web analytics

Categorie: Standaard

LUNA WAS EEN BEETJE MISSELIJK

Gisterochtend nam ik een plak homemade bitterkoekjescake en complimenteerde mezelf met dit perfect gelukte stukje heerlijkheid! Precies de juiste zompigheid, precies genoeg Amaretto en precies zoet genoeg. Lekker!! Ik was de vleesgeworden keukenprinses, ik zou een eigen restaurant moeten beginnen, ik kon dan wel niet veel, maar bitterkoekjescake bakken, dat dan weer wel en ik…

Ik werd misselijk…

En nu is misselijkheid niet iets wat mij snel overkomt. Ik heb in heel m’n leven bijvoorbeeld maar 1 keer van teveel drank gekotst en dat was toen ik nog studeerde en was gaan stappen en daarna in de bus moest en niet meer wist wanneer ik uit moest stappen en voor mijn gevoel zoveel straatjes in en uit reed dat ik helemaal niet meer wist waar ik was. Ja, toen, toen heb ik in de bus gekotst, maar dat is 15 jaar geleden. Ik ken m’n grenzen nu. Ongeveer dan.

Ik ging ineens van de 1-en-1-is-2.
En ik had zoiets van: nee, dat kan niet. Nee, joh!
Dus ik google-en op ‘sterilisatie’ en ‘vruchtbaarheid’ en toen zag ik ineens ‘0,15% kans’ en toen had ik weer zoiets van: nee, dat kan niet. Joh!
En toen ging ik weer verder lezen en toen las ik ‘zaadleiders kunnen weer aan elkaar groeien’.
En weer had ik zoiets van: nee, dat kan niet!!!

‘ik ga zo een test halen… dit in het kader van de prettige ochtendberichten’, sms-te ik naar de verkering.
‘ooooooohhhh’, sms-te de verkering.

Dus ik stond gisteren al om 8.50 al voor de Kruidvat te wachten tot ze om 9.00 open gingen. En omdat ik niet alleen een Predictor-test wilde afrekenen, omdat dat zo ongelofelijk fout zou overkomen en het allerlaatste wat je wil in je leven is dat een Kruidvat-dame een oordeel over je velt, nam ik ook maar 2 doosjes haarverf mee, want je kan als nep-roodharige vrouw nooit genoeg verf in huis hebben.

"U bent bekend met het gebruik?", vroeg de Kruidvat-dame.
"Met wat?", vroeg ik."
"Het gebruik", zei ze en wees op de Predictor.
"Eh, nou, eh, eh, dat komt wel goed", zei ik.

Dus ik thuis in de weer met pissen en een glas en dan met een pipetje en dat dan druppelen op zo’n dinges en wachten en de uitslag was overduidelijk.

Nee.

Maar nu zou ik toch wel graag weten hoe het komt dat ik al 6 weken niet ongesteld ben geweest.

25

DE TELOORGANG VAN LUNA

"Oh nee hoor, oh nee, ik hoef ze niet", gil ik door de winkel.
"Maar het is echt heel handig voor op vakantie", zegt de verkering.
"Ja, dat moet jij weten, maar ik wil het niet."
"Met douchen is het echt veel beter."
"Ik ga niet voor lul lopen, ik doe het niet."
"Maar ze hebben ze ook in het roze."
"Ja, dus? Nee hoor, koop jij ze maar in het zwart."
"Ja, dat ga ik ook zeker doen."
"Ik vind ze verschrikkelijk en jij loopt ook voor lul."
"Liefie, echt, je gaat spijt krijgen hoor."
"En ik moet naast je lopen als jij die dingen aanhebt, dan loop ik dus uiteindelijk ook een soort van voor lul, gewoon omdat jij voor lul loopt."
"Je krijgt spijt."
"Nee hoor."
"Neem ze nou gewoon mee, ze zijn maar 5 euro."
"Nee."
"Doe nou."

