web analytics

Categorie: Geen categorie

VERKOOP VIBRATORS STIJGT?!

Dat was nog eens positief wakker worden vanmorgen. In plaats van het zoveelste onheilspellende nieuws dat me de laatste dagen bereikt over het Corona-virus dat steeds dichterbij kwam en steeds meer om zich heen begint te slaan hoorde ik M. van z’n iPhone het volgende berichtje oplezen: “Verkoop seksspeeltjes schiet omhoog en ook condoom populair. De maatregelen van talloze landen wereldwijd om het coronavirus in te dammen bieden ook nieuwe kansen. Dat blijkt uit bijvoorbeeld de verkoopcijfers van seksspeeltjes.”

“Waar staat dat?”, vroeg ik.
“Op de Telegraaf.”
“Oh.”

De Telegraaf is nou niet echt een nieuwsmedium waar ik veel waarde aan hecht, maar toen ik het item las dacht ik wel; zou best kunnen kloppen. Als je de hele dag binnen moet blijven, in je eentje of met je partner, ja, dan kun je het beter maar zo leuk en gezellig mogelijk maken. Je houdt flink wat geld over als je minstens 2 weken niet meer kunt uitgaan, dus waarom niet een paar goede sextoys aanschaffen die je niet alleen aan je huis, maar ook aan je bed gekluisterd houden?

De afgelopen dagen wordt ook mijn hoofd gevuld met allerlei doemscenario’s. Wat als de economie echt helemaal naar de klote gaat? Dan vallen kleine zelfstandigen zoals ik misschien wel als eerste om. Wat als M. geen opdrachten meer gaat krijgen de komende maanden? Dan kunnen we als 2 ZZP-ers misschien helemaal niet meer rondkomen? En de vaste banen liggen dan ook niet meer voor het oprapen! Waarom heb ik vroeger niet wat meer m’n hart gevolgd? Dan had ik nu een diploma in de zorg en was er genoeg werk geweest. Wat als? Wat als? Wat als!! Als de online verkoop van sextoys volgens het artikel in Italië, Hongkong, VS, Canada en Japan is gestegen, dan zou het zomaar kunnen dat die verkoop ook in Nederland gaat stijgen! Ik zag een klein lichtpuntje.

In het artikel van de Telegraaf (‘Verkoop seksspeeltje schiet omhoog’ en ook condoom populair) (dat een vertaling is van een CNN-nieuwsitem: With Italians in lockdown, sex toy company sees sales surge and Pornhub spots an opportunity) wordt vermeld dat de verkopen van Womanizer (topmerk) nu al 50% voor liggen op de prognoses. Op zich wel weer grappig aangezien het een paar weken terug (in diezelfde Telegraaf) nog maar de vraag was of er wel genoeg seksspeeltjes op voorraad zouden zijn; Ook seksspeeltjes raken op door het coronavirus.

Hoe dan ook! Binnenblijven en masturberen lijkt mij een prima idee voor de komende weken! Voor jou! Voor mij! Voor iedereen!!!!!!

Mocht je een seksspeeltje willen aanschaffen, kies er dan bijvoorbeeld eens eentje uit mijn TOP 10 SEXTOYS ALLERTIJDEN! Gegarandeerd goede én veilige seksspeeltjes!

Want seksspeeltjes van onveilig materiaal, zoals PVC, TPE of TPR, daar zit je in deze verwarrende tijden ook niet op te wachten! Ik heb hier een handig artikel over geschreven (en je hebt nu alle tijd om van alles te lezen de komende weken, want je offline sociale contacten beperk je natuurlijk tot het minimum): WAAR MOET JE OP LETTEN ALS JE SEXTOYS VEILIG WIL GEBRUIKEN?

Houd je aan de regels van het RIVM, stay safe, stay lubricated, stay satisfied!

 

maanzinshop

4

LUNA VERGEET 4 FEBRUARI NOOIT MEER

“En ik wil dan een mooie urn.” M’n vader zei dit al toen m’n moeder nog leefde en m’n moeders reactie was altijd; “Dat moet jij weten.” Mijn reactie was altijd: “Neeeeeeeeee, dat is echt freaky, dat is raar en dan staat ze daar en als jij er dan ooit ook niet meer bent dan zit ik met die urn opgescheept en die kan ik dan natuurlijk nooit weggooien of uitstrooien en dan zit ik de rest van m’n leven met zo’n urn waar ik tegenaan moet kijken!”

