web analytics

Maandelijks archief oktober 2001

KAMASUTRABEURS, DEEL 1; STOEIPOES

Ik kom net terug van 2 dagen Kamasutrabeurs. Doodvermoeiend. Foxy magazine had een eigen stand op de beurs, met allemaal mooie Foxy promotiemeisjes. Deze meisjes hebben allemaal een keertje naakt in de Foxy gestaan en liepen, in weinig verhullende T-shirtjes, tijdschriften uit te delen aan hitsige mannen. Het leek mij wel een bijzondere ervaring om zelf eens zo’n shirtje aan te doen en met zo’n promotiemeisje mee te lopen. Dus Luna trok gisteren een kort rokje aan, een kittige netpanty, hele hoge hakken en natuurlijk zo’n weinig verhullend T-shirtje met in koeienletters ‘Foxy’ over de gehele breedte van mijn borsten. Nu gebeurt er iets raars met mensen die een meisje in zo’n shirtje zien. Vrouwen zien het shirtje, zien het meisje en beginnen met staren. Zij kijken je aan met een combinatie van minachting en jaloezie. Vrouwen hebben het niet zo op Foxy-meisjes. Mannen zien het shirtje, zien het meisje en beginnen ook met staren. Maar zij kijken je aan en je ziet aan hun ogen dat ze bezig zijn met het regisseren van een complete pornofilm met zichzelf in de hoofdrol. Die mannen, die zijn dol op Foxy-meisjes. En die mannen moesten nou net overgehaald worden om met de Foxy-meisjes op de polaroid te gaan voor 10,-. Het lijkt me overbodig om te zeggen dat dat geen probleem was. Na een x-aantal wijntjes ging ook ik helemaal los en wierp me samen met meisje P. op eenzame mannen: “Zullen wij samen op de foto? Hartstikke leuk joh!” Vijf minuten later staarden die mannen vol trots naar hun gesigneerde polaroid. Doodvermoeiend. Maar Luna vond het stiekem hartstikke leuk om voor 2 dagen een Foxy-stoeipoes te zijn.
www.kamasutrabeurs.nl

6

LUNA IS EEN BEETJE EEN FAGHAG

Mijn buurman M. en ik delen een etage. Buurman M. en ik hebben allebei een eigen keuken, maar de hal, het toilet en de douche zijn van ons samen. Vaak hebben wij alle deuren openstaan, zodat we elkaars muziek kunnen horen en af en toe bij elkaar een sigaretje kunnen roken. Ik vind buurman M. een mooi mens. En het is geen toeval dat ik zo’n mooi mens naast me heb wonen, nee, ik heb hem zelf uitgezocht. Dat is het grote voordeel van mijn HAT-eenheid; je huurt van een woningbouwvereniging, maar je mag wel zelf je buurman kiezen. Maar het allergrootste voordeel van mijn buurman M.; hij is homo. Ik moet er niet aan denken om één of ander zeikwijf naast me te hebben wonen. En een heteroman is toch altijd een beetje gevaarlijk. Want voor mij bestaat een vriendschap tussen heteromannen en heterovrouwen niet. Alleen als beiden een relatie hebben, of als ze elkaar onaantrekkelijk vinden. Maar daar heb ik allemaal geen last van. Ik heb de mooiste man van Amsterdam naast me wonen, hij zet koffie voor me, hij doet af en toe een boodschapje, hij zorgt voor de katten als ik er niet ben en ik kan gewoon lekker met hem ouwehoeren over niks. En we zullen nooit met elkaar in bed belanden. Al schijn ik tijdens een hele vage xtc-trip de buurman wel eens aangekeken te hebben en gevraagd te hebben of hij met me wilde zoenen. Maar waarschijnlijk had ik dat op dat moment aan iedereen gevraagd. Ik weet het zeker; de beste man is nog altijd een homo.