"Ik had trouwens een weddenschap met P.", zegt de verkering als we eenmaal thuis zijn.
"Hè, wat dan?", vraag ik.
"Ik zou je binnen een jaar aan een kind hebben."
"Hmmm."
"Binnen een jaar zou je weer Tiels praten."
"Ja, dat doe’k ok wel een beetje af en toe."
"En binnen een jaar zou je Crocs dragen."
"Ooh, for fuck’s sake, klootzak", zeg ik, "en het zijn nog nep-Crocs ook."

54

BRUCE, DE KAT MET 77 LEVENS

Nadat ik gisterochtend om 5.30 weer een rondje over het bouwterrein had gemaakt en om 8.00 nog een keer en om 9.30 nog even checken bij een buurvrouw die het weekend was weggeweest zakte de moed me volledig in de schoenen. Gelukkig kwam m’n moeder langs zodat ik tegen haar aan kon huilen, al had ik dat de afgelopen 2 dagen eigenlijk al meer dan genoeg gedaan. Er bleek ook nog een heleboel oud zeer te zitten en dat komt er in tijden van complete wanhoop natuurlijk meteen uit: "En ik voel me weer hélemáál als vorig jaar!"

Maar!
Maar!
Maar toen stond de buurvrouw voor de deur: "Hij zit in de winkel hoor, ze gingen net open en er zitten 2 katten opgesloten, een rode en een zwarte."
Dus ik rennen naar de outlet-store om de hoek!

"Zit hier een zwart poesje?", vraag ik hoopvol.
"Ja, er zit een klein zwartje en een dikke rode", zegt het oude winkelmannetje.
"Oh, echt?"
"Ik ben hier helemaal niet blij mee."
"Nou, ik ben er helemaal wel blijhijhij mee", snik ik hysterisch, "ik me 2 dagen kapot gejankt en het is m’n kihihind en m’n oudste kat en we hebben samen al heel veel meegemaakt hohohoor."
Het oude winkelmannetje bind meteen in en wrijft over m’n schouder: "Och, meidje, toch, ga maar snel kijken, ze zitten achter in de loods."
En achterin de loods zie ik nog net het zwarte kippenkontje van Bruce achter een stel dozen verdwijnen. En ik hoor het belletje van z’n bandje ook nog rinkelen.
"Het is ‘m, het is ‘m", roep ik en ik begin nu van blijdschap nog veel harder te janken en te lachen door elkaar, "ik ga een mandje halen en een blikkieblikkie om tegenaan te tikken en wat brokjes en als-ie hier gepoept of geplast heeft dan moet je het maar komen zeggen, want dan ruim ik alles op en ik stofzuig meteen je hele winkel erbij! Echt waar hoor! Ik ben zo blij! Ik dacht dat-ie hartstikke dood was!"

Een kwartier ‘blikkieblikkie’ roepen later durft Bruce eindelijk onder z’n schuilplaats vandaan te komen en heb ik m’n kat-in-bakkie! En eenmaal thuis drinkt Bruce wat en eet Bruce wat. En wil meteen weer terug naar buiten.

Dacht het niet.


Ik heb zo asociaal veel lieve mailtjes, sms-jes en twitter-berichtjes gekregen dat ik nooit iedereen persoonlijk kan bedanken voor al het online en offline meeleven! Dus; heel, heel, heel erg bedankt!!!!!!

31

LUNA EN 2 LESBO’S

Naar aanleiding van mijn bruce-is-zoek-briefje werd ik gisterochtend gebeld door een buurvrouw. Haar man had zondagnacht een zwart poesje bij het bouwterrein zien rondlopen, daar kon ik misschien wel even een kijkje gaan nemen.

Dus ik naar het bouwterrein. "Blikkieblikkieblikkie."
En ik een paar uur later weer naar het bouwterrein.
En een paar uur later weer.
En weer. "Blikkieblikkieblikkie." 

