web analytics

LUNA VALT VAN DE ENE IN DE ANDERE VERBAZING

“Daar zijn Piet en Riet”, zeg ik tegen J. als ik de auto van m’n ouders voor de deur zie parkeren.
“Oh, die komen net van de oncoloog vandaan, als ze meteen daarna hier naartoe komen, dan zal het wel slecht nieuws zijn geweest”, zegt hij.
Met een gigantisch brok in m’n keel laat ik ze binnen.
“Waar is je rollator, mam?”, vraag ik.
“Zo’n klein stukje kan ik wel zonder”, zegt ze.
“En?”, vraag ik, bang voor het antwoord.
“Nou, alles was goed”, zegt m’n vader, “alle bloedwaarden, nierfunctie, leverfunctie, longen, alles.”
“Nee?”, zeg ik.
“Ja, echt”, zegt pappa, “de oncoloog zei dat aan de bloedwaarden niet te zien was dat mamma ziek is, het zijn de waarden van een gezond mens.”
“Nee!”, zeg ik.
“Ik heb natuurlijk nog wel kanker”, zegt mamma, “maar ik hoef voorlopig niet meer naar het ziekenhuis.”
“Nee!”, roep ik nog keer.
“De oncoloog had er echt plezier in toen ze het vertelde”, zegt mamma.

13

LUNA EN 2 THERAPEUTISCHE SESSIES

Ik ben tussendoor trouwens 2 keer bij een psychotherapeute geweest. Ik zat ’s ochtends achter m’n pc en bedacht me ineens; dit is allemaal wel een beetje teveel van het goede voor een meisje alleen. Er zijn mensen met minder problemen dan ik en die storten volledig in en kunnen de rest van hun leven niet meer werken, want trauma op trauma en stress op stress en dat wilde ik voor zijn. Ik belde m’n huisarts voor een verwijsbriefje en op het verwijsbriefje stond ‘heeft een beetje teveel op haar bordje gekregen de laatste maanden’. Mijn eerste sessie bij de psychotherapeute bestond er dan ook uit om in een uur vertellen wat er precies allemaal precies op dat bordje lag. De therapeute zelf zei weinig. Ze luisterde en maakte af en toe een notitie. “Je hebt een goede band met je moeder hè?”, vroeg ze op zo’n bloody fucking zalvende toon dat ik spontaan begon te huilen en m’n hand als vanzelf naar de obligate doos met tissues greep. “Ja, best wel”, snikte ik. “En wat verwacht je van je bezoekjes aan mij?”, vroeg de therapeute. “Eh, nou ja, eh, dat ik de komende periode een beetje stabiel doorkom? Dat ik niet instort”, zei ik. En dat was dat en 2 weken later zat ik weer bij haar aan tafel. “Hoe gaat het nu?”, vroeg ze. “Ja, nou eigenlijk wel goed”, zei ik en ik ratelde een half uurtje door over m’n schilderijen, m’n moeder, m’n vader en m’n werk. En toen was het stil. Ik was stil en zij was stil en ik was voor mijn gevoel ook eigenlijk wel uitgepraat met haar. “Als er 1 negatieve gedachte is die constant door je hoofd spookt, welke is dat dan?”, vroeg ze. Ik moest er lang over nadenken, maar ik kwam tot: “Dat ik nooit genoeg tijd heb om alles te doen wat ik wil doen.” “Okay, daar kunnen we wel wat mee”, zei de therapeute en toen ging het over RET-therapie en dat ik dan ‘STOP’ moest zeggen tegen die negatieve gedachten en dat ik me bewust moest worden van de emoties die ik daarbij ervaarde en dat ik die negatieve gedachten om moest zetten in positieve. “En wat zou zo’n positieve gedachte voor jou zijn?”, vroeg ze. “Het is goed zoals het is”, zei ik. Daar moest ik dan maar mee aan de slag gaan en ondertussen goed voor mezelf zorgen en tijd nemen om te bewegen, maar ja, toen moest ik ondertussen verhuizen en toen kwam m’n moeder naar huis en bewegen, ja doei, 3 keer per dag de hond uitlaten is bewegen genoeg en toen schilderde ik nog maar een vogeltje en toen realiseerde ik me; ik ben niet het type om in te storten. Het is goed zoals het is.

