PIST BRUCE WEL OF PIST BRUCE NIET?
“Ja, en aan het einde van de antibioticakuur moet je even langskomen met z’n urine”, had de dierenartsassistente gezegd. “Ehm, hoe ga ik dat precies doen dan?”, had ik gevraagd. “Nou, dan koop je dit zakje met plastic korrels en dan leg je die korrels in de kattenbak en dan zuig je de urine op met het bijgeleverde pipetje”, had de assistente gezegd. “Oh, nou, handig”, had ik gezegd. Als ik toen had geweten dat die uitleg mij € 3,80 had gekost, dan had ik waarschijnlijk de hele wachtruimte bij elkaar gegild of ze nou godverdegodver écht helemaal gek waren geworden om € 3,80 te berekenen voor een lul-gesprekje. Maar op dat moment had ik de rekening nog niet gezien. Dus ik gilde niet. Nee, ik ging vol goede moed met de plastic kattenbakkorrels naar huis. En na de antibioticakuur mocht Bruce de hele nacht bij P. en mij op de slaapkamer slapen met de deur dicht, zodat hij wel op die plastic kattenbakkorrel-bak moest plassen. Dacht ik dan. Want Bruce wou wel prinsheerlijk en languit tussen P. en mij in liggen, maar pissen op die bak, dat wou hij dus niet. Bruce wilde pissen op z’n eigen bak. In de keuken. En niet in de slaapkamer. Hem ook overdag opgesloten houden in de slaapkamer had een volledige hysterisch en uit z’n panty knappende Bruce tot gevolg. En hij hád het al zo moeilijk gehad, gilde hij door het hele huis. Niet ook nog dit! Na 3 dagen proberen gaf ik het hele Bruce-pisgebeuren op en belde ik de dierenarts. “Kom maar langs, dan kan jij misschien die urine uit z’n blaas knijpen, want mij lukt het niet en ik ga dat beest niet nog een keer in een mandje stoppen en weer met de taxi.” Of ik toch even langs kon komen dan. Om een infuus op te halen. Zodat ik Bruce dan onder de huid kon prikken om hem zo wat vocht toe te dienen, zodat Bruce ook daadwerkelijk zou pissen als ze langskwam. Say what? Ikzelf Bruce prikken? Met een naald? Een infuus? “Ja, doei”, zei ik, “kom maar gewoon langs.” “Schikt het om 16.30?”, vroeg de dierenarts. “Ik ben er klaar voor”, zei ik, “tot straks.” En op het moment dat ik de telefoon uitdruk zie ik Bruce de hele keukenvloer onderpissen. Pipetje erbij en opzuigen die handel. Mooi
€ 65,- uitgespaard.
HET LAATSTE TABOE IN BED
Van een beetje bondage, rimmen, elektroshock-seks, trillende eenden of vibrerende aapjes tussen de lakens is niemand meer onder de indruk. En ach, dat je man het ook best wel eens lekker vindt om met een voorbinddildo in z’n kont geneukt te worden: moet kunnen. Een beetje wurgseks; ah joh, zolang er niemand écht stikt kan het een toegevoegde waarde aan je seksleven zijn. Nee. Het laatste taboe in bed is het slapen met een knuffelbeest! Althans, volgens de Viva dan. Want… deze week in de echte Viva én bij de online versie van de Viva een wedstrijd. Een wedstrijd waarbij je moet vertellen, in woord én beeld, over jouw knuffelbeest. En de inzender van het leukste verhaal en foto wint PloesiePoesie #069, Charles! Nu is het volgens Dr. Phil dus helemaal niet de bedoeling dat je als volwassen vrouw of man nog steeds met een knuffelbeest slaapt. Is volgens hem iets met geen verantwoording durven te nemen voor je eigen leven, niet volwassenen willen worden en het niet open willen staan voor een serieuze relatie. En nu ben ik het heel vaak met Dr. Phil eens, want hij zegt best goede en geinige dingen tussendoor, maar in deze knuffelbeer-kwestie is mijn antwoord: “Fuck you Dr. Phil.” Want ik schaam mij geenszins voor het feit dat ik al 31 jaar met beer in bed slaap. Ik schreef er 3 jaar geleden al over: ‘Mijn naam is Luna, ik ben 28 en ik slaap nog met een knuffelbeer. Hij heet Monks en Monks is een vriend. Ik hoef niet naar een praatgroepje, maar er zijn ex-vriendjes geweest die meer moeite met Monks hadden dan ik.’ En 3 jaar later, ik ben 31, slaap ik nog steeds met Monks. Zeker in tijden van ernstige stress, zoals een doodzieke kater die een nacht bij de dierenarts moet blijven, of in tijden van milde stress, een partner P. die voor z’n werk een nacht of 2 ergens anders slaapt, grijp ik nog altijd naar mijn knuffelbeer. Veilig. Mijn Monks voelt veilig. Als ik hem vasthoud dan kan ik, al is het maar heel even, terug naar een tijd waarin er nog helemaal geen ingewikkelde dingen gebeurden in m’n leven. Dus op volwassen leeftijd slapen met een knuffel, daar heb ik helemaal geen problemen mee. Maar seks met m’n knuffelbeer? Dát is pas écht mijn laatste taboe in bed.
