LUNA ZIET HET LICHT DOOR EEN DOOS
“Kom je ook op m’n Tupperware-party?”, had vriendin T. gevraagd. “Ehm, nou, eh”, was ik begonnen, “ehm, nou, ach, weet je, waarom ook niet!” Burgerlijk, dat is precies zoals ik me de laatste maanden voel, dus zo’n Tupperware-party kon er ook nog wel bij! Daarnaast zijn er een aantal dingen in je leven die je gewoon meegemaakt moet hebben en het bezoeken van een Tupperware-party is daar 1 van. Dus gisteravond zat ik samen met wat vriendinnen van T., de moeder en schoonmoeder van T., de broer van T., een kopje koffie en een plakje marmercake te staren naar onverwoestbare bakjes in alle moderne kleuren van de regenboog, multifunctionele ovenschalen, handige ruimtebesparende stapeldoosjes, blikopeners, hakapparaatjes, uitklapbare vergieten en dubbelwandige sauskommetjes die de Tupperware-consulente de revue liet passeren. “Mooie producten hoor”, vond ik en een uur later vulde ik op het bestelformulier in dat ik de BroodSmart (een brooddoos, ideaal voor kleinere huishoudens), de CheeSmart (een kaasdoos, met Condens Control-deksel) en de Stapel-Drie (een vleeswarendoos, zeer ruimtebesparend) wilde aanschaffen. Nadat de Tupperware-consulente alle bestelformulieren had verzameld kwam er ineens een heel leuk Tupperware-bakje voorbij waar iedereen iets leuks uit mocht kiezen. Gratis! Ik twijfelde over een sinaasappel-snijder, maar koos uiteindelijk voor een heel handig soort rubberen beflapje om potten mee open te draaien. “Die gebruik je uiteindelijk veel vaker hoor”, fluisterde de consulente mij toe. Vriendin T. mocht, omdat ze gastvrouw was, daarna uit alle bestelformulieren 1 formulier trekken dat nog een extra cadeautje kreeg. Niet veel later werd er een multifunctionele taartschep in m’n handen gedrukt. “Oh! Maar die hebben wij allemaal al!”, riepen de andere gasten in koor. Maar ik had zomaar een prijs gewonnen! En ineens vond ik de hele Tupperware-happening geweldig. Een samenkomst van mensen die nog stonden voor de normen en waarden waar het echt om draait in het leven! Ik zag het Tupperware-licht! Ik stond op, gooide m’n armen in de lucht en riep: “I’m a believer!” Daarna telde de Tupperware-consulente alle bedragen van de bestelformulieren bij elkaar op en kwam tot de conclusie dat als vriendin T. nog 1 vriendin wist over te halen om zelf zo’n Tupperware-party te organiseren, dat ze dan een geweldig cadeau kreeg. En vriendin T. die ontzettend handige, multifunctionele, unieke ovenschaal die ook nog eens geschikt is voor diepvries én magnetron ter waarde van € 82,95 misgunnen, ja, zo zit ik dus niet in elkaar. Woensdag 12 maart organiseer ik een Tupperware-party bij mij thuis.
