web analytics

Categorie: Standaard

LUNA IS HET ER NIET MEE EENS

Ik ben helemaal niet zo politiek geëngageerd. Praten en schrijven over politiek laat ik liever aan anderen over en de enige discussies die ik over dit onderwerp voer zijn die met mijn ex S., een fervent VVD-stemmer. Hij vindt het belachelijk en vooral ongelooflijk dat P. en ik als eigen-huis-eigenaren en eigen-bedrijf-hebbers al jaren op de SP stemmen. Maar P. en ik stemmen volgens de filosofie: ‘Je moet niet stemmen vanuit wat je bent geworden, maar vanuit wie je bent.’ Naast die discussies met ex S. ben ik eigenlijk nooit zo met nationale of internationale politiek bezig. Het is niet dat het me niet interesseert, het is meer dat ik liever over katten en gezellige dingen praat. Maar gisteren, bij het zien van de uitslag van de verkiezingen, en dan vooral die potsierlijke grijns van Balkenende, gingen al mijn haren overeind. Voor het eerst sinds ik mag stemmen, voelde ik mij daadwerkelijk betrokken bij de uitslag van de verkiezingen. ‘Mijn’ partij heeft dan wel een enorme winst behaald, hiep hier hoera en hulde daarvoor, maar ik blijf de komende 4 jaar nog steeds in een land wonen met Balkenende als premier! En daar ben ik het niet mee eens. Ik wil Balkende niet meer terug als minister president. Ik ben die man zat. Ik wil Wouter Bos als premier. Of liever nog Jan Marijnissen, maar in ieder geval geen Balkenende meer. Geen CDA. Geen Balkenende. Geen VVD. Ik wil gewoon een fijne coalitie met PVDA, SP en GroenLinks. Gewoon om eventjes 4 jaar te kijken hoe dat gaat. En om dan te bedenken dat zelfs de Partij voor de Dieren 2 zetels heeft gehaald. Hartstikke leuk hoor, dieren, en ik ben helemaal voor een diervriendelijk bestaan en biologisch vlees en liefde en aandacht en respect, maar aan een kindje in Botswana kun je toch niet uitleggen dat wij hier in Nederland een Partij voor de Dieren hebben? Come on! Een hele erge diepe zucht. Zucht. Nou. Ja. Wat. Als. En. Eventueel. Misschien. Ik accepteer de uitslag. Maar ik ben het er niet mee eens.

56

DE REISSCHEMA’S VAN LUNA EN P.

Ons vliegtuig zou donderdagochtend om 6.30 vertrekken. Zo’n 2 uur van tevoren inchecken, dus 4.30, dan nog een half uurtje van tevoren met de trein, dus 4.00, en dan nog een uurtje om de laatste dingetjes thuis te regelen, dus ik zette de wekker ’s nachts om 3.00. Ik had een strak reisschema gepland. En in dat reisschema had ik ook wat kleine dingetjes zitten die partner P. op zich moest nemen. Zoals bijvoorbeeld de vuilniszakken uit de vuilnisbakken halen en buiten zetten en de afwasmachine uitruimen. Nu had P. vooral een eigen reisschema, dat allereerst al later dan het mijne begon en daarna vooral bestond uit heel veel sigaretten roken en staren naar de muur. Dus, naast het doen van de kattenbakken, het schrijven van een briefje voor vriendinnetje P. en het doen van een aantal dingetjes die ik die middag niet had gedaan, moest ik ook nog eens partner P. activeren én zijn dingetjes overnemen. Genoeg reden voor mij om volledig in de stress te schieten. “P., de trein gaat om 3.58”, zei ik chagrijnig, dus we moeten om 3.45 hier weg, want we moeten ook nog een kaartje kopen.” “Meisje, doe eens even relaxt”, zei hij. “Hoe kan ik nou relaxt zijn als ik al die dingen nog moet doen?”, vroeg ik. “We hoeven echt niet 2 uur van tevoren op Schiphol te zijn”, vond hij, “als we daar een uur eerder aankomen zijn we ruim op tijd.” “Maar ik wil het. Ik wil daar niet hoeven haasten of stressen”, zei ik. “Dus doe je het maar nu?”, reageerde hij op al net zo’n chagrijnige toon als ik. “Ja, dus de trein gaat over een half uur. Schiet je even op?”, vroeg ik. Hij: “Meisje, dan nemen we toch een taxi!” Ik: “Ik wil met de trein.” Hij: “Doe nou even rustig, we gaan op vakantie hoor.” Ik: “Als jij me nou zou helpen.” Zucht. De paar keer dat P. en ik samen op vakantie gingen verliepen altijd volgens bovenstaand patroon. Ze eindigden trouwens ook altijd met hetzelfde sarcastische zinnetje van P. op Schiphol: “Nou, ik ben blij dat we in ieder geval ruim op tijd zijn ingecheckt.”

