web analytics

Categorie: Standaard

LEUKE DINGEN DOEN WORDT ZWAAR OVERSCHAT

“Liefje, zal ik ergens reserveren om te gaan eten met je verjaardag?”, vroeg ik partner P. afgelopen zondag. Hoefde niet. We zouden wel zien, vond hij. Misschien had hij wel geen tijd. “Okay”, zei ik. Maar toen hij gisteren jarig was en bleek dat hij wél tijd zou hebben die avond, vroeg ik het nog maar een keertje: “Liefje, zal ik ergens reserveren voor vanavond?” Nee, hoefde nog steeds niet. “We kunnen ook naar de film dan?”, vroeg ik. Nee, want die avond kwam ook C.S.I. op de televisie. Wilde hij graag zien. “Okay, dus eigenlijk wil je het liefste thuis blijven?”, vroeg ik. “We zien wel”, zei hij. “Okay dan”, zei ik, “wat jij wil, het is jouw verjaardag.” Dus ik had mij volledig ingesteld op een avondje thuis. Partner P. had nog ergens een vergadering en ik zat een boekje te lezen op de bank. Tot mijn telefoon ging om 19.45. “Liefje”, zei partner P., “wat gaan we doen vanavond?” “Wat gaan we doen?”, vroeg ik. “Jij wilde thuisblijven. Ik zit op de bank.” “Zullen we uit eten gaan?”, vroeg hij. “Jesus, jij wilde thuisblijven vanavond, ik vraag al een paar dagen of ik ergens moet reserveren!!” “Ja, ik dacht ik doe eens iets spontaans”, zei hij. “Ja, dat kan je mij niet aandoen met m’n dwangneurotische toestand”, zei ik. “Ik wil van tevoren weten waar ik aan toe ben. Ik hou niet van spontaniteit.” “En vrouwen willen altijd dat mannen spontaan doen”, riep hij. “Zullen we dan naar de film? We hebben nog die kortingsbonnen van de Albert Heijn.” “Maar jij wilde C.S.I. zien”, riep ik, “en dat begint over 3 kwartier. Je maakt me helemaal gek met dat op en neer van keuzes. Zeg gewoon wat je wil.” “Ik wil wat jij wil”, zei hij. “Ga jij eerst maar eens bedenken wat jij wil”, zei ik, “en bel me dan maar terug.” Dus een half uur later zaten wij in een restaurant waar het zo heet was dat het eten amper smaakte. “P., ik heb het heet”, zei ik, “ik wil hier weg.” “Ik wil ook naar huis liefje, het is hier veel te benauwd”, zei P. opgelucht. En nadat we de rekening betaald hadden kwam P. tot de conclusie dat hij toch het allerliefste bij mij thuis zelfgemaakte aardappelpuree had gegeten.