LUNA EN EEN MANISCHE ADMINISTRATIE
Sommige dingen kun je van mijlenver zien aankomen. Je weet het. En je kent jezelf. Je weet dat je goed en vooral accuraat bent met cijfertjes en de administratie en Excel en de boekhouding, maar je weet ook dat je er geen ene reet aan vindt. En je weet ook dat je er niet aan kunt ontkomen. Dat er nu eenmaal dingen in het leven zijn waar je echt niet onderuit komt. En dat je er daar dus eigenlijk maar beter zo snel mogelijk weer vanaf kan zijn. Dus je besluit, eigenlijk best spontaan, je administratie te gaan doen, zodat je je belastingtoestanden op tijd kunt inleveren. Dus je begint vroeg in de ochtend met zoeken. Het zoeken naar alle bonnetjes van 2007. Want, ja, natuurlijk ben je in januari 2007 braaf begonnen met het perfect organiseren van je administratie. Bonnetjes voorzien van nummer, bonnetjes op datum, bonnetjes achter elkaar geniet in een map. Facturen keurig uitgeprint op nummer en datum. Prachtig was het. En klaar! Maar ja, als je dan een paar weken de aandacht laat verslappen, dan is het eigenlijk al te laat. Het laatste halfjaar van 2007 verzamelde je al je bonnetjes ergens in de boekenkast, in de keukenla, in verschillende portemonnees, in verschillende tassen en op verschillende handige en vooral overzichtelijke plekken in je atelier. En wanneer je dan na uren zoeken eindelijk met een grote stapel ongeorganiseerde bonnen en facturen voor je zit, dan komt de grote spijt. Spijt dat je niet gewoon elke week eventjes al die bonnetjes bij elkaar hebt gezocht. Elke week een kleine moeite. En daarna komt het grote voornemen. Het voornemen om het dit jaar écht helemaal anders te doen. En dan komt de aandrang om er maar een wijntje bij te nemen, want dat maakt zo’n organisatie toch een stuk aangenamer. Maar na januari en een wijntje, februari en een wijntje en maart en een wijntje, ja, dan komt het allesoverheersende besef dat al die ingewikkelde cijfers best nog een dag kunnen wachten.
LUNA LIET ZICH EEN HAK ZETTEN
Ik ben een schoenenfetisjist. Hoe meer schoenen, hoe beter. En al heb ik heel veel paar in m’n kast staan, ik ben niet van de dure schoenen. Ik ben van de heel veel voor weinig. Ik ben van de tweedehands schoenen, van de C&A, van de markt. Tot vorig jaar juli. Vrienden D. en P. gingen trouwen en ik was samen met de pinpas van partner P. al dagen op zoek naar dé perfecte jurk. Toen ik die uiteindelijk vond in een tweedehands achteraf zaakje voor maar 30 euro waren zowel zijn pinpas als ik zeer blij en gelukkig. De jurk was lang, zwart, met een groen gestippeld 70’s patroon en had vleermuismouwen tot bijna op de grond. Toen ik daarna bij Betsy Palmer dé perfect bijpassende schoenen vond, ook zwart met precies dezelfde kleur groene stippels, moest ik wel even slikken van het prijskaartje. Ik heb nog nooit
€ 175,- betaald voor een paar schoenen, bedacht ik. ‘Maar jij hoeft het ook niet te betalen’, fluisterde P.’s pinpas, ‘P. betaalt en hij heeft gezegd dat je alles mocht kopen wat je wilde.’ Dus ik rausde de pinpas erdoor en liep dolgelukkig naar huis. Ook op de bruiloft van D. en P. liep ik er hartstikke kek bij, maar tijdens het feest die avond trok ik m’n slippers aan, want, ja, doei, ik ga dus niet dansen op schoenen van € 175,- met hakken van 11 centimeter. Daarna verdwenen de schoenen, van het merk Fornarina, weer in hun doos om er 6 maanden later, Eerste Kerstdag, weer uit te komen. Om er een uur later weer, met een afgebroken hak, in te belanden. “Ik heb ze echt maar 2 keer aangehad”, zei ik vorige week tegen het meisje bij Betsy Palmer, echt waar.” “Het valt niet meer onder de garantie”, vertelde datzelfde meisje me vandaag.” “Maar het is toch niet normaal dat een hak na 2 keer dragen afbreekt?”, vroeg ik. “Wij moeten ergens een grens trekken”, zei ze. “Maar is het normaal?”, vroeg ik. “Maar wij moeten een grens trekken”, zei ze nog een keer. "Maar het is niet normaal toch?’, vroeg ik. ‘Wij kunnen je niet helpen", zei ze. “Maar vind jij, als schoenen-expert, het normaal dat een hak na 2 keer dragen afbreekt?”, vroeg ik nog eens. “Nee, dat is het eigenlijk niet”, zei ze, maar ze keek me aan alsof ik het afgelopen halfjaar elke dag op de pumps had gelopen. De trut. Verdomme. Het gaat me niet eens om het geld, daar heb ik immers P.’s pinpas voor. Het gaat me om het principe.
