SLAPELOZE NACHTEN
Nu ben ik al niet zo’n goede slaper als partner P. niet naast me ligt, maar nu de kleine Sid Vicious het huis ’s nachts onveilig maakt door achter pluisjes aan te rennen of de kattenbak helemaal om te spitten, komt er natuurlijk helemaal niks meer van! Gaap!
SEE YA, WOULDNT WANNA BE YA!
"Liefje”, begon P. 4 weken geleden, “ik wil toch echt een weekje naar de zon.” “Dat moet jij weten”, zei ik. “Ik ga echt hoor, ik heb het nodig om een week niks te doen, ik ga nu boeken, naar Egypte, een 5-sterren-hotel, weet je zeker dat je niet mee wil?”, vroeg hij. “Ik weet het zeker”, zei ik, “ga maar lekker alleen. Doei!” Ik ben dit jaar al een weekje naar Ibiza geweest, dus ik zit al volledig aan mijn tax qua maximaal aantal vakantie-uren dat mijn lichaam en vooral geest aankan. Daarnaast, uit het verleden is gebleken dat het nooit zo botert op vakantie tussen P. en mij. Vooral omdat zijn lichaam en geest vragen om rust. En omdat mijn lichaam en geest altijd schreeuwen; ‘Wat gaan we doen! We gaan dingen doen! Jaaaaa, we gaan gezellig dingen doen! Nu! Nu! Nu!’ En dit vertaalt zich in een P. die tot diep in de middag op bed wil blijven liggen, dan hobbelt naar een plek waar iets van een broodje te halen is, dan hobbelt naar een plek om zich als een leguaan te nestelen in de zon. En pas als de zon onder is, is het misschien tijd om weer wat te eten en daarna kan er weer geslapen worden. En ik doe dan ondertussen talloze pogingen om ook te relaxen. Nog nooit gelukt. Dus als hij behoefte heeft aan een weekje weg, een weekje even de boel de boel laten, een weekje tot zichzelf komen, dan mag hij dat lekker in z’n eentje doen. Mij maak je niet blij met een weekje naar de zon. En daarom stond ik afgelopen zondagavond P. met z’n koffer uit te zwaaien en ik liet hem beloven zich niet in te laten met de eerste de beste Egyptische hoer. Daarnaast lijkt het me af en toe goed om een weekje zonder je partner te zitten. Dat je elkaar weer leert waarderen, dat soort dingen. Dat je ineens tot de conclusie komt; het is dan wel een ongelooflijke klootzak, maar het is wel mijn klootzak. En dat je ‘m mist, al is het alleen maar dat je dan iemand heb om tegen aan te kunnen zeiken. En dat niet je niet alleen hem, maar ook z’n bankpasje mist. Vanmorgen belde P. om te vertellen dat alles goed was. “En heb je een beetje lekker gegeten daar?”, vroeg ik. “Nou, nee, niet echt”, zei hij. “Zal ik aanstaande zondag dan lekker boerenkool met worst voor je maken?”, vroeg ik. Dat was wel heel fijn, ja. Partner P. mist mijn kookkunst al na 2 dagen.
OOOOH! JUST A PERFECT DAY!
Wat het is! Ik ben vreselijk, diep, diep, diep en heel intens verliefd op Sid Vicious. Als je eenmaal zo’n klein, pluizig balletje in je handen gedrukt krijgt en dat-ie dan met jou in een taxi naar huis mag, en dat je weet dat je samen een toekomst van hopelijk minstens 15 jaar tegemoet gaat, ja, daar word ik dan wel een beetje emotioneel van. En stil! En gelukkig! En ook heel blij! Ik had gisteren dus eigenlijk een gewone werkdag willen hebben. Willen mailen. Willen PloesiePoesies maken. Eindelijk ook eens m’n voorraad fotograferen en de hele handel dan online zetten, zodat ik ook die voorraad eens zou kunnen verkopen, maar ik deed het niet. In plaats daarvan haalde ik bij een dierenwinkel op de Haarlemmerdijk een kick ass kattenlounge-ding, allerlei geinige kattenspeeltjes, een nieuw bewateringsapparaat voor de poezen en hele lekkere blikkieblikkies. Daarna heb ik de hele middag met Sid gespeeld, geknuffeld en geslapen in het hemelbed. En toen Sid dat zat was heb ik een uur gekeken naar hoe Sid achter John aanrende van de linkerkant van de kamer naar de rechterkant en hoe John daarna weer achter Sid aanrende van de rechterkant van de kamer naar de linkerkant. En weer terug. En weer heen. En weer terug. Daarna at hij in 10 seconden een half blikje Gourmet-Diamant, hij scheet en piste keurig op de kattenbak, hij zette z’n nageltjes in de nieuwe bank, in een kast, in mijn nek, in mijn polsen, hij beet in z’n staart, in m’n vingers en in de staart van John Digweed. Daarna ging-ie weer rennen en cute zitten zijn. En hij deed het allemaal zo leuk! En zo lief! En zo knap! En z’n haar zat zo goed, behalve dan dat ene stukje in z’n nek! En toen kuste ik z’n hele lijf en z’n koppie en daarna kuste ik ook meteen maar de andere poezen opdat die niet jaloers zouden worden op dit kleine hoopje moois! Oooooh! En vandaag wordt het gewoon weer zo’n dag!