8

LUNA HEEFT EVEN EEN VERHUISDIPJE

Ons nieuwe huis ademt een rust uit die ik totaal niet bij mezelf vind passen, al vind ik het heerlijk. Het uitzicht is to die for; bomen en een kabbelend beekje met de illustere naam De Dode Linge. Op dit beekje heb ik als kind geschaatst in de winter. In het park dat aan ons huis grenst heb ik als kind gespeeld in de speeltuin. In die speeltuin ontmoette ik ook m’n eerste vriendje. De zandbak midden in de woonwijk, die eigenlijk helemaal niet als zandbak werd gebruikt, maar als plek voor de jeugd van toen, bestaat niet meer, maar heeft plaatsgemaakt voor wat wipkippen. Ik laat Nina uit in dat park en kan daarna even snel bij m’n ouders binnen wippen voor een kopje koffie, want m’n ouders wonen nog in het huis waar ik ben opgegroeid en mamma is inmiddels thuis en probeert het dagelijks leven weer zo goed en kwaad als het kan op te pakken. Dat ik dat kan, dat even koffie drinken om te checken of alles nog okay gaat daar, of dat ik zelf even langs kan gaan om eten langs te brengen, of gewoon even ‘hoi’ te zeggen, dat is ook to die for. “Dat hoor je vaak hè?”, zei een hondenvrouwtje toen ik Nina aan het uitlaten was. “Dat mensen hier opgroeien, dan een paar jaar ergens anders gaan wonen, maar toch weer besluiten om hier in de buurt terug te komen.” Ik wilde schreeuwen dat ik dus helemaal niet zo ben als al die andere mensen, dat ik dus echt wel heel veel heb meegemaakt! Dat ik 15 jaar keihard living the live in Amsterdam heb gedaan en dat ik heus wel een rockchick ben en heel diep ben gegaan in het leven. Heel diep! Maar ik keek van een afstandje naar mezelf, naar m’n bemodderde laarzen, m’n haar in een staartje en al 2 maanden niet geverfd, m’n pluchen luipaardjas en m’n joggingbroek en kon niets anders concluderen dan; I totally blend in hier in de buurt. En ik weet dat het niet zo is, maar toch, omdat ik nu op nog geen 500 meter woon van het huis waar ik ben opgegroeid, voelt het ergens alsof ik totaal niet vooruit ben gekomen in het leven.

6

LUNA EN VERHUISWEEK 1

De afgelopen 2 weken zweef ik tussen een ik-heb-het-allemaal-onder-controle-gevoel en ik-zie-het-helemaal-niet-meer-zitten-gevoel. Ik heb al tientallen bakken, dozen, vuilniszakken weggegooid of richting de milieustraat laten brengen door J. of m’n vader. Weg is weg. Alles wat nog bruikbaar was, heb ik gedoneerd aan de Stichting Dierenambulance Tiel, die binnenkort weer een grote rommelmarkt organiseren, zodat mijn trash ook nog iemands treasure kan zijn en ik zo en passant ook nog wat zielige poesjes help. En ik had veel spullen best via Marktplaats kunnen verkopen en zo ook zelf nog wat geld kunnen verdienen, maar dat was me allemaal veel te veel gedoe met spullen fotograferen, online zetten, gebeld worden, vreemde mensen in m’n huis, dingen opsturen, ik krijg al zin om een hele strip oxazepam, diazepam, temazepam, lorazepam, you name it, achterover te gooien als ik er aan denk! En uiteindelijk zit je na een paar weken nog met heel veel spullen die over zijn, want niet verkocht, en die spullen moet je dan alsnog meeverhuizen of alsnog naar de milieustraat brengen en dan ben je eigenlijk gewoon terug bij af. En terug bij af is dus niet de bedoeling als je gaat verhuizen! Maar waar zijn we aan begonnen? Verhuizen staat op nummer 1 van stressvolle momenten, tel daarbij het ietwat ADHD-achtige karakter van mijn lieve J. op, en de ADHD, ADD, dwangneuroses, autistische trekjes, you name it, van mij, en je hebt een cocktail voor succes! De verkering ligt van een afstandje te kijken naar hoe ik spullen van de ene kant naar de andere kant sleep en af en toe iets in een doosje stop en roept om de 10 minuten: “Als ik iets kan doen, dan moet je het zeggen hè?” Nee, blijf jij maar liggen, dan loop je me ook niet in de weg! Ook regelmatig gehoord de afgelopen weken: “Ja, ik heb alleen maar een bank en een tv en m’n kleren, meer heb ik niet.” Oh nee? Oh nee? Je hebt godverdomme ook een vrouw met een shitload aan stuff! “Laat mij maar even met wat vrienden verhuizen hoor, dan kan jij lekker 2 weken bij je moeder gaan zitten borduren.” Ja, en dan alles weggooien zeker, ja, zo kan ik het ook! “Het komt allemaal goed, schatje.” Ja, als jij doet wat ik zeg en ook meteen op het moment dat ik het zeg, ja!” Ik zweef tussen een ik-heb-het-allemaal-onder-controle-gevoel en ik-zie-het-helemaal-niet-meer-zitten-gevoel. Vooral even dat laatste. En van dat gevoel zou ik het liefst in een hoekje gaan zitten janken, ware het niet dat er geen enkel hoekje in m’n huis meer te vinden is, omdat alles vol staat met dozen.