LUNA DEED EVEN NIET AAN OUD&NIEUW
“Wat gaan wij eigenlijk doen met Oud&Nieuw?”, had partner P. me een aantal weken terug gevraagd. “Oh, man, liefje, zucht en steun”, zei ik, “ik moet er niet aan denken om een feest te geven, en dan weer helemaal naar de klote en dan de volgende dag in al die rotzooi en dat dan opruimen en dan weer bijkomen, zucht, nee.” Nee, daar had P. ook helemaal geen zin in. Bijna elk jaar dat wij in dit huis wonen hadden wij een feestje op 31 december gegeven en dat zagen we dit jaar allebei niet zitten. “Danny Howels draait in de Panama”, zei P., “zullen we daar naartoe gaan dan?” We keken elkaar aan. En de vraag stellen is ‘m beantwoorden. Wij keken elkaar aan en wisten allebei: deze Oud&Nieuw zouden wij lekker samen met z’n tweeën doorbrengen. Lekker op de bank. Toastje erbij. Chipje erbij. Poes op schoot. En dat is ook inderdaad wat P. en ik deden. Na een prachtige Eerste Kerstdag met familie en een heerlijke Tweede Kerstdag met vrienden vielen wij in het grote vacuüm tussen de kerstdagen en Oud&Nieuw. Een groot vacuüm dat wij haast comateus doorbrachten op de bank. Wij sliepen bij. Wij keken wat domme series. Wij hingen wat. Wij aten de stokbroodjes en kaasjes die nog over waren van de kerstdagen. En wij hadden zeker 16 uur per dag onze ogen dicht. En op 31 december zetten wij de televisie aan om te kijken naar de eerste de beste lullige cabaretier die wanhopig probeerde lullige grapjes te maken over het lullige afgelopen jaar. Wij zetten de televisie aan om zo naar nog wat clips en optredens te kijken van wat willekeurige artiesten. Wat clips en optredens die bij ons allebei zorgden voor flink wat tranen: “Wat kunnen die goed zingen hè, liefje? Het is toch best wel goede televisie hè, deze Top2000?” En die nacht lagen wij voor het eerst sinds 10 jaar om 1.00 in bed. Fijn. Klaar. Heerlijk. Het licht uit. Rust. Doei. En daarna zei mijn P. gisteravond terecht en heerlijk droog na de eerste dag van het jaar: “Zo, die kutdag kan ook maar weer beter voorbij zijn.”
ALL I WANT FOR CHRISTMAS IS BRUCE
Het is me gelukt om in 24 dagen zo’n 70 Deluxe & Look-a-Like PloesiePoesies te maken, 30 retro-PloesiePoesies, 300 buttons, om de kerstboom op te tuigen, kerstcadeautjes te kopen, samen met m’n ouders het hele huis schoon te maken, inkopen te doen voor de kerstdagen en ondertussen nog gewoon door te blijven ademen. Nu dan eindelijk een week vakantie!
