MAAR HOE GAAT HET NOU MET LUNA?
Iemand wees me erop dat ik nog wel even in september 2013 een stukje op deze site moest gaan posten, want anders zou ik voor het eerst in 12,5 jaar een hele maand overslaan in m’n archief. En ja, dat kon natuurlijk niet de bedoeling zijn. En nee, dat is ook niet de bedoeling. Ik mis het schrijven hier. Heus wel. Echt wel. Het wordt tijd om deze site om te zetten van Pivot naar WordPress en daar zit ik al maanden tegenaan te hikken. Ik heb geen zin om te schrijven, omdat ik weet dat ik straks alles moet veranderen. Dat ik moet hopen dat al m’n teksten bewaard blijven en vooral goed kunnen worden overgezet. En al m’n reacties. En afbeeldingen. Ik raak al in paniek als ik eraan denk. Maar al m’n tijd en aandacht is de laatste weken in www.climaximaal.nl gaan zitten. Wegens een probleem met Google raakte ik daar een paar weken terug ineens 80% van m’n bezoekers kwijt en dus ook 80% van m’n inkomsten via die site (en ja, ik, wij, hebben dat geld nodig voor onze boodschappen, want ook hier is het crisis). Allemaal zwaar kut en zwaar klote, juist omdat het zo ontzettend goed leek te gaan. Met hulp van de allerliefste nerds is alles nu weer enigszins opgebouwd, maar voordat Google weer écht m’n vriend moet ik vooral heel veel geduld hebben. En dat is nou juist iets waar het bij mij aan ontbreekt. Wat ik van deze hele toestand heb geleerd; grote bedrijven nemen de wereld over. En het zijn allemaal bitches! En je bent er afhankelijk van. Ik ben er afhankelijk van. En ik ben naïef. Verdomme, wat ben ik naïef. En misschien zou het wel eens handig zijn om mensen wat minder snel te vertrouwen, niet uit te gaan van het goede van de mens, niet te geloven dat iedereen het beste met me voorheeft. Ik moet niet verwachten dat ik door eerlijkheid vanuit mijn kant ook meteen eerlijkheid van een ander terugkrijg. Ik moet er sowieso niet van uitgaan dat iemand altijd eerlijk tegen me is. Ik zou op m’n 37ste toch wel een keertje van die roze Hello Kitty-bubble af moeten stappen of niet? Maar waarschijnlijk blijf ik de rest van m’n leven naïef. Dus, hoe gaat het nou met Luna? Ach, best goed. Ik leef nog. En ik draag nog steeds bloemen in m’n haar.
LUNA EN GOUDEN BERGEN
“Hé, is dat niet die jongen die dochter S. toen had aangesproken op straat?”, vraagt J.
“Wat?”
“Die van dat modellenbureau?”
Even later kijk ik naar het programma ‘Mag ik met je mee op reis’ van BNN en zie daar Nicolette Kluiver op pad met de modelscout die een paar maanden geleden dochter S. heeft aangesproken.
“Ja, dat is ‘m. Echt. It is for reals!”
Dochter S. en ik waren shoppen in Amsterdam toen er ineens een keurige jongen van een jaar of 20 op ons kwam afgerend. Hij was er speciaal de bus voor uitgesprongen en deed half hijgend z’n verhaal. Of dochter S. wel eens aan een modellencarrière had gedacht? “Ze is pas 12 hoor”, riep ik en ik zag haar al helemaal als een Christiane F. in een aftandse club liggen met champagne in haar hand en een paar vieze Duitsers aan haar lijfje. “Is dat niet een beetje jong?”, vroeg ik angstig. Maar dochter S. denkt dagelijks aan een modellencarrière en zij stond te glimmen als een vuurvliegje toen de modelscout vertelde dat dat niet erg was en dat zijn bureau juist jonge meiden heel rustig opleidde tot model en dat ze nu echt nog niet aan het werk zou gaan. Dat ze gewoon een keer een paar foto’s wilden maken. Ik scande ‘m ondertussen van top tot teen en kwam tot de conclusie dat het een nette jongen was en dat-ie hartstikke gay was, dus dat we best wel een keertje langs zouden kunnen bij dat modellenbureautje van ‘m.
