web analytics

Categorie: Standaard

BRUCE LEE EN DE WIEROOKSTOKJES

“Ruik jij dat nou niet?”, vroeg P. met een vies gezicht. Ik snoof eens diep, maar ik rook niks. “Die klootzak heeft in de slaapkamer gepist, ruik je het nou echt niet?”, vroeg hij. Ik stond op uit bed en liep de slaapkamer door. Toen ik richting een hoopje kleding liep begon ik het te ruiken. “Gatverdamme, hij heeft op m’n broek gepist, gatverdamme, die kan ik nu wel weggooien”, jammerde ik. Uiteindelijk bleek mijn broek niet het enige doelwit geweest te zijn van Bruce Lee’s pispraktijken. Ook een rokje, een handdoek, de voetbaltas van P. en een tas van mij bleken doordrongen van Bruce’s markeerdrift. Ik gooide alles meteen in een vuilniszak, maar de pislucht in huis was nog steeds niet te harden. Een week lang probeerde ik de geur met wierookstokjes te verdrijven, maar Bruce bleef als een macho het huis terroriseren. Hier hielp geen wierookstokje meer tegen. Hier moest grof geweld aan te pas komen; een castratie. En ik moest degene zijn die Bruce Lee richting de dierenarts bracht gisteren, want P. kon er niet tegen. “Ik kan het niet aanzien hoor. Ik vind het zielig”, zei hij. En het was ook zielig, want toen ik Bruce weer ophaalde zat hij van angst te bibberen in z’n mandje. Onder een handdoek. Hij keek ongelukkig toen hij thuis voor het eerst weer wat stappen maakte en ik zou zweren dat hij met x-pootjes liep. Ik las het briefje van de dierenarts: ‘Uw kater is gecastreerd. Dit houdt in dat zijn testikels zijn verwijderd. De kans bestaat dat als uw kater al sproeide, hij hiermee ophoudt. Maar er blijft altijd een kleine kans dat hij dit gedrag wel (weer) gaat vertonen.’ Een kleine kans. Mooi. Probleem opgelost. Dacht ik. Gisteravond liep ik de slaapkamer in en vond op de grond een grote plas kattenpis. De damp kwam er nog vanaf. Ik steek nog maar een wierookstokje aan.

34

LUNA IN HET ZWEMBAD

Sinds 1 januari heb ik een oppaskind. Een bijzonder oppaskind dat speciaal onderwijs volgt. Gisteren zouden we gaan zwemmen, want hij is gek op zwemmen. Het enige probleem is dat het oppaskind M. niet lukt om zijn diploma te halen. Het zwemmen lukt, het watertrappelen, het duiken. Alles. Alleen het groepsgebeuren, dat lukt gewoon niet. Dus niet afzwemmen en dus geen diploma. We gingen er niet van uit dat het iemand op zou vallen dat hij zonder diploma in het zwembad dobberde, maar helaas. Net toen we onze eigen mat hadden bemachtigd hoorden we de scherpe stem van een badjuf: “Hé! Hé! Kom jij eens hier!” De badjuf gebaarde M. om naar de rand van het zwembad te komen. “Heb jij wel een diploma?”, vroeg de badjuf. Kut. “Je hebt toch je A-diploma? Hè, M.?”, zei ik en ondertussen probeerde ik hem met m’n ogen duidelijk te maken dat hij mocht liegen. Zijn onbedorven kinderzieltje flapte er echter meteen uit dat hij geen diploma had. “Maar ik kan goed zwemmen hoor”, zei hij tegen juf. “In de vakantie heb ik ook met pappa gezwommen. En ik kan plastic dinosaurussen opduiken.” De badjuf kende geen genade. “Als je geen diploma hebt, dan moet je met zwembandjes zwemmen.” Het gezicht van M. stond meteen beteuterd. “Maar met die bandjes kan ik niet onder water”, probeerde hij. “Maar ik ben de hele tijd bij hem”, probeerde ik. De juf bleef streng: “Of met bandjes zwemmen, of niet zwemmen”, en ze duwde de bandjes in M.’s handen. Hij trok de zwembandjes om zijn armen en droop af naar de hoek van het zwembad. “Ik schaahaahaam me zo”, snikte hij. Grote tranen druppelden van zijn wangen in het zwembad. Zielig! “Als je nu naar huis wilt, dan snap ik dat best hoor”, zei ik tegen hem. Maar dat wilde hij niet. Hij vond het veel te leuk om te zwemmen. Alleen die bandjes. “Ik ben al 9 hoor. Iedereen kijkt naar me met die bandjes”, zei hij. Zielig! Zo zielig! Uiteindelijk heb ik, net als hij, 2 uur lang met zwembandjes om gezwommen. Gedeelde smart is halve smart.

