web analytics

Categorie: Standaard

LUNA EN DE STEIGERBOUWERS

Over een paar dagen wordt er begonnen met bouwwerkzaamheden aan ons pand en donderdag waren mannetjes druk bezig met het plaatsen van een grote steiger. Rond een uur of 11 hoor ik de voordeurbel. “Zeg, wij gaan zo lunchen”, zegt een steigerbouwertje, "en ik vroeg me af of jij misschien een kopje thee voor ons hebt? En mogen we onze boterhammen bij je opeten?” “Ja, hoor”, antwoord ik, “hoe laat?” “Over een half uurtje”, zegt het steigerbouwertje. “Okay!”, zeg ik en meteen laat ik al mijn werkzaamheden vallen. Want ik moet thee regelen! Ze komen zo binnen! Wat moet ik aan? Zit m’n haar goed? Ik moet zoete broodjes voor ze bakken, zodat ze hun best doen op het bouwen van de steiger. Maar in plaats van zoete broodjes ga ik voor de modern versie daarvan; homemade kippensoep en loempiaatjes. Deze mannen hebben honger en wie weet wat voor een lunch ze hebben meegekregen van hun vrouwen! Nog geen minuut later heb ik 2 kippenbouten uit de diepvries getrokken om een bouillonnetje van te trekken. Daarna kruiden erin, ui erin, aardappel erin, prei erin, paprika erin, bleekselderij erin, vermicelli erin! Hop! Zo’n 25 minuten later proef ik van de geïmproviseerde soep en daar is helemaal niks mis mee! Ook wat mini-loempiaatjes in de pan. Waterkoker aan. Theedoos op tafel. Mokken op tafel. Suiker erbij. Wanneer ik iedereen binnen heb geroepen presenteer ik m’n goedgevulde lunchtafel. “Zo, zo”, hummen de mannen terwijl ze hebben plaatsgenomen. Een hele lange ongemakkelijke stilte volgt. Ik wacht tot ze iets zeggen. Iets over m’n haar bijvoorbeeld. Dat dat zo goed zit. Maar ze zeggen nu al 5 minuten niks. Ze eten hun soep. Nemen een loempiaatje en drinken hun thee. “Dusssss…..”, zeg ik, want ik haat stilte in het algemeen en ongemakkelijke stiltes in het bijzonder. “Je woont mooi”, zegt een steigerbouwertje. Ha! We hebben een prater! Eindelijk! Ik vertel over het huis, maar ik hoor nergens een wedervraag, dus ik hou daarna maar weer m’n mond. Heb ik verdomme 5 bouwvakkers in m’n huis, gebeurt er eindelijk wat spannends in m’n leven, zeggen ze niks! Ik wil sterke verhalen! Ik gooi m’n laatste troef op tafel: “Ik ben tekstschrijver bij de FOXY, kennen jullie dat blad?” Twee van de vijf mannen kijken op. Ze hebben er beiden nog nooit van gehoord. De andere drie hummen. “Het is een erotisch magazine. Met tieten. Kom op mannen, jullie zijn de doelgroep”, zeg ik vol ongeloof. Maar ze hebben er echt nog nooit van gehoord. Alle 5 niet. Echt niet. “Dusssss…..”, probeer ik nog een keertje. “Maar je kan lekker koken hoor”, zegt een steigerbouwertje.