8

THE CURE FOR BAD TIMES IS PATIENCE

“Hoe gaat het met je moeder?”, vroeg iemand me. “Goed”, zei ik, “ze mag als alles meezit 19 november naar huis.” “Waarom schrijf je daar dan niks over op je site of op Facebook, daar staat alleen maar ellende.” Nu valt dat op zich wel mee, want er komen hier en op Facebook regelmatig leuke hondenfoto’s of foto’s van schilderijen langs, maar hij had wel een punt. Als het goed gaat is de drang om te schrijven toch iets minder. Maar het gaat dus goed met m’n moeder, gezien de omstandigheden. We hebben 3 weken terug een gesprek met de oncoloog gehad en de kanker van m’n moeder groeit niet. Die heeft de afgelopen 5 maanden dusdanig stilgestaan, ondanks het feit dat m’n moeder 4 maanden doodziek is geweest. De oncoloog vond dat er geen reden is om met een chemokuur te starten. Dat was wel reden voor een feestje.

De afgelopen weken stonden in het teken van het revalideren van m’n moeder. Lopen moet ze. Door de gangen, van links naar rechts. Met rollator, kleine stapjes zelf, zelf naar het toilet, zelf in bed, zelf uit bed en zelf de trap op en af, met mijn vader als waakhond naast haar om te zorgen dat ze niet valt. Dat gaat goed en ze gaat elke dag met sprongen vooruit. De afgelopen weken is er ook flink wat drama geweest met de stoma van mijn moeder. Fout materiaal, niet besteld materiaal, te laat aan de bel trekken, kastjes, muren, kastjes en nog meer muren. Pas toen m’n moeder zelf een keertje heel erg boos is geworden is er actie ondernomen. “Als het met die stoma niet opgelost is, dan ga ik niet naar huis”, zei ze. Maar sinds een week lijkt ook die stoma het goed te doen en is er passend en voldoende stomamateriaal aanwezig. Ook dat is reden voor een feestje.

Ik stond een paar weken geleden in een Tielse kroeg met een vriendinnetje van vroeger en een man begon zich met ons gesprek te bemoeien. De man vond mij niet zo aardig. Hij vond mij arrogant overkomen en ja, hij kende mij wel ergens van, zei hij. Van een website of de krant of de FOXY. Ik moest maar eens normaal gaan doen, vond hij. “Jij denkt zeker dat je het helemaal voor elkaar hebt”, lispelde hij misprijzend. Zeker m’n website een paar maanden niet gelezen, dacht ik. “Dat weet ik wel zeker”, zei ik.

12

De vorige veiling heeft 500 euro opgebracht! Hiervan is 250 rechtstreeks naar de KWF Kankerbestrijding gegaan en het andere geld gebruik ik om verf, doeken en spuitbussen te kopen! Zo kocht ik een prachtige, grote lijst van 120 x 55 centimeter! En daar schilderde, spuitbuste en knipte en plakte ik dit schilderij in! Met 2 Turkse Tortelduiven… Het schilderij is daarna afgelakt en knalt uit de lijst in roze, rood en wit! Het formaat is echt bijzonder en de rest natuurlijk ook!

