LUNA HOORT ‘PIEPPIEPPIEP’
Ik moest nu, nu, nu ineens een pincet hebben, want er zaten een paar wenkbrauwharen de verkeerde kant op die ik ook graag nu, nu, nu wilde verwijderen. En ik weet dat ik minstens 5 pincetten in huis heb, maar waar, dat is altijd de vraag! In plaats van orde te scheppen in de chaos en de boel een beetje op te ruimen kies ik er liever voor om zo snel mogelijk van mijn wenkbrauw-probleem af te komen en over te gaan op de aanschaf van pincet nummertje 6. En Thank God voor een huis in centrum Amsterdam, want binnen 5 minuten sta ik in de Kruidvat. En omdat ik een nogal gejaagde en drukke indruk maak ben ik de target van het beveiligingsjochie. Zo’n pikkie van een jaar of 18 met net 3 schaamhaartjes en nog nooit geneukt waarbij ik me dus never nooit veilig zal voelen. En terwijl ik op zoek ben naar een pincet voel ik hem naar me staren. En ja, moet je dan terugkijken, of juist niet? Hoe kijk je als een niet-dievegge? Ik besluit vriendelijk te glimlachen, maar terwijl ik de rest van de Kruidvast door sjees loopt het jochie me quasi niet-opvallend achterna waardoor ik nog gejaagder word. Zenuwachtig, dat ook. Ga weg, denk ik, terwijl ik met een vol mandje voor de kassa sta en zie dat het beveiligingsjochie zich strategisch achter de detectiepoortje heeft gepositioneerd. En ja, ik kon er natuurlijk op wachten, want zo’n dag is het; het alarm gaat af wanneer ik door de detectiepoortjes loop. ‘Pieppieppiep’! Binnen no time staat het jochie naast me. "Wat heeft u gekocht mevrouw?", vraagt het jochie. Mevrouw? Mevrouw? Ja, joh, maak de situatie nog even erger. Ik zucht en begin met het uitladen van mijn tas. "Dit heb ik gekocht en dit zat al in m’n tas en dit heb ik gekocht en dit en dit en deze mascara zat al in m’n tas en deze lipgloss ook", begin ik. Even later ligt er een ongeorganiseerde stapel met nieuwe en oude verzorgingsproducten op een tafeltje. Zijn blik blijft hangen bij mijn net gekochte Lactacyd intiemtissues. Ik wil wat zeggen als; "Ja, dat ken je niet hè? Dat is voor een frisse kut, lul!", maar ik glimlach nog maar een keertje. Even later zie ik het jochie met de tissueus op en neer lopen door het detectiepoortje. Gênant! Fucking gênant! En pas na een 5 minuten durende tas-check sta ik eindelijk buiten. Thuis epileer ik m’n wenkbrauwen en denk aan de 3 schaamhaartjes van het beveiligingsjochie.
WORKSHOP 22 MEI
Er zijn nog 2 plaatsen vrij voor de workshop van 22 mei! Naast het feit dat er prachtige armbanden gemaakt zullen worden, is er natuurlijk ook genoeg ruimte om de liefste katten van Amsterdam wat aandacht te geven!
LUNA EN VRIENDIN S. IN LONDEN
Londen dus. Ik kan iedereen met een dip of depressie aanraden om eens flink met het verstand op nul en de blik op oneindig heel veel geld uit te geven! Wie zegt dat geld niet gelukkig maakt heeft nog nooit rücksichtslos geshopt in Londen. Ik voel me in ieder geval een ander mens nu. Frisser. Gezelliger. Mooier. En m’n haar zit ook een stuk beter ineens. De Londen-toon werd meteen gezet bij de eerste winkel die S. en ik betraden. Bij binnenkomst werd ons een drankje in onze handen gedrukt, want het was die avond ‘girls night in’, wat voornamelijk betekende dat we heel veel korting kregen bovenop de al goedkope prijzen. En we kregen bij besteding van 25 pond ook nog eens ‘a nice present’. Maar vooral het woordje ‘korting’ triggerde een heleboel bij ons. En dat is ons eigenlijk het hele weekend blijven triggeren. De meeste aankopen waren ontzettend nodig, zoals strapless jurkjes, lange jurken, geile slipjes, hypergekleurde panty’s en ringen, heel veel ringen. Andere aankopen léken vooral ontzettend handig. Vrijdag vonden wij het na inname van 3 wijntjes die geschonken werden in glazen van 0,25 cl ("Hebben