web analytics

Categorie: Standaard

LUNA EN EEN GEINIG GEGEVEN

Afgelopen zaterdag zou vriend A. voor onze vriendengroep koken. Konden we ondertussen meteen zijn nieuwe vriendinnetje bekijken. Bij binnenkomst worden we begroet door een meisje met een enorme bos krullen. “Hoi, ik ben T.”, zegt het meisje. Ondertussen check ik haar zo onopvallend mogelijk van boven naar beneden. Ik ken haar ergens van. Maar waarvan? Waarvan? Als we eenmaal met z’n allen aan tafel zitten met een glas champagne blijf ik haar vanuit mijn ooghoek begluren. Waarvan? Waarvan? Na 3 glazen champagne staat T. op om in de keuken de voorbereidingen voor het eten te treffen. En ineens, nu ik haar van de achterkant zie, schiet het me te binnen! Het is de ex van R., de beste vriend van mijn ex M., een meisje waarvan ik ooit heb gezegd dat zij zulke mooie billen had. En het is bijna 10 jaar geleden, maar die diezelfde mooie billen heeft ze nu nog steeds. Zeer content met mijn eigen geheugen loop ik naar T. in de keuken om te vertellen dat ik haar 10 jaar geleden al een keer heb ontmoet. En dat ze toen een bikini aan had. “Bizar!”, lachten wij allebei. “Wat een kleine wereld”, zeg ik. Weer aan tafel denk ik aan 10 jaar geleden. Ik was 19 en ik zat samen met ex M. op de grafische MTS in Utrecht en toen het eenmaal uitging bleef ik nog wel stappen met hem en zijn vrienden. Moest kunnen. En dat kon ook prima, tot… ineens herinner ik me dat ex M. mij, ook al was het allang uit, nooit meer wilde zien omdat ik het gedaan had met zijn beste vriend. En zijn beste vriend, dat was dus nú de ex van T., het meisje met de krullen. Dat moet ik haar meteen even gaan vertellen. “Hé, T., hé, jaren later heb ik het met R. gedaan! Dus wij hebben ooit met dezelfde man in bed gelegen!” Samen lachen we om deze rare samenloop. En als ik even later weer aan tafel schuif bij P. leg ik hem het hele verhaal uit. “En dat vind jij lachen?”, vraagt hij. “Ja”, zeg ik, “ik vind het een ontzettend geinig gegeven.”

19

LUNA IS ER VIES VAN

Maandagmiddag viel er een brief op onze deurmat; ‘Vanaf zondagnacht 14 augustus tot en met zondag 21 augustus gaat de reiniging in Amsterdam staken.’ Lekker dan. Dat verklaarde meteen waarop onze vuilnis die maandagochtend niet was opgehaald. De brief gaat verder; ‘Wij doen een dringend beroep op uw medewerking om de binnenstad de komende week zoveel als mogelijk leefbaar en schoon te houden. Daarom vragen wij u uw vuilnis de komende week niet op straat te zetten.’ Dat is helemaal lekker. Omdat zij staken, verwachten ze dat de bewoners van Amsterdam ervoor zorgen dat de hele boel buiten lekker fris blijft. Over die 6 vuilniszakken die bij mij thuis in de hal zullen staan te meuren van de gebruikte kattenbakvulling lees ik niks. Buiten schoon, binnen vies. Logisch. Ik vind staken zo’n laffe manier van actievoeren. En ik ben van mening dat het ook anders kan, al vindt de reiniging zelf van niet; ‘We kunnen helaas geen andere oplossing leveren.’ Nou, mij lijkt het dat de letters ‘KUT’ megagroot op alle vuilniswagens ook de nodige commotie zullen veroorzaken. Of bijvoorbeeld, in plaats van een week helemaal niet werken, een week lang elke dag om 5.00 beginnen en dan keihard toeterend door de straten. Ook niet leuk voor de bewoners, maar dan doe je als vuilnisman tenminste wel je werk. Dan doe je wél datgene waarvoor je betaald wordt. Of haal het vuil op in de binnenstad en stort het op de Dam. En haal het dan een paar uur later weer op. Of ga allemaal in je blote kont het vuil ophalen. Doe iets in plaats van niets. Maar uiteindelijk heeft de reiniging er toch zichzelf ermee. Want het is zelfs nu, na 2 dagen staken, al een gore bende op straat. En dat wordt, zeker met die paar miljoen mensen die straks Sail gaan bezoeken, alleen maar erger. En erger. Dus volgende week maandag, als ze weer beginnen, is heel Amsterdam een ongelooflijke gore puinzooi geworden. En die ongelooflijke gore puinzooi zullen ze toch echt zelf op moeten ruimen. Misschien leg ik volgende week wel wat bloemetjes tussen m’n vuilniszakken.

