LUNA EN JORDY
Met 5 plastic tassen vol PloesiePoesies probeer ik het kleine halletje binnen te lopen waar het winkelmeisje me op gewezen heeft. “Daarachter staat een stoel”, zegt ze, “ga maar vast zitten, dan help ik deze klant nog even.” Ga maar vast zitten? Ga maar vast zitten?! Eerst moet ik me langs 2 middelgrote honden en 1 grote Deense Dog pup zien te manoeuvreren! En binnen no time staan ze alledrie kwijlend tegen me aan te springen. “Je bent toch niet bang voor honden hè?”, vraagt het meisje. “Eh, nee, hoor, maar ik ben meer een poezenmens, volgens mij ruiken ze dat”, zeg ik. “Ze doen niks hoor”, roept het meisje, “en er lopen hier ook 5 katten rond, dus ze zijn wel wat gewend.” “Oh, okay”, zeg ik terwijl ik m’n tassen neerzet en plaatsneem op het stoeltje. De honden schieten als een kermisattractie langs m’n benen. Links, rechts, op en neer en op en neer. “Nee, niet je kop in de tas”, zeg ik tegen een dikkige labrador en duw ‘m aan de kant. Nee! Geen hondenkwijl op m’n PloesiePoesies! “Jij bent braaf”, zeg ik tegen een soort zwarte herder die naast me komt zitten en aai ‘m over z’n kop. Ik ruik aan m’n hand. Nee, niet lekker. “Ik kom er zo aan hoor”, zegt het winkelmeisje, “wil je koffie?” “Ja, doe maar.” En terwijl ik heel even niet oplet staat de Deense Dog-pup ineens met een roze PloesiePoesie in z’n bek te schudden. “Nee, hondje, nee!”, roep ik en probeer de poes uit z’n bek te pakken. “Nee, stout”, probeer ik daarna. Oh, paniek! “Laat los hondje, laat los!”, roep ik in een laatste wanhoopspoging en gelukkig sta ik even later het hondenkwijl van de poes te vegen. “Misschien kun je de tassen beter op de tafel daar zetten”, zegt het winkelmeisje terwijl ze me een kopje Senseo geeft, “nog 5 minuutjes, dan ben ik er.” Wanneer ik m’n tassen op de tafel heb gezet en een slokje van m’n Senseo neem zie ik dat de Dog zijn kop in een kattenbak steekt. “Jordy! Niet doen”, hoor ik vanuit de winkel, “Jordy!” Het meisje loopt richting de Deense Dog en trekt hem aan z’n halsband uit de kattenbak. Een strontlucht komt me tegemoet. Jordy’s grote roze tong draait een cirkel rond z’n bek. “Heeft-ie nou kattenpoep gegeten?”, vraag ik het meisje. “Ja, ze doen het alle drie”, zegt ze, “hoe verser de poep hoe beter.” WTF? De Dog zit op nog geen meter afstand en kijkt me vrolijk aan. Daarna komt Jordy met z’n kwijlende bek op me afgelopen. En legt z’n kop op m’n knieën. Op m’n kekke ‘70’s jurkje. I’m soooooo not a dog person.
LUNA EN KATTEN LEVEN NOG
“Hé Luun, wordt het niet eens tijd dat jij weer een stukje schrijft?”, vroeg vriend J. zaterdag tijdens de housewarming van vrienden A. en T., inclusief barbecue op het dakterras. “Eh, ja, hè, het is alweer 2 weken geleden”, zei ik. “Ik check elke dag je site, maar steeds die foto bovenaan. Maak je niks mee ofzo?”, vroeg hij. “Eh, nou…”, begon ik, “ik baal er zelf ook van dat er al 2 weken hetzelfde postje bovenaan staat. Maar ik had gewoon niet zo’n zin. En ik was moe.” Ik schepte nog wat mozzarella-tomaten-salade op. Ik bedacht me dat ik heus wel wat had kunnen schrijven de afgelopen weken. Maar dan krijg je dan zo’n opsomming van ik-heb dit-gedaan-en-dat-gedaan waar eigenlijk niemand op zit te wachten. Al zou een verslag van mijn dineetje met vriendin L. bij restaurant Italia Oggi, overigens een aanrader, misschien wel noemenswaardig geweest zijn. En als ik heel eerlijk ben had ik ook best willen vertellen over de 5 fotoboeken met 800 foto’s en honderden lintjes in alle kleuren van de regenboog die ik de afgelopen maanden maakte om te geven tijdens het 1-jarig huwelijksfeestje van vrienden P. en D.! Ook de tapasmaaltijd die ik vorige week maakte om dat 1-jarige huwelijksfeestje te begeleiden was best het vermelden waard. Een paar foto’s van al die events waren trouwens ook niet weggeweest. Mooie mensen allemaal! En mijn haar zat ook al zo goed tijdens die events! En ik had natuurlijk best kunnen vertellen over vorige week zaterdag en dat Bruce toen weer begon te kotsen en dat ik dacht; daar gaan we weer en dat ik in dat plasje kots toen een lintje van een bos bloemen aantrof en dat ik toen dacht; deze kat leert het nooit, maar om nu weer over de katten te schrijven, ja, Jesus, daar had ik zelf na 2 weken alleen maar over de katten geschreven te hebben al helemaal geen zin in. Al zag het er best feestelijk uit, zo’n plasje kots met een paar stukjes bloemenlint in de kleuren rood, blauw en roze. “Ik schrijf maandag weer een stukje”, zei ik. “Oh, okay”, zei vriend J., “wil je nog wat drinken?” “Lekker”, zei ik. En die housewarming zaterdag was trouwens ook erg gezellig.