25

LUNA’S VOETEN NAAR DE KLOTE

Okay, dacht ik, ik ga naar dat kekke concert van Madonna, dus laat ik dan ook maar mijn kekke vintage jurkje met dito kekke vintage laarzen aantrekken. Ik bedoel; het is toch Madonna waar je voor te kijk staat. Dat is niet niks. Maar ik voelde ‘m al aankomen toen ik in de VIP-lounge m’n 4e mojito naar binnen werkte; dit gaat pijn doen. Deze laarsjes gaan heel veel pijn doen. En toen het concert 10 minuten bezig was, wist ik het zeker. Deze laarsjes waren de hel. Ik voelde verschillende blaren opkomen of misschien zaten ze er al. En de onderkant van m’n voeten schuurden langs de binnenkant van de laars bij iedere beweging die ik maakte. Zelfs als ik stilstond kon ik me op niets anders meer richten dan de brandende pijn in mijn voetzolen. Dit was me nog nooit eerder overkomen. Normaal kon ik de hele nacht door dansen op laarzen met een belachelijk hoge hak. Ik zou toch niet ineens oud worden? Of een of andere ziekte hebben waarbij ik langzaam degenereerde? Deze gedachte kon ik er nu niet bij hebben. Niet nu ik hier bij Madonna stond. Ik overwoog mijn opties. Optie 1; naar huis gaan. Was geen optie. Optie 2: gewoon doorbijten en als een echte nu-vrouw in deze kekke laarzen blijven staan. Ik concentreerde me op m’n voeten en concludeerde dat dat ook geen optie was. Optie 3: die laarzen moesten uit. Dat Madonna ondertussen op 12 centimeter hoge hakken over het podium heen dartelde als een jonge hinde moest zij maar lekker zelf weten. Mijn voeten gingen naar de klote in deze laarzen, dus ik ging voor optie 3: uit met die laarzen. En er ging een golf van verlichting door mijn lichaam terwijl ik balancerend op 1 voet de andere laars uittrok. En daarna de andere laars. Aaaaaah! Dit voelde goed. Dit was lekker. Dit voelde alsof God bestond. Op datzelfde moment kwam Madonna hangend aan een kruis vol spiegeltjes naar beneden. Synchroniciteit ten top. Want een vrouw van 48 die avond aan avond de longen uit haar lijf kan dansen op hakken van 12 centimeter, mag zich van mij God noemen. Ik zit nu nog met mijn voeten vol blaren en rode schuurplekken in een bakje water.

21

LUNA ZAG MADONNA

Dat partner P. zijn VIP-kaartje voor Madonna had afgestaan was voornamelijk voor zijn eigen bestwil. Als hij naar het concert van Madonna was gegaan en mij thuis had laten zitten, dan had hij minstens een paar maanden tegen een chagrijnige bek aan moeten kijken. En die bloemkool met aardappels en een karbonaadje had hij helemaal kunnen vergeten. Voor de rest van het jaar. En P. realiseerde zich dat maar al te goed. Dus in plaats van P. ging ik met zijn collega’s richting de Amsterdam Arena en namen wij 2,5 uur voor het concert begon plaats in een VIP-lounge waar de drank en allerlei heerlijke hapjes helemaal gratis waren. Ik vind het vaak een beetje een overdreven toestand als ik andere mensen in een VIP-ruimte zie zitten zuipen en brallen. Maar die gedachte had ik snel overboord gegooid toen ik zelf dat VIP-bandje om mijn pols had! Want; nu ik eventjes een VIP was, mocht ik er best ook wel van genieten. Dus doe mij maar een mojito en zet er meteen maar eentje bij voor als deze leeg is! Laat maar lekker doorkomen! “Moeten we niet naar het veld, het is al 20.00?”, vroeg ik aan iemand na mijn 8e mojito. “Nee joh, we worden straks opgehaald”, zei die iemand. En inderdaad. Een kwartier voor het concert kwam er een mannetje dat ons escorteerde richting het stadion. En eenmaal binnen het stadion werden wij langs de duizenden mensen op voetbalveld en langs de duizenden mensen op de tribunes geloodst. En wij liepen daar, hophophop, met de mojito’s nog in onze hand, gewoon langs en werden, hop, pal voor Madonna geplaatst. Als Madonna spuitend zou klaarkomen op het podium dan had ik zeker een klodder in mijn oog gekregen. Maar dat spuitende klaarkomen deed ze net niet. Wel gaf ze een mega-strakke show weg, die zo briljant, zo megalomaan en zo perfect was dat ik 2 uur vol bewondering heb staan kijken. Af en toe had ik het idee dat ik in een 2 uur durende videoclip was beland, zo goed zat alles in elkaar. Madonna is een enorme vakvrouw, maar ik heb vooral bewondering voor het in stand houden van zo’n perfect om-te-kwijlen-lichaam terwijl ze 48 is. Zucht. Je mist meer dan dat je meemaakt in het leven. Maar dit concert heb ik toch mooi maar even meegemaakt.

15

MAANISCH IS EEN EENMANSZAAK!!!