18

LUNA NAAR BARCELONA

Vrijdag 17 november 2006 word ik 31. En hoewel ik m’n verjaardag over het algemeen het liefste oversla, moet ik toegeven dat mijn ik-word-30-feestje vorig jaar wel érg goed is bevallen. Dus toen partner P. een paar weken terug voorstelde om mijn verjaardag samen in Barcelona te vieren, leek mij dat een heel goed idee. En omdat het bestellen van tickets tegenwoordig net zo gemakkelijk gaat als het kopen van 5 paar sokken bij de HEMA: wij klikten wat, wij klikten nog een keer, wij betaalden met creditcard, wij ontvingen een mailtje en dat was dat, begon ik me eigenlijk pas vanmorgen om 4.30 écht te realiseren dat ik vannacht ga vliegen. Dat ik op een mini-vakantie ga. En toen kon ik niet meer slapen. Want had ik eigenlijk alles wel goed geregeld? En van het vooruitzicht dat ik 5 dagen helemaal niets ga doen, dat ik helemaal niets hóef, werd ik ineens helemaal hyper. Ik moest toch echt nog even de keuken schoonmaken voordat vriendinnetje P. hier morgen 5 dagen intrekt om op de katten te passen. En zeker nog even die 64 lege wijnflessen naar de glasbak brengen. En de kattenbakken nog doen en bij de supermarkt ook nog even heel veel blikkie-blikkies voor de katten halen en genoeg brokjes. En ik moest voor vriendinnetje P. toch ook nog echt wel even een flesje rosé halen. Of 2 dan, om alvast te bedanken. En dan ook nog wat lekkere badschuimpjes, zodat ze lekker kan badderen. En ik moest ook nog alle lopende bestellingen qua PloesiePoesies op de hoogte brengen dat ik even het land uit ben. En daarna even langs de Britse boekhandel om voor in het vliegtuig ‘Cat World’ en ‘Your Cat’ te kopen. En toen ik helemáál in standje ADHD ging en ik van mezelf ineens eigenlijk nog heel veel meer moest regelen en doen voordat we zouden vertrekken, toen had ik gelukkig nog zoveel tegenwoordigheid van geest om te zeggen; nee. Nee! Nee! Nee! Nee, je hoeft niks, maar je mag! Geen moeten, maar willen. Dus toen heb ik niets meer gedaan en ben ik om 15.00 om de bank gaan liggen met een wijntje. Mijn vakantie is dus vanmiddag al begonnen. En aangezien ik gek ben op partner P., op tapas, op wijn en op de tegeltjeskunst van Gaudi, weet ik zeker dat de komende dagen heerlijk zullen zijn!