we nu allebei een hele fles wijn op?") namelijk ineens een superstrak plan om een soort van bodykorset-achtig ding te kopen dat in 1 keer al ons vet zou wegdrukken. Maar eenmaal in terug in het hotel kreeg ik de elastische, zwarte worm met geen mogelijkheid over m’n lijf getrokken en daarna kon ik me eigenlijk helemaal met geen mogelijkheid meer bewegen. Vriendin S. moest me uit m’n lijden komen verlossen voordat ik in m’n broek pieste van het lachen. Maar het akkefietje met het korset zette me wel aan het denken toen ik zaterdagnacht in een typisch Engelse bowlingtent met 50’s muziek op de bank hing. Ik besloot het allemaal anders te gaan doen als ik terugkwam uit Londen! Ik zou me voortaan elke dag keurig gaan opmaken met veel glitters, me elke dag gewoon netjes aankleden, vrouwelijk, dat soort dingen. Niet de hele dag in m’n pyjama blijven hangen. Of in m’n joggingbroek. Ik zou m’n nagels weer gaan lakken, eens een keertje onder de zonnebank gaan, afvallen, weer richting de 60 kilo gaan wegen in plaats van over de 70. Londen heeft me in ieder geval een flinke dosis energie gegeven. And that was just what I needed. Momenteel zit ik nog steeds in m’n pyjama dit stukje te tikken. Maar ik heb vanmorgen wél al 1500 steps gedaan. En de afwas. En ik heb 2 kastjes geschilderd. En m’n voorraadkast uitgemest. Benieuwd hoe lang dit gevoel blijft hangen.
LUNA IS NAAR LONDEN!!!
Ik ben vertrokken voor een lang weekend naar Londen met vriendin Sarah! En het plan is om zoveel mogelijk te gaan shoppen en eten! En dan nog een keer shoppen en dan weer eten. Misschien een biertje tussendoor, dat ook. Even weg van alles! Weg van drama’s en toestanden en computers en opdrachten en moeten, moeten, moeten! Op de foto show ik, naast mijn net geverfde brandweer-rode haar, mijn speciaal voor deze gelegenheid gemaakt armband met Engelse postzegels en zoveel glitter en glim dat m’n camera het niet kon vastleggen. Voor Sarah maakte ik een blauwe. Had ik al gezegd dat ik dit weekendje weg ontzettend verdiend heb en dat ik er ontzettend aan toe ben?
LANG ZAL-IE LEVEN
De pa van P. werd 76.
Niemand zei het, maar iedereen dacht het.
Ook hij. Vooral hij.
Dit zou wel eens z’n laatste verjaardag kunnen zijn.
Zo’n verzorgingshuis is ook niet echt een omgeving om ‘even lekker aan te sterken’.
Want dat is de bedoeling van zijn verblijf aldaar. Volgens de huisarts.
De realiteit is dat het verzorgend personeel hem ’s ochtends wakker maakt. Ze brengen z’n medicijnen. Ze komen kijken als hij op de noodpieper om z’n nek heeft gedrukt omdat hij voor de zoveelste keer is gevallen. En ze brengen hem 3 keer per dagen eten.
En dat is dan ongeveer dat.
"Ik zit hier te verpieteren", had z’n pa een paar weken terug nog gezegd.
Nu lijkt hij z’n lot te aanvaarden en soms niet eens meer te weten welke dag het is.
Hij zegt sowieso weinig.
En wacht gelaten op wat de volgende dag hem brengt.
Meestal is dat weinig.
Maar vorige week was het dus z’n verjaardag.
En ook hem deed het vast wel verdriet dat z’n vrouw als cadeau een te krappe trui had gekocht, omdat ze waarschijnlijk dacht dat hij 3 maten was afgevallen de laatste maanden.
Ik moest er wel even van slikken in ieder geval, toen ik probeerde om die trui over z’n lijf te hijsen.
En een joggingbroek krijgen voor je verjaardag, omdat je die zo gemakkelijk aan en uit kan trekken, dat is vast ook niet zijn idee van een feestje. Maar het was uiteindelijk wel het meest praktische en bruikbare cadeau.
Want wat geef je een man die de hele dag in een verzorgingshuis zit en dus eigenlijk niets anders meer nodig heeft dan medicijnen, wat te eten en te drinken? Wat geef je een man die waarschijnlijk nog maar kort te leven heeft? Wat geef je een man die de moed zelf een beetje heeft opgegeven?