Dit schilderij ga ik weer veilen.

En ook dit geboden bedrag zal 50/50 worden verdeeld! Dus 50% gaat naar het Tielse Tinten-project en 50% gaat naar de KWF Kankerbestrijding.

De veiling sluit op dinsdag 6 november om 22:00.

Bieden kan via mijn Facebook-fanpage (en lid worden van die fanpage kan natuurlijk ook) (en daar is uiteraard ook een grotere versie van het schilderij te zien): www.facebook.com/tielsetinten.

0

DE SEXYNESS VAN HONDEN

Er zijn van die dingen waar je pas over na gaat denken als je ermee geconfronteerd wordt. Zo wou ik nooit een hond, want een hond dat was dus typisch iets voor hondenmensen of voor mensen met een visuele handicap. Ik ben een kattenvrouwtje, dus een hond was niets voor mij. Doei! Maar ik had 1 keer, 1 keer, ik zweer het, 1 keer een zwak moment toen ik een foto van een puppy zag en voor ik het ik wist had ik ook ineens een hond. Nina is inmiddels gegroeid tot een hond van aanzienlijk formaat en gewicht en ze is vorige week voor het eerst loops geworden. Dat is dus zo’n ding waar je pas over na gaat denken als je ermee geconfronteerd wordt; een loopse hond in huis. Nina Hagen moet dus een paar keer per dag een onderbroekje met een maandverbandje aan en uit. En aan en uit. En aan en uit. Nieuw maandverbandje erin. En eruit. En weer erin. En het ziet er allemaal reuzeschattig uit hoor, Nina met een oud polkadot-slipje van mij, maar ergens is het hartstikke zielig. Ze kijkt er ook zo zielig bij de hele tijd. En het is een aanblik, waar ik als kattenvrouwtje nooit mee geconfronteerd dacht te worden. Een hond, mijn hond, in een slipje! Ik bedoel; katten zijn gracieus. Elke kat is chique, zelfs de meest dikke kat heeft nog iets elegants over zich. Maar honden, en zeker Amerikaanse Buldoggen zoals onze Nina, zijn lomp. Een beetje viezig. Daar zit niks elegants bij. En dat straalt toch een beetje over van de hond naar het baasje. Er zullen vast vrouwen zijn die heel erg gracieus hun hond uit kunnen laten. Op hakken en met een prachtige outfit zonder hondenharen. Maar ik laat de hond uit op momenten dat ik normaal gesproken nog niet eens aangekleed ben; ’s morgen voor 8:00, of op momenten dat ik mijn kleding alweer heb verruild voor een joggingpak; na 19:00. En op sommige dagen trek ik ’s ochtends een verfjurk aan en die trek ik de hele dag niet uit en dan moet ik toch met Nina gaan wandelen en ja, dan zul je altijd net zien dat ze zo nodig moet poepen dat ze het hondenuitlaatveldje niet haalt en dan moet je dat oprapen met zo’n rood plastic hondenpoepzakje. En daar loop je dan. Over straat. Met een loopse hond aan je zij en een rood plastic zakje met een dikke hondendrol in je hand. En dan kun je je maar 1 ding afvragen; Is dit nou sexy?

11

INSIDE THE RAINBOW (FACEBOOK-VEILING)

Ik vind hem zelf prachtig, dit schilderij met een mannetjes- en vrouwtjesmerel, omgeven door een regenboog van kleuren! Het schilderij is 115 x 85 centimeter groot en geschilderd met acryl, graffiti spuitbussen en de vogeltjes (collage) komen uit een encyclopedie uit 1878.

Omdat ik ook graag nieuwe doeken en verf wil kopen, zodat ik mijn Tielse Tinten-project kan blijven continueren zal het geboden bedrag 50/50 worden verdeeld! Dus 50% gaat naar het Tielse Tinten-project en 50% gaat naar de KWF Kankerbestrijding.

De veiling sluit woensdag 24 oktober om 20:00.

Er is momenteel al 280 euro geboden!

Bieden kan via mijn Facebook-fanpage (en lid worden van die fanpage kan natuurlijk ook) (en daar is uiteraard ook een grotere versie van het schilderij te zien): www.facebook.com/tielsetinten.