LUNA IS NOGAL GEHECHT AAN HAAR BRIL
En dan heb je het druk en dan ren je van daar naar daar en weer terug en dan kom je er ondertussen achter dat je bril te smerig is om door te kijken en dan maak je ‘m schoon en dan ineens, hop, vliegt 1 van de glazen eruit. Hop, tegen de muur aan. Oeps. Wanneer je dan richting de muur loopt om het glas op te rapen ben je in de eerste plaats blij dat het glas niet gebroken is. Maar wanneer je daarna het montuur van dichtbij bestudeerd zie je dat er 1 of ander draadje gebroken is. Hét draadje dat het glas en het montuur tot een gezellig setje maakte. En dan begint de paniek. Niet m’n bril! Niet m’n ogen! Niet m’n zicht! Niet m’n identiteit! Godverdegodver. Niet nu! Niet nu! Niet nu! Niet nu! Ik kan niet zonder bril! Dus ik, hop, met m’n reservebril op, richting de eerste opticien die ik tegen zou komen. Een Pearle dus. “Meneer de opticien”, begon ik, “er is iets vreselijks gebeurd.” Ik haalde m’n halve bril uit m’n tas, legde het eruit gevallen glas naast en keek heel zielig. “Erg hè?” “Ja, dat is niet zo mooi”, zei de opticien en hij bekeek m’n bril van dichtbij. En toen verdween de opticien ineens naar achteren. Om na een minuut of 10 weer terug te komen. “Kijk eens”, zei de opticien triomfantelijk en hield m’n bril omhoog. “Je hebt ‘m weer gemaakt!”, joepie-de ik. “Wat snel en wat fijn!” Ik zette m’n enige, echte, eigenste kekke bril weer op. “Ik dacht al dat ik tot na de kerst moest wachten en dat had ik echt heel erg kut gevonden.” “Wat zeg je?”, vroeg de opticien. “Kut”, zei ik, “dat had ik heel kut gevonden. Maar nu ben ik blij. Hoeveel krijg je van me?” “Niks”, zei de opticien. “Niks?”, vroeg ik verbaasd. “Nee, niks, service”, zei de opticien. “Service?”, vroeg ik. “Ja, service”, zei hij. “Echt waar?”, checkte ik, want de laatste keer dat ik iets gratis heb gekregen kan ik me niet herinneren. Maar het was echt waar! En met een vernieuwd vertrouwen in de maatschappij liep ik naar buiten. Het zijn de kleine dingen die het doen, die het doen! En gelukkig kan ik die kleine dingen nu ook weer zien door m’n eigen bril.
LUNA OVERDENKT HET ERGSTE
“Gaat het nog een beetje meisje?”, vraagt P. terwijl ik volledig onderuit gezakt op de bank hang. Dekentje eroverheen. “Nee, ik zit er helemaal doorheen”, zei ik. “Wat ben je aan het doen dan?”, vraagt hij. “Ik ben de dingen aan het overdenken”, zeg ik, “en ik doe niks meer vanavond, helemaal niks. En ik ga ook niet koken, ik doe het niet, ik doe het niet.” “Je maakt me een beetje bang nu hoor”, zegt P. en kijkt me indringend aan. “Ik ga niet koken hoor”, zeg ik nog maar een keertje en trek de dekens over m’n ogen. “Dat hoeft ook niet, we bestellen wel een pastaatje”, zegt hij. “Hmm”, hmm ik. “Wat wil jij?”, vraagt P. met het in 3-en gevouwen foldertje van de Italiaan in z’n hand. “Spaghetti Bolognese”, mompel ik vanonder m’n dekentje. “Nou begin ik me toch echt zorgen te maken hoor”, zegt P., “jij neemt nooit Spaghetti Bolognese, jij zit altijd een uur te zoeken naar iets lekkers in de folder.” “Ik heb geen zin om er verder over na te denken”, antwoord ik, “ik heb overal spierpijn, zelfs in m’n vingers, ik ben zielig en ik zit er doorheen.” “Ja, dat zie ik”, zegt P. en bestelt even later 2 Spaghetti Bolognese. Vanonder m’n dekentje overdenk ik wat er kan gebeuren als ik de komende 3 weken onder dat dekentje blijf liggen. Wat is het ergste dat er kan gebeuren als ik nu alles laat vallen? Als ik nu alle 80 lopende PloesiePoesie-opdrachten gewoon niet ga doen? Wat is het ergste dat kan gebeuren als ik nu een maand geen stukjes meer zou schrijven voor maanisch.com? Of een half jaar? En wat is als ik nu besloot om geen kerstcadeautjes voor m’n familie te kopen? Gewoon blijf liggen op deze bank? En wat zou er gebeuren als ik een maand niet meer zou koken? Wat is het ergste dat gebeurt als ik alle mailtjes die ik nog moet beantwoorden gewoon lekker nooit zou beantwoorden? Wat gebeurt er als ik de komende maand de telefoon niet meer opneem? Ik denk na. En ik zucht en ik steun. Ik overdenk het ergste en ontdek dat de gevolgen in een groter perspectief eigenlijk reuze mee zouden vallen. Het allerergste laten gebeuren wat er kan gebeuren blijkt een zeer acceptabel back-up-plan. Zucht. Even later neem ik een hap van m’n Spaghetti Bolognese en heb meteen spijt dat ik geen Panzarotti a la Veneziana heb besteld.