Wat zeg je? ‘Gefeliciteerd’ natuurlijk, maar het ‘nog vele jaren’ kan weggelaten worden. En het met de hele familie uit volle borst zingen van ‘Lang zal-ie leven’ voelde ook een beetje wrang.
Dus wat doe je op zo’n dag? Je trekt je mooiste jurk aan. Je bluft je overal doorheen. Je lacht. Je eet een gebakje. Je staart wat uit het raam. En je probeert aan andere dingen te denken. En dan lach je nog maar een keer.
Je probeert je hoofd boven water te houden.
Net als alle andere dagen de afgelopen 4 maanden.
Want dat doet hij.
Dat doen wij.
Dat doe ik.
En de volgende dag bracht ons allemaal gewoon weer een nieuwe dag.
LUNA EN DE GEHEIMZINNIGE BLOEMEN
Het is 20.00 en de bel gaat. "Ik doe niet open hoor, ik doe het niet, ik doe het niet", zeg ik tegen P., maar aan de blik in z’n ogen zie ik dat het nu echt mijn beurt is om open te doen. Hij neemt immers al dagen de telefoon op als ik roep; ‘Ik neem niet op hoor, ik neem niet op, ik doe het niet!’ Dus ik strompel in m’n pyjama al zuchtend en puffend van de bank richting de voordeur. Daar tref ik een ietwat corpulente man met een grote bos bloemen. "Hoi", zeg ik. "Is dit 104 A?", vraagt de man. "Ja", zeg ik. "Van den Heuvel?", vraagt de man. "Ja, dat ben ik", zeg ik. En meteen krijg ik de bos bloemen in m’n handen gedrukt en de man loopt weg. "Van wie dan?", roep ik verbaasd. Maar de man haalt z’n schouders op en roept terug: "Dat weet ik ook niet." En ja, daar sta je dan. In de deuropening. Met een bos bloemen zonder afzender. En even later zit ik sprakeloos op de bank elke bloemstengel minutieus af te speuren naar een kaartje of iets dergelijks. "Van wie zijn ze dan?", vraagt P., net zo verbaasd als ik. "Ik weet het niet", zeg ik. In m’n gedachten ga ik iedereen uit m’n iPhone-lijst, m’n familie, vrienden, Twitter-vrienden, Flickr-vrienden en andere bekenden af, maar ik blijf nergens hangen. Wat dus niet wil zeggen dat geen bloemen verdien, want hell yeah, ik verdien de laatste tijd elke dag wel een bos bloemen en dat minstens voor een jaar. "Nee, liefje, ik weet het echt niet", zeg ik. "Maar je moet toch wel een idee hebben?", vraagt hij. "Nee, echt niet", zeg ik. Maar partner P. kijkt me aan alsof ik al maanden een affaire heb met die lekkere geile neger uit de Jillz-reclame. Of met zo’n lekker jong voetballertje met de viriliteit van 20 stel konijnen. Of met die ene neger uit Grey’s Anatomy. Of Denzel Washington. Of met Humberto Tan, die is ook best wel lekker als je ‘m met bepaalde ogen bekijkt, ja. Of met de eerste de beste Antiliaan die ik op straat tegen kwam. Of met die jongen van de soepwinkel, ja, die is ook best lekker, ja. "Nee, liefje", zeg ik, "ik weet het echt niet." En ik weet het nog steeds écht niet.