38

LUNA EN DE CHRISTEN

‘God is bereid jou al je zonden te vergeven als je nu voor hem kiest.’ Ik las de eerst paar regels op het papiertje dat een christen mij in m’n handen had gedrukt. Het was zaterdagnacht en ik had net bijna 13 uur achter elkaar gewerkt op de Kamasutra-beurs. In een andere hal van de Jaarbeurs was Trance Energy in volle gang. “Weet je”, zei ik tegen de christen, “ik vind het echt lovenswaardig dat jullie hier staan, in de kou en de regen, maar ik vind het naar dat jullie expres bij een dance-event staan.” Ik vond dat zij daarmee meteen een oordeel velden over dancefeesten en hun bezoekers. “Mensen die naar dit soort feesten gaan ondervinden tijdelijk geluk. En tijdelijk geluk is het werk van de duivel”, zei de christen. “Als je voor God kiest dan krijg je eeuwig geluk.” Om zijn mening kracht bij te zetten spreidde hij zijn armen. Ik vroeg wat hij van de Kamasutra-beurs vond. Hij zei dat het niet de bedoeling was van God om je lichaam aan zomaar iedereen te laten zien. “God heeft niet voor niets kleding geschapen”, zei hij. Ik zei dat als het zo zat, dat God dan ook de Kamasutra-beurs had geschapen. En de FOXY ook. Dat was niet zo, want ook de Kamasutra-beurs was het werk van de duivel. En dus ook tijdelijk geluk. Ik zei dat ik in mijn leven best 5000 keer tijdelijk gelukkig wilde zijn. Dat ik dat een mooie score zou vinden. De christen wilde nog even kwijt dat andere Goden, zoals Allah en Boeddha, gewoon waren gestorven, maar dat Jesus weer terug op aarde was gekomen. Of iets in die richting. En dat daarom het geloof in God en Jesus Christus wel het enige juiste geloof moest zijn. “Het staat zwart op wit”, zei de christen. Ik moest de bijbel maar eens lezen, vond hij. Ik zei dat ik dat al gedaan had en dat ik er niet veel aan vond. “Weet je hoe ik het zie?”, zei ik. “Volgens mij was Jesus een soort Oprah Winfrey, maar dan 2000 jaar geleden. En 2000 jaar geleden bestonden er nog geen massamedia. Als Jesus nu had bestaan, dan had-ie vast z’n eigen talkshow gehad.” Ik zag in zijn ogen dat ik reddeloos verloren was.
www.naarhouse.nl