Klik voor artikel.
LUNA: EEN CAT HOARDER?
De opdracht van deze week voor het NietLief-collectief: ‘Schrijf een ode aan je huisdier.’ Dit alles in het kader van Dierendag gisteren.
Klik voor Luna’s column!
LUNA EN DE BANDANA-NEGER
“Hé, waar kom jij vandaan schatje?” Vanuit het donker komt een jongen mijn kant op lopen. Ik sta onder een lantaarnpaal bij een bushalte in Almere en doe een snelle bodycheck; lekkere neger, leuke bandana en hij kijkt nuchter uit z’n ogen. Ach, een praatje kan best. “Ik heb net bij een vriendin gegeten”, zeg ik. “En waar ga je nu naartoe?”, vraagt de neger. “Naar Amsterdam”, antwoord ik. “Naar je kinderen?”, vraagt hij. Deze bandana-neger laat duidelijk geen gras over zijn flirtpoging groeien. Maar ach, een beetje flirten kan best. “Nee, naar m’n 4 katten”, vertel ik ‘m. De neger lacht een rijtje parelwitte tanden. Doe mij een in-mij-geïnteresseerde neger, een bos rastahaar in een bandana, een rijtje parelwitte tanden en ik ben bereid de moeder van z’n kinderen te worden. In een ander leven dan. “Ben je getrouwd?”, vraagt hij. “Nee, maar ik ben wel verloofd”, zeg ik. Nog niet getrouwd, dus er zijn zeker nog wat openingen bij mij te vinden, moet de bandana-neger hebben gedacht. “Kom je een keertje thee bij me drinken?”, vraagt de bandana-neger, “ik woon hierachter.” “Nou, dat vind m’n vriend vast niet zo’n goed idee”, antwoord ik laf, maar ik kijk ‘m zwijmelend aan. “Af en toe een beetje snoepen mag toch best?”, vraagt de neger. Strikvraag. “Ehm, nou, volgens mij niet.”, zeg ik. “Maar je hebt snoepen en snoepen”, vertelt de neger en hij kijkt me aan met heerlijke Bambi-ogen en ik ben bijna bereid om alles te geloven wat hij zegt. “Oh ja?”, vraag ik. “Ja”, zegt hij, “als je bij mij komt snoepen, dan zal ik je daarna niet de hele tijd gaan bellen, weet je wel.” Bellen? Bellen? We hadden het toch over neuken? Hoe komt hij nu er nu ineens bij dat hij me zou gaan bellen? Heel m’n droom van een rampetampende neger met kokosvet in z’n haar en alle standjes van de Kamasutra en dan als een soort van duo-penotti in elkaar versmelten in 1 keer naar de klote. “Bellen?”, vraag ik. “Hoe bedoel je?” “Je nummer aan me geven, weet je wel”, zegt de bandana-neger en hij houdt z’n mobieltje omhoog. Ja, doei. Ik ga m’n nummer niet geven aan een bandana-neger uit Almere! Dat is me net even te ver. Als hij nou in Amsterdam had gewoond, dan was het een heel ander verhaal geweest.