Terwijl ik terugloop van m’n laatste checkronde op het bouwterrein komen er 2 grote, wat oudere vrouwen me tegemoet lopen.
"Zoek je een poes?", vraagt 1 van de vrouwen.
Oh God. Dit lijkt me ineens een zeer geschikte plek om aangerand te worden door 2 lesbiennes van een kilootje of 100 per stuk. En m’n dag was toch al naar de klote, dus dit kan er ook nog wel bij.
"Ja", zeg ik, maar niet de jouwe, denk ik.
"Er loopt er hier eentje", zegt een lesbo en ze wijst richting een bosje.
Mijn hart begint ineens sneller te kloppen.
"Echt?", vraag ik.
"Ja, een klein zwartje."
"Echt?"
M’n hart gaat nog sneller kloppen en ik loop richting het bosje en zie een zwart poesje met een kippig zwart kontje. Dat kan alleen maar de kont van Bruce zijn! Dus ik grijp het poesje zachtjes bij z’n nek en til ‘m op.

Een seconde later sta ik oog in oog met een niet-De-Bruce. En de niet-De-Bruce vindt het net zo’n onaangename kennismaking als ik. De niet-De-Bruce begint als een dolle om zich heen te maaien en zet z’n nagels diep in m’n hand en pols.

"Au", zeg ik zielig.
"Was ’t ‘m niet?, vraagt een lesbo nadat de poes onder een auto is gevlucht.
"Weet je, ik weet het eigenlijk niet eens zeker", zeg ik, "want de mijne heeft een bandje om en deze niet, maar die kan-ie kwijt zijn geraakt en misschien heeft-ie van de stress en ellende en geen water en brokjes wel een heel andere blik in z’n ogen gekregen."
"Je herkent je eigen kat heus wel", zegt de lesbo lief, "ga maar even onder de auto kijken, wij wachten nog wel even hier."
En terwijl ik op de grond lig om het zwarte poesje nog eens diep in de ogen te kijken, zie ik meteen dat het écht niet-De-Bruce is.

11

LUNA DOET VAN BLIKKIEBLIKKIEBLIKKIE!

"Ik heb Bruce al een paar uur niet gezien", zei ik gistermiddag tegen de verkering. "Misschien ligt-ie gewoon lekker ergens te loungen buiten", zei hij, "het is hartstikke warm." "Ja, maar hij gaat nooit naar buiten in de hitte, dan ligt-ie altijd binnen en hij ligt nergens binnen", zei ik. Maar er was nog geen reden tot paniek vond de verkering en dat vond ik eigenlijk ook. Maar aan het einde van de middag werd ook J. een beetje ongerust, want Bruce komt altijd even buurten als-ie buiten speelt, of hij blijft gewoon in onze eigen tuin en het is gewoon geen held, het is een poezenmietje, maar wel ons poezenmietje. En met ieder uur dat verstreek ben ik voor het gemak steeds maar uit gegaan van erge dingen, want dan kan het uiteindelijk alleen maar meevallen, of ik ben enigszins voorbereid op het identificeren van een poezenlijkje of het aannemen van z’n zwart-met-roze-stipjes-bandje, omdat de rest al opgevreten is door de maden,al heeft de verkering gezegd dat hij dat dan wel zal doen, maar ik wil Bruce liever gewoon weer heelhuids terug, want het is gewoon mijn Baby Bruce, maar iets in me zegt dat dat niet meer gebeurd, en als Bruce dus niet terugkomt, dan betekent dat voor mij dat er 3 katten dood zijn in iets meer dan een jaar en dat is voor niemand leuk, maar al helemaal niet voor een totaal doorgeflipt poezenvrouwtje als ik! En ze gaan ook nog allemaal volgens het principe first in, first out en ze gaan ook steeds jonger dood en m’n bedrijfslogo is ook Bruce, aan alle PloesiePoesie-producten hangt een labeltje met Bruce, het plekje in de kast naast me met de zwarte stofjes is van Bruce, al m’n computer-inlogcodes hangen samen met Bruce, m’n desktop-wallpaper is Bruce en Bruce vertegenwoordigd m’n laatste liefdeslijntje met Amsterdam en dat beest heeft godverdomme zoveel geld gekost en hij heeft al zoveel operaties en ellende meegemaakt en ik heb al zoveel tranen om ‘m gelaten en het ging zo goed met hem en hij is hier in Tiel helemaal opgebloeid en hij vond het zo lekker om buiten te spelen en hij is zelfs sociaal geworden naar andere mensen toe en hij ging bij iedereen op schoot, dus het kán gewoon niet dat-ie dood is. Blikkieblikkieblikkie!

