DOLCE FAR NIENTE?
Ik wist niet dat het kon gebeuren. Althans, ik wist wel dat het kon gebeuren, maar ik wist niet dat het mij kon gebeuren. Leeg zijn. Helemaal totaal leeg zijn. Nergens zin in hebben. Niks willen doen. Na kerstmis was ik op. Moe. Kapot. Ik wilde niet lezen. Ik wilde niet schrijven. Ik wilde niet borduren. Ik wilde niet achter de naaimachine. Ik wilde mijn administratie van 2006 al helemaal niet doen. Ik wilde mijn lopende opdrachten ook helemaal niet afmaken. Ik wilde m’n mail niet lezen. Ik wilde m’n mail niet beantwoorden. Ik wilde m’n telefoon niet opnemen en ik had al helemaal geen zin om sms-jes te beantwoorden. Ik wilde nergens naartoe. Ik wilde dat iedereen mij met rust liet. Maar ik zat mezelf ook volledig in de weg. Ik heb er wat dingen uit geperst, de katten gevoerd bijvoorbeeld, maar alles met de allergrootste moeite. Het enige waar ik nog aan kon denken was; wat zal er in de volgende aflevering van ‘Six Feet Under’ gebeuren? Verder wilde ik niks. Ik had geen trek, maar een wijntje gaat er natuurlijk altijd in. Een wijntje en ‘Six Feet Under’; een mens blijkt er prima 2 weken op te kunnen leven. Tot ik op 1 januari besloot die ‘Six Feet Under’ maar zonder wijntje te kijken, want in 2007 zou er niet meer doordeweeks gedronken worden. En toen na 2 januari ook ‘Six Feet Under’ afgelopen was, had ik ineens helemaal niets meer wat mijn leven nog enigszins zin gaf. Er kwamen geen dagen om een stuk over te schrijven, geen dagen om voor op te staan, maar dagen om in bed te blijven. Ik was leeg. En op. “Het is heel normaal dat je even leeg bent”, zei vriend F., “je moet gewoon weer even wat inspiratie opdoen. Je kan niet de hele tijd maar druk bezig zijn, je moet ook af en toe even rustig genieten.” En ook partner P. vind dat ik gewoon even de tijd moet nemen om m’n batterijen op te laden. Dat ik er gewoon aan toe moet geven. Dolce far niente enzo. En ik weet dat ze gelijk hebben. Dat ik mezelf de tijd moet gunnen om niks te doen, gewoon genieten, zodat ik daarna weer opgeladen ben en heel veel kan doen. Maar ik kan het niet! Ik kan het niet! En ik heb er ook helemaal geen zin in trouwens.
LUNA EN HET LAATSTE DEEL VAN SIX FEET UNDER
In de week voor kerst kwam P. ermee aanzetten; de dvd-box van seizoen 1 van de HBO-serie ‘Six Feet Under’. “Schijnt een hele goeie serie te zijn”, zei P., “gaat over een uitvaartbedrijf.” En hij had gelijk. Na een paar afleveringen zaten P. en ik er helemaal in. In het leven van de familie Fisher die een uitvaartcentrum runt en daaromheen ook nog allemaal hun persoonlijke problemen hebben. Geweldige dialogen, geweldig acteerwerk; alles was top aan deze serie. Dus P. en ik kochten ook dvd-box 2. En 3. En 4. En de laatste box 5. En wij zaten als junkies voor de tv: “Nog eentje dan?” “Nou, vooruit, nog eentje.” En tussen kerst en 31 december deden wij niets anders dan kijken naar afleveringen van ‘Six Feet Under’ op dvd. En op 2 januari, om 3.07, keken wij elkaar aan en we besloten om de allerallerlaatste aflevering toch nog te gaan kijken, midden in de nacht. Want we konden niet anders. Want; verslaafd. En P. en ik hadden al 8 afleveringen daarvoor tegen elkaar gezegd: “Dit gaat niet goed komen met deze familie. De laatste aflevering wordt 1 groot drama.” Maar wij hadden het fout! Want de laatste aflevering bleek op een volledig happy end uit te draaien. Precies waar