Maar toen het moment eenmaal daar was en m’n vader online naar wat urnen keek , wilde ik ineens ook een urn. Ik bedoel; hij een urn, ik een urn. Het voelde gewoon helemaal de bedoeling! Ik heb ook de as van al m’n katten in blikjes en de as van m’n moeder zou daar prima en gezellig bij kunnen staan.

We maakten een afspraak om bij de urnenwinkel van DELA te gaan kijken en m’n vader koos voor een stenen urn in 2 kleuren grijs en met een zilveren hartje in het midden. Ik kon in de urnenwinkel niks vinden, ik vond ze te vaasachtig, te pathetisch, te vlinderig, te kitsch, te stenig, te blauwig, te zwartig, te bruinig, te traditioneel, te saai, te decoratief, te keramisch, te druppelig, kortom, teveel op een urn lijken. Maar uiteindelijk werd ik online verliefd op een beeldschoon wit messing vogeltje met gesloten oogjes.

Het is voor een crematorium wettelijk verplicht om de as van een overleden persoon 1 maand en 1 dag te bewaren. Het mag ook langer, tot een half jaar, maar mijn vader wilde m’n moeder zo snel mogelijk weer in huis hebben. Mijn moeder’s crematie was op 3 januari, dus 4 februari mochten we haar halen.

Dingen waar m’n moeder een hekel aan had; mensen die op Facebook alles maar klakkeloos kopiëren en dan vooral berichtjes als ‘dit kaarsje brandt voor iedereen die iemand is verloren aan die vreselijke ziekte’, ‘kopieer dit bericht als je ook iemand kent die strijdt tegen kanker’ en ‘ik ben tegen kanker, wedden dat niet iedereen dit op z’n eigen timeline durft te zetten’. Maar het bericht dat haar het meeste irriteerde en dat op zo ongeveer alle dagen van het jaar wel eens voorbij kwam; ‘Vandaag is het Wereldkankerdag, ik brand dit kaarsje voor iedereen die tegen kanker strijdt en voor iedereen die het gevecht tegen deze ziekte heeft verloren.’ ‘Het is vandaag geen Wereldkankerdag’, reageerde m’n moeder dan.’ En er soms achteraan; ‘En kanker is geen strijd.’

Toen ik vanmorgen Facebook opende zag ik een foto van een 3 brandende kaarsen voorbij komen met de tekst: ‘VANDAAG IS HET WERELDKANKERDAG, EEN KAARSJE VOOR IEDEREEN DIE DE STRIJD TEGEN DEZE ZIEKTE HEEFT VERLOREN, EEN KAARSJE VOOR HEN DIE NU LEVEN TUSSEN HOOP EN VREES, EEN KAARSJE VOOR FAMILIE’S EN VRIENDEN DIE HET OOK ZO MOEILIJK HEBBEN, EEN KAARSJE IN DE HOOP DAT HET TOT STEUN MAG ZIJN’. Oh, lekker dan die kapitalen en lekker dan die kaarsen en lekker dan weer zo’n berichtje over strijden en verliezen, het is geen wedstrijd, Godverdomme, en het is vandaag ook geen Wereldkankerdag, hou toch op, dacht ik. Tot ik nog zo’n berichtje voorbij zag komen, en nog eentje. Ik Google’de en kwam erachter dat 4 februari, vandaag dus, écht Wereldkankerdag is. Zelfs ik, die bijna 8 jaar een moeder had met kanker, heb het nooit onthouden.

Maar vanaf vandaag zal ik het nooit meer vergeten, want vandaag is ook de dag dat we de as van m’n moeder hebben opgehaald. Ze is weer een soort van thuis.

Ze had het zelf niet beter kunnen plannen.

8

LUNA EN HÉT VERHAALTJE VOOR HET SLAPENGAAN

Toen Michael en ik elkaar net leerden kennen sliep ik slecht. Michael opperde om een luisterboek aan te zetten, want met een beetje gewauwel op de achtergrond is het een stuk makkelijker in slaap vallen, dacht hij. Het was het proberen waard.