En nu was die modelscout gewoon op de televisie en blijkt hij ineens de jongste eigenaar van een modellenbureau te zijn én hij blijkt het ook nog eens allemaal héél erg goed te doen.
“Ik ben nou wel heel trots hoor”, zegt J.
“Ik ben er serieus emotioneel van”, zeg ik.
Dochter S. is inmiddels 13 en gaat volgende week voor het eerst naar de middelbare school. In de herfstvakantie lijkt het ons de hoogste tijd om het adres op het visitekaartje dat de modelscout ons gaf eens te bezoeken. Wie weet wat de toekomst brengt! En gelukkig is dochter S. is niet alleen hartstikke knap, maar ook nog eens zeer begaan met haar medemens; ze heeft mij namelijk, als ze een glansrijke modellencarrière tegemoet gaat, een gouden scootmobiel beloofd.
LUNA’S EERSTE AUTORIJLES
Mijn oma had geen rijbewijs. Mijn moeder heeft geen rijbewijs. Ik heb geen rijbewijs. “Ja, en straks heeft dochter S. eerder haar rijbewijs dan jij”, grapte de verkering regelmatig. “Kan me niks schelen”, zei ik dan.
“Mis je het dan nooit?”
“Mis je de vrijheid niet?”
“Wil je het niet gewoon proberen?”
“Heb je echt nog nooit een les gehad?”
Nee!
Nee!
Nee!
Nee!
“Ga maar zitten”, zei de rij-instructrice vorige week.
“Neeeee”, gilde ik, “nee hoor, je rijdt me maar naar een industrieterrein, dit gaat ‘m niet worden.”
“Ah, niks aan de hand, gewoon gaan zitten.”
“Neeeee, ik heb zelfs nog nooit in een botsautootje gereden in m’n leven en ik ben 37!”
“Ah, joh, ik heb ook nog nooit in een botsauto gezeten.”
Oh.
Tja, daar had ze een punt en ik ging braaf achter het stuur zitten.
“We gaan nu eerst even T. thuisbrengen, die heeft voor jou les gehad”, zei de instructrice en ze wees naar een meisje op de achterbank van een jaar of 18.”
“Nee joh”, zei ik.
“Jawel joh”, zei ze en ze vertelde me in 5 minuten hoe de auto werkte, maar zei dat ik alleen maar hoefde te sturen en gas te geven deze introductieles.
“Ik ben nu alles alweer vergeten, ik zit überhaupt voor het eerst achter een stuur, ik moet het allemaal even op me in laten werken, kunnen we niet alsnog naar dat industrieterrein?”, piepte ik. “Nee, nergens voor nodig, komt allemaal goed.”
“Echt?”
“Ja, echt, T. woont in het centrum, dus daar rijden we eerst naartoe.”
“Laat je me met m’n eerste les meteen naar het centrum van Tiel rijden?”
“Ja, autorijden is hartstikke leuk, duw het gaspedaal maar ietsje in.”
En daar ging ik. En ik heb een uur lang vol ongeloof tegen de rij-instructrice lopen brabbelen en gillen dat ik het gewoon niet kon geloven dat ik een auto bestuurde.
“Kijk me gaan dan! Kijk me gaan!”, lachte ik. “Ik kom elke dag op m’n fietsje van die Tielse kutmoekes in een auto tegen en dan vraag ik me af hoe het kan dat zij wél hun rijbewijs hebben, maar ik niet! En ik heb nog wel op de universiteit gezeten! Dat kan toch niet de bedoeling zijn van het leven?” “Kun je nagaan hoe goed je je straks voelt! Dan heb je én je rijbewijs én op de universiteit gezeten”, zei de instructrice, “hoe mooi is dat!”
De rij-instructrice heeft me volledig in het diepe gegooid en dat was eigenlijk precies wat ik nodig had. Ze gaf me het gevoel dat autorijden helemaal niet eng is en dat alles goed komt en dat het helemaal niet gek is dat je een rotonde na 20 keer passeren nog steeds niet lekker soepel pakt. Ze liet me in m’n hysterische eerste auto-trip en nu ik ben bijgekomen van de overwinning op mezelf geloof ik daadwerkelijk dat ik volgend jaar m’n autorijbewijs ga halen.
TIELSE TINTEN TRIP
Een soort van persbericht! Enne, Chantall van den Heuvel, dat ben ik dus, Luna!