LUNA IS GEK OP KITTENS
Toen P. een paar jaar geleden zei dat er zulke lieve kittens in de etalage van dierenwinkel zaten en dat ik er best eentje mocht, moest ik natuurlijk meteen van die gelegenheid gebruik maken. Welkom John Digweed! Een paar jaar later ontmoette ik door het glas van diezelfde etalage mijn grote poezenliefde Bruce Lee. En spijt heb van de keuze om een kitten bij een dierenwinkel te kopen heb ik nooit gehad, Bruce en John zijn immers de allerleukste en liefste poezen van de wereld, maar écht verstandig was het natuurlijk niet. Er zitten immers honderden kittens en grote poezen in het asiel en die verdienen het net ietsje meer om een fijn huis te vinden! Maar verliefd worden is verliefd worden en dan is er verder geen redden meer aan; daar maakt die dierenwinkel grif gebruik van. Net als de vele broodfokkers trouwens. En dan kan ik net zo gek op kittens zijn, op broodfokkers heb ik het niet zo. En nadat ik heb gehoord en gezien hoeveel kittens, katers en poezen er in het Dierenasiel in Amsterdam zitten, mag ik van mezelf dus nooit meer een poesje uit een winkel, al sta ik in het kittenseizoen dus zeker nog wel 2 keer per week voor de etalageruit in de Van Woustraat te ‘ah-wat-lief’-en en te kwijlen en ondertussen te bellen met P. dat ik bij de dierenwinkel sta en of ik dan misschien toch nog een poesje mag. En als ik heel eerlijk ben moet ik toegeven dat ik ook al een soort van 10 stappenplan heb bedacht om een lieve, niet gesteriliseerde, langharige vrouwtjespoes uit het asiel te gaan halen en die dan te laten bezwangeren door mijn nog niet gecastreerde Sid Vicious en dat er dan een nestje, en dat er dan de hele dag kittens door m’n huis, en dat ik dan de hele dag zou knuffelen en dat ik dan helemaal gelukkig zou worden van al dat pluis en dat ik dan nooit meer de deur uit zou gaan en alle boodschappen thuis zou laten bezorgen en dat er dan wel iemand zou komen om elke dag de kattenbak te doen, maar verder alleen maar poezen, poezen en poezen en nooit meer werken. Maar partner P. zegt dat we genoeg katten hebben en dat ik een beetje in het hier en nu moet gaan leven, al heeft hij dus helemaal geen verstand van katten, vind ik. De Sophia Kattenbond heeft echter wél verstand van poezenzaken en zij zijn bezig met een voorlichtingscampagne waarin aanbieders en kopers van jonge katjes wordt geadviseerd om de poesjes minimaal 12 weken bij hun moeder te laten. Ze jonger bij hun moeder weghalen kan zorgen voor problemen op latere leeftijd. En dat is dus niet de bedoeling. En waarom ze ook na 6, 7 of 8 weken al wegdoen? Als ik een nestje kittens zou hebben dan zou ik ze dus het liefst zo lang mogelijk bij me willen houden. Wat in de praktijk dus zal neerkomen op altijd.
Meer informatie over de Week van het Kitten: KLIK.
BLOEMEN VOORPROEFJE
Ik barst uit m’n voegen van de creatieve ideeën. De meeste blijven op papier om me daar dan weer weken over te frusteren, maar sommigen voer ik ook uit. Zoals deze XXL bloemenbroches, gemaakt van vintage jurken! Ik was er zelf heel erg tevreden over, maar kreeg gemengde reacties van vrienden. Die snapten er dus overduidelijk geen reet van, want zeker nu Jeanique deze prachtige foto’s (ze figureerde als haar eigen model; helemaal niet verkeerd om tegenaan te kijken natuurlijk) maakte ben ik helemaal overtuigd; nog meer bloemenbroches gaan het daglicht zien!
LUNA ZIET OOIT NOG WEL HET LICHT
Elke ochtend denk ik; nee, maar vandaag, nee, vandaag ben ik er écht weer helemaal bovenop en bij. Ik ga heel veel dingen doen vandaag! Om dan de meeste dagen ’s middags te concluderen; nee, het was ‘m toch niet helemaal deze dag. Morgen ga ik er weer voor. En als ik dan die avond op de bank zit dan is het enige dat ik kan denken; ik had zoveel kunnen doen vandaag, maar ik deed niet genoeg. Zucht en steun. En dat soort gedachten zijn vooral killing voor je eigenste spirit natuurlijk. En misschien daarom ook wel heb ik de laatste maanden niet gewerkt. Niet genoeg gewerkt naar mijn eigen idee. Naar mijn maatstaven. Als ik mijn werkzaamheden vergelijk met een ander, dan kom ik er niet eens zo slecht van af, maar als ik mezelf nu vergelijk met mezelf toen, dan doe ik weinig. Maar ik ben ook weer niet zo van het volmondig toegeven dat het niet goed gaat. Ik kan dan wel zeggen; "Ja, het gaat kut, kut, kut, tyfus, tering, wat gaat het kut." Maar de zin daarna zal altijd zijn: "Maar ik kom er wel uit hoor, gaat de goede kant op." Ook al is het niet zo. En tussen alle depressieve bedrijven door sta ik niet zo open voor anderen. Ik wil alles eigenlijk zelf doen. Ik heb een ander niet nodig, doei! Terwijl ik niet zonder kan. Want ik wil anderen heel veel geven. Van mezelf, van dat wat ik maak. En van mijn energie. En dat iemand dan iets teruggeeft, daar ben ik dan dus helemaal niet op voorbereid. Zo stuurde lezeres D. mij naar aanleiding van mijn tekstje over HEMA-onderbroeken een onderbroek met wel 100 keer het woordje ‘HEMA’ erop gedrukt. Zomaar. En ik krijg ook zoveel lieve mailtjes en reacties de laatste tijd. Zomaar. Esther stuurde mij een fles champagne met glazen en rode rozen, omdat ik voor haar zoontje een PloesiePoesie-shirt maakte. "Want: ‘Ik zie jou altijd her en der mensen cadeautjes en mooie dingen sturen en toen ik dat prachtige T-shirt binnenkreeg dacht ik: en nu krijgt de gulle geefster zelf eens een keer iets!!!’ Zomaar. Woensdag kwam Jeanique super-professionele foto’s maken van een aantal van mijn broches. Zomaar. En de foto’s zijn allemaal fantastisch geworden. "Ja, maar ik had nog veel meer foto’s willen maken vandaag", zei Jeanique toen ze wegging, "en ook betere." "Hé, joh, don’t be so hard on yourself", zei ik. Misschien moest ik dat ook maar eens vaker tegen mezelf gaan zeggen.