21

LUNA HEEFT ER DE SCHIJTES IN

Maandagochtend 8.00: “Pffffffffrrrrrrrtttttssssss”, hoor ik vanuit het hoekje van de keuken. Ik vermoed het ergste en inderdaad; naast de kattenbak ligt een plas stront en Skinner staat er ietwat verloren bij. Met een stukje karton en een papiertje probeer ik wat van de waterdunne drap in een plastic zakje te schuiven om het daarna meteen naar de dierenkliniek te brengen. Een paar uur later word ik al gebeld. “Ik heb slecht nieuws”, vertelt de dierenarts, “Skinner is toch weer besmet met de parasiet.” “Ja, dat dacht ik al”, zeg ik. “Dus alle katten moeten opnieuw aan een pillenkuur”, vertelt ze, “en dit betekent dat er zich een herbesmettingsbron in huis bevind en die kan overal zitten. In de plantenbak, in de kattenbak, maar ook op plekjes waar ze graag liggen bijvoorbeeld.” “Oh, fuck”, zeg ik gelaten. “En het is geen oordeel over de hygiëne in jouw huis, maar ik raad je aan om alles overal schoon te maken met water met verdund chloor.” “Oh, nee, dan heb ik 300 vierkante meter om te schrobben”, antwoord ik. “Oh, dat is wel heel vervelend, maar het is wel het beste”, zegt ze, “en vanavond tussen 6 en 7 liggen de pillen voor de poezen klaar.” “Oh, kan dat niet eerder, want ik heb eigenlijk een afspraak”, vraag ik. Nee, dat kon niet eerder. Zucht. Wanneer ik de telefoon uitdruk is het eerste waar ik aan denk een wijntje. Die heb ik nu wel verdiend. Wat? Ik heb er wel 10 verdiend! Ik bel m’n hulplijn. “Liefje, ik word helemaal gek hier”, zeg ik. “Die katten moeten wéér allemaal aan die pillen voor 5 dagen. En Skinner moet gewassen worden. En het allerergste is dat het hele huis helemaal gereinigd moet worden, van boven tot beneden, met water en chloor. Zodat Skinner niet weer herbesmet kan worden. Kan overal zitten, in de plantenbakken, op de vloer. Ik sta op instorten. En dit samen met m’n detox, ik heb dorst, oh, wat heb ik een dorst, ik trek het niet, ik vind het kut, ik baal ervan en de dierenarts heeft die pillen pas klaar staan tussen 6 en 7 vanavond en ik had eigenlijk hele andere plannen, maar nu moet ik daar toch nog langs straks, verdomme.” “Maar liefje, wat wil je dat ik eraan doe?”, vraagt hij. “Hoe bedoel je?”, vraag ik. “Nou, wat kan ik nu doen om je te helpen?”, vraagt hij. “Helpen, helpen?”, zeg ik, “ik wil gewoon even tegen je aan zeiken. Je kan me toch niet helpen. Ik wil alleen klagen.” “Maar liefje”, zegt P., “daar heb je toch je weblog voor?”

20

HERE WE GO AGAIN

Ik ging vrijdagochtend op de weegschaal staan. Moet je sowieso nooit doen, maar omdat ik Skinner elke week moet wegen en die kater er niet uit zichzelf op ging staan, had ik geen keus. Ik zag een getal dat ik niet herkende, zelfs toen ik Skinner er met zijn 3,1 kilo vanaf trok bleef er een getal over dat ik nooit eerder op m’n weegschaal zag. Kut. Kuttekuttekut. Wat nu? Er waren 2 opties. De eerste was; doen alsof ik niks gezien had. Gewoon een flesje van het een of ander opentrekken en aan het einde van dat flesje zou ik waarschijnlijk niet eens meer weten waar ik me een paar uur eerder druk over maakte. Ik koos voor optie 2: Detox. Hardcore. Ieder pondje gaat door het mondje, maar waarschijnlijk zijn die pondjes er bij mij intraveneus en integraal ingepompt met liters Chardonnay en Prosecco. De avond ervoor had ik zelfs nog bij vriend P. en vriendin D. op de bank gezeten. Hun aan een klei-shake, ik met een Chardonneetje. “Nou, lekker hoor, zo’n wijntje”, had ik gelachen, “veel succes met die shakes van jullie.” Ik had ze zelfs een beetje voor gek verklaard, maar de volgende ochtend stond ik dus zelf met een paar doosjes Detox-pillen bij de Etos. Ik las ‘Ter ondersteuning voor het lichaamseigen vermogen om afvalstoffen te verwijderen’ en ‘cichoreiwortel, bittersinasappel, psyllium, spirulina en guldenroede’ en het leek mij een prachtproduct! Al het gif m’n lichaam uit! En fruit, groente en heel veel water erin! Ik ging ervoor! En toen ik thuis kwam kickte ik meteen de eerste pil naar binnen. Om ‘m daarna meteen weer kokhalzend in de gootsteen te spugen. Zucht. De pil, xtc, M&M’s, deepthroaten, kokkindjes, kauwgom; allemaal geen probleem, maar die Detox-pillen krijg ik dus niet weg. Niet in 1 keer in ieder geval. Ik heb nu 3 dagen geen alcohol gedronken. Geen vlees gegeten. Geen suiker. Vandaag ging ik uit eten met P. en ik heb niet eens een wijntje besteld om het heerlijke hoofdgerecht (ravioli gevuld met zaagbaars en pistachenootjes) te begeleiden. Ik heb in die 3 dagen 18 Detox-pillen geslikt. En iedere 18 keer was het een drama. Een kleine hel in de keuken. Een gevecht tussen mijn huig en mijn wil. Nog 27 dagen en 142 pillen te gaan. Vanaf morgen spoel ik ze weg met een Chardonneetje.