34

LUNA’S KARMA IS WEER IN BALANS

“Can you help me please?”, vroeg een jongen met donker haar me op het Centraal Station. God, god, godverdegodver. Daar had ik nou net geen zin in. Fuck off. Ik had haast. En ik had stress. De bastards van de UPC hadden me voor de zoveelste keer afgesloten, omdat ik ook voor de zoveelste keer 1 fucking maand te laat was met betalen. Ik moest dus heel snel een spoedbetaling gaan doen bij het GWK, zodat ik binnen 24 uur weer zou worden aangesloten. “What?”, vroeg ik. “I need to go here”, zei de jongen in gebrekkig Engels. Hij liet me een papiertje zien waarop in een sierlijk ouderwets schoonschrift het adres van de Roemeense ambassade stond. “That’s in The Hague”, zei ik enigszins opgelucht omdat hij niet om geld vroeg, maar naar de weg, “you’re in Amsterdam.” Yes, “I know”, zei hij, "I need a ticket and I have 7 and the ticket is 9.” Toch geld. Jammer. “I’m sorry”, zei ik, “I don’t have any money either.” “Oh, you’re just like me”, zei de jongen en hij keek me recht aan. “I’m sorry”, zei ik en ik liep door, maar ik kreeg een enorme vlaag van medelijden over me toen ik me steeds verder van de jongen verwijderde. Ik keek om en zag hoe de jongen verschillende passerende mensen aansprak en hoe hij volledig genegeerd werd door die mensen. Ze gaven hem niet eens de tijd om zijn vraag te stellen. En dat vond ik nog het zieligst van alles. Dat totale proberen te negeren. Dat ‘nee-nee-ik-hoor-je-niet’-gedrag. Wanneer en waarom besluit iemand dan om wél geld te geven? Waarom de ene keer wel, de andere keer niet? Iemand die geld vraagt aan een vreemde moet sowieso al heel veel schaamte hebben overwonnen. Maar dat die iemand volledig afhankelijk is van de gemoedstoestand van een ander, dat trok ik op dat moment even niet. Ik liep terug. Ik liep terug in plaats van door. Ik zei: “I will buy you a ticket to The Hague”, en liep samen met hem naar het kaartjesapparaat waar ik met mijn pinpas een enkeltje Den Haag afrekende. Ik zei: “Here’s your ticket and you buy yourself something nice to eat for that 7 euro.” Daarna heb ik de jongens en meisjes van de UPC weer eens een keertje goed de huid vol gescholden.

37

LUNA WINT BLAUW WATER

Een jaar geleden regisseerde P. een videoclip voor het liedje ‘Toyboy’ van de Jack Stafford Foundation. Gisteren was de launch party van Jack Stafford’s nieuwste cd ‘Long Live Love’ en daar waren wij van harte uitgenodigd. De uitnodiging: ‘The night will be full of beautiful love songs. Yes baby, hippie times are back! Put the coolest 70’s clothes on. The best outfit will be awarded a prize.’ “Die prijs is natuurlijk voor mij”, zei ik tegen P. vol zelfvertrouwen. “Uiteraard”, zei hij en samen met hem koos ik voor mijn paarse jurk met roze en blauwe bloemen. Schreeuweriger dan die werden ze zelfs in de jaren 70 niet gemaakt. En al was ik zeer content met mijn keuze, ik voelde me een beetje overdressed omdat niemand, maar dan ook niemand van de bezoekers zich aan de dresscode had gehouden. Niemand! Dus ja, die prijs, die volgens mij bestond uit een button en het mogen volgen van het concert tussen wat nep-hippies, was voor mij. In plaats van het concert vóór het podium te volgen, mocht ik óp het podium plaatsnemen en keek ik tegen de ruggen van Jack Stafford en zijn vriendin Jasmine Wynants aan. Ook leuk. Naast mij zaten wat jongens en meisjes die bij het decor hoorden en gezamenlijk een waterpijp rookten. Of ik ook wilde? Nou, nee, doe maar niet, doe mij maar een glaasje van dat flesje Evian dat daar ligt. En toen een meisje een glas vulde, viel het mij op dat er geen water in dat flesje Evian zat, maar een blauwe vloeistof. “What’s in it?”, vroeg ik het meisje. “I don’t know”, zei ze en nam zelf nog maar een trekje van de waterpijp. “Well, okay”, zei ik en ik nam een slok. En het blauwe spul bleek goed binnen te houden. Nog maar een slokje dan. En toen Jack en Jasmine hun liefdesliedjes zongen met gitaar en harp en keyboard en trommels, ja, toen voelde ik de liefde stromen door de Melkweg. Heel veel liefde! Nog maar een slokje van dat blauwe spul. En nog maar zo’n mooi liefdesliedje. En toen ik m’n ogen dichtdeed en nog een slokje van dat blauwe spul nam, leek het net of ik op Woodstock zat. Long Live Love! Dat ik thuis binnen 1 minuut in m’n paarse jurk op de bank in slaap ben gevallen en pas om 5.30 wakker werd zal ook wel aan dat blauwe spul gelegen hebben.
www.jackstafford.co.uk

