LUNA KLAAGT NIET MEER
Als ik ergens niet tegen kan zijn het wel mensen die erover klagen dat ik niet zo moet klagen. En daar wil ik graag even over klagen. Ik wil graag klagen over mensen die vinden dat je alleen maar recht tot klagen hebt als je het écht slecht hebt. Dat je, als je in een ‘kuthuis aan een Amsterdamse gracht’ woont ineens maar elke dag gelukkig moet zijn met alles om je heen. Want als je in een sloppenwijk in Botswana geboren bent, dan heb je het pas écht slecht. Dat je, als je bij de poelier een kip koopt en die een dag later al bedorven blijkt te zijn, dat je daar dan dus niet over mag klagen, want in Soedan, daar hebben ze niks te eten en daar zouden ze blij zijn met die boterham die je die avond in plaats van die kip naar binnen werkt. Dat je je overal maar bij moet neerleggen. Dat je, als je een paar keer per jaar een zwak moment hebt qua toeristen-tolerantie, dat je die irritatie dan maar gewoon moet wegslikken. Want je mag natuurlijk alleen maar klagen over datgene waar die andere mensen zelf ook over kunnen meeklagen. Ik heb een hekel aan mensen die elke zin die maar een beetje een negatieve ondertoon heeft beantwoorden met een: “Dan had je maar niet…” “Ik heb vannacht geen oog dicht gedaan, want de kleine was de hele tijd aan het huilen.” “Dan had je maar geen kinderen moeten nemen.” “Ik ben dat uitzicht en die rust nu wel een beetje zat.” “Dan had je maar niet in Almere moeten gaan wonen.” “Ik moet er niet aan denken om vanavond wéér rijst te eten.” “Dan had je maar niet met een Chinese vrouw moeten trouwen.” “Er is vannacht bij ons ingebroken.” “Ja, dan had je maar niet in Amsterdam-centrum moeten gaan wonen.” "Ik heb het idee dat God me verlaten heeft." "Ja, dan had je godverdomme bij voorbaat al niet in God moeten geloven." “Het gaat volgens mij niet zo goed met het milieu.” “Dan had je maar een andere planeet uit moeten zoeken.” En Tol Hanse dan! Met z’n ‘Big City’. Big city my ass! Als je d’r een nummer over kan vol klagen, had er dan niet gaan wonen Hanse! En als je vindt dat Luna overdrijft en zich gedraagt als door een adder gebeten, dan had je deze site maar helemaal niet moeten bezoeken!
LUNA IS GEEN DAGJESMENS
Hartstikke lekker, dat het weer nu wat beter is, maar ik heb het er al weer helemaal mee gehad. En dat heeft niet eens met het weer zelf te maken, maar met een gevolg van het mooie weer. Of eigenlijk een gevolg van de zomer en dat mensen daarom vakantie hebben en die willen vieren in Amsterdam. Want Amsterdam is natuurlijk de stad bij uitstek om even ‘een dagje te doen’. En ons huis ligt precies langs de aanvoer van toeristen en dagjesmensen. Vanaf een uurtje of 8.00 rijden bussen af en aan en dumpen ondertussen hun lading op nog geen 100 meter van onze voordeur, zodat er de hele dag een constante stroom van groepen Japanners, Engelsen, Russen, Duitsers en Fransen langs ons huis slentert. En nu is dat niet eens zo’n groot probleem als ik gewoon binnen blijf. Deur dicht, niet naar buiten kijken, niks aan de hand. Maar een mens moet ook boodschappen doen. Gegeten moet er worden. Stofjes, lintjes en kantjes moeten gekocht en PloesiePoesie-bestellingen moeten naar het postkantoor worden gebracht. Dus ik moet mij elke dag wel even, tussen, langs en in de toeristische hel die Amsterdam-centrum heet begeven. En ik haat het! Ik haat ze allemaal. Alle toeristen. Stuk voor stuk. Weg moeten ze. Of in ieder geval uit mijn weg. Van mijn fietspad af. Van mijn stoep af. Ik kan er niet tegen dat ik me aan moet passen aan andermans loop- of fietsritme. Ik wil doorlopen. Ik wil doorfietsen. Ik wil niet traag. Ik wil niet sightsee-en. Ik wil gewoon dat litertje melk dat ik vergeten ben gaan halen bij de supermarkt zonder dat ik daarbij gehinderd wordt door honderden Madame Tussau-, Anne Frank-huis-, Rijksmuseum-, seksshop-, Sexmuseum-, smartshop-, en coffeeshop-bezoekers. En het zou me niets verbazen als elke Amsterdamse toerist in meer of mindere mate stoned zou zijn, want ze gaan allemaal volledig op in hun eigen wereldje. Totaal afgesloten van de rest van de wereld. Starend naar wat steentjes in een muur en geen rekening meer houdend met het verkeer. Niet met auto’s, zeker niet met fietsen en niet met voetgangers. En helemaal niet met mij. En daar word ik dus totaal a-relaxt van. Helemaal paranoia. Helemaal agressief. Helemaal hyper. Dus ik denk dat het misschien verstandiger is om, voordat ik voortaan ons huis verlaat, eerst zelf even een jointje te roken. If you can’t beat them, join them.