ik zo van hou. Iedereen rekende af met zijn of haar demonen. Alle hoofdpersonen waren gelukkig. En ik was gelukkig. Tot. Tot. Tot. Tot de makers van ‘Six Feet Under’ besloten dat ze in de laatste 5 minuten van de allerlaatste aflevering, in een zeer emotionele flashforward, iedereen, dus alle hoofdpersonen, dood lieten gaan. En toen sloegen alle stoppen ineens bij mij door. Ik heb in mijn leven zelden zo hysterisch zitten huilen. Ik dacht dat ik er in bleef. Ik kreeg geen adem meer en als ik me niet snel zou concentreren op mijn ademhaling dan zou ik daar ter plekke op de bank mijn eerste aanval van hyperventilatie hebben. Want, ja, ik weet ook heus wel dat het zinnetje ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’ eigenlijk moet zijn; ‘ze leefden nog lang en gelukkig en daarna gaat iedereen dood’. Maar dat hadden ze nou net niet moeten laten zien in die allerlaatste aflevering! En zeker niet nadat ik 2 weken bijna non-stop deze serie had gevolgd. Ik droomde deze serie. Ik leefde deze serie. Ik hield van de hoofdpersonen! En al wil ik het liefst alle dvd-boxen van ‘Six Feet Under’ nu zelf six feet under begraven, omdat ik nooit meer zo hard wil huilen; toch is het de beste serie die ik ooit zag.
EERSTE KERSTDAG 2006
Dat kerstmis altijd behoorlijk stress-gerelateerd is, dat weet ik. Dat ik al een paar weken van tevoren aan het nadenken ben wat voor een cadeautjes voor wie te kopen, dat weet ik ook. En dat ik qua hapjes en drankjes altijd veel en veel en veel te veel inkoop, en er nog een paar dagen mee blijf zitten, dat weet ik nu ook wel. Dat ik een paar weken voor 25 en 26 december de kerstboom opzet, omdat ik zo’n zin heb in kerstmis, daar is zelfs partner P. aan gewend geraakt. Maar waar ik niet aan wen en waar ik ook niet aan wil wennen, omdat juist dat het verschil maakt tussen alle kerstdagen, is het ouder worden van degenen waarmee ik het vier. Het ouder worden van P.’s ouders maakt me verdrietig. We zien ze trager worden. Langer nadenken over dingen. Niet meer zo fief en adrem reageren. Niet meer zo goed tegen drank kunnen. Maar aan de andere kant zie ik hun kleindochters, mijn nichtjes, opgroeien, tot 2 heerlijke meiden. Voor het eerst was nichtje S. helemaal niet jaloers op de cadeautjes die haar zus kreeg. Ze was zelfs oprecht blij voor haar grote zus en schreeuwde: “Dat wou M. heel graag hebben!!!” Nichtje M. had voor kerstmis iets van Polly Pocket gevraagd en aangezien ik volledig los mocht gaan met de pinpas van partner P. had ik een heel ingewikkeld en vooral groot ding gekocht met allerlei features en dingen die konden bewegen en konden knipperen. Het was een perfect cadeau en nichtje M. heeft de rest van de avond meerdere keren om zowel mijn als P.’s nek gehangen om ons zo ontzettend te bedanken voor alle cadeaus, maar dan vooral voor haar Polly Pocket-cadeau. En haar blijdschap was echt en geen geef-je-tante-eens-een-kusje-bedankje. Een paar jaar terug dacht ik nog wel eens; dat komt niet goed met die meisjes. Wat een moeilijke kinderen. En wat kunnen ze gillen! Maar ik heb deze kerst zulke lieve gesprekken gehad met mijn nichtje M. en ik heb zo genoten van het enthousiasme van nichtje S., dat ik ervan overtuigd ben dat het 2 toppers gaan worden. En als je dan de volgende middag, als iedereen weer naar huis is, 2 hele lieve post-it memo’s op je toetsenbord vindt, dan weet je het zeker.