18

VOORUIT, OOK EEN KEER EEN HOND!


Mijn lieve vriendje Franz was gisteren jarig! En wat geef je aan de man die alles al heeft; leuke vrouw, leuk kind, leuk huis en een fijne baan als zelfstandig kunstenaar? Inderdaad! Een hond! Franz schildert af en toe superlieve Jack Russels en zo’n hondje heb ik lifesize (ongeveer 45 centimeter hoog) nagemaakt in stof! Ik vind ‘m superkek geworden! ().

p.s.: Franz heeft trouwens sinds kort een volledig nieuwe website, met, naast schilderijen van Jack Russels, ook heel veel ander moois: www.franzwilhelm.com.

27

LUNA EN DE SPIJKERBROEK

Mijn kledingstijl, die voornamelijk bestaat uit het dragen van de ongeveer 100 tweedehands jurkjes uit de jaren 50, 60 en 70 wordt niet echt gewaardeerd door mijn ouders. En dat is een understatement. Een kleine greep uit de conversaties die wij de afgelopen jaren hadden. Ik: “Ik heb vanmorgen 4 jurkjes op de Noordermarkt gekocht voor maar 20 euro!” M’n moeder op sarcastische toon: “Zeker weer van die ouderwetse bloemenjurken? Daar zal je vader blij mee zijn.” Ik, trots paraderend met een kek zwart bloemetjesjurkje: “Nou, als je deze jurk niet mooi vindt, dan weet ik het ook niet meer.” M’n vader: “Zo’n jurk had mijn moeder vroeger ook. Ik vind het niks. Kun je nou niet iets gewoons aantrekken? Een gewone spijkerbroek? Die had je vroeger nog wel eens aan. En toen zag je er zo leuk uit. Echt een stuk.” Ik: “Maar ik vind dit mooi.” M’n vader: “Ik vind het niks.” Gelukkig vindt mijn partner P. mijn jurkjes wél mooi en hij is uiteindelijk degene die er dagelijks tegenaan moet kijken. Daarnaast wil hij mij juist niet in een spijkerbroek. Hij wil mij in een jurkje. En ik wil mij ook in een jurkje. Een jurkje is fijn! Een jurkje kan je gewoon lekker makkelijk aantrekken, dichtritsen, en klaar. Het zit altijd lekker, je hoeft geen slipje aan, geen beha, dus uiteindelijk draag ik maar 1 kledingstuk per dag. Scheelt ook weer was. Ook prettig. Daarnaast zijn de jurken die ik draag zo tweedehands en zo kleurrijk dat ik met zekerheid kan zeggen dat er niemand anders met dezelfde jurk rondloopt. Ook fijn. Maar toen m’n vader afgelopen vrijdag meldde dat ik voor m’n verjaardag een nieuwe spijkerbroek van hem kreeg, ja, toen kon ik dat niet weigeren natuurlijk. Daarom vertrok ik afgelopen zaterdag met lood in mijn schoenen met m’n ouders naar een spijkerbroekenwinkel. En hoe het gebeurde, gebeurde het, de eerste spijkerbroek die ik paste, paste ook. Thank God. En nadat ik thuis voor m’n vader nog wat rondjes had gelopen was zijn reactie: “Ja, dit is beter dan zo’n kutjurk.” Dus, om nog meer je-ziet-er-niet-uit-opmerkingen voor te zijn, trek ik voortaan die spijkerbroek aan als ik m’n ouders zie. Maar, al staat die spijkerbroek me heus verdomde kek, ik voel me toch niet helemaal mezelf.