92

LUNA DENKT ER HET HARE VAN

Het afgelopen weekend werkte ik weer op de Kamasutra-beurs in de fotostudio van FOXY-magazine. En al werk ik al 4 jaar op deze beurs en denk ik af en toe dat ik alles al gezien heb, gelukkig sta ik nog regelmatig met mijn ogen te knipperen. Zo was ik afgelopen zaterdag behoorlijk geshockeerd toen een meisje dat bij ons op de FOXY-stand poseerde een wildvreemde kerel uit het publiek sleurde, zijn broek open knoopte en hem spontaan begon te pijpen. Het shockeerde me nog meer dat de vriend van het meisje daar gewoon naar zat te kijken. En ik was helemaal in shock toen bleek dat de jongen die gepijpt werd ook een vriendinnetje had dat van een afstandje het pijp-tafereeltje gadesloeg. Moet kunnen, vonden ze allemaal. En als zij er gelukkig van worden, dan moet dat ook kunnen, maar ik vind het fascinerend. Helemaal fascinerend blijven de alleenstaande mannen die élke Kamasutra-beurs élke dag bezoeken. Zeker als zo’n man zonder broek over de beurs gaat wandelen en dan af en toe stiekem vanachter z’n T-shirt aan z’n lul gaat trekken. Persoonlijk werd ik gewoon misselijk van die aanblik. Huur thuis een pornootje en ruk je daar helemaal suf, maar val mij er niet mee lastig. Maar het shockerende hoogtepunt van de afgelopen Kamasutra-beurs zag ik op het zogenaamde SM-plein. Hier hing op zo’n 5 meter hoogte een groot houten kruis. Zo’n Jesus-ding. En aan dat kruis hing iemand. In een bodybag. En ‘bodybag’ is dan wel het juiste woord, het is eigenlijk gewoon een leren lijkenzak. En die iemand had een zilverkleurig latex masker op met 2 minuscule gaatjes om te kijken en een minuscuul gaatje om te ademen. De lijkenzak was met allemaal zilveren kettingen bevestigd aan het houten kruis. En zo hing die iemand daar dan te hangen. En zo stond ik daar dan naar te kijken. En dacht er het mijne van. Ieder z’n ding natuurlijk. Maar sommige dingen snap ik niet. En die hoef ik gelukkig ook helemaal niet te snappen. Al ben ik wel benieuwd of die iemand er nu nog hangt.

54

LUNA LOVES DR. PHIL

Het is niet dat ik ervoor thuis blijf, voor een aflevering van ‘Dr. Phil’, maar áls ik thuis ben, dan kijk ik altijd. Ik voel meteen de behoefte om mijn hele leven drastisch te veranderen als ik de begintune van zijn show hoor. Compleet in trance luister ik het uur daarna naar Dr. Phil. Hij is grappig, hij heeft zelfspot, hij is intelligent en hij lijkt het helemaal voor elkaar te hebben. Als ik hem zie dan wil ik ter plekke gezond gaan doen. En bewust worden van de dingen. Gaan sporten bijvoorbeeld. Of ineens het hele huis schoonmaken. Ik vrees dat dit iets met tijdelijke indoctrinatie te maken heeft, want eigenlijk verkondigt Dr. Phil alleen dingen die ik allang wist. Zo weet ik dondersgoed dat het drinken van een fles wijn per dag niet echt bijdraagt tot de algehele levensvreugde. En ik weet ook dat me ik tijdens een ruzie met P. moet beperken tot het onderwerp zelf en er geen onbenulligheden van 3 jaar geleden bij moet halen. En ik weet ook heus wel dat ik uiteindelijk zélf verantwoordelijk ben voor mijn leven. Alleen ben ik een écht mens. En daarom over het algemeen niet in staat tot perfectie. Dus daarom zit ik wel eens om 11.00 ’s ochtends aan een glas wijn. En daarom blijf ik tijdens ruzies met partner P. jengelen over die ene keer dat hij beloofd had de kattenbak schoon te maken en dat toen niet deed. En het is gewoon lekker makkelijk om anderen de schuld te geven van mijn kutgevoel. Dus hoe graag ik ook naar het programma van Dr. Phil kijk en hoe intens ik ook luister naar zijn levenslessen, op de een of andere manier blijft niets ervan hangen. Het beklijft niet. Dus bijna dagelijks, van 17.45 tot 18.45, droom ik samen met Dr. Phil over een perfect gestroomlijnd leven. Maar als ik de tv uitzet ben ik weer terug in de realiteit. En stiekem hoop ik dat Dr. Phil na z’n show een sigaret opsteekt, een fles whisky opentrekt en vraagt of die hoer die hij besteld heeft al op hem ligt te wachten in z’n kleedkamer.

