemaakt. Vannacht moet-ie 12 uur helemaal alleen bij de dierenkliniek blijven, want ’s nachts heeft geen enkele dierenarts dienst. En de beslissing om hem helemaal alleen te laten vond ik misschien nog wel de moeilijkste van de afgelopen 4 dagen.
NO MORE BLIKKIE BLIKKIE FOR BRUCE
Wanneer ik ‘s ochtends boven kom om de poezen eten te geven volgens de gebruikelijke ‘blikkie, blikkie, blikkie’-methode, komt Bruce Lee niet aanlopen. Hij ligt op z’n rug op de bank en kijkt me glazig aan. “Lekker blikkie”, zeg ik, maar hij komt nog steeds niet. Wanneer ik ‘m probeer te aaien geeft hij een rare grom en wanneer ik ‘m optil en op de grond zet blijft hij ineengedoken zitten. In 1 seconde voel ik volledig instinctief en daardoor 100% zeker; deze kat is niet lekker, deze kat is ziek, deze kat gaat dood, deze kat moet nu, nu, nu naar de dierenarts. En voordat ik mezelf toesta in volledige paniek te gaan staan janken, bel ik de dierenarts voor een spoedafspraak en daarna een taxi. Daarna frommel ik Bruce Lee in een mandje en daarna bel ik naar P. om volledig hysterisch door het lint te gaan. “Hij heeft iets heel ergs, ik ben zo bang dat hij dood gaat”, huil ik. “Het komt allemaal goed meisje”, zegt P., maar ik hoor in z’n stem dat hij er ook niet gerust op is, waarschijnlijk omdat ik zo sta te janken. En de taxichauffeur werkt ook niet echt mee, want die blijft maar lullen en lullen over z’n eigen poezen thuis en dat hij net een kleintje van 10 weken heeft. Kan mij het schelen dat jij 3 gezonde katten thuis hebt! Ik zit hier met een stervende kater in een mandje. Mijn muze! Mijn baby Bruce! Hou je bek man, doorrijden en gas! Mafketel! De rest van de taxirit en het consult bij de dierenarts is volledig langs mijn waterige ogen voorbij gegaan. Ik heb m’n moeder gebeld en P. gebeld. En P. heeft al zijn bezigheden meteen neergelegd om samen met mij te wachten tot Bruce uit z’n narcose kwam. Ik was bang! Ik was zo ontzettend bang dat hij dood zou gaan. Maar meer dan 5 uur later lag ik samen met Bruce Lee met een kaalgeschoren bef in een PloesiePoesie-dekentje gewikkeld op de bank. Als ik een dag later naar de dierenarts was gegaan, dan was het foute boel geweest. Nu is zijn urinebuisje ontstopt, z’n blaas geleegd en z’n bloed onderzocht. Hij krijgt een antibioticakuur voor z’n blaasontsteking, andere pillen voor de pijn en ik kan hem niet eens troosten met wat comfort food. Want hij moet z’n leven lang op een speciaal dieet. En ik op een cursus ‘omgaan met moeilijke poezensituaties’.
HONGAARS? ANYONE?
Ik kan het altijd proberen: bevind er zich onder mijn lezers misschien iemand die een woordje Hongaars spreekt? Er is een stukje geschreven over de PloesiePoesies, maar ik begrijp er weinig van. Iemand wel?
Klik voor ingewikkeld artikel
DE PLOESIEPOESIE-PRIJZEN
Vandaag, 12 september, zijn alle PloesiePoesie-prijzen op de post gegaan. Dus iedereen die heeft meegedaan met de quiz ontvangt (als de TNT doet wat ze beloofd) morgen leuke post!
LUNA EN HAAR HERFST-CRASH
“Oh, liefje, ik heb het er nu écht mee gehad hoor”, kermde ik vorige week alle dagen zachtjes door de telefoon. “Wat is er dan?”, vroeg P. begripvol. “Ik wil dingen gaan doehoehoen”, zei ik, “maar ik ben zo moehoehoe. En ik heb zo’n spierpijn. En ik vind er helemaal niks meer aan zohoho.” “Doe nou maar gewoon eens rustig aan”, was zijn advies. “Ja, maar dat is het ‘m juist”, zei ik, “ik kan niet anders dan rustig aan en daar word ik zo ziek van.” Dus ook al voelde ik me vreselijk, ik vond het toch nodig om elke dag eventjes rustig-aan wat dingetjes te doen. En zondag vond ik het ook wel weer genoeg geweest met dat rustig-aan-doen. Ik ging op volle kracht weer dingen doen. Dus ik naar de verjaardag van vriendin Y., want die had hapjes en drankjes beloofd! En ik voelde mij daar wonderbaarlijk opgeknapt. Praatje hier, praatje daar, glaasje gewürztraminer hier, heerlijk hapje daar. Niks mis meer met mij. Ik stond weer in het leven! Ik kon weer aan het werk maandag. Maar ik belde maandagochtend weer naar partner P.: “Ik ben nog veel ziehiehiehieliger dan eerst!” Om daarna de hele dag op de bank te hangen en mezelf volledig in de weg te zitten. Dinsdagmiddag weer hetzelfde verhaal en na een zeer intensieve opleving van 3 uur deze ochtend, stortte ik weer enigszins in deze middag. “Jij zegt altijd dat ik zo zielig loop te doen als ik ziek ben, maar jij bent nog een veel ergere zieke dan ik”, vond P. toen ik weer door de telefoon liep te zeuren. “Echt niet”, zei ik. “Jij bent een zieke die zo snel mogelijk weer wil gaan werken, dat zijn de ergste”, vond hij nog veel meer, “en als je je er nou niet gewoon aan overgeeft, dan duurt het echt nóg veel langer voordat je aan het werk kan. Het is hollen of stilstaan met jou, dat slaat nergens op.” Hij zegt het. En ik weet het. Maar er iets mee doen, dat lukt me dus niet. Mijn lijf is momenteel een motor die steeds maar weer afslaat. Vanavond maar weer eens wat dingen doen. En morgen zie ik dan wel weer.
LUNA’S ONZEKERHEID
De weekopdracht van het Nietlief-collectief van deze week luidde: ‘schrijf een stukje over je onzekerheid of je zekerheid.’ Na lang nadenken kwam ik erachter dat er maar 1 ding is waar ik echt onzeker van wordt en dat is tijd. Dus nu op www.nietlief.com te lezen; Luna leeft altijd in onzekere tijd. Klik.