32

LUNA EN P. DROMEN

Ik schrik wakker, maar ik wil nog lang niet wakker worden. Ik zat net in een heel goede droom en die droom gaf me allerlei belangrijke antwoorden en inzichten, maar met elke seconde die ik wakker ben ebt de droom meer weg. Dan hoor ik boven een klapperende deur en realiseer me dat die klapperende deur ook de oorzaak moet zijn van mijn wakker worden. Wat kut zeg, wat zonde zeg. Ik doe nog een poging om weer terug in de droom te komen, maar de deur klappert weer. Nu harder. “P.”, zeg ik terwijl ik hem wakker schud, “P., de deur klappert boven.” “Oh”, zegt hij en ik was zelf ook even vergeten dat hij eerst een sigaretje moet voordat hij ook maar 1 stap buiten het bed zet. “Ik ga wel”, zeg ik en ik loop naar boven om een handdoek tussen de klapperdeur te doen. Eenmaal beneden zit P. rechtop in bed. “Ik was net aan het dromen”, zegt hij, “wil je ‘m horen?” “Nee, ik wil eerst m’n eigen droom weer helemaal weten”, zeg ik en ik stap weer in bed. “Ik werd achtervolgd door paparazzi”, zegt hij. “Ik had net het antwoord op alles”, vertel ik, “ik had een supergoed script voor een film van Steven Spielberg, helemaal science fiction. Ik zag ineens een hele alternatieve evolutieleer en dat de leer van die hele Darwin op de schop kon. Ik zag de ruimte, het heelal en ik leefde de hele evolutie van begin tot eind en hoe alle dingen soms ineens voorbij gaan, maar dat ook alles weer opnieuw begint en hoe al het leven op aarde in verband staat met weer andere dingen en dat alles goed is. Ik had gewoon het antwoord op alles en nou is het weg en ik wil het heel graag weer terugkrijgen.” “De paparazzi stond hier zelfs voor de deur en toen liet ik er eentje binnen. Ik had een affaire met Bridget Maasland en ik vroeg aan die paparazzi wat ik zou krijgen als ik m’n verhaal vertelde.” “Hè?”, vraag ik. “Ja, 1200 euro”, zegt P. rustig. En hoe hard ik daarna ook probeer om weer in slaap te komen; het lukt niet. Ik moet steeds aan Bridget denken.

15

LUNA’S BUTTON-MACHINE

In het kader van ‘je kan niet genoeg gadgets hebben’, wou ik al heel lang een button-machine. Om van die geinige buttons mee te maken met vooral veel poezen en katers erop. Nu is een button-machine nogal duur en na heel lief kijken en 20 potjes pijpen en 3 weken lang karbonaadjes braden vond partner P. dat ik ‘m wel verdiend had. Dus ik bestellen en hij betalen via E-bay. En het button-mannetje stuurde de button-machine op. En ik wachtte. En ik wachtte. Bij iedere bus van TNT of DHL of UPS dacht ik; hij is er! Maar hij kwam niet. Dus ik mailde naar het button-mannetje: ‘Should I start worrying?’ Waarop het mannetje mij mailde dat de button-machine vorige week bezorgd was op een ander adres, maar wel bij mij in de buurt. En dat ervoor getekend was door ene Mulder. En ik had nog nooit van die ene Mulder gehoord. Dus ik op hoge poten naar dat adres. “Hoi”, zei ik tegen een mannetje met wild haar dat de deur opendeed, “als het goed is, is hier een pakketje voor mij bezorgd.” Wist hij niks van, maar ik mocht even meelopen. “Let niet op de plaatjes”, zei hij mannetje en terwijl ik links en rechts naast me keek realiseerde ik me dat ik me in een verzendhuis voor porno-dvd’s bevond. Overal stapels, bakken, dozen vol met porno. Had ik weer. “Oh, ik ben wel wat gewend”, zei ik tegen het mannetje terwijl hij met zijn blik het magazijn doorspeurde. “Nee, ik zie hier niks”, zei hij. “Er zat een button-machine in en volgens de pakket-service is het hier getekend door ene Mulder”, vertelde ik. “Ja, dat ben ik”, zei hij, “maar ik heb geen button-machine ontvangen.” “Lekker is dat”, zei ik. Zucht en steun. Ik bekeek het porno-dvd-mannetje en ik vertrouwde ‘m niet. Maar ik wist het niet zeker. En om nu te gaan gillen in een verzendhuis voor porno-dvd’s leek me ook weer iets teveel van het goede. Dus liep ik zwaar gedesillusioneerd weer naar buiten. En al was mijn pakketje verzekerd en zal ik heus binnen een paar weken een nieuwe button-machine ontvangen, de gedachte dat er misschien wel iemand op een achteraf-kamertje promotie-buttons zit te maken voor ‘Anal Adventures part XIII’ of ‘Hooters in the Sky’, pisses me off.