Alsof ik naar een eerste afspraakje met een nieuwe liefde toeliep, zo zenuwachtig was ik. Ik haat en vermijd officiële instanties, papiertjes met teveel letters die een bepaalde zakelijkheid van mij verwachten én moeilijke gesprekken met mannetjes die van sommige dingen meer verstand hebben dan ik. Maar het moest. Ik moest het doen. “Je ziet beren op de weg die er helemaal niet zijn”, had vriend M. gezegd toen ik liep te klagen over het feit dat ik me moest gaan inschrijven bij de Kamer van Koophandel. “Ik vind het gewoon een hele toestand en als het zo moet, dan vind ik er niks meer aan”, had ik gezegd, “ik wil gewoon dingen maken en niet na hoeven denken over BTW en dat soort dingen.” “Dat hoort er nu eenmaal bij”, zei vriend M., “en als je er eenmaal in zit, dan is het nog leuk ook.” Dus ik liep vanmorgen nog net niet hyperventilerend door de draaideuren van de Kamer van Koophandel. Sommige angsten moet je overwinnen. En toen mijn nummertje eindelijk aan de beurt was deed ik zonder stotteren, maar wel in een manische brei mijn verhaal. ‘Geef een zo volledig mogelijke omschrijving van de daadwerkelijke bedrijfsactiviteiten, diensten of producten’, stond er op het inschrijvingsformulier. “Kijk, hier heb ik een beetje moeite mee”, zei ik tegen het KvK-mannetje, “want ik doe namelijk van alles en ik ga waarschijnlijk nog veel meer doen.” “Wat dan?’, vroeg het KvK-mannetje. “Nou, ik maak nu bijvoorbeeld PloesiePoesies”, vertelde ik,” en ik pimp ook katten op schilderijtjes. Maar ik maak ook wel eens foto’s en ik ga misschien ook wel ooit weer teksten schrijven voor tijdschriften. En ik heb nog veel meer ideeën.” Daarna gooide ik nog meer van mijn plannen over tafel en keek het KvK-mannetje afwachtend aan, in de hoop dat hij alles wat ik doe en wilde gaan doen kon samenvatten in een lekker lopend zinnetje. ‘Kleinhandel in handvaardigheidsartikelen en kunst’, maakte hij ervan. Daar kon ik goed mee leven. En toen ik weer door de draaideuren naar buiten liep, met m’n officiële inschrijving, met mijn eigen KvK-nummer, toen voelde ik me helemaal volwassen. Ik heb een eigen bedrijf! Ik ben m’n eigen directeur! En die fles champagne die ik net gekocht heb om het te vieren, die gaat natuurlijk op kosten van de zaak.

47

PIMPED PUSHKIN


Dit is Pushkin, de gorgeous kater van vriendin Y.! Ik pimpte hem op kleine canvas-lijstjes van 7 bij 10 centimeter. Bruce Lee was maar een klein beetje jaloers.