We hadden een korte zoektocht naar het ideale luisterboek. Want, welke stem is fijn om naar te luisteren en welk verhaal is boeiend genoeg? We kwamen er al snel achter dat we een vrouwenstem allebei niks vonden. Ook vonden we een Nederlands gesproken boek niet prettig om naar te luisteren en een roman of thriller vonden we ook niks. Het werd uiteindelijk ‘A Short History Of Nearly Everything‘ van Bill Bryson, ingesproken door Richard Matthews.

Nu, zo’n 3 jaar verder is naast ‘welterusten’ en ‘ik hou van jou’ mijn meest uitgesproken zinnetje in bed; ‘Wil je het verhaaltje aanzetten?’ En ook Michael zegt regelmatig, als hij merkt dat ik naast hem lig te draaien en woelen; ‘Zal ik het verhaaltje voor je aanzetten?’

Het luisterboek van ‘A Short History Of Nearly Everything’ duurt 18 uur en 13 minuten. We begonnen 3 jaar geleden keurig bij hoofdstuk 1, Michael zette de timer steeds op 30 of 45 minuten en als we ’s nachts wakker werden zette hij ‘m soms nog een keer aan en luisterden we verder waar we gebleven waren. Toen we het boek uit hadden zijn we gewoon weer opnieuw begonnen. En weer. En weer. En weer. We hebben dit boek de afgelopen jaren waarschijnlijk zo’n 60 keer van begin tot einde gehoord.

Het is een geweldig boek vol met heerlijke feitjes over, nou ja, zo ongeveer alles wat met de aarde te maken heeft en het verveelt zelfs na 3 jaar nog niet, omdat je sommige stukken gewoonweg niet onthoudt of misschien niet hoort in je slaap. Al kan ik sommige stukken inmiddels wel dromen. Zo heb ik voor m’n gevoel al 100 keer het stukje gehoord over Yellowstone Park en dat het daar eigenlijk een soort tijdbom is. Dat Bob Evans supernova’s kan spotten met het blote oog heb ik ook al heel vaak horen vertellen. En ook het stukje over de papieren van Madame Curie en dat die nog steeds zo radioactief zijn niemand ze mag aanraken zonder een beschermd pak te dragen, komt regelmatig voorbij.

Maar sommige stukken lijk ik ineens voor de eerste keer te horen, ook al heb ik alles dus al minstens 60 keer, bewust of onbewust gehoord. Dan word ik de volgende ochtend wakker en dan is er ineens iets blijven hangen over Darwin, dinosaurussen, een meteoorinslag, de homo erectus, microben of DNA. Of dan vertelt Michael iets en dan herinner ik me ineens ‘dat dat vannacht bij het verhaaltje was’.

In de laatste weken voor m’n moeders dood sliep ik slecht. Ik sliep wel in, want stress, ellende, gedoe en slapeloze nachten zorgen ervoor dat je aan het einde van de dag kapot bent. Ik werd echter na een paar uurtjes weer wakker om daarna te liggen malen.

“Wil je het verhaaltje aanzetten?”

In 1 van die nachten hoorde ik onderstaand stukje voor de eerste keer.

‘Every atom you possess has almost certainly passed through several stars and been part of millions of organisms on its way to becoming you. We are each so atomically numerous and so vigorously recycled at death that a significant number of our atoms – up to a billion for each of us, it has been suggested – probably once belonged to Shakespeare. A billion more each came from Buddha and Genghis Khan and Beethoven, and any other historical figure you care to name. (…) When we die, our atoms will disassemble and move off to find new uses elsewhere – as part of a leaf or other human being or drop of dew. Atoms themselves, however, go on practically forever.’

Ik vind deze wetenschap een enorme geruststelling en een enorme troost om bij in slaap te vallen.

12

LUNA EN ‘DE OUDE WEBLOGKLIEK’

Gisteren stonden m’n vader, Michael en ik op het punt om de deur uit te gaan om even een hapje te gaan eten toen er werd aangebeld. Die ochtend hadden we mamma, zoals zij dat wilde, met z’n drietjes weggebracht. M’n moeder hield van sober en van haar had zelfs de hele condoleance de dag ervoor niet gehoeven, maar wat waren wij blij dat er zoveel meer mensen kwamen dan we hadden verwacht. Ik ben sowieso volledig overdonderd en verrast door alle lieve berichtjes, kaartjes, sms-jes, app-jes, reacties en DM’s die ik en mijn vader de afgelopen weken heb ontvangen. Je voelt je even enorm gedragen.