BREATHE IN, BREATHE RIGHT
Het eerste dat ik vanmorgen zag was het tijdstip ‘7:34′ op m’n iPhone. No shit, dacht ik, wéér 7 uur non-stop geslapen. Het was een wonder, een klein wonder! Ik keek naast me om te checken of P. naast me lag en of hij nog wel leefde, je weet immers maar nooit, maar die lag poeslief naast me te slapen. Naast hem op het nachtkastje lag een klein blauw doosje, dat ik voortaan de redder van onze relatie zal noemen.
Toen ik net met P. was, toen was dat hele snurken van hem nog best schattig te noemen. Toen kroop ik ook gewoon nog liefdevol naast ‘m als hij met z’n mond open lag te gorgelen. Want, ach, wat was-ie toch lief als-ie sliep. Maar ja, toen lag ik ook nog niet elke dag naast ‘m.
Een paar jaar later, toen we eenmaal samenwoonden, werd ik al iets minder tolerant. Ik schudde soms hard, soms zacht, maar altijd net zo lang tot hij stopte met snurken. En als dat niet hielp dan sommeerde ik hem op z’n zij te gaan liggen met een nors: "Liefje, ga eens op je zij liggen, je snurkt." Later kwamen daar vaak enkele vervloekingen achteraan, zoals ‘klootzak’, ‘lul’ of ‘Godverdomme’.
Je kan dan nog zoveel van iemand houden, maar als je al bijna 10 jaar elke nacht wel een keertje uit je REM-slaap wordt gerocheld, dan is de lol van dat houden van er snel vanaf. Heden ten dage beperk ik mijn anti-snurk-praktijken dus tot een gerichte trap richting het slapende slachtoffer, gevolgd door een harde: "Jooooooo!!!!" En dan mag P. van geluk spreken dat ik nog nooit vitale organen zoals bijvoorbeeld z’n nieren heb geraakt, want in m’n woede was dat nou net het plekje waar ik steeds op mikte.
De volgende ochtend is het altijd hetzelfde verhaal: "Ja, maar liefje, ik kan er toch niks aan doen dat ik snurk?" Ja, en dat ik nu zo bloody fucking chagrijnig ben, daar kan ik dan weer niks aan doen, eikel. "Maar je kan toch wel even lief naar me lachen ’s ochtends?", heb ik P. regelmatig horen vragen voordat ik m’n eerste koffie naar binnen heb gewerkt. Nee dus, want de onthouder van de paar uurtjes slaap die ik nodig heb, die wil ik het liefst zo snel mogelijk de deur uit hebben. Opzouten moet-ie. En snel! Er zijn stelletjes die ’s ochtends gezellig afscheid van elkaar nemen, maar dat soort dingen gebeuren dus niet in het echt hè! Niet hier in ieder geval. Ik ben blij dat-ie weg is en dat-ie de komende 10 uur wegblijft ook!
En na 10 jaar zeuren en zeiken, dan kun je wel eens denken dat niks aankomt bij je man. Dat je tegen een muur loopt te lullen. Dat het hem allemaal geen reet uitmaakt. Dat zijn slaapgenot dus 100 keer belangrijker is dan de jouwe. Maar vrijdag kwam P. met een doosje aanzetten. "Voor jou", zei hij. Ik staarde naar een blauw doosje met ‘Breathe Right’ erop. "Oh God, is dit van die stomme reclame?", vroeg ik. Ik zuchtte. "Zonde van je geld", zei ik, weinig hoopvol.