9

LUNA EN DE BROWNIE

“Maar hoeveel heb je erin gedaan dan?”, vraag ik aan dr. G. terwijl we met 7 paar ogen staren naar een perfect gelukte brownie met 7 walnoten erop. “Nou, gewoon, 5 gram”, hoor ik dr. G. zeggen. “Hoeveel?”, vraag ik verbaasd. “Ja, maar ik heb er eerst THC-boter van gemaakt”, zegt dr. G. trots, “en daarna gewoon met zo’n pak van dr. Oetker en 2 repen gesmolten chocola.” “Is 5 gram niet veel te veel?”, vraag ik, terwijl ik me meteen daarna besef dat het antwoord me eigenlijk weinig kan boeien. Die space-brownie staat hier nu eenmaal voor ons op de uitklaptafel in de trailer in Weesp. En er zit in ieder geval niet te weinig weed in. En wij blijven hier allemaal nog zeker 48 uur. En daarnaast is dr. G. dokter, dus die zal er wel verstand van hebben. Dus de brownie niet opeten, dat zou zonde zijn. “Nou, doe mij dan maar een stukje”, zeg ik opgewekt, waarna dr. G. de brownie met precisie eerst door de helft, want de andere helft is voor morgen, en daarna in 14 stukjes snijdt. “Ik voel al wat”, zeg ik terwijl ik nog op het eerste stukje brownie zit te kauwen. “Jij voelt altijd meteen al wat”, zegt vriendin I. geveinsd jaloers. “Ja, maar ik voel echt al wat”, zeg ik. En vanaf dat moment heb ik 2 dagen in een vreetkick of lachkick gezeten. En ik was gelukkig niet de enige. In 2 dagen hebben wij er met 7 personen 2 kilo gele M&M’s doorheen gejaagd. Daarnaast 500 gram drop, 3 zakken kaasbolletjes, 7 zakken chips van diverse merken, 1 zak karamel, 4 zakken zure matten, 3 hele broden, 7 stokbroden, 1 flinke bak saté, 1 grote bak pastasalade met kerrie, 1 grote bak pastasalade met pesto, 1 bak kikkererwtensalade, 30 gevulde eieren, 40 ham-monchou-rolletjes, 30 merquez-worstjes, 1 bak teriyaki-kippepoten, 1 kilo kaas, diverse vleeswaren, diverse bakjes met broodsalades, 1 stuk brie, 1 bakje filet americain en dus een volledige space-brownie met 5 gram weed erin. En we hebben zo hard gelachen! Zo hard en zo veel en zo lang dat ik nu nog kramp in m’n kaken en middenrif heb. Ik heb alle stress en zorgen die ik de laatste weken in mezelf had laten nestelen er volledig uitgelachen. En ik voel me weer even helemaal opgeladen voor de toekomst. Dat ik, toen ik net op de weegschaal ging staan, dit weekend ook 3 kilo ben aangekomen, ach, daar zijn dan weer andere drugs voor.

25

LUNA’S NACHTRUST

Al maanden had P. het in z’n hoofd om ons bed van de ene kant van de slaapkamer naar de andere kant te verplaatsen. Want zo ‘zou het veel groter lijken’. Mij maakte het niks uit, maar toen afgelopen vrijdag hier een aantal vrienden aten, hebben de mannen met z’n allen het bed verplaatst. En de slaapkamer leek inderdaad een stuk groter, dus ik vond het prima. Tot P. die nacht ineens aan de andere kant van het bed wilde gaan liggen. “Hoho, dat is mijn kant, daar lig ik altijd, daar zijn we aan gewend”, vond ik. “Nee, ik lig altijd aan de kant van de deur, omdat ik een man ben”, vond hij, “want als er dan een inbreker komt…” “Jesus, lag jij daarom aan die kant?”, vroeg ik. Ja, daarom lag hij aan die kant. “Ik dacht dat we dat volledig willekeurig hadden gedaan!”, zei ik. Maar P. vond echt dat de kant van de deur, de kant van de man was. Ik begon heel hard te lachen en toen ik uitgelachen was moest hij eigenlijk toch ook wel toegeven dat het niet uitmaakte dat ik nu aan de deurkant sliep, omdat ik, als er een toestand gaande is, zeer waarschijnlijk toch een stuk agressiever en daadkrachtig uit de hoek kom dan hij. Dus ik bleef rechts slapen. En hij links. En dat ging allemaal prima, tot partner P. zaterdagnacht een nachtmerrie had en lag te draaien en te woelen en te wauwelen. En op het moment dat ik hard aan hem begin te schudden om hem wakker te maakt haalt P. ineens uit en slaat met een enorme kracht tegen de zijkant van het bed, daarbij ook nog eens zo hard ‘godverdomme’ roepend dat ze het buiten op straat konden horen. “Jesus, wat is er aan de hand?”, vroeg ik terwijl m’n hart in m’n keel klopte. “De verzorger van het voetbal is vergeten tape mee te nemen. En nu kan ik m’n enkels niet intapen en de wedstrijd begint zo”, zei hij. “Eh, okay”, zei ik. Dus nu ik heb gezien dat partner P. toch over een behoorlijke dosis agressiviteit beschikt als het er écht op aankomt mag hij toch aan de kant van de deur blijven slapen.