Terug naar gistermiddag. Voor de deur stond een mannetje met een bos bloemen. Precies eenzelfde soort bos die ik bijna 3 jaar lang elke zaterdag samen met Michael bij m’n moeder bracht. Elke zaterdag kochten wij bloemen bij Jungerius en Michael maakte elke zaterdag een foto van mij met de bloemen om op zijn Instagram-pagina te zetten. Op sommige foto’s zie je mij van de achterkant met de bloemen, op sommige foto’s moest ik even keurig poseren en op sommige foto’s zie je 1 van mijn ouders, of allebei, in de deuropening staan terwijl ik de bloemen overhandig. Dierbare foto’s dwars door de seizoenen heen.

Toen ik deze week de laptop van m’n moeder opende zag ik dat ze alle ‘#bloemenmeisje-foto’s’ had gedownload en in een mapje had gezet. Wist ik niet.

Bij de bloemen die ik gisteren kreeg zat een brief. Een brief van bijna 50 bloggers uit ‘de oude weblogkliek’. Mensen die, net als ik, bij de eerste bloggers van Nederland horen.

‘We waren bij jullie de afgelopen tijd. De ene blogger wellicht wat dichterbij dan de andere. We lazen de berichten, de teksten, we leefden mee. We wilden wat achterlaten in de comments, hoewel niet voor iedereen even makkelijk. Woorden voldoen niet altijd, vind maar eens de juiste toon, iets puurs, iets herkenbaars, iets waar je zeker van bent dat de ander daar iets aan heeft. Waar onze woorden tekortschoten hebben we besloten om jullie de komende tijd te laten weten dat we in gedachten bij jullie en jullie verlies zijn. In de vorm van bloemen, die zo veel beter kunnen spreken in moeilijke tijden waar een mens vaak sprakeloos staat.’

Van deze ‘oude weblogkliek’ krijg ik een jaar lang elke 2 weken een bos bloemen thuisbezorgd door Jungerius. Op zaterdag. Van zo’n bijzonder cadeau ben ik sprakeloos.

Ik vind termen als ‘het raakt me tot in het diepste van m’n ziel’ ontzettend overdreven, maar dit raakt me. Het raakt me ontzettend. Het raakt me in m’n herinneringen, aan waar ik vandaan kom en aan dat wat ik belangrijk vind.

Het raakt me op de plek die liefde heet.

23

DAGEN ZONDER DATUM

“Het lijkt wel winter”, zegt m’n moeder ineens als ze naar buiten kijkt.
“Het is ook winter”, zeg ik.

Ze ligt in het ziekenhuisbed in de woonkamer, naast het raam. Ze kan naar buiten kijken of naar de televisie, maar meestal heeft ze haar ogen dicht.

“Het is geen winter”, zegt ze.
Ik kijk op m’n telefoon om de datum te checken. Ik weet al een tijdje niet meer wat voor dag het is. Maandag, zondag, dinsdag, november, december, Eerste Kerstdag. Alles loopt door elkaar. Het zijn dagen zonder datum.
“Je hebt gelijk”, zeg ik, “het is 20 december, de winter begint morgen.”
Ze kijkt me aan met een ik-ben-nog-lang-niet-gek-blik.

Praten kost haar steeds meer moeite. Ze is stil.

Het heeft tijd, veel teveel tijd, gekost om de juiste hoeveelheid pijnmedicatie geregeld te krijgen. Van die pillen naar andere pillen en van weer andere pillen naar pleisters. Het heeft tijd, veel teveel tijd, gekost om de huisartsen de urgentie van de situatie te doen inzien. En het heeft ook tijd, teveel tijd, gekost om de thuiszorg op de rit te krijgen. Het regelen van euthanasie kost trouwens ook tijd. Daarnaast; mijn moeder is nog nooit terminaal geweest, mijn vader heeft nog nooit met een terminale vrouw te maken gehad en ik niet met een terminale moeder. Wij weten ook niet wat we moeten doen of wat de bedoeling is. We doen maar wat. We doen wat wij denken dat het beste is voor m’n moeder. Dat het eind december is, werkt ook niet echt mee.