33

LUNA EN EEN CAMPER-SFEERIMPRESSIE

1. We gingen de camper ophalen in Eindhoven en kregen meteen een klapband bij Zaltbommel. Verkering J. stuurde de 3400 kilo wegende Camper met zoveel souplesse naar de vluchtstrook dat ik niet eens bang was.

2. We waren wel héél zielig! De feestvreugde van joehoe-we-hebben-een-camper sloeg toch wel lichtelijk om in waar-zijn-we-aan-begonnen.

3. Een ANWB-mannetje zette het reservewiel onder de camper en eenmaal thuis besloten we om maar gelijk 4 totaal nieuwe banden eronder te laten zetten. Met de achterliggende gedachte: better safe than sorry.

4. De mamma van Luna hielp mee met het naaien van gigantisch bijpassende kitsche gordijntjes in oranje en bruin.

5. En ook de rest van het interieur van de camper is 1 groot retro-gebeuren! Mooi! Zo leuk! Ik word er zo blij van!

6. Voor onze grote vuurdoop reden we naar een camping op de Veluwe, maar ik was, ondanks de nieuwe banden, nog steeds bang voor autopech of dat de verkering een hartaanval zou krijgen en ik dan niet zou weten hoe ik moest rijden of dat ineens de wereld zou vergaan of overstekende herten. "Rijd je lekker liefie?", vroeg ik de hele tijd. "Ja, ik rijd heerlijk", zei hij. "Echt?" "Echt?" "Echt?" "Echt?" Pas na een uurtje rijden (maximaal 85 kilometer per uur) kon ik m’n angst loslaten en genieten! En zwaaien naar iedereen die langsrijdt: "Joehoe, motherfuckers! Wij hebben een hele gave camper!" Ondertussen draaiden we liedjes uit 1973 (het geboortejaar van de camper!).

7. Ik heb m’n hele leven lopen spugen op het campingleven: "Stom! Niks voor mij! Ik lig liever in een hotelbed." Maar ik vond het dus helemaal geweldig. Er was plenty of toiletpapier, wij zaten tussen de bejaarden met allemaal héle lelijke campers en caravans, het frietje in het caming-cafetaria smaakte heerlijk en de campingdouche was beter dan die van thuis.

8. Samen 5 uur lang ge-skip-bo’t en ik heb geen 1 keer gewonnen.

9. Prosecco uit een plastic wijnglas. Leuker wordt camperen niet! Met waxinelichtjes erbij, toastje met wat kaasjes, gordijntjes dicht, goddomme wat fijn!!

10. Van de banken een bed gemaakt en als de verkering helemaal diagonaal ligt, dan pas ik er precies tegenaan! Heerlijk geslapen. En dan wakker worden met tsjilpende vogeltjes op de achtergrond. Nice!

11. Oploskoffie!
Nice!

12. IKEA-style ontbijten met een broodje knakworst met mosterd, mayonaise en gebakken uitjes. Ook nice!

Het plan is om over 2,5 week, samen met deeltijd-dochter S. (die een eigen bed heeft (mét retro-dekbed uiteraard) boven de bestuurders- en bijrijdersstoel) voor 2 weken naar Italië te vertrekken. Misschien besluiten we uiteindelijk om lekker in Duitsland te blijven, maar fuck it! Camperen is vrijheid!