LUNA SPEELT VOOR APOTHEKERS-ASSISTENTE
“Ja, hallo, met Luna, ik zou graag even met een dierenarts spreken”, zeg ik vorige week vrijdag, “het gaat over Bruce.” Even later krijg ik een dierenarts aan de telefoon. “Ja, wat het is, jullie hebben Bruce’s urine getest gisteren en daar zat nog een beetje bloed in. Logisch, want hij is 7 keer gekatheteriseerd in 5 dagen. Dus de antibioticakuur is verlengd. Logisch ook. Maar nu vroeg ik me af, die pillen om z’n plasbuis te ontspannen, die Prazosine, die zou hij dan toch eigenlijk ook door moeten slikken nu?” “Ja, dat zou misschien wel goed zijn”, zegt de dierenarts. “Ja, want hij heeft nog steeds pijn, dus ook nog steeds stress”, zeg ik. “Ja, dat klopt”, zegt de dierenarts. “Maar die Prazosine, die is dus bijna op en ik wil nieuwe”, meld ik. “Okay, dan schrijf ik een receptje uit, dan kan je die straks op komen halen”, zegt de dierenarts. Ik wil zeggen: “Hadden jullie dat godverdomme zelf niet kunnen bedenken toen ik gisteren bij jullie die antibioticakuur kwam halen? Ik ben de afgelopen 2 weken bijna dagelijks bij jullie binnen geweest en heb hier al meer dan 1500 euro neergelegd, dus een klein beetje meedenken met de situatie zou ik zeer appreciëren.” “Kuthoer”, dat wil ik er eigenlijk achteraan zeggen. Maar ik zeg: “Okay.” En een paar uur later stap ik op de fiets om er bij de dierenarts achter te komen dat ze de pillen die Bruce nodig heeft niet hebben. Nu niet. En nooit niet. Zitten gewoon niet in hun assortiment. “Oh, maar dit is toch juist zo’n effectief middel voor katers met plas-stress?”, vraag ik. “U kunt de Prazosine met dit recept ook bij een gewone apotheek halen”, zegt de dierenarts-assistente. “Wát?”, vraag ik. “Ja, dit medicijn wordt ook bij mensen toegepast”, zegt ze. De rit langs 3 apotheken door de zeikende regen had ik mezelf willen besparen. “Nee, Prazosine hebben we niet op voorraad”, kreeg ik te horen. Konden ze dinsdag pas in huis hebben. En dat was te laat, want Bruce’s Prazosine-level moest op peil blijven. Ik moest voor zondagochtend Prazosine zien te scoren, anders ging Bruce cold turkey met z’n pisbuis. Dus in plaats van zondagochtend eens lekker uit te slapen met P. ging ik wéér naar de spoedkliniek, de enige plek in Amsterdam waar ze dat medicijn op voorraad lijken te hebben. Mijn vertrouwen in de diergeneeskunde is er de afgelopen weken niet beter op geworden. En ik word er pislink van.
LUNA DOET EEN POGING TOT POWER-YOGA
Ik voel me al dagen leeg. Ik voel me slap. Ik heb geen energie. En ik vind mezelf gewoon zielig. Herfst-crash. Herfst-depressie. En het was ook nog maandag. Tegen zoveel ellende tegelijkertijd is eigenlijk weinig te doen. Maar in plaats van gewoon te wachten tot het vanzelf overgaat, leek het mij voor de verandering eens leuk om te gaan sporten. Yoga-en. Power-yoga-en. Dus ik naar de bibliotheek om een dvd-tje met de titel ‘Power Yoga, Time To Change’ te scoren. Was goed voor van alles, dat Power-Yoga, volgens de hoes: vetverbranding, conditie, opbouw en versteviging van spierweefsel, spiertraining én innerlijke rust en balans. Precies wat ik nodig had. Hup in de dvd-recorder ermee. Kleedje neergelegd. Ik was er klaar voor! Een voiceover begon mij geestelijk voor te bereiden op de eerste yoga positie. The Sun Salutation! Kijk, dat klonk nog eens geinig! Inademen door m’n neus, armen de lucht in, hoppeta, uitademen, hoofd richting m’n knieën, moeilijk, moeilijk, moeilijk, maar ho, ho, ho, ho, wacht eens even. Wát moet ik doen? Wát? Met m’n handen op de grond en dan ineens, hop, in een opdruk-standje springen? Ik kan niet eens langer dan een seconde in een opdruk-standje staan, dus even soepel… Ho, ho, ho, wacht, rustig aan, even terugspoelen. Nog een poging. En nog eentje dan. Okay, dat in- en uitademen, dat heb ik nu wel onder de knie, en die armen een beetje gracieus de lucht in ook, maar ik doe maar wat bij alle posities daarna. “Ja, het vrouwtje doet aan beweging”, zeg ik tegen Bruce die mijn verwoedde pogingen van een afstandje zit te bestuderen, “dat ben je niet gewend hè?” En ik ben het zelf ook niet gewend, want ik ben na die hele Sun Salutations-serie al moe, maar ik ga stug verder en probeer alle yoga-standjes zo goed mogelijk te na te doen. “Listen to your breathing”, zegt de Yoga-voiceover steeds. Ja, ja, ja, dat zou ik wel willen, als jij er niet de hele tijd doorheen zou zitten te wauwelen, eikel. Ik word eigenlijk helemaal zenuwachtig van de voiceover, tot hij de verlossende woorden spreekt dat we aan de laatste positie toe zijn. The Corpse Pose. Gewoon voor dood gaan liggen! “Lie on your back in a straight line, balancing the left and the right sides of your body and stay in this position as long as you want to”, hoor ik de voiceover zalvend zeggen. Eindelijk eens een yogastandje waar ik wat mee kan. Adem in. En adem uit.