25

WIN EEN BRUCE ROMPERT!


Bruce toont hier, in blakende gezondheid, maar weer eens waarom het PloesiePoesie-logo volledig op hem gebaseerd is! En dit logo drukte ik, geheel zelf, met mijn nieuwe zeefdruk-machine uit Japan op wat lieve baby-rompertjes! Kan in de wasmachine, kan gestreken worden en er kan op gekotst en gekwijld worden. De eerste twee lezers/lezeressen die reageren, en die in de afgelopen maand een kindje hebben gekregen, krijgen geheel gratis zo’n kekke rompert thuisgestuurd! Voor alle anderen; de romperts zijn binnenkort te verkrijgen in mijn PloesiePoesie-shop. Als ik eindelijk de rust en reinheid en relaxtheid heb gevonden om alles te updaten!

Update 1: Rompert #1 gaat naar Linda!!!
Update 2: En de tweede rompert gaat naar Evelien!

33

LUNA EN JORDY

Met 5 plastic tassen vol PloesiePoesies probeer ik het kleine halletje binnen te lopen waar het winkelmeisje me op gewezen heeft. “Daarachter staat een stoel”, zegt ze, “ga maar vast zitten, dan help ik deze klant nog even.” Ga maar vast zitten? Ga maar vast zitten?! Eerst moet ik me langs 2 middelgrote honden en 1 grote Deense Dog pup zien te manoeuvreren! En binnen no time staan ze alledrie kwijlend tegen me aan te springen. “Je bent toch niet bang voor honden hè?”, vraagt het meisje. “Eh, nee, hoor, maar ik ben meer een poezenmens, volgens mij ruiken ze dat”, zeg ik. “Ze doen niks hoor”, roept het meisje, “en er lopen hier ook 5 katten rond, dus ze zijn wel wat gewend.” “Oh, okay”, zeg ik terwijl ik m’n tassen neerzet en plaatsneem op het stoeltje. De honden schieten als een kermisattractie langs m’n benen. Links, rechts, op en neer en op en neer. “Nee, niet je kop in de tas”, zeg ik tegen een dikkige labrador en duw ‘m aan de kant. Nee! Geen hondenkwijl op m’n PloesiePoesies! “Jij bent braaf”, zeg ik tegen een soort zwarte herder die naast me komt zitten en aai ‘m over z’n kop. Ik ruik aan m’n hand. Nee, niet lekker. “Ik kom er zo aan hoor”, zegt het winkelmeisje, “wil je koffie?” “Ja, doe maar.” En terwijl ik heel even niet oplet staat de Deense Dog-pup ineens met een roze PloesiePoesie in z’n bek te schudden. “Nee, hondje, nee!”, roep ik en probeer de poes uit z’n bek te pakken. “Nee, stout”, probeer ik daarna. Oh, paniek! “Laat los hondje, laat los!”, roep ik in een laatste wanhoopspoging en gelukkig sta ik even later het hondenkwijl van de poes te vegen. “Misschien kun je de tassen beter op de tafel daar zetten”, zegt het winkelmeisje terwijl ze me een kopje Senseo geeft, “nog 5 minuutjes, dan ben ik er.” Wanneer ik m’n tassen op de tafel heb gezet en een slokje van m’n Senseo neem zie ik dat de Dog zijn kop in een kattenbak steekt. “Jordy! Niet doen”, hoor ik vanuit de winkel, “Jordy!” Het meisje loopt richting de Deense Dog en trekt hem aan z’n halsband uit de kattenbak. Een strontlucht komt me tegemoet. Jordy’s grote roze tong draait een cirkel rond z’n bek. “Heeft-ie nou kattenpoep gegeten?”, vraag ik het meisje. “Ja, ze doen het alle drie”, zegt ze, “hoe verser de poep hoe beter.” WTF? De Dog zit op nog geen meter afstand en kijkt me vrolijk aan. Daarna komt Jordy met z’n kwijlende bek op me afgelopen. En legt z’n kop op m’n knieën. Op m’n kekke ‘70’s jurkje. I’m soooooo not a dog person.