22

EN 35 CENT ERBIJ MAAKT 10 EURO TEVEEL TERUG

Iets in mij zei vorige week: je gaat nooit meer naar de kassa van dat kut-kassameisje. Je gaat maar gewoon afrekenen bij een ander. Meisjes die met zo’n chagrijnige attitude hun baan afraffelen verdienen het niet dat ik gezellig bij ze kom afrekenen. Dat kassameisje zou alleen overblijven! Maar toch kon ik het niet toen ik haar vandaag weer voor het eerst achter de AH-kassa zag zitten. Want iets in mij zei ook; ach, misschien had dat meisje gewoon een heel moeilijke dag toen. Ongesteld en ook nog ruzie met haar vriendje en dan ook nog de hele dag moeten werken achter de kassa. Dus ik legde mijn boodschappen van vandaag gezellig op haar lopende band. Het gehakt, de groenten en de blikkieblikkies voor de poezen. “Hoi”, zei ik tegen het kassameisje. En ze zei ook best wel vriendelijk ‘hoi’ terug. En toen ze mijn boodschappen langs haar scanner haalde deed ze dat best wel met een soort van flair. Een soort van swung. Bliep. Bliep. En bliep. En toen ze zei: “Dat is dan € 15,35”, toen zei ze dat best vriendelijk. En daarom wilde ik ook best een stap in de goede richting zetten. Gewoon omdat ze dat best verdiende. Dus ik gaf haar een briefje van 20 euro en vroeg: “Wil je er misschien 35 cent bij?” En ik zag haar denken. Eh, 35 cent. Eh. En rekenen. En nog meer denken. Sommige kassa-meisjes snappen het ‘terug-tel-principe’ niet zo. Die geven terug wat de digitale cijfers op hun display zeggen dat ze terug moeten geven. En dat zij misschien een in-tik-fout maken, dat is onmogelijk. Want als het er digitaal staat, dan is het zo. “Eh ja, doe maar”, zei ze uiteindelijk. Dus ik gaf haar € 20,35 en wachtte op mijn briefje van 5 euro terug. Maar in plaats daarvan haalde het kassameisje 15 euro uit haar lade. En ik stond in een tweestrijd. Ik kon nu zeggen: “Je geeft 10 euro teveel terug.” Dan zou ik haar kunnen laten zien dat ik een goed mens was. Dat ik sta voor oprechtheid en dat eerlijkheid het langste duurt. Dat ik haar de vorige keer dan wel respectloos en arrogant vond, maar dat ik haar wél met respect zou behandelen. Dus ik had haar die 10 euro terug kunnen geven, maar iets in mij zei ook; echt niet.