Vriendinnen Chantall van den Heuvel en Anoeschka Fraikin vinden dat de wereld wel wat kleur kan gebruiken en zullen op een bijzondere wijze gratis schilderijen ophangen op willekeurige plekken in Nederland. Van 30 augustus tot 1 september trekken zij er op uit met een Fiat Panda die reeds in gebruik is als 25km-voertuig. Op de route die hen van het Noord Hollandse Purmerend naar het Gelderse Tiel brengt, zullen zij een spoor achterlaten van gratis kunst. Onderweg zal ook het voertuig transformeren naar een echte Tielse Tint om uiteindelijk op de eindbestemming aan te komen als kunstobject op zich.
Chantall is in 2012 gaan schilderen toen haar moeder ernstig ziek werd en uiteindelijk 6 maanden in Ziekenhuis Rivierenland te Tiel lag. “In een gang van het ziekenhuis waar ik dagelijks doorheen liep keken de patiënten, de bezoekers én het personeel al bijna 30 jaar tegen lege spijkers aan. Zo depressief. Dat moest anders”, aldus de Tielse. Chantall besloot met haar creaties, die ze ‘Tielse Tinten’ noemde, de muren van het ziekenhuis te verfraaien. Naast elk schilderij hing zij een kaartje waarop stond dat men het gratis mee mocht nemen. Als blijk van waardering vroeg zij een vrijblijvende (eenmalige) donatie aan de KWF Kankerbestrijding en een foto van het doek op zijn uiteindelijke bestemming. Ook veilde zij via de speciale Tielse Tinten Facebookpagina een schilderij dat gewonnen werd door Anoeschka. Tijdens de overhandiging ontstond een diepzinnig contact dat later vloeiend overliep in een vriendschap.
Anoeschka heeft sinds enkele jaren een Fiat Panda van het oude type die is omgebouwd tot 25km-voertuig. Deze raakte overbodig en tijdens een gezellig avondje samen kwam dit ter sprake. Chantall raakte enthousiast en wilde het wagentje graag overnemen. Ondanks dat het hun omgeving verstandiger leek om een aanhanger te huren en zo de Fiat Panda te vervoeren, wilden de vrouwen ‘m zelf van Purmerend naar Tiel rijden, al zou dat dagen duren. Het idee van de Tielse Tinten Trip was geboren, de deal werd gesloten en de datum geprikt.
Met ruim een maand aan voorbereiding gaan de twee als een speer, Chantall richt zich op de voorraad schilderijen, Anoeschka neemt het organisatorische deel voor haar rekening. “Met een 25km-voertuig ben je beperkt tot een klein deel van het wegennet. Er zal dus een alternatieve route gekozen worden, die zich hoofdzakelijk over binnenwegen begeeft”, vertelt Anoeschka. In de maanden mei en juni van dit jaar heeft zij samen met haar Fjordenpaard ruim 500 km gewandeld van Limburg naar Noord Holland, dus het uitzetten van zo’n trip is voor haar inmiddels gesneden koek. Het duo zal de nachten doorbrengen op een camping en bij arriveren zullen zij de transformatie van het voertuig inzetten met verf en kwasten: “We maken ‘m elke dag een beetje mooier.” De Fiat Panda, die door de eigenaar doorgaans een naam krijgt, werd door Anoeschka ‘Flitz’ gedoopt, omdat je met dit bijzondere wagentje niet geflitst kunt worden. Flitz zal onderweg gestaag in een kleurrijke Tielse Flip veranderen.
Sinds kort verkoopt en veilt Chantall schilderijen online en een deel van de opbrengst gaat naar No Guts No Glory, een stichting die geld inzamelt voor in Nederland onverzekerde kankerbehandelingen. Ook tijdens de Tielse Tinten Trip zal aandacht gevraagd worden voor deze bijzondere stichting.
Benieuwd hoe het de dames vergaat? Volg ze op de speciale Tielse Tinten Trip-Facebook-pagina of neem een kijkje op www.tielsetinten.nl.