17

LUNA EN KATTEN LEVEN NOG

“Hé Luun, wordt het niet eens tijd dat jij weer een stukje schrijft?”, vroeg vriend J. zaterdag tijdens de housewarming van vrienden A. en T., inclusief barbecue op het dakterras. “Eh, ja, hè, het is alweer 2 weken geleden”, zei ik. “Ik check elke dag je site, maar steeds die foto bovenaan. Maak je niks mee ofzo?”, vroeg hij. “Eh, nou…”, begon ik, “ik baal er zelf ook van dat er al 2 weken hetzelfde postje bovenaan staat. Maar ik had gewoon niet zo’n zin. En ik was moe.” Ik schepte nog wat mozzarella-tomaten-salade op. Ik bedacht me dat ik heus wel wat had kunnen schrijven de afgelopen weken. Maar dan krijg je dan zo’n opsomming van ik-heb dit-gedaan-en-dat-gedaan waar eigenlijk niemand op zit te wachten. Al zou een verslag van mijn dineetje met vriendin L. bij restaurant Italia Oggi, overigens een aanrader, misschien wel noemenswaardig geweest zijn. En als ik heel eerlijk ben had ik ook best willen vertellen over de 5 fotoboeken met 800 foto’s en honderden lintjes in alle kleuren van de regenboog die ik de afgelopen maanden maakte om te geven tijdens het 1-jarig huwelijksfeestje van vrienden P. en D.! Ook de tapasmaaltijd die ik vorige week maakte om dat 1-jarige huwelijksfeestje te begeleiden was best het vermelden waard. Een paar foto’s van al die events waren trouwens ook niet weggeweest. Mooie mensen allemaal! En mijn haar zat ook al zo goed tijdens die events! En ik had natuurlijk best kunnen vertellen over vorige week zaterdag en dat Bruce toen weer begon te kotsen en dat ik dacht; daar gaan we weer en dat ik in dat plasje kots toen een lintje van een bos bloemen aantrof en dat ik toen dacht; deze kat leert het nooit, maar om nu weer over de katten te schrijven, ja, Jesus, daar had ik zelf na 2 weken alleen maar over de katten geschreven te hebben al helemaal geen zin in. Al zag het er best feestelijk uit, zo’n plasje kots met een paar stukjes bloemenlint in de kleuren rood, blauw en roze. “Ik schrijf maandag weer een stukje”, zei ik. “Oh, okay”, zei vriend J., “wil je nog wat drinken?” “Lekker”, zei ik. En die housewarming zaterdag was trouwens ook erg gezellig.

10

EN DAN EINDELIJK: GOED NIEUWS


"Ik heb gisteren Skinner’s ontlasting onderzocht", zei de dierenarts, "en ik heb goed nieuws." "Vertel! Vertel!", zei ik. "Skinner heeft een parasiet in z’n darmen, de Giardia-parasiet", zei ze. "Klinkt exotisch", zei ik, "en nu?" Die parasiet viel prima te behandelen met pillen, vertelde ze. Ook de andere 3 poezen moeten aan de pillen in verband met besmettingsgevaar, maar in principe ziet alles er zeer gezellig uit voor de toekomst! Skinner heeft in ieder geval geen extreem kankergezwel in z’n darmpjes en als het goed is zou hij binnen 5 dagen al van het gekots en geschijt af moeten zijn! En dan kan hij hopelijk ook eindelijk weer een beetje aankomen, want die 2,9 kilo van hem nu gaat natuurlijk nergens over. Ik zeg: hoera! En ik zeg: tijd voor de donderdagmiddagborrel!