LUNA KIJKT BIJNA BEROEMD
“Nee, nee, nee, ik wil dit zien”, riep ik toen P. gisteravond alweer verder wilde zappen van Nederland 1 naar Nederland 2. “Oh nee, meisje”, zuchtte P. toen hij een tweeling in strakke roze pakjes met een majorettestokje bezig zag, “moet dit, het is zaterdag?” “Dit is de Nederlandse versie van ‘Britain’s Got Talent’”, zei ik, “even kijken of wij in Nederland ook een paar van die pareltjes rond hebben lopen.” “Wat denk je zelf?”, vroeg P. en wees naar de 2 huppelende majorettes. De voorgaande weken hebben P. en ik meerdere keren een hele avond achter de pc gezeten om alles wat er maar te zien was aan inzendingen voor ‘Britain’s Got Talent’, een soort talentenshow in Engeland, stuk te kijken op YouTube. Wij lachten, wij verbaasden ons, maar vooral: wij huilden van ontroering. Wat een talent! En wat een geweldig programma. Fuck ‘Idols’! Wij hadden voortaan ‘Britain’s Got Talent’. Dus als het Nederlandse equivalent ‘Bijna Beroemd’ ook maar een fractie zo goed zou zijn, dan zaten P. en ik gebakken de komende zaterdagavonden. Maar helaas, en niet geheel verbazend, zoog ‘Bijna Beroemd’ big time. En de huppelende majorettes bleken nog maar het topje van de ijsberg. In Engeland hebben ze Tony Laf, Crew 82, Craig Womersley, Scott Holtom en de uiteindelijke winnaar Paul Potts: allemaal acts waar ik de rillingen van kreeg. En wat kregen wij? Wij kregen een op een tuinkabouter fluitende boer! En verdomme, als daar in Engeland een stel travestieten optreedt onder de naam de ‘Kit Kat dolls’ dan is het nog top. En wat kregen wij? Wij kregen gisteren 2 zichzelf veel te serieus nemende stijldansende homo’s in een veel te fout pakje! En al kwám er bij ‘Britain’s Got Talent’ een onwijze kut-act voorbij, dan nog werd het programma qua amusementswaarde volledig gecompenseerd door de briljante en humoristische presentatoren en de eerlijke en hilarisch juryleden. En wat krijgen wij? Wij krijgen Jochem van Gelder. En wij krijgen Catherine Keyl. Zucht. “Liefje, als ik nou 2 minuten met een strijkijzer aan m’n lul ga hangen”, zei P., “denk je dat ik dan de aandacht van het Nederlandse publiek vast kan houden?” “Geen idee”, zei ik, “maar de mijne heb je in ieder geval.” En ik zette de tv uit.
LUNA OVER SPIJT
Ik vind spijt de meest zinloze emotie die er bestaat. Wat als? Wat als ik toen? Maar misschien had ik toen? Misschien? Misschien had ik vroeger vaker naar mijn opa’s en oma’s moeten gaan toen ze nog leefden, dan had ik ze beter leren kennen. Misschien had ik in mijn studententijd wat rustiger aan moeten doen, ik heb zoveel drugs gebruikt dat ik waarschijnlijk op mijn 80’ste op een speciale afdeling voor xtc-bejaarden terecht kom.
Lees hier verder…
PLOESIEPOESIES IN DE WRAF
Ja, als er een PloesiePoesie paginagroot in een hondentijdschrift staat, dan heb je toch wel wat bereikt met je poezenbedrijf! In het dubbeldikke zomernummer van de Wraf staat PloesiePoesie John Digweed!
LUNA VANGT BRUIDSBOEKET
Nou ja, het was eigenlijk geen vangen. En, nou ja, het was eigenlijk ook niet echt gooien van vriendin D.’s kant. En, als ik heel eerlijk ben hadden we het van tevoren ook afgesproken. Dat zij het boeket langzaam vanaf haar schouder achterover zou laten glijden. Precies in mijn handen. Maar dat doet niet af aan het feit dat ik het bruidsboeket gevangen heb gisteren.