WHATS IN A NAME?
“Oooh! Ik vind het zo spannend”, zeg ik tegen een asieldame die Sid uit z’n kooi overhevelt naar mijn meegenomen poezenmandje. “Ja, leuk zijn ze als ze klein zijn hè?”, zegt ze. Terwijl ze ‘m in het poezenmandje zet zie ik een raar plekje in de nek van Sid Vicious. “Wat is dat?’, vraag ik en even later staren zowel de asieldame als ik naar een klein, rond, ontstoken wondje. “Dat is niet goed”, zegt ze. “Nee, dat ziet er niet helemaal lekker uit”, zeg ik. “We gaan meteen wel even langs de dierenarts”, hoor ik. “Okay”, piep ik, doodsbenauwd dat Sid ineens van de een op de andere dag een enge infectieziekte heeft gekregen en binnen 24 uur doodgaat. En na een kwartier wachten met 3 andere asielmeisjes die er ook helemaal niks van snappen dat er ineens een raar plekje in Sid’s nek zit stappen we de kamer van de dierenarts binnen. Na wat voelen en checken pakt hij er een tondeuse bij. “Oh, nee”, piep ik nog veel harder. “U mag wel even buiten blijven wachten hoor”, zegt de dierenarts. “Nee, dat hoeft niet”, zeg ik, “ik ben wel wat gewend.” Ook de dierenarts komt er niet achter waar het wondje ineens vandaan komt. Kan van een injectie komen. Kan van een robbertje vechten met z’n zusje komen. Kan ook van het inspuiten van z’n chip komen. “Misschien is het handiger dat u een ander katje uitzoekt, dan kunnen wij z’n wond de komende dagen verzorgen”, zegt de dierenarts. “Oh, nee”, zeg ik resoluut, “ik ben verliefd op deze. Al 3 weken. Ik wil hem.” “U kunt ook zelf 3 keer per dag het wondje insmeren met een zalfje”, zegt de dierenarts. “Geen probleem”, zeg ik, “als-ie maar niet doodgaat.” “En ook 5 dagen lang 2 keer per dag een antibioticapilletje”, zegt hij. “Ook geen probleem”, zeg ik. Dus in een ietwat gehavende toestand is Sid vanmiddag gearriveerd bij ons in Amsterdam. Als je ‘m oppakt begint hij meteen als een bezetene te spinnen en kopjes te geven. Poes Lolita heeft al naar ‘m geblazen, John Digweed vindt ‘m wel interessant en Bruce houdt zich afzijdig. Verder had Sid z’n blikkieblikkie veel sneller op dan Bruce en moest ik ‘m van de bakjes van de andere 3 katten aftrekken, dus dat beloofd veel goeds voor de toekomst. Ach, en dat hij er aan de rechterkant uitziet als een punker met een halfgeschoren nek en een eng open wondje? Dan had ik ‘m maar geen Sid Vicious moeten noemen.