29

HOE DOEN ANDEREN DAT DAN?

“Misschien is het gewoon beter om ze allebei maar af te maken”, heb ik vorige week dramatisch geroepen. Want de wanhoop die 2 zieke katers in huis met zich meebracht vond ik nogal moeilijk te dragen. Maar ik moest wel. Al werd ik er zelf gewoon helemaal misselijk van. Skinner moest speciaal dieetvoer om weer aan te komen, maar hij kotste alles er steeds weer uit. Of hij scheet het met een sneltreinvaart net naast de kattenbak. En ik steeds om het kwartier checken of hij gekotst had, want zo ja, dan zou Bruce die kots weer op kunnen eten, en dat mocht natuurlijk niet, omdat hij net een heftige darmoperatie had gehad. Want Bruce vond Skinner’s kots een stuk beter smaken dan het dieetvoer dat hij zelf kreeg. Maar je doet het. Maar ik vraag me al tijden af: hoe doen andere mensen met katten dat? Met zieke katten? Of andere zieke beesten? Het lijkt mij onmogelijk om naast een vaste baan ook nog een zieke kat thuis te hebben die om de 1,5 uur een hapje voer moet krijgen omdat anders z’n darmen te zwaar belast worden. Het lijkt me ook onmogelijk om een flitsende piloot-carrière te hebben terwijl je kat om de 12 uur een shotje insuline moet krijgen. Of alleen al relaxt op je werk zitten terwijl je weet dat je kat een enorme hechting op z’n lijf heeft en daar de hele tijd met z’n scherpe tandjes aan wil zitten. Ik zou het niet kunnen. Ik kan deze situatie al amper aan, maar gelukkig heb ik ergens nog wel een stripje valium liggen. En een flesje limoncello. Maar ik adem en leef momenteel in hetzelfde ritme als de katten. Ik let minutieus op elke scheet die ze laten. Elk zuchtje, piepje of mauwtje kan betekenen dat het toch even niet helemaal lekker gaat en dan sta ik er alweer naast om lieve woordjes tegen ze te wauwelen. En ondertussen kom ik amper aan mezelf toe. Ik heb al 1,5 week niet echt gewerkt. Behalve wat gelummeld achter de naaimachine. Om daarna meteen alles op te ruimen, omdat het me dus echt niet nóg een keer gaat gebeuren dat Bruce denkt dat-ie de nieuwste Christian Lacroix is en nog een keer een draad van het spoeltje van m’n naaimachine inslikt.

34

BRUCE LIGT ER RELAXT BIJ


Na een spannende nacht lijkt Bruce eindelijk weer zichzelf. Zichzelf, maar dan wel met een grote oorlogswond op z’n pensje die hij dan ook vol trots en van heel dichtbij wil laten zien de hele tijd. Hop, pontificaal in m’n gezicht ermee terwijl ik net zit te ontbijten! Lekker!

21

KWAKKELENDE BRUCE


Ik ga liever 10 keer teveel dan 1 keer te weinig naar de dierenarts, dus toen Bruce vanmorgen rillend op de tafel lag belde ik meteen. "Kunt u ‘m even temperaturen, want als hij koorts heeft, dan kunt u beter toch even langskomen", zei de assistente. En nee, natuurlijk lukte dat temperaturen niet. Bruce had wel andere dingen aan z’n kop dan zo’n koud ding in z’n kont krijgen. En ja, daarna ging Bruce van ellende weer terug onder de bank om daar te blijven rillen. En toen raakte ik zelf in paniek, want was als de hechtingen eruit waren gegaan? Wat als z’n darmen aan het dwalen waren in z’n lijf? Dus weer in een snikhete taxi met m’n vader en een kat in bakkie om zekerheid te hebben, want alles beter dan de staat van wanhoop waarin ik verkeerde. Even later vertelde de dierenarts dat Bruce inderdaad koorts had. Hij kreeg nog een extra anti-biotica-shotje en een extra setje pillen mee. En we wachten wederom alles af.

17