19

LUNA VAN INSOMNIA NAAR HYPONCHONDRIA

Soms zit het mee en soms zit het tegen, maar qua hoeveelheid slaap die ik de laatste week heb gehad zit het vooral tegen. Ik dank de Here Jezus Christus en de Heilige Maagd Maria op mijn blote knietjes dat ik toch zeker 3 uur per nacht meepik. En tijdens de uren dat ik niet slaap vraag ik me af of alle mannen snurken, en dat moet haast wel, want na een week amper slapen weet je gewoon niet eens meer wat het is om normaal te slapen en je kan je geen nacht meer herinneren waarin je gewoon lekker naast elkaar lag en het enige geluid dat je kon horen het geluid van het tingeletangel-wind-ding buiten in de tuin was. En ja, natuurlijk, net in het halfuurtje dat ik wél lekker lig word ik wakker van m’n eigen niet-optimaal-functionerende lichaam. Pijn! Pijn! Pijn! "Liefie, liefie", zeg ik terwijl ik m’n verkering wakker schud, "er zit iets niet goed." "Wat is er dan?", vraagt hij. "Volgens mij liggen de matrassen niet vlak. Ik heb het gevoel dat ik met m’n hoofd achterover lig. Een beetje in een helling van 5 graden. Ik heb helemaal een raar gevoel in m’n bovenlijf. Ik ben helemaal misselijk. "Ach, schatje toch, kom maar hier", zegt hij en hij trekt me lepeltje-lepeltje naar zich toe en gaat weer verder slapen. "Hé, joehoe, ik meen het hoor, hier zit het heel raar", zeg ik, en ik leg zijn hand tussen m’n borsten, "hier voelt het raar. Ontploft. Volgens mij heb ik een lekkende hartklep. Misschien moeten we de ambulance bellen? Je weet het niet." "Schatje, dat is gewoon je maag", zegt hij. "Kan ook", zeg ik. "Maar dan voelt die niet goed hoor. Misschien is-ie geperforeerd? Dat kan hoor, dat heb ik wel eens gezien op televisie. Maagperforatie! Zou het van dat glaasje whiskey komen? Of…" "Liefie, ga eens gewoon rechtop zitten", zegt hij, "je hebt gewoon last van brandend maagzuur." "Oh", zeg ik. En nadat ik rechtop zit bedenk ik me dat het Engelse ontbijt van die ochtend, daarna de hele middag niks en daaroverheen een frietje met, een frikadel speciaal, ’s avonds nog een gezellig kaasplankje en dit alles weggespoeld met eigenlijk alleen maar heel veel koffie en wijn en dus een whiskey niet echt heel veel wonderen zullen hebben gedaan voor mijn interne huishouding. Oorzaak, effect, zo simpel is het! En van de gedachte dat ik géén lekkende hartklep of maagperforatie heb, had ik in principe in een zorgeloze slaap kunnen vallen. Ware het niet dat de verkering weer begon te snurken.

10

KOM MAAR NAAR BENEDEN EN SLA JE SLAG!!!