Ik belde huilend met een huisarts: “Ik voel me gewoon ontzettend in de steek gelaten door de gezondheidszorg.”

Hoeveel mooie zinnen ik er ook over zou willen schrijven; dit laatste stukje leven, dit stukje zo ontzettend dicht bij de dood, dit stukje is lelijk. Er is geen ander woord voor. Het is lelijk en het voelt oneerlijk en vooral als niet de bedoeling.

“Het komt zoals het komt”, fluisterde m’n moeder gisteren.

Het zijn dagen zonder datum. Het zijn dagen dat m’n moeder er nog is. Tot er weer een dag met datum komt. De dag waarop m’n moeder sterft.

28

HET GAAT ALLEMAAL HEEL HARD NU

Het zijn van die verhalen die je hoort op straat. Of in de supermarkt. Of leest in een tijdschrift. ‘Toen hij eenmaal in het ziekenhuis lag, toen ging het hard.’ ‘Ze ging voor iets kleins naar de dokter en daarna is het eigenlijk heel hard gegaan.’

Het zijn vooral alle laatste keren die hard voorbij gaan.

Laatste keer met z’n drieën naar de LIDL.
Laatste keer wandelen.
Laatste keer bij mij eten.
Laatste keer naar buiten.
Laatste keer in haar stoel.
Laatste keer in haar eigen bed slapen.

En juist omdat al die laatste keren elkaar zo snel opvolgen heb je op het moment zelf niet in de gaten dat het allemaal laatste keren waren. En dat is maar goed ook, want anders blijf ik aan het huilen. Al is er eigenlijk weinig tijd om te huilen of om te lang stil te staan bij de situatie, want alle laatste keren worden opgevolgd door allerlei eerste keren die geregeld moeten worden. En in het regelen van al die eerste keren gaat veel tijd en vooral heel veel geduld met de huisartsen, huisartsassistenten, thuiszorgcentrales en verzekeringsmaatschappijen zitten.

Eerste keer kennis maken met huisarts 1.
Eerste keer kennismaken met huisarts 2.
Eerste keer kennismaken met huisarts 3.
Eerste keer slapen in een ziekenhuisbed in de woonkamer.
Eerste keer je moeder naar het toilet brengen.
Eerste keer een morfinepleister plakken.
Eerste keer bezoek van de thuiszorg.

M’n moeder wilde eigenlijk nooit in een ziekenhuisbed in de woonkamer komen te liggen, maar omdat het allemaal zo hard gaat is dit de enige oplossing.

Het is wat het is.
Het gaat zoals het gaat.
En het gaat hard.

41

DON’T FEED THE TROLL

Na bijna 20 jaar delen van lief en leed op internet zou je denken dat negatieve of lullige reacties me niet zoveel meer doen. Integendeel. Ik kan nog net zo pissig worden als 20 jaar geleden wanneer iemand een reactie plaatst, puur bedoeld om te kwetsen. En ik kan me, net als 20 jaar geleden, de hele dag lopen druk maken over wat ik allemaal terug wil zeggen. Nu weet ik ook al 20 jaar dat je maar beter niks terug kunt zeggen, don’t feed the trolls, want dat is precies wat ze willen.

Maar ik kan de laatste reacties van Menno, een man die hier al bijna 20 jaar meeleest, niet naast me neerleggen. Omdat ik gewoon echt niet begrijp waarom iemand moedwillig een nare reactie plaatst onder een column die gaat over de naderende dood van m’n moeder.

Hij schreef onder mijn tekst THE TIME IS NOW: “En kunt u dan uw stervende moeder bezoeken?”, vroeg de dokter. “Zeker”, zei je, ”ik moet dan wel mijn neukertje of mijn oude vader om een lift vragen, want ik heb nog geen rijbewijs en geen auto.” “Goed geregeld dus”, zei de dokter.

Ik heb Menno gemaild met de vraag of deze reactie nu echt nodig was, maar daarop kreeg ik geen antwoord. Ik kreeg 2 weken later wel een reactie onder mijn plog met de Disney-foto’s (LUNA NAAR EURODISNEY (PLOG)): “And you didn’t bring your Mum, who is about to die, right? Maar je kunt altijd schrijven over de kanker van andere mensen, natuurlijk. En poesjes. Moet je niet aan denken, dat de telefoon gaat, dat je vader meteen naar het ziekenhuis moet, omdat zijn lief stervende is, en dat je dan niet even kunt rijden, omdat je pas twaalf jaar weet dat je moeder stervende is, en dus je rijbewijsje niet op tijd hebt kunnen halen. Never mind, er zijn altijd poesjes.”