p.s. Deze column is ook te beluisteren bij bnn.fm! Klik.

31

LUNA NAAR DE PARADE 2005

Ik wil elk jaar naar De Parade. En elk jaar neem ik me voor om ook daadwerkelijk eens een theatertje mee te pikken. Dit in plaats van aan verschillende houten bankjes te hangen met verscheidene flessen rosé, erachter komen dat alle voorstellingen uitverkocht zijn en daarom maar stomdronken een uur in de rij om 2 minuten in de zweefmolen te draaien. Ook leuk, maar zoiets vergelijkbaars doe ik al elke dag. Daarom had vriendin J. dit jaar een plan! “Als we nou om 15.30 vertrekken, dan kunnen we gratis naar binnen en hebben we alle tijd om kaartjes te kopen”, zei ze. Ik vond het een briljant plan. Dus wij liepen donderdag om 16.00 het Parade-terrein op en besloten om meteen, zonder rij en nuchter, in de zweefmolen te gaan. Woehoe! Daarna namen wij uitgebreid het programma van de dag door en beslisten in 10 minuten welke voorstellingen we wilden zien. Daarna haalden wij de kaartjes en complimenteerden elkaar met onze voortvarendheid. In de 1,5 uur die volgde slenterden wij van etenstentje naar etenstentje om te genieten van de diverse heerlijkheden die De Parade te bieden had. Vervolgens zagen wij ‘City Animals’ van Teatro; ‘Een montagevoorstelling over de jungle van de grote stad.’ Erg pijnlijk herkenbaar en daarom keihard gelachen. Daarna keken we naar ‘Stam’ van Nathalie Baartman, de winnares van Voor de Leeuwen 2005. Wel aardig. Op de een of andere manier vind ik cabaretières altijd minder grappig dan hun mannelijke collega’s. Kan aan mij liggen. Vervolgens hobbelden vriendin J. en ik richting de dansvoorstelling ‘Carmen’ van De Dutch Don’t Dance Division. Ook dit was wel aardig, maar niet voor herhaling vatbaar. Dans is niet mijn ding. Maar toen! Toen zagen wij ‘De Varkensfabriek’ van De Varkensfabriek. En dat was briljant! Het beste voor het laatst bewaard! Supersnel, scherp en helemaal nu. Genieten van elke minuut. Toen we naar huis fietsen waren vriendin J. en ik zeer tevreden over het cultuur-gehalte van die avond. En tussen de voorstellingen door hadden we nog genoeg tijd gevonden om aan houten bankjes te hangen met een fles rosé. Dat blijft tenslotte traditie.