"Zo dom als een …?", vraag ik.
"Varken", zegt mevrouw B.
"Ja, die zien er wel dom uit hè? Maar dat is niet het goede antwoord."
"Koe", zegt mevrouw J.
"Nee, ook niet goed, weet u het misschien mevrouw O.? Zo dom als een …?"
Ik zie mevrouw O. denken.
"Klein vogelijn op groene tak", begint ze even later, "Wat zingt g’een lustig lied."
En ach, dan zing ik ook maar mee, en als ik inval, zingen we ineens met de hele afdeling: "Wij hebben in ons hele boek… zo’n vrolijk wijsje niet… Oooh zeg ons, zeg ons aardig beest… Wie of uw meester is geweest… Oooh zeg ons zeg ons aardig beest … Wie of uw meester is geweest!"
"Het goede antwoord is ‘Zo dom als een gans’, maar ik vind dat de punten voor deze vraag naar mevrouw O. gaan, want die heeft heel mooi gezongen, vinden jullie dat goed?"
Iedereen vindt het goed.
"Gooit u even met de dobbelsteen mevrouw O.?", vraag ik.
Mevrouw O. gooit groen.
"Een groene vraag voor mevrouw O.!", roep ik.
Maar nog voordat ik een kaartje met een groene vraag kan pakken begint mevrouw O. te zingen: "In een groen, groen, groen, groen knollen, knollenland, daar zaten 2 haasjes…"
En fuck it, gewoon weer met z’n allen: "heel parmant… en de 1 die blies de fluiten, fluiten, fluitenfluit… en de ander sloeg de trommel!"
"Ja, u denkt zeker onder de groene vraag uit te komen door te gaan zingen, mevrouw O.? Maar zo zijn we niet getrouwd hoor! Hier komt de vraag: wat voor kleur hebben vergeet-me-nietjes?"
"Blauw", zegt mevrouw K.
"Heel goed!", zeg ik.
Even later gooit meneer de R. oranje.
"Een oranje vraag voor meneer de R.!"
"Meneer de R. kunt u dit gezegde misschien afmaken?"
Meneer de R. kijkt me aan.
"Er is geen koe zo bont of…?"
"Ehm, jajaja, ehm, de here Jesus, jaja, gezegend zij gij, Jesus, jajaja, Amen", zegt hij.
"U bent vroeger toch boer geweest?"
"Jajajajajajaja."
"Nou, dan moet u dit gezegde toch wel af kunnen maken; er is geen koe zo bont of…?"
"Melk, melk, melk."
"Ik reken ‘m goed hoor meneer de R."
"Jajajaja, gezegend, Here Jesus, Amen", zegt hij.

En inderdaad; Here Jesus Christus! Ik heb m’n roeping gevonden! Als ware ik Gaston Starreveld speel ik sinds kort elke vrijdagochtend voor quizmaster bij de demente bejaarden! Met supersimpele vragen die door iedereen door elkaar en voor elkaar worden beantwoord en ik vind het leuk! Zo leuk! Here Jesus Christus! Amen!

18

LUNA GAAT TOCH MAAR KIJKEN

De verkering is totaal uitgezocht op zijn desinteresse voor voetbal. Mijn eerste vraag was niet: "Wat doet je vader, wat doet je moeder?", maar: "Hou je van voetbal?" En nadat die vraag negatief was beantwoord kon er verder worden gepraat. Een man met een desinteresse voor voetbal; ik vind het een kernkwaliteit! Zondagen zonder voetbal. Zalig. Want na een leven lang voetbal op zondag, tatadatatadatataaaaaaa, kan ik de kop van Mart Smeets of welke andere ouwehoerende voetballul dan ook, niet meer zien. Maar nu zo met de WK zit de verkering ook ineens met een flesje Jupiler voor de tv naar allerhande bullshit wedstrijden te kijken. Zuid-Korea – Griekenland! Servië – Ghana! En nu wil-ie met de wedstrijden van Nederland ook ineens naar de kroeg. Voetbal kijken? Met z’n allen? Gezellig? Ja, doei! Maar het woord ‘kroeg’ werkte op mij als een rode lap op een stier.