4

EN JE HEBT HET MAAR TE SLIKKEN

Er zijn van die dingen waar je pas over na gaat denken als je ermee geconfronteerd wordt.

Mijn moeder betaalt momenteel een zeer flink bedrag per maand voor haar verblijf in de verzorgingsinstelling, oftewel AWBZ-instelling. Mijn ouders moeten dit bedrag betalen omdat het CAK dit heeft vastgesteld. Dit bedrag, 350 euro per maand, is vooral nogal fiks, omdat alle kosten van mijn ouders gewoon doorlopen. Huur. Energie. Ziektekosten. Telefoon. Kabel. Alles. Die 350 euro is dus nogal moeilijk op te brengen voor een gezin dat het normaal altijd prima had, maar nooit breed.

Het enige dat mijn moeder thuis niet meer doet is eten. En douchen, vooruit. Maar al eet m’n moeder niet thuis, alle kosten qua eten gaan voor ons gewoon door. Wat zeg ik; onze uitgaven qua eten zijn zelfs hoger dan als mijn moeder thuis zou wonen. Want wij maken éxtra kosten.

Om 15.00 wordt de kar met eten binnengereden op de afdeling van mijn moeder en die blijft staan tot een uur of 17:00. Dan wordt de warme maaltijd opgediend. En eenieder die wel eens 2 uur bloemkool heeft warm gehouden weet; niet lekker. Mijn moeder vindt het eten dan ook niet lekker. En het is ook niet lekker, ik heb het geproefd. Dus ik kook nog bijna dagelijks voor mijn ouders. Gelukkig kookt mijn lieve tante R. ook een dagje per week en ik zorg dat ik altijd genoeg dingen in de diepvries heb voor het geval dat ik een dagje niet in staat ben om te koken, zodat mijn vader dat kan opwarmen.

Als je ziet dat je moeder de allergoedkoopste aanmaaklimonade krijgt, de limonade die bol staat van de E-nummers, de limonade onderin het schap, die van 39 cent per fles, dan ren je al snel naar de supermarkt om een fles versgeperste jus d’orange te halen.
Soms is er geen broodbeleg op m’n moeders afdeling. Of nou ja, wel hagelslag, maar alle vleeswaren zijn op. Alleen de bloedworst is nog over. Lekker! Bloedworst! Not.
Voor de lunch is er altijd soep op de afdeling. Fijn! Maar mijn moeder lust sommige soepen niet, doordat haar smaak is veranderd door alle narcoses die ze heeft gehad. Ze heeft liever een Cup-a-Soup-je en die kreeg ze ook de eerste weken. Onlangs kreeg ze te horen dat dat budgettechnisch niet meer mocht. Het werd te duur. En van zo’n bericht kan ik wel janken. Stampvoeten. Gillen. Schreeuwen! Ze betaalt 350 euro per maand voor haar zorg met verblijf! Godverdegodver!! Ik weet niet wat de kosten voor zo’n zakje soep zijn qua inkoop, maar meer dan 20 cent kan het niet zijn. En wat doe je dan als liefhebbende man en liefhebbende dochter? Dan leg je je bij zo’n mededeling neer en koop je zelf alle smaken Cup-a-Soup.
Toetjes-technisch is het ook een klein drama daar in het verzorgingshuis. De allergoedkoopste vanillevla, met een chemische smaak en met wederom een aantal E-nummers. En omdat je weet dat een toetje zo lekker weg eet én voor extra calorieën zorgt, dan zorg je ervoor dat je moeder elke dag een toetje krijgt in de smaak die zij wél lekker vindt; stroopwafel, bitterkoekjes of citroenkwark.

De verzorgers van mamma kunnen hier helemaal niets aan doen en vinden zij het waarschijnlijk net zo kut en klote als wij. Die zouden ook het liefst hun patiënten elke dag verse maaltijden voorschotelen en elke dag een gebakje bij de koffie en ’s avonds een advocaatje of glaasje wijn met een bakje nootjes en chipjes en een toastje eiersalade of paté.