62

EEN GESPANNEN TOESTAND

Ik kwam gisteren om 20.00 thuis en klikte de ganglamp aan. Die het niet deed. Ik liep verder naar de woonkamer en klikte daar een lamp aan. Die deed het ook niet. Net als de lamp in de keuken, de koelkasten, de diepvries en de verwarming. Kut en zucht. Na willekeurig wat knopjes aan en uit geklikt te hebben en een blik in de meterkast kwam ik tot de conclusie dat er iets ergs gebeurd moest zijn. Alle stoppen zaten er nog in en de lampen beneden deden het wel. Bellen met de NUON: “Als we nu iemand sturen, dan kost het € 108,-, en als er morgen iemand komt dan is het € 47,-.” Er was een hoofdzekering gesprongen en dat kwam door overbelasting, zei hij. En dat was onze schuld. Ik hing op en wachtte 2 uur op een NUON-elektricien-mannetje. In paniek bedacht ik me dat er de laatste tijd wel érg veel lampen waren gesprongen. En de transformatoren van onze 8 discolampen gingen allemaal na 2 weken stuk. Daar moest dit wel mee te maken hebben. Ik wist al bijna zeker dat het de schuld van de vorige bouwmannetjes was. Die hebben niets goed gedaan, dus het elektra hebben ze waarschijnlijk ook fout aangelegd. Paniek! Het NUON-elektricien-mannetje zou ontdekken dat we in een horror-huis wonen en dat het qua elektriciteit niet veilig is. Paniek! Maar, het NUON-elektricien-mannetje kwam, zag en verving in alle rust de hoofdzekering. “Was het onze schuld, was het onze schuld?”, vroeg ik hem manisch. Dat was het niet. Het was hún schuld. Iets met een bout die was los getrild en die zij nooit hebben gecontroleerd. Dus we hoeven die € 108,- niet te betalen. Terecht. Want het was hún schuld. Dus nu is het tijd voor een klachtenbrief naar de NUON om een schadevergoeding te eisen voor 8 discolampen en zo’n 20 gloeilampen. Ik moet er wat voor over hebben om groots en meeslepend te leven.

44

LUNA EN DR. PHIL

7.00. De mobiele telefoonwekker van P. gaat. Een halve minuut later de mijne. Zucht. Nu sterk blijven. Nu aan Dr. Phil denken. Nu vooral heel veel aan Dr. Phil denken: “Als je niet tevreden bent met iets in je relatie dan moet je niet proberen om je partner te veranderen. Dat werkt averechts. Je moet jezelf veranderen of proberen om op een andere manier met de situatie om te gaan.” Dus besloot ik gisteren om met P. te gaan ontbijten. Dit zou het wekker-piep-drama moeten voorkomen. Gewoon sámen vroeg opstaan en doen alsof we een gezellig gezinnetje zijn. Een schier onmogelijke opgave, want ik heb een kut-ochtend-humeur. Geef me 2 bakken koffie en er kan misschien een glimlachje vanaf. Daar houdt het dan wel op en er moet niks geforceerd worden. Maar ik moest eruit vandaag om 7.00. Ik had namelijk een missie. En Dr. Phil zou me daarbij helpen. Kopje thee voor P. en een dubbele kop koffie voor mij. Broodbeleg op tafel, boter, brood, bordje en messen. Ik was er klaar voor, maar P. lag nog beneden in bed. Geen goed moment om in bed te blijven liggen. “Liefje, kom je aan tafel? Nu! Ik doe dit voor jou”, schreeuwde ik naar beneden. Nog geen minuut later zat P. aan tafel naar mijn chagrijnige gezicht te staren. We smeerden allebei een bruine boterham met kaas en konden ‘m met moeite wegslikken. “Gezellig hè?”, zei hij. Het was een grapje, maar ik kon er niet om lachen. Ik kon eigenlijk tijdens ons hele ontbijt van 10 minuten niet lachen. Ik wilde partner P. de deur uit. En snel. Ik trok het gezellig doen ’s ochtends niet. Oprotten moest hij, dat straalde van m’n gezicht. Ik probeerde aan Dr. Phil te denken, maar het lukte niet meer. En ik wou het ook ineens niet meer. Ik ben er klaar mee. Partner P. mag van mij voortaan de wekker weer gewoon om 5.00 zetten. Dan blijf ik gewoon liggen en dan kan ik hem daarna tenminste legitiem uitschelden. Dat past beter bij m’n ochtendhumeur. Fuck Dr. Phil.