LUNA EN DE LAATSTE DINGETJES
Vrijdagochtend 8.00 belde ik naar mijn ouders: “Zijn jullie al wakker? Mooi. Ik loop nu naar de Albert Heijn toe voor de boodschappen voor het tapasdiner van maandag en dan kunnen we vanmiddag als jullie hier zijn misschien even met z’n drietjes nog een keertje gaan voor de laatste dingetjes die ik misschien vergeten ben.” De Albert Heijn om 8.00 ’s ochtends bleek een verademing. In totale ontspanning en rust kon ik mijn karretje volladen met allerhande lekkere dingetjes en een uur later liep ik met mijn fiets aan de hand met 2 overvolle fietstassen, 4 plastic tassen aan het stuur én een kratje bier bovenop de fietstassen weer van de Albert Heijn richting huis. Om een paar uur later, maar dit keer samen met m’n ouders weer in tegenovergestelde richting te vertrekken. Om de laatste dingetjes te halen, die we uiteindelijk met moeite in 3 plastic tassen gepropt kregen. De Albert Heijn was toen al een stuk minder gezellig dan die ochtend. En toen bleek dat we gistermiddag toch even nóg wat laatste dingetjes moesten halen op de Albert Cuijp en bij de supermarkt, toen was de sfeer op straat en bij de winkelende medemens al helemaal omgeslagen. Er moest gekocht worden! Zoveel mogelijk! En zo snel mogelijk! En die sfeer, die was meteen ook op mij overgeslagen. Wij moesten zo snel mogelijk pakken wat we pakken moesten en daarna ook zo snel mogelijk weer naar huis. Weg uit die drukte! Weg uit die chagrijnigheid. En doordat ik gisteren zo snel mogelijk uit die kerstdrukte wou, moest ik vanmorgen nóg een keer langs de supermarkt voor wat laatste dingetjes, omdat ik toch weer wat vergeten was. Yoghurt bijvoorbeeld. En peterselie. En de olijfolie bleek ineens op. En omdat ik er toch was, kon ik net zo goed ook nog maar even wat kerstijsjes meenemen. En shit, vanavond moet er ook nog gegeten worden. Volledig afgepeigerd zaten m’n ouders en ik vanmiddag om 12.00 aan de koffie. “Volgens mij hebben we nu écht alles in huis hoor”, zei ik. “Ik heb morgen eigenlijk net zo lief een boterham met kaas”, antwoordde m’n moeder. Komt ze lekker op tijd mee.
LUNA OP DE KERSTMARKT
“Oh God”, jammerde ik gisterenochtend tegen partner P. en vriendin Y. toen we met een Opel Corsaatje barstensvol met Maanisch-merchandising over een verlaten dijkweg richting Uitdam reden. “Oh, ik zie het helemaal niet meer zitten”, jammerde ik nog een keer, “volgens mij komt er niemand, er staan misschien maar 50 huizen in Uitdam.” En ook toen we Uitdam binnenreden een aangekomen waren op de plaats van bestemming moest ik even slikken. “Weet je zeker dat je wil blijven?”, vroeg P. terwijl we alles begonnen uit te laden. “Nee, maar ik wil ook niet voor niets de afgelopen weken als een bezetene hebben zitten werken om een goedgevulde shop te hebben.” “Okay”, zei P., “dan kom ik jullie om 17.00 weer ophalen.” Dus vriendin Y. en ik begonnen in de kou om 8.30 met het opbouwen van de kerstkraam en waren daar om 9.00 mee klaar. En daarna begon het grote wachten op bezoekers en kopers. “Glühwijntje dan maar?”, vroeg ik om 10.00. Dat leek vriendin Y. een heel goed idee, al bleek het volgens het glühwijn-standje helaas nog iets te vroeg voor glühwijn. Dus toen de kok om 11.15 met een kokendhete pan richting het glühwijn-standje liep, liep ik er in een drafje achteraan. En die glühwijn heeft blijkbaar een positief effect gehad op de verkoop, want nadat die ons lijf had opgewarmd ging ik eindelijk wat dingen verkopen. En het was erg leuk om in het echt, in plaats van virtueel, reacties en complimentjes te krijgen op mijn werk, al voelde ik me ook wel erg te koop staan met heel m’n hebben en houden. Dus er schuilt niet echt een marktkoopvrouw in mij. Ook vond ik het een beetje raar en jammer dat ik geen enkel Please-Love-Me-monster heb verkocht, terwijl die er toch echt visueel om smeekten om gekocht te worden. Ook verkocht ik geen babykleedjes, maar dat is misschien ook niet echt een kerstmarkt-aankoop. Wel verkocht ik retro PloesiePoesies, buttons, veel buttons en ansichtkaarten. Dus het was, al met al, een zeer gezellige en ook verkoop-technisch best geslaagde marktkoopdag. En om dat te vieren heb ik diezelfde avond alle winst die ik die dag maakte weer uitgegeven door mezelf en vriendin Y. te trakteren op een heerlijk 10-gangen-diner bij de Japanner.