Wat wij zouden kunnen we roepen: “Mamma, je moet gewoon eten wat de pot schaft daar in dat verzorgingshuis, je betaalt ervoor.” Wat de diëtiste roept: “Mevrouw van den Heuvel, u moet goed eten! U moet aankomen! Aankomen. U moet niet ondervoed raken! En hier, mevrouw van den Heuvel, hier heeft u nog een fijne Nutricia eiwitrijke shake, daar kikkert u van op. Wel elke dag drinken hoor! En helemaal op! Oh, u vindt het niet lekker? U vindt ze chemisch smaken? Nou, dan doen we er een scheutje aanmaaklimonade doorheen. Oh, u lust die aanmaaklimonade ook niet, ja, dan weet ik het ook niet meer hoor.”

Godverdomme.

Helemaal niks mis met die shakes hoor, ik ben ervan overtuigd dat ze zeker een uitkomst zijn voor mensen met slikproblemen, mensen die echt ondervoed zijn, mensen die moeite hebben met eten na een operatie, mensen die wonden hebben of mensen die niet goed kunnen kauwen. Maar vers is altijd beter! Altijd! En ik weet niet hoeveel zo’n flesje Nutricia kost, qua inkoop, maar ik denk dat het wel in de buurt komt van de 2 euro per stuk. En dan mag mijn moeder tussen de middag geen kopje oplossoep krijgen omdat dat budgettair niet meer gaat? Fuck off.

Het zijn regels. Kutregels. Het zijn afspraken. Van de levensmiddelen-industrie. De ziekenhuis-directeuren gaan fijn met de mannetjes van Unilever of Nutricia op een werkvakantie, ergens waar het warm is natuurlijk. Iets tropisch. Sint Maarten bijvoorbeeld. En dan zegt het Unilever-mannetje: “Onze product developers zijn weer goed bezig geweest! Hebben een nieuwe smaak ontwikkeld voor die eiwitrijke shakes. Tropical! Geinig hè? En alles zit erin hoor, zoals je van ons gewend bent. En de verzorgenden geven de patiënten gewoon 3 keer per dag zo’n shake. Dan blijven ze mooi op gewicht en krijgen ze alles wat ze nodig hebben gewoon binnen. Dan hoef je geen tussendoortjes voor te zetten en als het ontbijt een keer wordt overgeslagen is dat ook geen probleem. Scheelt je 40 manuren per week per afdeling van 10 personen en natuurlijk de kosten van die tussendoortjes. Nou, en dat is een enorme besparing, zie, ik heb het even voor je op papier gezet. En als je hier nou even tekent, dan gaan we volgend jaar lekker met z’n allen 2 weken vergaderen in Thailand. Zal ik nog een flesje champagne bestellen?”

Mijn moeder is weer bijna terug op haar oude gewicht. Heeft weer kleur op haar gezicht en weer wat vet op haar botten. En dat komt niet door die flesjes Nutricia, wat de diëtiste misschien denkt. Want mijn moeder kiepert die flesjes Nutricia met alle liefde door de spoelbak. Dat komt doordat mijn moeder met mijn pot mee-eet. Dat komt omdat ik bijna elke dag een kaas-worst-plankje voor m’n moeder meegeef aan m’n vader, zodat ze die ze ’s avonds bij het tv-kijken kan opeten.

Je wordt doodgegooid met campagnes als; Kies gezond. Kies bewust. Kinderen worden te dik! Eet minder vet! KIES GODVERDOMME VOOR ONZE PRODUCTEN! Kies voor Unilever! Kies voor Nutricia! En ja, natuurlijk moet er op scholen gezonder worden gegeten, we komen onze gezonde muesli-repen wel een keertje promoten, maar we willen ook graag onze automaat met Snickers, Marsen en Nutsen in de kantine zetten! En ja, we willen graag dat je producten met een ‘Ik Kies Bewust’-logo eet, maar natuurlijk staat dat logo alleen op producten van onszelf, dat is toch logisch, want wij betalen die campagne! Wij zitten in de stichting ‘Ik Kies Bewust’! Wij ZIJN de stichting ‘Ik Kies Bewust’.

Maar dan ben je oud. Dan lig je in een verzorgingshuis. En dan héb je niets meer te kiezen. En als je geen liefhebbende partner of kinderen hebt, dan wordt die Nutricia je vanzelf door je strot geduwd.

29