Niet dat het jou ook maar iets aangaat, Menno, maar mijn moeder woont op 300 meter van mij vandaan en heeft ervoor gekozen om thuis te sterven als zij het daar de tijd voor vindt. Die tijd vindt ze het nu nog niet, omdat ze, met de maximale pijnstilling, nog samen met m’n vader geniet van een voetbalwedstrijd op tv. Of van de zoveelste herhaling van Midsomer Murders. Of van een spannend luisterboek.

Weet je waar m’n moeder ook van genoot? Van mijn foto’s van Eurodisney. Weet je hoe fijn het is voor een moeder om te zien dat je een sterke dochter op de wereld hebt gezet? Een dochter die, ondanks haar verdriet, toch gewoon wél leuke dingen blijft doen? Wél gewoon kitsche kerstballen gaat shoppen in Amsterdam. Wél gewoon op de foto gaat met Baloo in Eurodisney. Weet je hoe hard we met z’n drieën hebben gelachen toen ik vertelde dat ik een uur in de rij tussen de kinderen moest wachten voor die foto, maar dat ik ook echt als een kind zo blij was? Na m’n Eurodisney-foto’s en -verhalen hadden we een gesprek over doodskisten, euthanasie, welke bloemen op de kist en zaten we met z’n drieën te huilen, omdat we het einde alle drie zo graag anders hadden gezien.

Ik ben een dochter die met alle liefde al jaren naast mijn ouders staat, óók tijdens dit laatste, moeilijke stukje. Voorál tijdens dit laatste moeilijke stukje.

En Menno, omdat jij je zorgen maakt of ik er wel op tijd bij zal zijn als m’n moeder sterft; mocht mijn moeder er toch voor kiezen om liever naar een hospice te gaan, dan zit die op een kilometer van mijn huis, een afstand die ik, mocht het nodig zijn, kruipend nog wel aan kan, maar gelukkig heb ik een fiets. En mocht er geen plek zijn in deze hospice, of in het ziekenhuis in Tiel, dan heb ik genoeg geld gespaard om een paar maanden lang elke dag en nacht op en neer te kunnen gaan met de taxi naar welke plek dan ook in Nederland. Wat zeg ik? Ik kan me Godverdomme elke dag met een limousine laten brengen als het moet! Maar gelukkig hoef ik dit allemaal niet in m’n eentje te doen of te dragen, want ik heb genoeg mensen in mijn omgeving die mij met alle liefde, op elk moment van de dag, naar waar dan ook willen brengen.

Dus beste Menno, ik word misschien oud zonder rijbewijs, maar laat mij in Godsnaam nooit zo’n liefdeloze, compassieloze, zure, zielige, zelfingenomen klootzak worden zoals jij.

31

THE TIME IS NOW

“Nou, dan is het dus einde oefening”, zegt m’n moeder.
“Ja”, zegt de longarts, “zo zou je het kunnen stellen.”

Ik werd 2 weken geleden gebeld met de mededeling dat de bestralingen van de longtumor bij m’n moeder niet door konden gaan. Op de PET-scan die in het UMC in Utrecht gemaakt was om het bestralingsgebied vast te stellen waren uiteindelijk wat meer verdachte plekjes te zien geweest. Dus er moest nóg een scan gemaakt worden. Een uitgebreidere, een PET/CT-scan, zodat duidelijk zou zijn waar en hoeveel en of bestralen überhaupt nog wel mogelijk was. Dus weer naar Utrecht, weer onder een apparaat en een paar dagen later weer naar een afspraak met een arts voor de uitslag.

Hoe vaak liepen we al eerder met z’n drietjes door dit ziekenhuis? Of een ander ziekenhuis? Hoeveel artsen hebben we gezien? Hoeveel scans zijn er gemaakt? Hoeveel bloed is er afgenomen?

Te vaak.
Te veel.

Hoe vaak zaten we al met die onzekerheid tussen de onderzoeken en de gesprekken met de artsen in? Het leven is zo broos. Het lichaam is zo broos.