31

LUNA ONTMOET EEN ECHTE NOTARIS

Vandaag zouden P. en ik het koopcontract voor ons nieuwe huis tekenen. Kom maar op. Om 15.00 kwamen P. en ik op onze gympies een chique notariskantoor ergens in Oud-Zuid binnenwandelen. Toen we eenmaal plaats hadden genomen zag ik de Oude Notaris, die zeker een jaar of 75 was denken; wat doen die ongeschoren kerel en dat gekke wijf hier? Die zien er niet uit alsof zij de vraagprijs op kunnen hoesten. Maar de Oude Notaris lachte vriendelijk naar ons. De Oude Notaris nam samen met de verkopende makelaar en onze makelaar een stapeltje papieren door waar ik weinig van snapte. De moed zakte mij een beetje in de schoenen. Van tevoren had P. nog tegen me gezegd; “Maak je maar niet druk, ga jij daar maar gewoon mooi zitten wezen, ik regel het wel.” Jaja, ik hoorde nu pas voor het eerst dat er ergens een olietank in het huis verstopt zit, die nog geborgen moet worden. Maar als P. zegt dat alles goed komt, dan komt alles ook goed. Uiteindelijk hebben we nog niet kunnen tekenen, omdat onze makelaar toch eerst wil uitzoeken hoe het zit met die olietank. De Oude Notaris bleek nieuwsgierig en vroeg wat P. en ik deden. “Ik ben copywriter”, zei P. “Ik ben freelance journaliste”, zei ik. “Bij welke bladen”, vroeg de notaris. “Vooral bij jongerenbladen.” “Die ken ik vast niet, waar schrijf je over dan?”, vroeg de notaris weer. “Over seks, kent u bijvoorbeeld de Foxy?” vroeg ik. Die kende hij niet en ik stelde voor om volgende week een exemplaar voor hem mee te nemen. Dat vond de notaris een leuke geste. Ik denk ook dat de Foxy een stuk gezelliger oogt op zijn koffietafel dan die belachelijke standaard kunstbladen en kunstboeken die er nu lagen.

14

WHISKAS.NET

Ik zal nooit afspreken met mannen die mij denken te kennen via het internet. Wekelijks krijg ik mailtjes binnen van mannen die zichzelf zo de moeite waard vinden dat ik wel gek zou lijken om niet eens met hun een biertje te gaan drinken. Daar bedank ik ze altijd hartelijk voor. Met vrouwen is het een ander verhaal. Met een leuke vrouw wil ik altijd wel een biertje drinken in een café. Vandaag had ik afgesproken met E. van www.whiskas.net in café De Koe in Amsterdam. Ik kende E. alleen van de teksten op haar site. Ik vond E. een leuk wijf en leuke wijven zijn er veel te weinig. Ik vond het eigenlijk wel spannend om haar te ontmoeten, het blijft een soort blinddate. Maar met E. heb ik de hele avond heerlijk gepraat over internet, werk, muziek, toekomst en drugs. En met E. heb ik lekker geroddeld over andere webloggende vrouwen (“Die die is echt vreselijk echt, die schrijft over niks, dat zij zoveel bezoekers krijgt!!! Ongelooflijk ”). Na de nodige glazen bier en wijn kwamen er twee manspersonen aan onze tafel zitten. Zij wilden graag gaan Trivianten. Het was een beetje de bedoeling van deze manspersonen dat wij mee zouden doen. Uiteindelijk werd het een potje mannen tegen de vrouwen. Een van deze mannen had een XL-oorbel waar ik de hele tijd naar moest kijken. De man waar deze oorbel bij hoorde werkte bij de radio en hij vond dat heel stoer. Deze oorbel kon het echter niet verhelpen dat wij intellectuele dames het potje Triviant zonder moeite wonnen. Om 1.00 sloot De Koe en moesten we naar huis. Als je afscheid neemt van vrienden zeg je; “Ik spreek je.” E. en ik zeiden tegen elkaar; “Ik lees je.” Bij deze dus. Lieve E., bedankt voor de gezellige avond.
www.whiskas.net

