LIEFDE IS, XXL VRIEZER & GOULASH
SOEP, TILT & EEN VIBRATOR MET 3 POTEN
MODDER, MONKS & CANDYCRUSH
LUNA HEEFT RECHT OP HAAR FLES ROSÉ
Albert Heijn-caissière Thea, een kloeke vrouw van een jaar of 50, laat langzaam mijn boodschappen door haar handen gaan. Een zak zoete aardappelen, bliep, 2 zakjes bapao’s, bliep, halfje bruin brood, bliep, grillworst met kaas, bliep, pastinaak, bliep, zakje Cheetoh’s, bliep, flesje rosé, bliep, piep.
“Even wat vragen hoor”, zegt Thea tegen mij en ze roept naar Jannie, de caissière die aan een andere kassa zit. “Jannie, hoe zit het nou, mag ik nou wel of niet die fles rosé aan haar verkopen?”
Ik draai me om en kijk naar Jannie. Jannie is net zo kloek als Thea, maar dan wat jaartjes jonger.
“Ja, nou, volgens de regels mag het niet”, zegt Jannie.
“Ja, nee, dat dacht ik al”, zegt Thea.
“Ze is 12 hoor”, zeg ik verbaasd tegen de caissières en wijs naar oppasmeisje M. die keurig de boodschappen aan het inpakken is. Ik had al gehoord van de nieuwe regels en dat een moeder met haar 17-jarige zoon boodschappen ging doen, maar haar sixpack met bier niet meekreeg. Dat ging mij dus niet gebeuren. Doei! Prima, al die regels, maar in het huidige politieke-kut-crisis-klimaat moet je je problemen zoveel mogelijk wegslikken met Prozac en wegspoelen met rosé. Uiteraard op een moment dat alle kinderen op bed liggen, anders geef je het verkeerde voorbeeld.
“Ja, van mij mag het gewoon hoor”, zegt Jannie, “maar van de regels mag het niet.”
“Maar waar beginnen die regels dan? Want als je nou een kindje hebt van 5, die laat je niet alleen thuis zitten, dus die moet mee boodschappen doen. En zij is 12, maar ja, zij moet ook mee.”
“Ja, ik vind het ook raar”, zegt Jannie.
“Dus het mag wel?”, vraagt Thea aan Jannie.
“Ja, ik vind het haar eigen verantwoordelijkheid”, zegt Jannie.
“Oh, ik was van plan haar een roseetje bij de lunch te geven”, zeg ik.
“Ik lust het niet eens”, zegt oppasmeisje M. ineens tegen Thea, “een keer had mamma haar vinger in het bier gedoopt en ik vond het echt smerig.”
De caissières keken me aan. Dit ging helemaal de verkeerde kant op.
“Ik ben haar moeder niet hoor”, zeg ik.
“Ik wil nooit in m’n leven gaan drinken, gatverredamme”, zegt M. stellig.
“Die regels slaan toch nergens op”, zeg ik.
“Ja, maar het zijn wel de regels”, zegt Thea, al gaat ze door met het scannen van de rest van de boodschappen.
“Ik vind het je eigen verantwoordelijkheid”, zegt Jannie.
“Die Rutte is echt stom hoor”, zegt oppasmeisje M.
“Mag ik pinnen?”, vraag ik.
Thuis krijgt oppasmeisje M. een glaasje chocomel.