Het is al 7,5 jaar geen stap meer vooruit.
Maar een stap op de plaats.
En daarna weer een stapje terug.

Hoe vaak dachten we; nu is het afgelopen, nu is er echt geen behandeling meer? We dachten het eigenlijk iedere keer dat we een arts bezochten. We dachten het iedere keer dat de kanker toch weer terug was. En we dachten het voor iedere chemokuur, tijdens iedere chemokuur en na iedere chemokuur. We dachten het bij een griepje. We dachten het iedere keer dat de kanker toch weer onder controle bleek. We dachten het soms bij een hoestje. We dachten het toen er uiteindelijk van chemokuren op chemopillen over werd gegaan. We dachten het bij een ooginfectie. We dachten het als het al een paar maanden goed ging.

Kanker betekent moeten leven met de gedachte; straks komt het terug, straks is er geen behandeling meer mogelijk, straks is het lichaam op.

Het bleef altijd bij gedachten. Tot gisteren.

Het is wat het is.
En het is tijd.

50

DE MELANCHOLIE VAN GEVULDE EITJES

“Zou jij misschien gevulde eitjes kunnen maken?”, had ex-partner P. een week geleden gevraagd. Hij werd onlangs 50 en z’n dochter onlangs 8, dus de hoogste tijd voor een gezamenlijk feestje. “Ja, nou, dat wil ik wel, maar ik denk niet dat ik die heelhuids van Tiel naar Amsterdam ga krijgen”, zei ik, “haal gewoon een paar zakken chips, lekker makkelijk.”

Voor onze feestjes vroeger aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam maakte ik altijd gevulde eitjes. Verjaardag? Gevulde eieren! Pasen? Gevulde eieren! Weekend? Gevulde eieren! Kerstmis met de familie? Gevulde eieren! Oud en Nieuw met vrienden en oud-Hollandsch naar de klote? Eerst even een bodempje leggen met gevulde eieren!! Gevulde eitjes zijn de stabiele factor op ieder feestje en worden gemaakt naar een befaamd familierecept, doorgegeven van m’n moeder op mij, lekker simpel met mayonaise en Aromat, altijd een groot succes bij jong en oud, alleen geen gemakkelijk gerecht om even te vervoeren in een Tupperware-bakje. Maar P. had blijkbaar toch echt z’n zinnen gezet op een verjaardagsfeestje mét gevulde eieren.

‘Ik heb 40 eieren gekocht’, appt P. de avond voor het verjaardagsfeestje.
‘Dat meen je niet!’, app ik terug, ‘kijk eens wat voor cadeau ik voor je gekocht heb!!!!!’

‘Haha.’
‘Maar eh, ga jij nou echt zélf gevulde eitjes maken?’
‘M’n zus komt morgen iets eerder.’
‘Oh, okay, maar dan zou ik wel alvast even die eieren koken hoor, zodat ze morgen op tijd afgekoeld zijn.’
‘Hoeveel minuten?’

Voor de zekerheid app ik P. het hele recept. Ik heb nooit veel vertrouwen in de kookkunsten van P. gehad en als hij moest vragen hoe lang het duurt om een ei hard te koken, lijkt het me dat hij weinig had bijgeleerd de afgelopen 11 jaar.

De zus van P. blijkt de volgende dag inderdaad eerder op het feestje gearriveerd en heeft de 40 eieren nog moeten koken, want dat was P. vergeten. De nichtjes van P., inmiddels volwassen vrouwen met verkering, zitten de eieren te pellen. En het is maar goed dat ik, eigenlijk als grapje, een busje Aromat heb gekocht, want de zus van P. kan in het huis van P. weinig andere smaakmakers dan mayonaise vinden.

En dan sta ik ineens in mijn leven van vroeger.

Er komen vrienden binnen die ik jaren geleden bijna elke week zag, maar waarmee het contact logischerwijs verwaterde toen ik bij P. wegging en verhuisde van Amsterdam naar Tiel. Vrienden waarmee ik voor mijn gevoel nog gisteren in het Vondelpark zat met een proseccootje en een jointje. En ik had natuurlijk wel gehoord dat die en die een dochtertje hadden gekregen. En daarna nog eentje. En dat zij een zoontje kregen. En dat die verhuisd waren. En dat die nu daar en daar werkte. Maar als je dan ineens iedereen zo ziet, na 11 jaar, met wat rimpels meer, wat grijze haren erbij, maar vooral als vaders en moeders, ja, dan is dat het perfecte moment voor een kleine mentale breakdown.