34

ONHEBBELIJKHEDEN

“Hoe laat zet je de wekker?”, vroeg ik aan P. vannacht om 1.00. “Om 5.00”, zei P. rustig. Het was weer zover. Zucht. Partner P. neemt zich elke nacht voor om de dag daarna vroeg op te staan. Zodat hij nog wat dingen kan doen. Zo’n 2 jaar geleden (4 januari 2002) schreef ik al over deze onhebbelijkheid van P., die me nu inmiddels écht de strot begint uit te komen. “Peehee! Neehee! Doe even normaal”, reageerde ik vannacht bits. Maar P. bleef rustig: “Meisje, écht, je hebt geen last van me. Ik moet morgenochtend nog even werken.” “Je komt er toch niet uit”, zei ik, “en dan staat dat ding weer te piepen. Ik wil slapen. Doe nou niehiet.” “Echt, beloofd”, zei P. nogmaals, “je hebt geen last van me.” Maar wat ik voorzag, geschiedde ook. De wekker begon om 5.00 te piepen en werd iedere 4 minuten vakkundig weggedrukt. Partner P. hoeft voor deze handeling niet eens wakker te worden. Hij kan het in z’n slaap. Ik daarentegen ben klaarwakker om 5.00, stoot hem iedere 4 minuten aan om te zeggen dat hij eruit moet, en ik ben pislink om 6.00. “En nou is het godverdomme afgelopen. Stomme lul. Je zet dat kutding uit of je zet ‘m op een normale tijd. Godverdomme. Je verneukt m’n REM-slaap. Lul”, riep ik om 6.00. Hierop reageerde P. met de briljante zin: “Je mag me ook wel iets liever wakker maken hoor. Dat geschreeuw helpt niet.” In de verte hoorde ik een ukelele en Brigitte Kaandorp begon in m’n hoofd te zingen: ‘Ik haat je, ik haat je, vieze gore lul / Ik haat je, ik haat je, met al je flauwekul.’ En elke ochtend, als de wekker op onhebbelijke tijden afgaat en P. zich gedraagt alsof hij alleen in bed ligt, dan zou ik hem kunnen haten. Intens. Ware het niet dat ik zoveel van hem houd. Liefde maakt doof.

39

LUNA IN DE COOLDOWN

‘Hé Amsterdam, ze zeggen dat je bent veranderd!’ Toen ik net in Amsterdam woonde wilde ik elk weekend naar de Cooldown. Om te dansen op nummers die maar een halve minuut gedraaid werden, om waterig bier te drinken en om foute mannen op te pikken. Ik vond de Cooldown fantastisch. Zo’n 7 jaar geleden pikte ik daar ex S. op en met die ex S. stond ik gisteren, samen met zijn vriend L., weer in de Cooldown. “Net als toen”, hadden we afgesproken. En het was weer net als toen. De te enthousiaste barkeepers lopen nog steeds in een wit overhemd en een afgeknipte spijkerbroek en ze geven nog steeds gratis drankjes-waar-je-heel-snel-dronken-van-wordt aan meisjes van 16. Ook het publiek bestaat nog steeds uit grijpgrage mannen die in de looprichting van het toilet staan. Of ze pakken je net iets te gretig vast bij je heupen als je wil passeren of ze doen juist een stapje naar voren zodat je borsten zijn lichaam onmogelijk niet kunnen raken. En ook de muziek in de Cooldown is nog net zo slecht als 7 jaar geleden. Ze draaien zelfs nog precies dezelfde platen, met uitzondering van ‘Heb je even voor mij’ van Frans Bauer. Die heb ik gisteren om precies te zijn 8 keer gehoord. “Lalalala lala! Heb je even voor mij? Lalala lalala. Maak wat tijd voor me vrij!” Fantastisch. Ik vond het vroeger een geweldige tent en nog steeds. Het ademt de sfeer van goedkope seks. Seks voor 1 nacht. Van zoenen met iemand wiens naam je de volgende dag alweer bent vergeten. Alles is dus nog hetzelfde in de Cooldown, het enige wat veranderd is zijn wijzelf. Vriend L. is inmiddels getrouwd en heeft 2 zoontjes. Ex S. is nog wel vrijgezel, maar nu met een verantwoordelijke baan en een hypotheek. En ik ben bijna 5 jaar met P., inclusief huis en samenlevingscontract. ‘Maar Amsterdam, je bent nog net als toen.’