16

ZEG MIJ WAT JE ROOKT, EN IK ZEG JE WIE JE BENT

Kalverstraat, 10.30. “Rook jij misschien?’, vraagt een mannetje in een keurig pak en een keurig gladgestreken gel-hoofd. “Eh, ja, nog wel”, antwoord ik. “Heb je misschien zin om mee te doen aan een marktonderzoek van 5 minuten? Kun je 5 euro mee verdienen”, zegt hij. Ach, waarom ook niet. Ik loop mee met het gladde mannetje dat me binnenlaat in pandje in een zijstraatje van de Kalverstraat. Aldaar wacht een ietwat zenuwachtig meisje in een piepklein kamertje waar 2 sigarettenautomaten half afgedekt staan. Het meisje legt het onderzoek uit: “Ik laat je zo 5 seconden een sigarettenautomaat zien en daarna heb ik wat vragen voor je.” “Kom maar op”, zeg ik. Ze haalt het zwarte doek van de eerste sigarettenautomaat en 5 seconden later hangt ze het doek er weer voor. “Welke sigarettenmerken heb je gezien?”, vraagt ze. “Nou, ik weet alleen dat er géén pakje Gauloise rood tussen zat.” “Oh”, zegt het meisje, “verder niets?” Verder niets. Daarna noemt ze een lange lijst sigarettenmerken op met de vraag of die ertussen zaten in de automaat. Jesus, had dat eerder gezegd, denk ik, dan had ik me voorbereid op een spelletje memory. “Ik heb echt geen idee”, antwoord ik bij elk merk, “bij sigarettenautomaten focus ik me op Gauloise rood. De rest sla ik niet op.” “Oh”, zegt het meisje weer en ze tikt wat in op haar computer. Daarna volgen wat vragen over de verpakking van het merk Pall Mall. Lekker ondoorzichtig, denk ik, het is een marktonderzoek voor Pall Mall. Zucht. Ze vraagt welke Pall Mall-verpakking ik duidelijker vind en welke mooier en welke bijzonderder. Ik geef braaf antwoord. “Maar ik zou toch nooit Pall Mall kopen”, zeg ik tussendoor, “ik rook altijd Gauloise rood en ik ben trouw aan mijn merk.” “Oh”, zegt ze weer. Na afloop van het onderzoekje haalt het meisje een briefje van 5 euro uit een envelop en bedankt me voor mijn medewerking. “Graag gedaan”, zeg ik en loop naar buiten. Op zoek naar een pakje Gauloise rood.

56

LUNA BEZOEKT M%N

“Kent u Herman de Coninck?”, vraagt M%n me. Ik zit in een café in Antwerpen en ik ken M%n net een paar uur. Zij drinkt rode wijn. Ik witte. “Herman de Coninck!”, zeg ik enthousiast, “dat is bijna de reden dat partner P. en ik samen zijn! We hebben elkaar ontmoet op een fout feest en daar gedichten voorgedragen, waaronder een paar van Herman de Coninck. Die man was briljant.” M%n blijkt ook een echte Herman de Coninck-fan en vraagt of ik zin heb om hierna naar zijn oude stamcafé te gaan. “Ja! Geweldig”, zeg ik. Het lijkt mij geen beter moment om nu, na zoveel wijntjes, en nu, nu ik toch in Antwerpen ben, en nu, nu ik een mede-fan heb ontmoet, naar een plek te gaan waar mijn favoriete dichter ook ooit zat. Een kwartier later, om 1.00 ’s nachts, zit ik in café De Nieuwe Linde en SMS ik partner P.: ‘ik zit in de stamkroeg van herman de coninck!!!!!’ Woehoe! De volgende ochtend, na nog wat wijntjes hier en daar, een nachtelijk bezoek aan een ‘frituur’ en een heerlijk lang uitslapen, adviseert mijn gastvrouw me om ‘Taal zonder mij’ van Kristien Hemmerechts te kopen. In dit boek wordt via zijn gedichten, zijn brieven en vooral de herinneringen van Hemmerechts een beetje duidelijk wat voor een man Herman de Coninck was. Ik koop het boek bij de Fnac. En ook nog een halve liter witte wijn en een plastic bekertje bij een stationskiosk. Daarna drink ik m’n wijn in een zalig rustig tempo, in een zalig voortrazende trein van Antwerpen naar Amsterdam, en lees ik ‘Taal zonder mij’ in 1 adem uit. Luna blijft een postume groupie van de man die sublieme gedichten schreef als; Geef mij Nescio en Tsjechov, oude boeken. / Geef mij na mijn zoveelste kale reis / iemand die mij twee haren uittrekt / en glimlachend zegt: je wordt grijs. / Geef mij alles en zeg: het is niets. / Geef mij niets en zeg: dat is alles. / Geef mij mezelf, geef mij jou. / Ik heb gezocht naar wist ik maar wat. / Geef mij nu eindelijk / Wat ik altijd al had.