LUNA EN EEN NIEUWE WASMACHINE
Ik kreeg het deurtje van de wasmachine niet meer open. Niet door erop te slaan. Ook niet door de handleiding te lezen. Niet door allerlei schroefjes los te schroeven, filters te ontfilteren en ook niet door te bidden. Toen de verkering er een keertje keihard tegenaan sloeg ging het deurtje overigens wel open, maar dat was een toevalstreffer, want nadat er weer een wasje was gedraaid had bleef het wasmachinedeurtje permanent dicht.
“Dan gaan we een nieuwe kopen”, zei de verkering.
“Ik wil eerst een monteur, weet je hoe duur een wasmachine is?”, zei ik.
“Weet je hoe duur het is om een monteur te laten komen?”
“Altijd nog goedkoper dan een nieuwe wasmachine.”
Dus de verkering regelde via zijn mannennetwerk een mannetje dat al 20 jaar wasmachines repareerde. Het mannetje kon onze wasmachine echter niet maken. “Domme pech”, zei hij. Het lag er niet aan dat ik altijd teveel wasmiddel en wasverzachter in het apparaat deed. Of dat ik het filter nog nooit had schoongemaakt. Of nog nooit had ontkalkt. Er was een mechaniekje doorgebrand in het openingssysteem en dat was op de een of andere manier doorgeslagen naar de printplaat en het kwam erop neer dat een nieuwe wasmachine een betere optie was dan repareren. De wasmachine was pas 4 jaar oud en ik moest nog net niet huilen.
De verkering en ik waren net een paar maanden bezig met een potje voor onvoorziene uitgaven. Al was de bestemming van dat potje eigenlijk wel heel voorzien, want wij hadden daar graag weer van naar Ibiza gegaan en als het zou kunnen dan ook graag zo snel mogelijk. De onvoorziene gebeurtenis dat de wasmachine er mee zou ophouden, daar had ik dus eigenlijk geen rekening mee gehouden en ja, ik weet dat je zoiets niet kan voorzien, daarvoor heet zo’n potje ook ‘voor onvoorziene uitgaven’ maar ik zag mezelf dus wél over een paar maanden weer in m’n kersjes-bikini op een Ibiziaans strandje liggen. Dat voorzag ik prima!
Dat ik nog eens op een vrijdagmiddag om 16:00 bij een witgoedspecialist in een klein dorpje nabij Tiel een wasmachine zou staan uit te zoeken, dat had helemaal nog nooit voorzien.
“Ik word hier niet blij van”, zei ik tegen de verkering.
“Ik word niet blij als ik jou zo zie”, zei hij.
“Nee, zo werkt het niet, we kunnen niet allebei niet blij zijn.”
“Hè?”
“Ik word gewoon hartstikke chagrijnig van en ik voel me al dagen depressief, als ik me morgen nog zo voel dan ga ik naar de dokter en dan wil ik aan de Prozac, het moet er toch een keer van komen, want dit kan niet de bedoeling zijn van het leven.”
“Nee, en aan het einde gaan we allemaal dood.”
“Precies, dat bedoel ik.”
“Schatje, ik maakte een grapje.”
“Ik kan momenteel nergens meer om lachen.”
“Nou, je mag wel wat vrolijker kijken voor een vrouw die net een nieuwe wasmachine heeft gekregen hoor.”
“Hou op, daar kan ik al helemaal niet om lachen.”
“Schatje”, zei de verkering, “wees blij dat we überhaupt een nieuwe wasmachine kúnnen kopen. Weet je hoeveel mensen er in Nederland zijn die geen potje hebben voor onvoorziene uitgaven.”
Daar had hij een punt, maar ik bleef liever nog een paar uur chagrijnig.
De nieuwe wasmachine is superzuinig en heeft een lichtje van binnen als je het deurtje open doet. Dat laatste is toch wel de allergaafste feature en haalde me over om tot aanschaf over te gaan. We hebben er voor de zekerheid maar meteen 8 jaar extra garantie bij gekocht.
GOED VOORBEELD DOET VOLGEN
Vandaag sprak ik Henk.
Ik liep terug van mijn vrijwilligerswerk op de Schakelafdeling en liep door de gang waar vorig jaar mijn schilderijen hingen voor het Tielse Tinten-project. Al mijn schilderijen zijn vorig jaar meegenomen en tot een paar weken terug waren de muren in die gang weer leeg. Nu hangen er schilderijen van Henk.