LUNA DOET DUS NIET AAN BUIKSPIEROEFENINGEN
Goed. Ik had dus een probleem met het gebroken hardplastic onderdeel van mijn buikspier-apparaat. En ik had 3 opties. Optie 1: het in de kast flikkeren van dat hele apparaat en er nooit meer aan denken, klonk mij zeer aanlokkelijk in de oren. Optie 2: bellen met de Wehkamp, godver hier, godver daar, en dan in een mallemolen van papiertjes terechtkomen en het apparaat terugbrengen en nog meer toestanden, klonk mij als veel moeite en negatieve energie. Ik koos voor optie 3: naar het bouwwinkeltje bij mij in de buurt gaan om te vragen of zij misschien een oplossing hadden. Met het gebroken onderdeel liep ik richting de Wallen. Naar de enige bouwzaak van de binnenstad. En normaal werken er alleen maar oude en lelijke bouwmannetjes in mijn bouwwinkel. En nu! En nu! Nu in de vakantieperiode! Nu moest ik aan een strak in het vel zittend bouwvakkertje van een jaar of 21 met een wit singletje vertellen dat ik graag hetzelfde onderdeeltje dat ik in m’n handen had nóg een keer wilde hebben. Maar dan in 1 stuk. “Kijk, dit is een verbindingsstukje en het is kapot”, zei ik. “Waar is het voor?”, vroeg de fitness-bouwvakker. “Ehm, nou, voor zo’n buikspier-apparaat”, begon ik, “en het is dus gebroken en het moet aan elkaar. Nu ook graag meteen. Want ik heb geen zin om te bellen naar de Wehkamp.” “Sommige mensen hebben hele mooie buikspieren”, begon het bouwmannetje, “maar er hangt alleen iets voor.” Ik keek hem aan. En hij keek naar mij. Mijn mond viel lichtjes open. Bedoelde hij mij of zo? Ik zoog schuldbewust m’n buikje in. Ehm, ja, okay, maar, eh, fitness-boy-de-bouwer, kunnen we het maken? “Dit onderdeel kan je niet lijmen en ik heb ook niks wat erop lijkt”, zei de fitness-bouwvakker. “En nu?”, vroeg ik hem, “moet ik nu weer als altijd met een wijntje naar ‘Oprah’ gaan kijken? Dat? Dat in plaats van 1000 situps? Blijven die kilo’s er gewoon zitten, zoals ze zitten?” Ik keek hem hoopvol aan. “Ik kan hier echt niets aan doen”, zei de fitness-bouwvakker. Okay, dan was het allemaal maar mooi zijn schuld. Vanaf de bouwwinkel liep ik linea recta naar de Albert Heijn en kocht daar een lekker flesje Chardonnay. Toen ik thuiskwam, was ik net op tijd voor ‘Oprah’.
LUNA EN HET AFROLTOESTEL
"Vriendin U. doet 1000 situps per dag”, vertelde vriendin D. me tijdens de vrijgezellendag. “Hoeveel?”, vroeg ik verbaasd. “Ja, echt”, zei D., “ze is al 10 kilo afgevallen.” Dus ik meteen naar U. toe aan de andere kant van de tafel: “Doe jij 1000 situps per dag?” “Ja, echt”, zei ze, “het is zelfs een soort verslaving geworden." Bij het woord ‘verslaving’ heb je meteen mijn volledige aandacht. Er gingen lichtjes branden in mijn hoofd. Mijn permanente drank-, drugs- en eetverslaving zou ik om gaan zetten in een situp-verslaving! Dat ik daar zelf niet eerder op was gekomen! Situps doen terwijl ik naar ‘Oprah’ keek. Of ‘Dr. Phil.’ Of allebei! Ik zou in ieder geval eindelijk van die 4, nou ja misschien 6, okay 8 kilo teveel afkomen! Dus toen ik gisteren weer enigszins was rechtgetrokken van de vrijgezellendag surfte ik het net op. Op naar Wehkamp! Want dus echt niet dat ik met zo’n buikspiertrainer over straat ga hè. Doei! Per postorder moest dat apparaat arriveren. En wel vandaag! En wat dat betreft doet Wehkamp wat ze belooft. Om 14.30 vanmiddag werd er aangebeld. En toen ik opendeed stond er voor mij een gorgeous piece van een postmannetje. Met een onverpakte doos in zijn handen waar in reuzenletters het woord ‘AB-roller’ op stond. Met een life size kleurenfoto van een geile bikinislet, druk bezig met die AB-roller. Had ik weer. Wat mij betreft neem ik liever 20 onverpakte dildo’s en vibratoren in ontvangst dan 1 fitnessapparaat. “Voor de sportieveling!”, glimlachte hij. ‘Echt niet! Echt niet dat ik sportief ben”, wilde ik gillen. Maar dat kon hij waarschijnlijk ook zo wel zien. “Ja, bedankt”, zei ik en ik nam de doos in ontvangst. “Veel succes ermee”, riep hij ook nog toen hij weer naar z’n bus terugliep. ‘Heb ik helemaal niet nodig!!’, wou ik terugroepen, ‘het is niet voor mij, maar voor Bruce!’ Maar Bruce moest niks weten van de doos met het fitness-apparaat. En toen ik de gebruiksaanwijzing erbij pakte, zodat ik alles in elkaar kon zetten, had ik het zelf eigenlijk ook wel gehad. ‘Montage van het afroltoestel’ stond er. Afroltoestel? Afroltoestel? Gatverdamme. Ik zuchtte diep. Maar begon toch met de montage. Tot ik stuitte op een gebroken onderdeel. In m’n hand hield ik 2 stukken hardplastic die eigenlijk aan elkaar hadden moeten zitten. Zucht. Ja, als het zo moet! Nou! Dan hoeft het ook niet meer van mij. Ik zuchtte nog maar eens diep. Ik geloof dat het universum mij iets duidelijk wil maken.