"Met de assistente van de tandarts", zegt de assistente.
"Ja, goedemorgen, met Luna, hé, ik heb vandaag een afspraak staan, maar vandaag speelt Nederland!!!", zeg ik.
"Dat wist ik wel hoor."
"Ik niet, ik realiseerde het me pas dit weekend."
"Ik wist het."
"Ja, ik had het eigenlijk kunnen weten, maar wat het is, ik ga er volledig van uit dat ze winnen straks en de kans dat er bij mij meer dan 1 biertje ingaat is best groot en dan lig ik daar straks bij de tandarts met een enorme bierkegel en dat vind ik een beetje zielig voor hem, maar het scheelt natuurlijk wel in verdoven."
"Ik wist het, want ik moet werken."
"Wat erg voor je!"
"Ja, ik had het graag willen zien."
”Hebben jullie niet ergens een tv’tje?"
"Nee, en we kunnen ook niet via de computer kijken."
"Je kan ook naar de radio luisteren? En daar schijnen ook nog eens de betere verslaggevers te zitten, dus misschien kun je die aanzetten?"

Was een heel goed idee. En nadat ik had verteld dat ik een hele gezellige oranje krans met leeuwtjes aan de deur had gehangen, vond ze het niet meer dan logisch dat ik m’n afspraak verzette en ik hoefde ook de rekening niet te betalen, ook al was ik eigenlijk te laat met afbellen. Allemaal helemaal volgens het WK-gevoel. Helemaal Fair Play!

Nu ga ik m’n nagels oranje lakken.

5

LUNA WORDT EEN ECHTE KAMPER

Een paar maanden geleden was er ineens het idee om een camper te kopen. Kwam spontaan opzetten toen we het hadden over vakanties en dat het allemaal gewoon maar weggegooid geld was en zonde en dat we liever iets duurzaams hadden en dat ik heel graag een keer een paar weken naar Italië wilde voor een pasta-tour. Een camper dus. En ik legde het idee naast me neer en ging me bezig houden met dingen als het huishouden. Hij ging zoeken op Marktplaats. En zoeken. En zoeken. En zoeken. En bellen. En bellen. En mailen. En toen toonde hij mij een plaatje van een witte bus. "Dit wordt ‘m", zei hij. "Dat is een witte bus", zei ik. "Ja", zei hij. "Nee", zei ik, "je kan mij niet in een witte bus gaan vervoeren hoor." "Waarom niet? De motor is net gereviseerd en er zit nog 2 jaar garantie op en hij valt volledig binnen het budget", zei hij. "Ja, maar het is een witte bus, ik ga niet in een witte bus liggen, ik ben geen parkeerplaats-hoer." Hij keek me aan en fronste zijn wenkbrauwen. ”Okay, misschien dat wel, maar ik wil het niet, ik wil het niet, ik wil het niet, het is een witte bus en heel lelijk en ik wil niet in een lelijke bus, want ik wil ook nog wel een beetje kek op de foto en ik had iets heel anders in gedachten toen we het over een camper hadden en als het zo moet, dan hoeft het hele leven gewoon niet meer van mij, dan kan ik er net zo goed een einde aan maken", riep ik met heel veel gevoel voor drama. Daarna begon hij met net zoveel gevoel voor drama, maar dan met extra zware en harde stem te roepen dat hij een man was en verstand had van auto’s en motoren en dat het dan van hem ook allemaal niet meer hoefde, want hij was uren en uren en uren en uren en uren aan het zoeken geweest naar de perfecte camper terwijl ik de aardappels aan het schillen was en dit was de enige camper die voldeed. "Echt niet", zei ik. "Echt wel", zei hij. "Klootzak", zei ik. "Kutwijf", zei hij. "Zullen we even een rondje parkeerplaatsen doen?", vroeg ik. Was een heel goed plan. En toen we terugkwamen van de parkeerplaats hadden we het er nog maar een keertje rustig over. "Ik wil gewoon heel graag een huisje op wielen", glimlachte ik op m’n aller-lieflijkst, "en eentje die past bij m’n retrojurkjes." En hij wilde vooral een veilig ding. Groot. Stoer. Solide. Dus sinds kort zijn we in het bezit van een originele vet-kekke Commer-camper uit 1973.

33