“Hé, ben jij Henk?”, vraag ik aan een man die nieuwe prijskaartjes naast de schilderijen die gesigneerd zijn met ‘Henk’ hangt.
Ja, dat was-ie.
“Hoi, ik ben Luna. Ik heb hier vorig jaar mijn schilderijen opgehangen.”
“Oh, eh”, zegt Henk.
“Leuk dat er nu eindelijk dingen hangen, het was hier 20 jaar leeg, maar het was dus mijn idee om wat met deze muren te doen.”
“Ja, eh, je mag hier niet zomaar iets ophangen”, zei Henk.
“Dat weet ik”, zei ik, “maar er hing hier al 20 jaar niets.”
“Ik ben gevraagd door het Facilitair Bureau.”
“Oh.”
“Ik heb wel van iemand gehoord die iets deed met een goed doel.”
“Ja, dat was ik, alle schilderijen die ik heb opgehangen mochten worden meegenomen en als iemand het schilderij wat waard vond, dan konden ze doneren aan de Kankerstichting. Ik heb in de Tielse Courant gestaan en in de Zakengids en in De Gelderlander.”
“Oh, eh, ik wil ook iets doen met een goed doel, maar ik weet niet hoe ik dat moet aanpakken. Ik wil elke 3 maanden een ander schilderij beschikbaar stellen. “
“Oh, wat een leuk idee.”
“Dus, eh, daarvoor moet ik bij jou zijn?”
“Nou, eh, nee, mensen mochten al mijn schilderijen gewoon meenemen, dus ik had er verder geen omkijken naar.”
“Ja, nee, dat ga ik niet doen.”
“Maar wat jammer dat het Facilitair Bureau mij niet even heeft gemaild om me te bedanken voor het goede idee. Want nadat mijn schilderijen hier hingen zijn er ophangrails gekomen en nieuwe plinten en nou ja, jouw schilderijen hangen er nu ook.”
“Je mag hier alleen in het ziekenhuis hangen als je een inschrijving bij de Kamer van Koophandel hebt”, zegt Henk.
“Heb ik”, zeg ik.
“Oh”, zegt Henk, “eh.”
Henk zegt wel vaker ‘eh’.
“Maar hartstikke leuk dat je hier hangt hoor, dan hoeven de mensen die aan het revalideren zijn of hier doorheen lopen niet meer tegen die depressieve muren aan te kijken”, zeg ik.
En toch steekt het me dat het Facilitair Bureau mij niet even een mailtje heeft gestuurd. En dat ziekenhuis Rivierenland nooit een reactie gegeven op mijn Tielse Tinten-project. Blijkbaar was het wel een goed idee van me om schilderijen in die gang te hangen. Blijkbaar zijn er wel vergaderingen over geweest. En blijkbaar was het ook een goed idee van me om een schilderij te verloten of doneren en om daar en goed doel aan te koppelen. Maar blijkbaar was een mailtje naar mij teveel moeite. Toegegeven: ik heb hen ook niet gemaild om te vragen of ik m’n schilderijen er op mocht hangen.
“Hoe gaat het eigenlijk met je moeder?”, vraagt Henk als ik wegloop.
Oh, Henk kent me dus wél.
“Hartstikke goed, die is weer thuis”, zeg ik.
En dat is het belangrijkste.