ZHO ZIET LUNA HET
Als ik de site www.tussenpozen.com van Marloes nooit had ontdekt, dan deed ik waarschijnlijk niet wat ik nu doe. Ik ontdekte haar site, zag haar art-journal en wist dat dat iets was waar ik m’n hele leven naar gezocht had. Zij organiseerde een atc-dag bij haar thuis, ik maakte bij haar mijn eerste atc en ik wist toen, voelde toen, dat ik in mijn leven vooral dingen wilde creëren. Laten zien. Dat ik dan wel hartstikke leuk die studie Media- en Informatiemanagement kon hebben afgerond en dat ik daarnaast ook wel hartstikke leuk kon schrijven, maar dat ik vooral dingen wilde maken. Niet lang daarna knipte en plakte ik mijn eerste atc met Bruce Lee in de hoofdrol. En meer volgden. Daarna kwamen schilderijtjes met Bruce, afgeleid van de atc’s. Daarna volgde PloesiePoesie #001 van Bruce. En daarna volgde de rest. Tot het nu. Een nu waarin ik ineens dat doe, wat ik het allerliefste doe, het maken van dingen. Creëren. En een nu waarin Marloes een boek heeft uitgegeven. Een écht boek met spreads uit haar art-journal. Marloes heeft het syndroom van Usher en ik zou liegen als ik zou schrijven dat ik daar niks van merkte. Ze ziet minder dan 5% en ook haar gehoor is, ondanks haar gehoorapparaatjes verre van optimaal. Als zij bij mij is kan ik soms een heel verhaal aan haar vertellen om me daarna te realiseren dat ze me niet aankeek en dus niets van mijn vurige verhaal heeft meegekregen. Ik heb geleerd om even ‘joehoe’ te zwaaien voor haar ogen. Ik heb geleerd om even wat rustiger te praten dan ik gebruikelijk doe. Al vergeet ik dat ook heel vaak. En dat maakt niet uit. Marloes in haar boek ‘Zho, een jaar uit het leven van een doofblinde vrouw’: ‘Ik heb vaak de menselijke neiging om iets helemaal zelf te willen doen. Om iets zelf te willen kunnen. Om ergens voor eeuwig mijn naam aan te verbinden. Alleen de mijne maar. Om mijn bestaan bevestigd te zien. Soms besef ik dan dat ik eigenlijk niets alleen doe. Dat ik mijn bestaan dank aan andere mensen. (…) Ik kan beter zien, omdat iemand een bril heeft gemaakt en ik kan eten omdat iemand anders gewassen heeft, geoogst. Ik doe niets alleen. We doen álles allemaal samen. We zijn voortdurend met alles en iedereen verbonden.’ Ik heb mezelf gevonden, omdat ik Marloes heb leren kennen. Ik ben ontzettend trots op haar en dankbaar dat ik deel uitmaak van dat wat zij ziet.
Vandaag signeerde Marloes tijdens de beurs van kleine uitgevers in de Paradiso in Amsterdam.
Volgende week maandag 17 december is de officiële boekpresentatie van ‘Zho, een jaar uit het leven van een doofblinde vrouw’ in ZIN, het klooster voor zingeving en werk aan de Boxtelseweg 58 te Vught. Ik ben erbij!