49

LUNA WORDT HIER ZO MOE VAN

“Ja, maar heeft-ie foto’s van je gemaakt?”, vraagt mijn AH-caissière. Niet aan mij, maar aan de caissière achter haar. Ondertussen schuift ze mijn boodschappen van rechts naar links, af en toe achterom kijkend. Dit meisje heeft mij nog niet aangekeken en ook nog geen gedag gezegd. Dit meisje vindt het belangrijker om te horen of het vriendje van haar collega foto’s van haar gemaakt heeft, dan mij een ‘goedemorgen’ te wensen. En hoewel ik nu het liefst mijn kutochtend op haar wil afreageren, besluit ik rustig te blijven. Gewoon alvast mijn pinpas door het apparaat te halen en meteen maar even mijn sleutels met bonuskaart op de toonbank te leggen. Ik begin maar vast met inpakken. “Mevrouw”, zegt de caissière even later, “u moet op ‘ja’ drukken.” Ze heeft het totaalbedrag van mijn boodschappen niet genoemd, en dat ‘mevrouw’, dat zint me ook niet. “Oh, was je al klaar dan?”, vraag ik met geveinsde verbazing. Dat is ze. “Heb je m’n bonuskaart gescand?”, vraag ik. Nee, dat heeft ze niet. “Die lag hier”, zeg ik licht geïrriteerd en wijs op mijn sleutelbos. “Nee, nu kan het niet meer”, zegt ze. Want ze heeft al afgeslagen. “Je hebt er niet eens om gevraagd”, zeg ik nu echt geïrriteerd. “Het kan niet meer”, zegt ze nog maar eens en ze kijkt me aan met grote donkerbruine ogen. Knipper. Knipper. Ik word hier zo moe van. Van dit soort meisjes. Ga TMF kijken. Zoek een loverboy. Ga op en neer lopen op de Nieuwendijk. Ga naar de H&M. Maar ga, als je het woord ‘respect’ alleen maar kent uit de nieuwste clip van Usher, alsjeblieft niet in een supermarkt werken. En zeker niet in de mijne. Ik wil dit meisje het liefst aan haar vlechtjes richting de annuleer-knop duwen, maar in plaats daarvan druk ik op ‘ja’. En wanneer ze aanstalten maakt om de boodschappen van degene na mij te gaan scannen vraag ik of ik misschien m’n bonnetje mag. En m’n zomerzegels. Ze kijkt me chagrijnig aan, doet haar kassalade weer open en geeft me m’n zomerzegels. Daarna loop ik, ondanks haar totale klant-onvriendelijkheid, toch nog licht-euforisch van haar kassa vandaan. Want ik spaar niet eens zomerzegels.

49

LUNA EN EEN DUIF

“Kijk daar eens”, zegt m’n vader als we langs de achterkant van de Sint Nicolaaskerk lopen. Een soort nisje van de kerk is afgedekt met kippengaas en binnenin dat nisje zit een duif opgesloten. De duif probeert iedere 20 seconden omhoog te vliegen, maar vliegt steeds regelrecht in het gaas. Op de grond in het nisje liggen 2 dode duiven met hun pootjes omhoog, een lot wat de nu nog levende duif waarschijnlijk ook te wachten staat, want tussen ons en de duif bevindt zich een gracht. Wij kunnen de duif niet redden. “Hoe heeft-ie dat nou gedaan?”, vraagt m’n vader zich af. M’n moeder en ik vinden het vooral heel zielig. “Kom, we lopen door”, zeg ik, “ik kan dit niet aanzien.” En we vertrekken, maar eenmaal thuis kan ik de wanhoopspogingen van de duif om weg te vliegen toch niet uit m’n hoofd zetten. “Straks zit-ie daar nog 2 weken en sterft-ie langzaam van de honger”, zeg ik tegen m’n ouders. “Dat is onduifelijk.” “Dan bel je naar de Dierenbescherming”, zegt m’n moeder. “Voor 1 duif?”, vraag ik, “er worden dagelijks tientallen duiven doodgereden en vooral dood gewenst in Amsterdam. Om nou te bellen voor 1 duif?” Maar de gedachte aan die ene zielige, wanhopige duif wint het toch van de gedachte dat het raar is om te bellen voor 1 duif. Het is tóch een duif. Dus ik bel en leg het verhaal uit aan een dame van de Dierenbescherming. “Zo, ik ben m’n schuldgevoel kwijt”, zeg ik 5 minuten later tegen m’n ouders, “Al doen ze er niks aan, ik heb mijn goede daad gedaan.” Maar de Dierenbescherming doet er wel wat aan. Aan het einde van de dag word ik teruggebeld en op de hoogte gebracht van de situatie. De pastoor en de koster van de Sint Nicolaaskerk wisten van het probleem en gaan nu kijken wat ze eraan kunnen doen. En 2 dagen later word ik weer gebeld door de Dierenbescherming: “De waterpolitie is vanmorgen langs geweest en die heeft een gat in het gaas geknipt. De duif durfde er alleen nog niet uit, misschien kan jij even gaan kijken of-ie nu wel is weggevlogen?” En een uur later staar ik met m’n ouders naar een lege nis in de Sint Nicolaaskerk. Wij hebben een duif gered.

20