LUNA NAAR C4C VINTAGE
Ik ben een sucker voor vintage jurkjes. Ik draag ook niet anders. Toen ik nog in Amsterdam woonde ging ik bijna elke maandagochtend naar de Noordermarkt om daar ook bijna iedere week met een vintage jurkje thuis te komen en misschien is die Noordermarkt wel het enige dat ik écht mis sinds ik in Tiel woon. Want in Tiel is het qua kledingaanbod nogal behelpen. En dat is een bloody fucking understatement. Nu moet ik niet zeiken, want ik heb genoeg vintage jurkjes in mijn kast om de komende 10 jaar mee vooruit te komen, wat zeg ik, die vintage jurkjes zijn zo degelijk en tijdloos dat ik ze nog kan dragen als ik 80 ben, maar toch, maar toch! Ik heb in de afgelopen jaren 200 jurkjes verzameld die me niet meer dan een tientje per stuk hebben gekost, maar ik wil ook af en toe wat nieuws! En iedereen die zegt dat materiële zaken niet gelukkig maken en dat het in het leven gaat om liefde, pure liefde, heeft het mis! Het scoren van een vintage jurkje voor 5 euro maakt mij intens gelukkig en ik voel een diepe, hele pure liefde voor ieder vintage jurkje in m’n kast. Dus. Toen ik hoorde van een vintage KILO-sale sloeg ik lichtelijk op tilt. Vintage kleding voor 15 euro per kilo? Dat zijn dus ongeveer 4 tot 6 jurkjes per kilo voor 15 euro? Dat, dat, dat, dat, dat, dat is puur geluk in het oude Trouw-gebouw aan de Wibautstraat. ‘Ik MOET, MOET, MOET hier naartoe’, sms-te ik naar vriendin R., ‘ik ga VIP-tickets scoren en je MOET mee.’ En vriendin R. ging mee. Net als dochter S. en haar nichtje. Al vonden dochter S. en haar nichtje er geen reet aan; allemaal grote bakken met muffe jurken, rokken, jumpsuits, broeken, sjaals, truien, hoeden en petten uit jaren dat ze zelf nog niet eens geboren waren en dan allemaal vrouwen die hysterisch in die bakken staan te graaien. OMG! Hoe ontzettend niet gaaf voor meisjes van 13! En hoewel ik normaal gesproken een zeer verantwoordelijke moeder ben, werd ik daar tussen al die bakken verblind door al dat moois en vooral al dat goedkoops. Het kon me niets schelen dat de meisjes er niets aan vonden, want ik moest scoren! Het ging even lekker helemaal om me, myself and I! “Als jullie er toch niets aanvinden, ga dan maar even een colaatje drinken hierboven”, zei ik, “we komen jullie straks wel halen en geen snoepjes aannemen van vreemde mannen.” Zo’n 1,5 uur later pikten vriendin R. en ik de meisjes weer op. Ik heb 8 kilo aan vintage jurkjes gekocht en ik ben rondom gelukkig. En omdat de meisjes zo lief hadden gewacht mochten ze daarna wat leuks met glitters en studs uitzoeken bij de Coolcat.
www.c4cvintage.nl
SCHERVEN BRENGEN GELUK
Deze column schreef ik een tijdje terug voor een vriendin van vroeger die op dat moment nog een Spiritueel Centrum had. Zij koos er echter voor om een ander spiritueel pad én levenspad te gaan bewandelen en haar Spirituele Centrum te verlaten. De column werd dus nooit gepubliceerd. Daarom plaats ik ‘m hier.
Hé, hé, moet je horen, dit geloof je niet, maar ik mag een column gaan schrijven voor een spiritueel centrum “, heb ik de afgelopen maanden tegen iedereen die het maar wilde horen verteld. Want ik, spiritueel? Ja, daar moest ik toch wel even hard om lachen. Mijn omgeving vond het trouwens ook wel grappig.
Want ben ik spiritueel in de Van Dale-betekenis van het woord? Nee. Zien anderen mij als spiritueel? Ook niet. Zie ik mezelf als spiritueel? Nee. Maar ik heb wel minstens 100 spirituele boeken in huis (‘Leer Nee Zeggen’, ‘De Kracht van het Nu’, ‘Vier vragen die je leven veranderen’, ‘Zen Mind Beginner’s Mind’ en natuurlijk alle boeken van Paulo Coelho). Allemaal aangeschaft in tijden van heel grote ellende (zo ongeveer eens per 2 maanden). Ik heb een abonnement op de Flow (een ’tijdschrift voor vrouwen die graag wat meer tijd voor zichzelf willen, die op zoek zijn naar authenticiteit en rust’) en ik heb 2 jaar psychologie gestudeerd (dé studie voor vrouwen die vooral zichzelf beter willen begrijpen). Dus ik heb honderden (zelfhulp)boeken gelezen en misschien wel 1000 tijdschriftartikelen, dus aan theoretische kennis ontbreekt het niet. Helaas is niets van die teksten blijven hangen. Ik heb geen spiritueel kompas waarop ik vaar. Ik doe maar wat.