Haar boek is HIER te koop. En al vind ik het boek natuurlijk vooral geweldig omdat Marloes het geschreven en getekend heeft, voor iedereen is het denk ik ontzettend mooi, inspirerend én intiem om een kijkje te nemen in het dagboek van iemand anders.
LUNA NAAR STICHTING DIERENTHUIS
www.fiv-felv.nl (ze zoeken altijd donateurs!)
www.dierenthuis.nl
“Ik denk dat ik misschien wel heel hard moet huilen, hoor, straks”, had ik tegen vriend F. gezegd toen we in de auto richting Aarle-Rixtel reden. “Oh, nee, schatje, oh, nee, dat gaan we niet doen”, had F. gezegd, al is hij zelf ook een man die bij de woorden ‘kansarme asieldieren’ ietwat moet slikken. We waren samen op weg naar Stichting Dierenthuis, dat volgens hun site ‘een permanente huiskameropvang voor kansarme asieldieren’ is. ‘Oude, zieke honden, verwilderde katten en katten besmet met het kattenaids- en/of leucosevirus vinden hier een blijvend thuis. Een thuis zonder hokken en tralies, met boswandelingen, een riante tuin, veel liefde, (medische) zorg en aandacht.’ Onderdeel van Stichting Dierenthuis is Stichting FIV-FeLV, de stichting waar mijn bedrijf Maanisch 2 katten heeft geadopteerd. Ook volgens de site: ‘Deze stichting vangt al jaren katten op die anders geëuthanaseerd zouden worden omdat ze besmet zijn met het aids- of leucosevirus. Net zoals mensen kunnen katten met een levensbedreigende aandoening nog jarenlang gezond en gelukkig doorleven. Daarom krijgen ze hier een thuis met een goede voeding, medische zorg en worden ze tot hun laatste levensfase liefdevol verzorgd.’ En deze Stichting Dierenthuis had voor hun vrijwilligers een PloesiePoesie besteld. Als een soort van kerstpakket. En die gingen F. en ik brengen, want zelf brengen is veel leuker dan sturen. Dan kon ik meteen m’n adoptiekatten ontmoeten, had ik bedacht! Dus met broodjes gebraden kipfilet en een hardgekookt eitje, mini-pakjes Roosvicee en 30 kekke tasjes met een PloesiePoesie in de achterbak vertrokken F. en ik van Amsterdam naar het Brabantse Aarle-Rixtel. Om daar bij Stichting Dierenthuis in een warm poezenbad te vallen. Ik had nog nooit in m’n leven zoveel katten bij elkaar gezien: ik denk dat er in 2 uur wel 300 katten voorbij kwamen tijdens de rondleiding. Zoveel liefjes. En zoveel zieligerds. En zoveel knapperds. En zoveel leukerds. Zoveel zieke poezen. Zoveel met maar 1 oog. Zoveel die lagen te slapen. Zoveel die met rust gelaten wilden worden. Zoveel die gewoon even lekker geaaid wilden worden. En al hebben alle poezen en honden het écht heerlijk bij Stichting Dierenthuis, ik moest toch wel even een paar keer heel hard slikken tijdens de rondleiding. Zuchten en slikkken. Terug in de auto hoefde ik niet te huilen. Thuis wel.
HET BRUCE-LEGER
Het is dus niet zo dat ik niets te doen heb. Integendeel. Ik ben de afgelopen dagen bezig geweest met een opdracht voor 30 (!) zwarte PloesiePoesies. En hoewel ze allemaal verschillend zijn qua bont, stof en kant en ook allemaal een eigen naam en nummer hebben gaat 30 keer hetzelfde doen toch wel een beetje vervelen. Maar! Ze zijn af! En ik ben blij. Ook Bruce is zeer content met zijn persoonlijke leger en ik verwacht dat de werknemers van het bedrijf waar ik deze PloesiePoesies voor maakte ook erg blij zullen zijn met hun ‘kerstpakket’.
www.ploesiepoesie.nl