SID & NANCY
‘Leeft Sid nog?’, mailde ik naar het asielmeisje. ‘Ik probeer partner P. over te halen om ook nog z’n zusje te adopteren (dan heb ik een Sid & Nancy), maar het komt niet echt door!’ Asielmeisje M. mailde terug: ‘Ja hoor, hij leeft nog. Ik heb hem net op mijn arm gehad en hij ging meteen spinnen, volgens mij gaat het prima! Ik heb wat foto’s gemaakt. Ook van Nancy. Ik moet wel zeggen dat die 2 erg aan elkaar gehecht zijn. Zij springt hem de hele tijd achterna. Dus eigenlijk zou het wel leuk zijn als ze samen zouden kunnen blijven (ik help je wel hoor, om die vent van je te bewerken).’ Oooh! Aaaah! Oooh! Aaah! Oooh! En Sid Vicious kijkt op de foto ook al op zo’n manier van ‘als je haar hier alleen achterlaat, dan maak ik jullie leven de komende 15 jaar tot een living hell!’ ‘Jullie dachten dat die Bruce Lee intens was? Laat me niet lachen.’
SO YOU THINK YOU CAN WATCH!
‘Idols’, ‘So You Wanna Be a Popstar?’, ‘America’s Next Top Model’, ‘Project Catwalk’, ‘Hell’s Kitchen’, ’Expeditie Robinson’; doet u mij er daar elke dag maar 10 van! Het liefst achter elkaar uitgezonden op SBS6, RTL4, RTL5 of NET5! Yeah! Ik kan er geen genoeg van krijgen! Ik ben een sucker voor talentshows! Of shows met talentlozen. Ook geinig! Maar ja, je moet natuurlijk rekening houden met je partner en wat hij het liefste ziet bewegen op het tv-scherm. En als het aan mijn partner ligt dan wordt er non-stop voetbal gekeken. Van Nederlands voetbal naar Duits voetbal en weer naar Engels en Italiaans voetbal en weer terug. Hij begint de laatste tijd steeds over digitale tv van UPC, maar dan snij ik snel een plakje leverworst voor ‘m af en dan is hij die al die zenders met 24 uur voetbal zelf ook weer snel vergeten. Zelf heb ik namelijk een andere oplossing gevonden voor mijn dagelijkse behoefte aan talentshows. Downloaden, zodat ik alles overdag kan kijken tijdens het PloesiePoesies vullen en borduren! De afgelopen weken heb ik seizoen 1, seizoen 2 én seizoen 3 van de Amerikaanse ‘So You Think You Can Dance’ gezien. Ook keek ik via de de www.rtl.nl-site naar alle gemiste uitzendingen van de Nederlandse ‘So You Think You Can dance’ en ik vond het allemaal fantastisch. Ik ben een ontzettende fan van Timor geworden, een Nederlandse danser, maar hij heeft ook iets half Marokkaans, half Indiaas erin, geen idee, kan mij het schelen, hij is briljant en ik heb zijn auditie al minstens 50 keer afgedraaid. Al het dansen en de mensen en eigenlijk alles was helemaal prachtig en het stroomde regelrecht m’n hart in! Ik werd er helemaal warm van van binnen. Dans verbroederd! En als je die Timor ziet dansen dan heb je het idee dat de multiculturele samenleving allang gelukt is. Dat de hele wereld eigenlijk een prachtige plek is. Voor iedereen! In alle kleuren! En als ik al die dans-talenten in alle nationaliteiten zo zie dansen dan hoop ik dat over 100 jaar misschien alle rassen en etniciteiten en culturen helemaal door elkaar gemixt zijn, van pikzwart tot spierwit en dat er dan allemaal kindjes uit komen in allerlei chocoladetinten van pure chocolade tot mokka en melkchocolade en hazelnoot! Partner P. zegt: “Je vindt die Timor gewoon hartstikke geil.” Nou. Eh. Misschien heeft dat er een klein beetje iets mee te maken.
IS EVERYBODY HAPPY?!