28

LUNA’S PENISMONOLOOG

Het valt me op dat seksblaadjes het mannelijk geslacht vaak namen meegeven die te maken hebben met geweld; ‘zwaard’, ‘lustknuppel’, ‘lans’, ‘sabel’ en ‘genotsknots’. “En toen haalde hij zijn lustknuppel uit z’n gulp. Wat een kanjer!” Echte vrouwen zullen deze woorden overigens nooit in de mond nemen. De ideale pik is volgens de seksblaadjes dus groot, hard en vooral hartstikke agressief. Maar waarom geven sommige mannen hun pik dan namen als ‘Harry’, ‘Jan’, ‘Sjonnie’ of ‘Henk’? Alsof ze de hele dag hun infantiele broertje in hun onderbroek met zich meedragen. Nee, een man die zijn pik een jongensnaam meegeeft, die heeft een groot probleem. Als vrouwen dat ook zouden doen, dan zou je de meest zielige conversaties krijgen: “Schat, mag Harry even bij Ans op visite komen?” Voor mijn eigen geslachtsdeel kan ik moeilijk een passende naam vinden, maar voor het mannelijk geslacht heb ik er genoeg, die allen goed klinken op een bepaald moment. Zonder blikken of blozen kan ik praten over pikken, lullen, palen, penissen en piemels. Zonder gêne kan ik melding maken van het feit dat iemand een lekkere pik heeft, of dat iemand een pikkie van niks heeft, zowel tegen mannen als tegen vrouwen. Maar vooral tegen vrouwen. “Die C. is best leuk hoor, maar die heeft een lulletje dat eruit ziet als een mini-piramide!!! Echt waar!!! Daar heb je toch niks aan!!!” Of: “Die M. had een besneden pik, heel raar, zonder voorhuid, hoe kun je die nou pijpen?” ‘Pik’ is naar mijn mening het beste woord. Het dekt de lading. Het klinkt mannelijk, daadkrachtig en stoer. Doet u mij daar maar 5 van.

36

LUNA’S VAGINAMONOLOOG

Hoe noemen vrouwen hun geslachtsdeel? Ik heb moeite met het woord ‘vagina’. Dat klinkt me veel te medisch en te chique. Ik heb ook moeite met het woord ‘kut’. Dat klinkt me veel te vulgair. Zo heb ik eigenlijk ook moeite met de woorden ‘poes’, ‘grot’, ‘muts’, ‘spleet’, ‘flamoes’, en ‘pruim’. Vroeger toen mijn ding alleen nog gebruikt werd tijdens toiletbezoek werd het bij mij thuis altijd ‘plassertje’ genoemd. Maar sinds de menstruatie en geslachtsgemeenschap hun intrede deden, moest het een andere naam krijgen. Maar welke? Als ik in een bravourestemming ben, in de kroeg na veel drank, wil ik nog wel eens heel hard ‘mijn kut’ roepen. Maar ik voel me er eigenlijk ongemakkelijk bij. Praten over je ding is ook niet iets wat vrouwen dagelijks doen. “Ik heb gisteren de hele dag liggen neuken en nu heb ik een ongelooflijke schrale kut. Heb jij daar ook wel eens last van?” Nee, vrouwen vermijden dit onderwerp liever. Gelukkig hebben mannen ook vaak moeite om het vrouwelijk ding bij de naam te noemen. Alleen als ze of heel geil, of heel dronken zijn, dan komen de praatjes. Die ik eigenlijk liever niet wil horen. Toen ik nog vrijgezel was heb ik de volgende teksten naar mijn oren gekregen: “Ik ga zo lekker in je kutje klaarkomen.”, “Wat heb je een lekker strak poesje.” en “Is je liefdesgrotje al nat?”. Vreselijk!!! Waarom gebruiken mannen altijd een verkleinwoord als het om het vrouwelijk geslachtsdeel gaat? Alsof je door er ‘tje’ achter te zetten ineens te maken krijgt met het ongeschoren geslachtsdeel van een meisje van 12. Maar omdat ik toch graag antwoord wou op deze brandende levensvraag heb ik even een aantal vriendinnen gebeld. Ze gaven mij allemaal hetzelfde antwoord; “Hmm, moeilijk, meestal noem ik het gewoon ‘me doos’ ”