MAANISCH-MERCHANDISING
Morgen, 17 december sta ik van 10.00 tot 17.00 op een kerstmarkt voor ‘hippe en handgemaakte’ spullen. Het adres is Uitdammer Dorpsstraat 35, Uitdam, bij eetcafe De Scheepskameel… Ik hoop dat het een beetje droog blijft, want ik ben de afgelopen dagen erg druk geweest om mijn winkel uit te breiden met o.a. Please-Love-Me-Monsters, kattenspeeltjes met catnip (die Bruce Lee net allemaal vakkundig uit hun zakje heeft gesloopt, dus ze werken zeker verslavend) of een belletje, babydekentjes, Monchhichi-ansichtkaarten en heel veel buttons! voor een groter plaatje.
LUNA TWIJFELT HEUS NIET AAN HAAR SYSTEEM
“Meisje”, begon P. afgelopen maandag, “zal ik je anders even helpen?” “Waarmee en waarom?”, vroeg ik argwanend. “Met opruimen”, zei hij. “Hoezo opruimen?”, vroeg ik bits. “Nou, je hebt zo langzamerhand het hele huis overgenomen met je spullen en ik zou zo graag even aan een klein stukje opgeruimde tafel wat kunnen werken met m’n laptop”, zei hij, “zal ik even wat dingen naar beneden brengen?” “Nee, je blijft ervan af”, zei ik link, “het zijn mijn spullen en er zit een systeem in.” Dat mijn systeem inhoudt; zoveel mogelijk oppervlakte van het huis gebruiken omdat dat de enige manier is om het voor mezelf overzichtelijk te houden, hoefde hij niet te weten. “Maar ik zet gewoon even wat dingen naar beneden”, zei P. terwijl hij een doos met stofjes en lintjes van de eettafel op de grond zette. Ik schoot meteen van standje-dwangneurose naar standje-agressief. Van mijn spullen moet iedereen afblijven en die doos met stofjes en lintjes die viel zeker onder de categorie ‘mijn spullen’. “Blijf af! Blijf af!” gilde ik. Ik had al een paar dagen volledige stress in m’n hoofd en een partner P. die m’n systeem door elkaar haalde, dat kon ik er niet bij hebben. En omdat ik de hele dag in mijn eentje thuis zit te werken had ik nu eindelijk iemand om alles op af te reageren! “Blijf af!”, gilde ik nog een keertje, “ik doe het verdomme zelf wel.” “Ik wil maar een klein stukje tafel hoor”, zei hij. “Nee, nou hoeft het niet meer”, schreeuwde ik terwijl ik al m’n spullen naar m’n atelier begon te slepen. “Als ik niet gezellig boven mag zitten met mijn spullen dan hoeft het niet meer van mij.” “Meisje”, probeerde P. nog voorzichtig, maar ik had mijn gezicht al op bloedlink gezet en was het komende halfuur druk bezig om alle spullen van de woonkamer en keuken richting atelier te verhuizen. “Zo, nou, gezellig hè”, zei ik geveinsd toen ik in een opgeruimde woonkamer stond. “Nou”, zei P., “dat had toch niet zo gehoeven?” Want P. vond mijn actie nogal typisch vrouwelijk en hoogst onnodig en vooral juist helemaal niet gezellig. En dat vond ik achteraf eigenlijk ook wel. Dus binnen 3 dagen stond alles weer op z’n eigen onlogische vertrouwde plekje in de woonkamer en keuken.