38

PORNOPAUZE

Sjongejongejonge. Wat een gedoe zeg. Wat een heisa. Wat een overtrokken gelul. Als je tegenwoordig al niet eens meer thuis naar porno op je computer mag kijken, dan vrees ik met grote vrezen voor de toekomst. Rob Oudkerk deed dat dan wel op een computer van de gemeente, en die gemeente heeft dan wel een keer het regeltje opgesteld dat pornografische en racistische websites niet bezocht mogen worden, maar waar doen ze moeilijk over! Over een beetje kijken, lezen en masturberen achter een computer! Als die man dat nou fijn vind, laat hem dan. Misschien bedacht Oudkerk wel de meest briljante beleidsplannen nadat hij een uurtje naar wiebelende tieten had gekeken. Misschien geeft een half uurtje pornopauze meneer Oudkerk wel de energie, de motivatie en het enthousiasme om zijn taken goed uit te voeren. Of misschien valt meneer Oudkerk wel in slaap na de ejaculatie, dat weet ik niet. Maar ik denk dat een dagelijkse dosis porno goed is voor de mens. In ieder geval voor de man. En in ieder geval voor mij. Dus ik ben blij dat ik gewoon voor een seksblad werk. Mijn werkgever, hoofdredacteur P., zorgt er voor dat er elke maand een verse porno-DVD op mijn bureau ligt. Mocht ik ooit zonder inspiratie of motivatie zitten, dan hoef ik maar 1 zo’n FOXY-DVD’s in m’n computer te stoppen om binnen enkele minuten weer helemaal het vrouwtje te zijn. En ook als ik geen inspiratie heb wil ik er nog wel eens een pornootje in stoppen. Gewoon om in FOXY-sferen te komen. Als je over seks schrijft, dan is het niet de bedoeling dat je ondertussen aan de afwas denkt. Dat werkt niet. Na 10 minuten porno sta ik als seks-tekstschrijver weer helemaal op scherp. Maar toch maak ik me een beetje zorgen, want ik bezoek óók wel eens de website van de gemeente Amsterdam. Ik vraag me ineens af of mijn hoofdredacteur P. daar misschien problemen mee heeft. Maar dit stukje tekst gaat eigenlijk nergens naartoe. Even weer een pornootje kijken.

20

LUNA AAN DE TEPPANYAKI

Ik kwam voor de vierde keer in Japans restaurant Tokyo Café op het Spui en het Japanse mannetje onthaalde me vol enthousiasme. Hij ging nog net niet zoenen. De schat. “Weer een flesje Chardonnay?”, vroeg hij toen vriendin E. en ik aan de teppanyaki-tafel hadden plaatsgenomen. Altijd goed. “Heb je weer van die boekjes bij je?”, vroeg het Japanse mannetje terwijl hij de wijn inschonk. Hij doelde op de vorige keer dat ik samen met vriendin M. in dit restaurant gegeten had. Toen deelden we een tafel met 8 IT’ers die vriendin M. en mij vol sake-gebrul ontvingen als ‘het toetje’ van de avond. Nadat we vertelden dat we voor een seksblad schreven kon hun avond niet meer stuk en ze wilden alles, maar dan ook alles van ons weten. Net als de Japanse koks en obers trouwens. Die zagen een FOXY voorbij komen en vlogen er als hongerige pubers bovenop. Ze wilden allemaal een exemplaar. En nu wilden ze er dus nog meer. Mooie plaatjes, vonden ze. En mooie vrouwen, dat vonden ze ook. De FOXY was heel goed geweest voor het werktempo, dat vonden ze helemaal. Tussen de briljante rauwe tonijnsalade en de sublieme op houtskool gegrilde zalmspiesjes kwam een Japanse kok vandaag verlegen bij me staan. Of we het bij FOXY niet leuk zouden vinden om een keer foto’s te maken van een naakte vrouw, helemaal versierd met sushi. Op een teppanyaki-tafel. En hij wilde die sushi er dan wel opleggen. “Met een bakje sojasaus bij haar navel”, zei hij. Hij had er nu al zin in, dat zag ik zo. Een beetje beduusd keken vriendin E. en ik elkaar later aan. “Jeetje”, zeiden we tegen elkaar, “dat was wel een beetje raar.” Maar we hebben goddelijk gegeten. Goddelijk!!! Misschien moest ik zelf maar op die teppanyaki-tafel gaan liggen om me te laten versieren met sushi. Sushi op m’n tepels, sushi in m’n mond. Lijkt me heerlijk. De foto’s laten we gewoon achterwege.

27