Je stapt uit een relatie. Je kiest voor een ander leven. Je verhuist naar een andere stad. Je krijgt een andere vriendenkring. En ondertussen tikt de tijd alle uren van de dag. Alles is anders en toch voelt het op een rare manier allemaal even heel vertrouwd.

Als P. uiteindelijk langskomt met de gevulde eitjes vraagt iedereen of ik ze heb gemaakt.

8

MAAR WAT ALS HET NOU ALLEMAAL NIET GOED KOMT?

Mijn stopzinnetje is al m’n hele volwassen leven ‘komt goed’. “Schatje, zou jij straks de was er even uit willen halen en ophangen?” “Komt goed.” “Kun jij een dromenvanger van 1 bij 2,5 meter maken?” “Komt goed.” “Wil jij onze allernieuwste vibrator testen?” “Komt goed.” Als ik over weet ik veel wat klaag of zeur, dan eindig ik m’n klaagzang altijd met een ‘komt goed’ en als anderen problemen hebben, dan probeer ik ze meestal op te beuren met een ‘komt goed, uiteindelijk komt alles altijd goed’.

Het is ook het interne antwoord naar mezelf.

Geen pensioen? Komt goed.
Af en toe geen opdrachten? Komt goed.
Ongewenst zwanger? Komt goed.
Geen rijbewijs? Komt goed.
Man met een burnout? Komt goed.
Geen rijbewijs? Komt goed.
Zes jaar lang geen seks? Komt goed.
Relatie na 10 jaar verbreken? Komt goed.
Alles achterlaten in Amsterdam en verhuizen naar Tiel? Komt goed.
Verliefd op een man in de schuldsanering? Komt goed.
Verliefd op een man met kind? Komt goed.
Man al z’n geld vergokt? Komt goed.
Moeder op Intensive Care? Komt goed.
Vader ontslagen? Komt goed.
Man met een burnout? Komt goed.
Getrouwd met een narcist? Komt goed.
Scheiden van een narcist? Komt goed.
Hond ziek? Komt goed.
Een leven zonder kinderen? Komt goed.
Kat dood? Komt goed.
Teruglopende inkomsten? Komt goed.
Moeder ziek? Komt goed.

Een paar weken terug had ik een vergadering die vooraf werd gegaan door een rondje hoe-is-het-met-jou-nog-wat-meegemaakt-sinds-de-laatste-vergadering. Ik voelde de tranen al opkomen toen ik luisterde naar de rest bij wie het allemaal wel gewoon lekker z’n gangetje ging, dit gedaan, dat gedaan, vakantie geweest, ja, wel lekker, ja.

Toen ik aan de beurt was kon ik niet meer stoppen met huilen en het komt zo ongeveer neer op het volgende; ik heb voor het eerst in m’n leven het allesoverheersende gevoel dat het allemaal niet goed komt.

Een vriendin van me zei ooit: “Ik maak me pas zorgen als mensen stoppen met delen.” Ze bedoelde daarmee dat mensen die middenin een depressie of andere ellende zitten doorgaans geen behoefte meer voelen om over die ellende te delen. Nu voel ik die behoefte eigenlijk ook niet. Ik ben bekend met me kut en klote voelen en ik ben ook bekend met depressievere dagen, maar ik had tijdens die momenten altijd nog het vertrouwen dat die gevoelens vanzelf een keertje over zouden gaan, want ‘komt goed’. Dat vertrouwen heb ik nu niet meer. En al te lang niet.

Ik voel me eenzaam.
Ik wil niet meer in m’n eentje werken.
Ik heb nergens zin in.
Ik zit op slot.
Ik ben moe.

Ik doe gezellig en leuk op Facebook en Instagram, zodat ik toch nog een beetje de suggestie wek dat het goed met me gaat en zolang ik nog kan veinzen dat het goed gaat, ja, dan zal het uiteindelijk ook wel weer een keertje écht goed komen. Toch?

Blijven delen.
Komt goed.

26