Klik hier voor een YouTube-filmpje van een trip door mijn huis langs al mijn spullen…
LUNA INTRODUCEERT: DE RETRO PLOESIEPOESIES
Een paar weken terug ontving ik een mailtje: ‘Op zondag 17 december van 10 tot 17 uur organiseert Supernana een kerstmarkt voor iedereen die op zoek is naar hippe, handgemaakte spullen. We denken dat jouw producten hier goed tussen zouden passen en nodigen je daarom uit om met ons mee te doen.’ Dat was nog eens een leuke uitnodiging! Want voor hip en handgemaakt moet je bij mij zijn natuurlijk. En bij de andere deelnemers aan deze kerstmarkt, want ik ben niet de enige die de hele dag achter de naaimachine of met naald en draad in haar hand zit! Want dat heb ik de afgelopen weken gedaan; naaien en borduren. Als een bezetene, want ik kan natuurlijk niet op een kerstmarkt met een kraam van 4 meter lang staan en dan alleen met een paar DeLuxe PloesiePoesies en wat foldertjes aan komen zetten. Nee! De Maanisch-Merchandising moest volledig uitgebreid worden. Met hippe en handgemaakte producten, maar vooral met kekke producten! Dus met trots en liefde presenteer ik alvast op maanisch.com; de Retro PloesiePoesies. Gemaakt van originele stof uit de jaren 60 en 70 aan de voorkant en aan de achterkant voorzien van zeer zachte stofjes, waaronder, naast effen kleurtjes ook mijn favoriet: de luipaardprint. Deze Retro PloesiePoesies zijn speciaal voor überkekke baby’s! Want! Deze PloesiePoesies kunnen, in tegenstelling tot de andere PloesiePoesies, wél in de wasmachine! Dus er kan op gekotst, gekwijld en gesabbeld worden. En deze Retro PloesiePoesies zijn net als de DeLuxe PloesiePoesies volledig uniek. Van elke stoffencombinatie is er maar 1! En om het nóg leuker te maken; deze babyspeeltjes kunnen ook op hun buik krijgen, zodat alles nog kekker en nog unieker wordt.
De prijs; 16,50 voor een Retro PloesiePoesie zonder letter. En 18,50 voor een Retro PloesiePoesie mét letter. En deze prijzen zijn inclusief verzendkosten!
DOE MEE EN WIN!
Omdat het december is en omdat ik gek ben op cadeautjes geven, geef ik 2 van deze Retro PloesiePoesies, met voorletter, weg aan 2 Luna-lezers! Nou ja, eigenlijk aan de pasgeboren baby’tjes van 2 Luna-lezers. Dus de eerste 2 lezers die kunnen aantonen dat ze onlangs een kindje hebben gekregen (geboortekaartje, website) krijgen van mij een Retro PloesiePoesie opgestuurd!