Maar als ik mezelf niet eens als spiritueel zie, hoe stel ik mezelf dan voor aan spirituele types? Want ik neem aan dat lezers van deze column, toch allemaal in min of meerdere mate geïnteresseerd zijn in spiritualiteit. Wat heb ik op spiritueel vlak te bieden wat ze zelf niet eerder lazen in boeken als ‘Leer Nee Zeggen’, lazen in een tijdschrift als de Happines, of hoorden in gesprekken met hun spirituele vriendinnen, hun goeroe, hun yoga-meester of Zen-boeddhistisch leraar? Niks.
Ik voel me regelmatig als zo’n Chinees circusmeisje met van die porseleinen borden op stokjes. En maar draaien en draaien en draaien en hop, daar kan nog een stokje op en nog een bord en nog een stokje met nog een bord en hé, kijk, met je voeten kun je ook nog wat borden omhoog houden! Soms (dagelijks) maak ik me zorgen wat er gebeurd als er zo’n bord valt (een opdrachtgever die me door de economische crisis niet meer kan betalen, een kapotte wasmachine, of nog erger; relatieproblemen, ziekte, dood).
Het afgelopen jaar leek het alsof alle borden 1 voor 1 van hun stokjes vielen. En dat leek niet alleen, dat was ook zo. Opdrachtgevers bleven uit, konden me niet of minder betalen, mijn moeder werd zeer ernstig ziek en balanceerde 6 maanden tussen leven en dood, mijn vader raakte ondertussen zijn baan bijna kwijt, ik moest als enig kind ineens gaan mantelzorgen voor mijn ouders, mijn vriend en ik kregen rekeningen die we amper konden betalen en we kozen er mede daarom voor om te gaan verhuizen naar een andere woning. Alle bordjes waren gevallen en ik zat tussen de scherven.
Mijn tip voor spirituele types; bij de Kringloop verkopen ze hele leuke tweedehands borden. Met bloemetjes.
TE VROEG GEJUICHT
“Als ik er niet meer ben”, zegt m’n moeder, “dan mag je alles gewoon weggooien hoor”, en ze wijst naar alle knutselspullen die in ladekasten om haar heen staan.
“Hallo!”, zeg ik, “je was toch nog niet van plan om het bijltje erbij neer te gooien hè?”
“Nee, maar ik zeg het maar even, je hoeft niks te bewaren, mij interesseert het niet.”
“Laten we nou eerst donderdag maar afwachten, misschien valt het mee en hebben ze dat kleine stukje kanker dat er sowieso nog zat op de foto’s gezien?”
Maar ja, toch weer die angst.
Dinsdagochtend kreeg mamma een telefoontje van de huisarts. De uitslag van het bevolkingsonderzoek borstkanker was niet goed. Meteen donderdag terugkomen voor een nieuwe röntgenfoto’s en een bioptie. Verbazing en verslagenheid in huize Van den Heuvel alom. Want m’n moeder is het afgelopen jaar door zoveel scans gegaan, MRI-scans, CT-scans, weet ik veel hoeveel onderzoeken, operaties, weet ik veel hoeveel bloedonderzoeken. En dan zou ze nu ineens ook borstkanker hebben? We vonden het überhaupt al raar dat ze naar dat bevolkingsonderzoek toe moest, maar de huisarts had toch geadviseerd om te gaan, want de ene kankersoort hoeft niets met de andere te maken te hebben.
Dus ja, toch weer die angst.
M’n moeder is sinds ze thuis is zoveel stappen vooruit gegaan. Alle onderzoeken waren steeds goed. Ze hoefde niet aan de chemo. Ze hoefde niet bestraald te worden. Ze kwam aan, is na maanden eindelijk weer op haar oude gewicht. Toen ze in december thuis kwam ging ze overal naar toe met een rolstoel, daarna met een rollator en nu wandelt ze elke dag weer 3 kwartier zonder hulpmiddelen. Haar huishouden is een stuk beter op orde dan dat van mij en ze zeemt zelfs de ramen. Ook de buitenramen van de bovenverdieping, een klusje wat ik in m’n leven nog niet gedaan heb! En ze voelt zich niet alleen goed, ze ziet er ook supergezond uit.
“Ah joh, ma,”, zegt de verkering,”anders wordt jij toch gewoon de Angelina Jolie van Nederland? Je lijkt er ook wel een beetje op.”
Humor.
Gecombineerd met een beetje angst.