12

ALLEEN HET BESTE IS GOED GENOEG

Ik ben niet echt duur in het onderhoud. Ik geef weinig om dure kledingmerken, mobiele telefoontjes, snelle auto’s of uit eten in de duurste restaurants. Met jurkjes van het Waterlooplein, m’n Nokia 3310, m’n bloemenfiets en thuis een balletje gehakt ben ik ook zeer tevreden. Maar de katten. Dat is een ander verhaal. Voor mijn katten is alleen het beste goed genoeg. Of eigenlijk, wat zij het beste vinden. Intern onderzoek heeft aangetoond dat ze de harde brokken van Whiskas écht lekkerder vinden dan die van Gourmet, AH eigen merk, kit-e-kat of Felix. En qua blikvoer gaan ze unaniem voor Gourmet. Dus dat koop ik dan ook voor ze, omdat ze de allerliefste poezen van de wereld zijn. Daarnaast laat ik regelmatig geheel per ongeluk plakjes ham, plakjes kaas of stukjes kip vallen en als ik een makreel koop dan deel ik die uiteraard met de poezen. Nu zijn er kattenliefhebbers die wel heel erg ver gaan in hun liefde. Zo heb ik een heus kattenkookboekje uit Japan waarbij porties verse zalm in de vorm van een hartje op luxueuze schaaltjes worden gepresenteerd. Of kattenfreaks die halsbandjes met diamanten voor hun Poekie kopen. Dat vind ik een beetje te veel van het goede. Maar! Vorige week liep ik langs een dierenwinkel en zag daar een grote doos met allemaal foto’s van gelukkige, gezonde, blije katten erop in de etalage staan. En als kattenliefhebber ga je dan meteen wat dichterbij kijken. De afgebeelde katten dronken allemaal uit een soort van fontein. Een kattenfontein! Die moest ik hebben, koste wat het kost. Dus ik naar binnen om binnen 2 minuten weer buiten te staan met een volledig geautomatiseerde katten-drink-fontein-bol. Dit vernuftige apparaat heeft vooral voordelen voor de katten; het water wordt gefilterd, gekoeld en gecirculeerd. En als katten ergens gek op zijn is het vers en vooral stromend water! Daarnaast heeft het voor mij als voordeel dat er wel 3 liter water in kan. Dus ik hoef de fontein maar 1 keer per week te vullen. De katten lijken extreem gelukkig met hun nieuwste gadget.

www.hagen.com/usa/cats/addinfo/catit_fountain.html

39

LUNA ZEGT VOOR HET EERST ‘REPERCUSSIES’

“Ben je er weer?”, vraagt P. terwijl hij rechtop in bed zit. Ik lig nog en merk dat ik mijn ogen amper kan opendoen. Ik heb spuug nodig om mijn oogleden van elkaar te weken. “Hoezo?”, vraag ik. “Hoezo?!”, zegt P., “weet je dat niet meer?” “Ehm, even wachten hoor”, zeg ik en ik begin met heel diep nadenken. “Jesus, meisje, ik heb je vaak dronken gezien, maar gisteren was toch wel een, eh, hoogtepunt”, zegt P. en daarna begint hij heel hard te lachen. Ik ben ondertussen nog steeds aan het nadenken. “Je weet het echt niet meer hè?”, vraagt hij. Terwijl ik gisteren probeer te reconstrueren herinner ik me dat ik om een uur of 2 ’s middags bij café Cuba zat, samen met ex S., vriendin I., dokter G. en wat kannen sangria. Daarna ben ik einde middag in slaap gevallen met het gewauwel van Dr. Phil op de achtergrond. Ik weet nog dat ik wakker schrok omdat er hard op de ramen werd gebonkt en dat ik daarna met vriendin L. en haar vrienden bij verschillende Amsterdamse cafés op het terras heb gezeten. Ik weet ook nog dat ik bij café De Vriendschap op de Nieuwmarkt ben geëindigd. Ik denk nog eens dieper na. “Ik heb met een oude scheepskok gepraat”, vertel ik P., “en die probeerde me te versieren. En ik heb ook met een dikke kunstenares gepraat en die wilde samen met me exposeren.” “Weet je wel hoe laat je thuiskwam?”, vraagt hij. “Ehm”, zeg ik. “Je kwam strompelend binnen om half 2”, vertelt P., “en dat je in die toestand überhaupt thuis bent gekomen mag een wonder heten.” “Ja, van het strompelen naar huis staat me iets bij”, zeg ik. “En”, zegt P., “je had zo’n ik-weet-dat-je-gelijk-hebt- maar-als-je-er-iets-van-zegt-dan-ram-ik-je-in-elkaar-blik in je ogen. “Zo’n blik heb ik altijd”, zeg ik. “Daarna liep je zwalkend langs me”, gaat P. verder, “en toen zei je: ‘Ik ga meteen naar bed, anders volgen er repercussies.’” “Repercussies?”, vraag ik verbaasd. “Ja, repercussies”, zegt hij. “Dat woord heb ik nog nooit eerder gebruikt in m’n leven”, zeg ik. “Geeft niks meisje”, zegt P., “maar vandaag ga je in ieder geval de betekenis ervan leren.”

20