ARABISCHE PLOESIES?
De vorige keer heeft een lezer van deze site me ontzettend goed geholpen met de vertaling van een Hongaarse tekst over de PloesiePoesies. Nu zou ik graag hetzelfde vragen, maar het gaat nu over een Arabische tekst! Het ziet er heel stoer uit hier, maar wat staat er?
Klik voor Arabisch artikel.
DENK JE DAT JE ALLES HEBT GEHAD
Denk je dat je alles hebt gehad, begint John Digweed ineens te hoesten en te proesten en te kuchen. Kon ik vandaag met hem naar de dierenarts. Gelukkig was er niks ernstigs, maar ik ben ben zelf wel ernstig toe aan een gewone, normale dag, zonder ingewikkelde poezen-toestanden.
LUNA IS VAN DE PLASPOLITIE
“Liefje”, zei P. woensdagavond, “Bruce begint heel erg te trillen.” Oh, nee, niet weer! Niet weer! Ik voelde Bruce’s trillende lijfje, zag de paniek in P.’s ogen en raakte meteen zelf weer helemaal in de stress. Net nu het toch al bijna 24 uur goed leek te gaan. We hadden blijkbaar te vroeg gejuicht, dus ook die nacht sliep ik wéér amper, want nog een keer spoedkliniek wou ik Bruce niet aandoen. Om een uur of 4.00 hoorde ik gerommel in de kattenbak. Maar was het Bruce? Of Digweed? Of nog een ander? Waar zijn ze? Hoe kom ik er eigenlijk achter of Bruce wel genoeg plast? Hoe weet ik of dat handjevol pillen dat hij elke dag slikt ook daadwerkelijk effect heeft? Hoeveel plast een kat eigenlijk? Deze en meer pis-gedachten hebben mij die hele ochtend bezig gehouden. Tot ik eindelijk weer kon bellen met mijn eigen dierenarts om 8.30: “Hoi, je spreekt met Luna, de eigenaar van Bruce.” “Oh, de kat van de ansichtkaarten, ik heb vrijdagnacht voor hem gezorgd in de spoedkliniek”, zegt de dierenarts, “maar ik werk nu een dagje hier.” Ik wilde eigenlijk gaan gillen, want zoveel verschillende artsen en verhalen en conclusies en diagnoses kon ik eigenlijk niet meer aan, maar ik legde haar toch uit wat er allemaal nog meer gebeurd was sindsdien en welke medicijnen Bruce slikte. Van haar begreep ik dat Bruce ‘als stresskatertje’ het medicijn dat hij moest hebben, een plasbuis-ontspanner, volgens haar te weinig kreeg. Zucht. Hele diepe grote zucht. En toen werd ik boos. Boos op het hele dierenartsen-systeem. Boos op de miscommunicatie tussen dierenartsen onderling. Boos om het feit dat ze mij nooit écht goed hebben uitgelegd wat er aan de hand is, welke medicijnen waarvoor zijn en wat het effect is. Boos omdat elke dierenarts iets anders leek te zeggen. En misschien ook wel boos op mezelf, omdat ik er te veel op vertrouwde dat de dierenartsen wisten waar ze mee bezig waren. Maar per donderdagmiddag vertrouw ik vooral op mijn poezenmoeder-instinct. Alles wat er in en wat er uit mijn kater gaat houd ik minutieus bij. Als Bruce op de kattenbak heeft gezeten, ga ik er meteen achteraan om alles eruit te scheppen en te verzamelen. Hij kijkt weer zeer helder uit z’n ogen en al pist-ie nog steeds met horten en stoten, hij pist nu tenminste wel. What goes in, does come out. En dat is momenteel het belangrijkste.
MAMMA LUNA, BRUCE EN KARBONADES
Toen m’n moeder woensdagavond de karbonades stond te kruiden was Bruce er als vanouds weer als de kippen bij!