35

FEYENOORD – AJAX

“Liefje, ik ga even naar een café om Feyenoord – Ajax te kijken”, zei partner P. gistermiddag. “Kan dat niet thuis dan?”, vroeg ik. “Nee, het is op Canal+”, zei hij. “Oh, komt er vanavond geen herhaling of een samenvatting van de herhaling? Het is toch zondag?”, vroeg ik. “Meisje, Feyenoord – Ajax speelt vandaag”, zei hij, met Feyenoord – Ajax! “ Oh. “En dat wil ik natuurlijk live zien. “Oh, zal ik je na de wedstrijd dan even op komen halen in het café? Dan gaan we daarna nog wel even wat drinken samen?”, vroeg ik. Dat was goed. Dus om 14.15 trof ik mijn altijd correct én keurig én chique geklede P. aan in een café tussen de ras-ajacieden met sneakers en trainingspak. Voetbal verbroederd en zeker als er gewonnen is. En er was gewonnen. Dat was duidelijk. Een vreselijke housebeat dreunde door het café en de ajacieden waren erop aan het hakken. “Met 4 nul gewonnen”, zei P. toen hij met een grote glimlach het café uitkwam. Dat moest gevierd worden met een jointje en een Looza peer in de coffeeshop aan de overkant. En dat vonden blijkbaar nog meer Ajax-fans, want de coffeeshop stroomde langzaam vol met rood en wit. “Oh, dat is fijn”, zegt P. met z’n blik naar een hoek van de coffeeshop gericht. “Wat?”, vraag ik terwijl ik me omdraai en ineens net als de rest van de coffeeshoppers naar een televisiescherm staar. Ik zie teletekst. Ik kijk nooit teletekst. Teletekst is voor mij een overbodige toestand geworden sinds internet. Maar voor het gros van de mannen is teletekst blijkbaar iets fijns. Iets dat je groen op zwart laat zien dat je club gewonnen heeft. Eenmaal thuis stormde P. naar de computer om daar op www.vi.nl om de wedstrijd nog een keer na te lezen. En de rest van de middag en avond werd gevuld door een afwisselend zwart teletekst-scherm, een groen voetbalveld of een aantal lullende mannen over voetbal. “Jesus, P., je hebt die wedstrijd nu meer dan 3 keer gezien”, zei ik toen Feyenoord – Ajax weer op tv was. “En alle goals er in de herhalingen al meerdere keren in zien gaan. Ze hebben nog steeds met 0 – 4 gewonnen hoor.” “Ik zou het wel 20 keer kunnen zien”, zei hij. Mannen. Het zijn net Teletubbies. Willen alles wat ook maar enigszins positief beweegt nog een keer zien. En nog een keer. En nog een keer.

27