Ik liep rond 18.30 de Albert Heijn op de Nieuwmarkt binnen. “Bosje bloemen mevrouw?”, vroeg een zwerver met een bosje roosjes in z’n hand, “10 cent.” Naast hem op de grond lagen nog zo’n 15 bosjes in rood, geel en roze. Bloemenvrouw H. geeft aan het einde van de dag soms wat bloemen aan de zwervers rond de Nieuwmarkt, zodat zij ze weer kunnen verkopen en wat geld kunnen verdienen om een biertje te kopen. “Ik ga eerst even boodschappen doen”, zei ik en terwijl ik de ingrediënten voor een pompoensoepje met gruyère bij elkaar zocht besloot ik om 5 bosjes te kopen. Hij blij, ik blij. “Ik wil graag 5 verschillende bosjes voor 5 euro”, zei ik toen ik weer naar buiten liep. Ineens stonden er wel 3 zwervers om me heen, allemaal zeer bereidwillig om me helpen. “Dit is een mooi bosje”, zei de 1 en gaf een bosje gele aan me. “Ik wil ook een roze bosje”, zei ik. Ik kreeg een roze bosje. “En nog een rode”, zei ik. Met 5 bosjes rozen in m’n armen overhandigde ik een briefje van 5: “Fijne avond hè.” “Dankjewel”, zeiden de zwervers tegelijk en begonnen meteen met elkaar te roezemoezen. Over welk soort bier? Om geld over te houden voor een slaapplaats? Ik kon het niet verstaan en liep weg richting huis en vond dat ik een goede daad had verricht. Maar waarschijnlijk zorgde het halve flesje Prosecco dat ik al had gedronken ervoor dat ik vond dat ik nóg beter moest doen. En kon doen. Dus ik liep terug. “Jongens”, begon ik, “ik wil ze allemaal voor nog een keer 5 euro.” Geen seconde werd er getwijfeld over de prijs en alle bosjes werden me in m’n armen gedrukt. “Doei!”, riep ik en liep met een big smile en zoveel bosjes roosjes in m’n armen dat ik wel zo’n typische rozenverkoper met Polaroid-camera leek. En het was pas toen dat ik besefte dat ik niet eens genoeg vazen had om al die roosjes in te doen. Ik had die zwervers dan wel genoeg biertjes bezorgd, hoera, maar verder was dit niet echt een handige actie. De enige optie was weggeven! En hoe leuk bleek dat! Bij onbekenden en bekenden uit mijn straat stopte ik bosjes in de brievenbus of tussen de deurklink. En het was geweldig! Ik was moeder Theresa, maar dan beter! En omdat ik vond dat mijn buurvrouw toch ook best wel lief was en ik het vooral heel geinig vond dat ze nooit te weten zou komen van wie die roosjes nou kwamen, stopte ik het laatste bosje rozen in haar brievenbus. Toen ik thuiskwam had ik geen bloemen meer voor mezelf. Maar gelukkig nog wel een half flesje Prosecco.
HETZELFDE IDEE, MAAR DAN GOEDKOPER
Een kattenvriendin mailde me: ‘Moet je hier eens kijken! Iemand die met jouw idee aan de haal gaat.’ En zo klikte ik door naar een forum waar ik een poezenmeisje tegen kwam dat, om de dierenartskosten van haar kat te kunnen betalen, mandjes maakte. En ze had plannen om knuffels te maken. Ze schreef: ‘Het aankleden van de basisvorm moet het echt leuk maken… de kleuren… accessoires en vooral misschien een knuffel die op je eigen kat lijkt.’ Verdomd zeg, wat een goed idee! Een knuffel van je eigen kat! En heel effectief ook! Want ik werk mezelf al een jaar uit de naad om de dierenartskosten van Bruce Lee te kunnen betalen! Iemand anders op dat forum schreef: ‘Aaaaah… vandaar dat je de ploesiepoesie site zocht!’ En toen reageerde het poezenmeisje: ‘De reden dat ik dus die poezen maak is omdat ik ze dus zelf nooit zou kopen om de prijs… een PloesiePoesie (zo heten ze geloof ik) is 50 tot 75 euro. Ik verkoop niet hetzelfde maar wil een soortgelijk idee gaan doen voor 15 euro, dat maakt het toch alweer heel anders? Ik maak niets na… Als ik op een idee kom dan ga ik daar ook wat mee doen, maar iets maken wat al bestaat is toch niks mis mee? Ik heb een eigen bedrijf en geloof me, ik weet hoeveel geld daarin gaat. Als ik het voor m’n bedrijf zou doen kom ik nog niet op die prijs.’ Ik besloot lid te worden van het forum om een reactie te kunnen achterlaten: ‘(…) Als jij look-a-like poezen voor 15 euro kan maken, dan zou ik iedereen aanraden er eentje bij jou te bestellen, want dat is natuurlijk veel goedkoper dan de 50 tot 75 euro die ik vraag… Wat zeg ik! Als jij een look-a-like kan maken die er net zo mooi en afgewerkt uitziet als mijn look-a-likes en als jij dat kan doen voor 15 euro, dan wil ik je bij deze heel graag een baan aanbieden bij mij in mijn bedrijf! En dan krijg je elke middag een heerlijke home-made lunch en om 17.00 een wijntje!’ Daarna schreef het poezenmeisje dingen als: ‘Zie het als een compliment, ik vind je idee leuk. Alleen persoonlijk, vind ik het te duur voor een knuffelkatje en, ja, ik kan het nu goedkoper.’ Ook nog: ‘Ik zou het bijna als een uitdaging gaan zien eigenlijk… erg hè? En ook: ‘Ik heb nu zo de neiging om mijn ontwerpknuffeltje om te dopen met een naam en wat materialen te regelen, en dan te gaan zetten op m’n website.’ En daar kwam dan nog achteraan: ‘Snap wel dat ik dit nu niet doe. Gewoon een gedachtekronkel, omdat ik nou eenmaal dol ben op concurrentie!’ Ik ademde in. En ik ademde uit. En ik zuchte eens diep.