33

ZATERDAG; KALVERSTRAAT; 14.15

De zon scheen vandaag. Het was een mooie dag. Misschien wel de laatste mooie dag van het jaar. Ik koos deze laatste dag van het jaar uit om met partner P. te gaan shoppen in de Kalverstraat. Dat hadden we niet moeten doen. Ik zeg toeristen, ik zeg moeders met kinderwagens, ik zeg luid pratende provincialen, ik zeg drukte en ik zeg een slenterende partner. En daarmee heb ik genoeg gezegd. P. en ik zijn ooit al een keer tot de conclusie gekomen dat willen wij onze relatie een beetje draaglijk en gezellig houden, wij niet samen moeten gaan winkelen. Hij winkelt als een wijf. Ik winkel als een vent. Hij kan een kwartier naar hetzelfde shirtje staren, ik kom een winkel binnen, ik kijk, ik koop en wil weer weg. Hij loopt langzaam, ik loop snel. Wij vormen geen goede winkel-combinatie, maar toch staan wij 2 keer per maand vol onbegrip naar elkaar te staren midden in de Kalverstraat. Hij: “Doe nou eens even relaxt!” Ik: “Schiet nou eens op!” Ik doe het niet meer. Het is genoeg geweest. Ik word opgefokt van shoppen, P. wordt er apathisch van. En om deze gemoedstoestanden weer enigszins op te heffen, gaan we meestal een jointje roken in de Dampkring. Maar zelfs daar was het te druk vandaag. Het is dat de zon scheen, maar eigenlijk hadden we beter de hele dag binnen kunnen blijven.

16

EEN EIGEN HUIS, EEN PLEK ONDER DE ZON

Een paar maanden geleden was er nog sprake van dat P. in z’n eentje een huis zou kopen en dat ik bij hem in zou trekken. Dat is toen niet doorgegaan. Maar volgens mij hebben wij net SAMEN een huis gekocht, want ik werd een kwartier geleden gebeld door P.: “Mevrouw Luna, mag ik u feliciteren met uw eigen huis!” Ik ben heel blij, maar ik geloof het nog niet helemaal. Samen een huis kopen is erger dan trouwen. Mocht het misgaan, dan heb je niet alleen het drama van het uit elkaar gaan zelf, maar ook allerlei papierzaken die je moet regelen. Hij: “Die staafmixer is van mij, die heb ik gekocht!” Zij: “Ja, maar je hebt hem nooit gebruikt, ik moest altijd voor je koken! Ik heb er recht op!” Om over de verkoop van het huis en het ontbinden van de hypotheek nog niet eens te spreken. Nee, het samen kopen van een huis is een heel volwassen stap. Maar P. en ik worden decadente grachtengordel-yuppen! We hebben voor een prikkie een huis van 300 (!) vierkante meter in hartje Amsterdam gekocht!!! Het enige nadeel is dat alles verbouwd moet worden; nieuwe muren, nieuw plafond, nieuwe keuken, nieuwe badkamer. Alles moet gesloopt en daarna weer opgebouwd. Dat wordt een drama. Maar van de gedachte dat ik over een jaar in een mega-huis woon word ik heel gelukkig. Het werd sowieso tijd dat ik ging verhuizen, want ik pas niet meer in mijn mini-huisje van nog geen 25 vierkante meter (inclusief keuken, tweepersoonsbed, 1000 boeken, 2 katten en kantoor aan huis). Ik zal mijn boeken en cd’s maar eens gaan voorzien van een Luna-stempel, zodat we daar geen gezeik over kunnen krijgen. En die staafmixer is ook van mij.

17