LUNA HEEFT WEER HOPE
In een ver verleden kocht ik voor mezelf eens een ring. Een brede zilveren ring, met in grote vette letters ‘HOPE’ erin gegraveerd. Een visueel handigheidje om mezelf er dagelijks aan te herinneren dat ik altijd moest blijven hopen op een lange gezondheid. Hopen op veel geld. Hopen op heel veel liefde en vriendschap. En dat soort dingen en in willekeurige volgorde. Hoop is goed en ik was zeer content met mijn ring. Nu bevond ik mij zo’n 5 jaar geleden in een café met een meisje waarvan ik de naam nu niet eens meer weet. Dit meisje was de vriendin van P.’s jeugdvriend. Dit meisje had een hoop problemen. Met drank. Met zichzelf. Met de rest van de wereld. Dit meisje had meerdere keren midden in de nacht naar P. en mij gebeld om heel ingewikkelde gesprekken te voeren. Die avond in het café vertelde zij mij, na het nuttigen van ettelijke biertjes, waar al haar problemen vandaan kwamen. En toen vond ik het meisje ineens heel zielig. Nu heb ik sowieso de neiging om in beschonken toestand de Moeder Teresa uit te hangen, dus dit was het perfecte moment om haar al huilend in de armen te vallen en te zeggen dat het allemaal wel goed zou komen met haar. Paar jaar therapie en dan merkte je er niks meer van. Echt. En ik heb heus nog wel meer van dit soort door drank-vergeven momenten in mijn leven gehad, legio zelfs, maar dit was de enige waarbij ik een ring weggaf. Ik gaf mijn HOPE-ring aan haar en zei: “Als het goed met je gaat wil ik hem terug.” Maar na die avond heb ik het meisje met de problemen, mijn ring, alsmede de jeugdvriend van P. nooit meer gezien. Dus ik neem aan dat het meisje met de problemen nog steeds problemen heeft of dat ze eigenlijk allang vergeten is dat ik die ring graag een keertje terug wou. Maar ik ben ervan overtuigd dat alles in het leven een bepaald doel dient en dat het meisje met de problemen mijn ring harder nodig heeft dan ik. Dus zij heeft en houdt mijn ring met een bepaalde kosmische reden. En ik hoop dat zij er gelukkig mee is, al moet ik haar niet op straat tegenkomen, want dan ruk ik hem alsnog van haar vinger. Voor mezelf heb ik vorige week een nieuwe laten maken, want de hoop dat ik hem ooit van haar terug zal krijgen heb ik opgegeven.
LUNA WIL GRAAG OPGEFLUFTE KUSSENS
Ongeveer een maand geleden vertrok onze Boliviaanse hulp in de huishouding J. weer terug naar haar land van herkomst. Van tevoren had zij ons duidelijk gemaakt dat zij voor ons een nieuwe hulp in de huishouding had gevonden, die zij van tevoren even fijn in zou werken. “Issiegoed?”, vroeg onze Bolviaanse na de eerste keer. Ja, wij vonden hem goed. “Issiegoed?”, vroeg onze Boliviaanse ook na de tweede keer. Ja, wij vonden hem nog steeds goed. Zo gezegd, zo gedaan. En dus wordt ons huis nu om de 2 weken door de mannelijke Boliviaan G. bezocht. En we zijn nog steeds tevreden. Hij-is-goed. Het is schoon en het glimt. Maar toch. “Het is toch anders hè?”, concludeerden P. en ik laatst tegen elkaar. “Ja, J. zette altijd onze flesjes badschuim zo leuk scheef, net als in een hotel”, zei ik. “Ja, en ze deed het toiletpapier altijd in zo’n driehoekje vouwen”, zei hij. “En de kussens!”, verzuchtte ik. “Ja, de kussens”, zei P. vol weemoed. Het blijkt dat vrouwen toch anders schoon maken dan mannen. Mannen zijn van de grove lijnen en ik moet eerlijk toegeven; ik heb nog niemand zo vol overgave, kracht en passie ons huis zien stofzuigen als de Boliviaan G.! En daarna dweilt hij ook nog even de volledige 300 vierkante meter alsof het niks is. Dus wat dat betreft, niets dan hulde en respect, want ik doe het hem niet na. Maar voor het gezellig neerzetten van flesjes badschuim en zeepjes moeten we niet bij hem zijn. Hij maakt het schoon en kwakt het neer. Of schuift alles in een hoekje. En die scheef neergezette flesjes, ja, die gaven de badkamer toch nét even iets meer cachet. Dat je denkt; hè, ja, gezellig. Hetzelfde met van die lekker opgeflufte, gezellig gepositioneerde, kussens. Dat je denkt; ja, daar ga ik eens even tegenaan zitten. En onze vorige hulp in de huishouding J., die stapelde altijd al de kleding die ik naast m’n bed gooi op tot van die geinige torentjes op een stoel. Van groot naar klein. Keurig zag het eruit. Helemaal hotel. Maar de mannelijke G. durft, waarschijnlijk uit respect, mijn ondergoed niet aan te raken. Dus wanneer hij is langs geweest ontdek ik een torentje kleding op een stoel, maar in de rest van de slaapkamer slingeren nog allerlei beha’s en slipjes rond. Ik vind onze Boliviaan G. wel een schatje. En vooral een echte man.