LUNA’S EERSTE KEER
Van mijn eerste keer weet ik eigenlijk weinig. Ik was 14, het was met J., het was op zolder bij mijn ouders en ik vond het geweldig. Al mijn eerste keren waren eigenlijk met hem. Eerste keer écht tongzoenen, eerste keer een lul aanraken, eerste keer aftrekken, eerste keer vingeren, eerste keer beffen, eerste keer pijpen; het was allemaal met hem. (…)
Meer lezen: www.nietlief.com.
LUNA EN EEN HITSIGE ITALIAAN
Wanneer ik aan kom lopen bij 1 van de beste Italiaanse restaurants van Amsterdam word ik met open armen ontvangen door een ober van een jaar of 60. “Ciao bella”, zegt hij en ik krijg een zoen op m’n wang. Italiaanse gastvrijheid: kan ik wat mee. Gezellig. Ik geef hem een zoen terug, kan mij het schelen. “Ga jij trouwen?”, vraagt hij. “Nee”, zeg ik, “zij gaat trouwen.” Ik wijs naar vriendin D., die met de rest van de vrijgezellendag-vriendinnen al aan een tafel zit. “Oh, maar”, begint hij en hij kijkt naar mijn knalroze jurkje met diep decolleté. “Ja, ik dacht, ik trek een feestelijk jurkje aan”, zeg ik, “zij gaat tenslotte maar 1 keer trouwen.” Daar kan hij weer wat mee: Een Nederlandse vrouw in een te strak, te kort en te diep uitgesneden jurkje. En aangezien ik nooit vies geweest ben van een beetje flirten, zelfs al is de man in kwestie 30 jaar ouder, glimlach ik de hele avond lief en gezellig naar onze ober. Hai. Hoi. Ja, lekker. Dankjewel. Wat zit je haar goed. Leuke snor. Ja, heerlijk. En, ah joh, kom, even op de foto met Luna. Is leuk. Voor later. Binnen no time staat de ober naast me en in de 2 seconden tussen het indrukken van mijn Canon en het flitsen van de camera pakt hij me ineens vol bij mijn borsten. Ho, ho, ho, Guiseppe! Dat was eigenlijk not part of the deal, vriend! Maar ach, fuck it. Ik ben in een te feestelijke stemming om er iets van te zeggen. En seksuele intimidatie, dat is iets voor op de werkvloer, niet voor in een Italiaans restaurant. Dus als hij een uur later met een rode roos mijn kant op komt, kan ik alleen maar denken: ach, dat kan er ook nog wel bij. Gezellig!!! Hij stopt de roos in mijn decolleté en ik bedank hem uitvoerig. “En ik dan? En ik dan?”, kirt vriendin U. naar de Italiaan, daarbij haar borsten met haar bovenarmen tegen elkaar drukkend. De aanblik van haar cleavage is reden genoeg voor de Italiaan om nog een roos te gaan halen. En ook bij vriendin U. stopt hij de roos in haar shirtje en nog geen seconde later grijpt hij haar borsten ook met beide handen vast. Oh, God, denk ik. Oh, God. Dit is zo’n avond. Zo’n avond. Zo’n avond. Zo’n avond. Toen ik vanmorgen om 6.30 richting mijn bed strompelde vond ik tijdens het uitkleden een visitekaartje van het Italiaanse restaurant met op de achterkant een 06-nummer. In mijn bh.