LUNA’S HUIS OP DE FOTO?
Ik kreeg een sms-je van vriend L.: ‘Staat jullie huis in de NL20?’ ‘Hoe bedoel je?’, sms-te ik terug. ‘Bij Gluren bij de Buren’, sms-te L weer terug. ‘Niet dat ik weet’, liet ik weten. ‘Jullie hebben toch die Shirley Bassey-platen voor het raam?’, vroeg hij. ‘Ik ga de morgen de NL20 wel even halen, want ik snap er niks van’, melde ik. En zo ontdekte ik vandaag een mini-fotootje van een stukje van ons raam in de NL20. Geinig!
LUNAS HUIS OP DE FOTO
Ik kreeg een mailtje van de meisjes achter Flavourites. Binnenkort komt er een boekje uit met daarin de 100 leukste webshops. En daar kom ik sowieso al tussen te staan! Maar ze hadden ook nóg een plekje in het boekje over voor ‘een leuke, originele, inspirerende en vrolijke webshop waar ze – samen met een fotograaf – een ‘kijkje in de keuken’ mochten komen nemen.’ Ja, dat wilde ik wel! Me! Me! Me! Dus ik mailde de meisjes wat foto’s van m’n huis, m’n atelier, m’n katten en ik stuurde ook een filmpje. Als ze een originele woon/werksituatie zochten, dan moesten ze toch echt bij mij zijn! En dat vonden zij na overleg ook! De Flavourites-meisjes mailden ook nog: ‘Schoonmaken hoeft niet, een opgeruimd huis is wél zo fijn!’ Oh! My! God! Inderdaad! Opruimen! Opruimen! Ik moest gaan opruimen, want ikzelf vind mijn atelier dan wel gezellig en druk en kleurrijk, een ander zou het ook best hysterisch kunnen vinden. Of over de top. Of iets teveel van het goede. En als een ruimte die getypeerd kan worden als ‘hysterisch’, ‘over de top’ en ‘teveel van het goede’ niet wordt opgeruimd, ja, dan kun je die hele fotosessie eigenlijk maar beter laten zitten. Want dat doet het dus niet goed op een foto. Of misschien wilde ik eigenlijk gewoon niet in een boekje te boek staan als ‘slordig en hysterisch’. Dus ik ging aan het opruimen. Dus. Reeds. Heel hard. En heel veel. En met resultaat! Want toen P. gisteravond thuiskwam en mij in een jurkje met m’n laptop op de bank zag zitten viel z’n mond open van verbazing. “Je hebt je pyjama niet aan”, zei hij. “Nee, ik had toch die fotoshoot van dat boekje vandaag?”, zei ik, “en ik heb de woonkamer, keuken het atelier opgeruimd en schoongemaakt.” “Echt waar?”, vroeg hij. “Ja, en ik heb 5 vuilniszakken weggegooid. Ga maar eens beneden kijken”, zei ik blij. Hij liep naar beneden en ik hoorde hem positieve kreten richting de bovenverdieping roepen. “Zo”, zei hij. “Netjes hoor, meisje”, zei hij. En ook: “Je kan het wel.” Ook: “We hebben een vloer!” Ook: “Ik kan eindelijk de tafel zien.” “Maar meisje”, begon P. toen hij even later boven kwam, “ik zal het maar eerlijk vertellen.” “Wat?”, vroeg ik. “Nou, die hele fotoshoot van vandaag had ik geregeld”, zei hij. “Hoe bedoel je?”, vroeg ik. “Connecties”, zei P., “en over 2 weken heb ik een fotoshoot van de Voetbal International en die wilden het graag in de badkamer doen.”