EN DAN EINDELIJK: GOED NIEUWS
"Ik heb gisteren Skinner’s ontlasting onderzocht", zei de dierenarts, "en ik heb goed nieuws." "Vertel! Vertel!", zei ik. "Skinner heeft een parasiet in z’n darmen, de Giardia-parasiet", zei ze. "Klinkt exotisch", zei ik, "en nu?" Die parasiet viel prima te behandelen met pillen, vertelde ze. Ook de andere 3 poezen moeten aan de pillen in verband met besmettingsgevaar, maar in principe ziet alles er zeer gezellig uit voor de toekomst! Skinner heeft in ieder geval geen extreem kankergezwel in z’n darmpjes en als het goed is zou hij binnen 5 dagen al van het gekots en geschijt af moeten zijn! En dan kan hij hopelijk ook eindelijk weer een beetje aankomen, want die 2,9 kilo van hem nu gaat natuurlijk nergens over. Ik zeg: hoera! En ik zeg: tijd voor de donderdagmiddagborrel!
HOE DOEN ANDEREN DAT DAN?
“Misschien is het gewoon beter om ze allebei maar af te maken”, heb ik vorige week dramatisch geroepen. Want de wanhoop die 2 zieke katers in huis met zich meebracht vond ik nogal moeilijk te dragen. Maar ik moest wel. Al werd ik er zelf gewoon helemaal misselijk van. Skinner moest speciaal dieetvoer om weer aan te komen, maar hij kotste alles er steeds weer uit. Of hij scheet het met een sneltreinvaart net naast de kattenbak. En ik steeds om het kwartier checken of hij gekotst had, want zo ja, dan zou Bruce die kots weer op kunnen eten, en dat mocht natuurlijk niet, omdat hij net een heftige darmoperatie had gehad. Want Bruce vond Skinner’s kots een stuk beter smaken dan het dieetvoer dat hij zelf kreeg. Maar je doet het. Maar ik vraag me al tijden af: hoe doen andere mensen met katten dat? Met zieke katten? Of andere zieke beesten? Het lijkt mij onmogelijk om naast een vaste baan ook nog een zieke kat thuis te hebben die om de 1,5 uur een hapje voer moet krijgen omdat anders z’n darmen te zwaar belast worden. Het lijkt me ook onmogelijk om een flitsende piloot-carrière te hebben terwijl je kat om de 12 uur een shotje insuline moet krijgen. Of alleen al relaxt op je werk zitten terwijl je weet dat je kat een enorme hechting op z’n lijf heeft en daar de hele tijd met z’n scherpe tandjes aan wil zitten. Ik zou het niet kunnen. Ik kan deze situatie al amper aan, maar gelukkig heb ik ergens nog wel een stripje valium liggen. En een flesje limoncello. Maar ik adem en leef momenteel in hetzelfde ritme als de katten. Ik let minutieus op elke scheet die ze laten. Elk zuchtje, piepje of mauwtje kan betekenen dat het toch even niet helemaal lekker gaat en dan sta ik er alweer naast om lieve woordjes tegen ze te wauwelen. En ondertussen kom ik amper aan mezelf toe. Ik heb al 1,5 week niet echt gewerkt. Behalve wat gelummeld achter de naaimachine. Om daarna meteen alles op te ruimen, omdat het me dus echt niet nóg een keer gaat gebeuren dat Bruce denkt dat-ie de nieuwste Christian Lacroix is en nog een keer een draad van het spoeltje van m’n naaimachine inslikt.
BRUCE LIGT ER RELAXT BIJ
Na een spannende nacht lijkt Bruce eindelijk weer zichzelf. Zichzelf, maar dan wel met een grote oorlogswond op z’n pensje die hij dan ook vol trots en van heel dichtbij wil laten zien de hele tijd. Hop, pontificaal in m’n gezicht ermee terwijl ik net zit te ontbijten! Lekker!
KWAKKELENDE BRUCE
Ik ga liever 10 keer teveel dan 1 keer te weinig naar de dierenarts, dus toen Bruce vanmorgen rillend op de tafel lag belde ik meteen. "Kunt u ‘m even temperaturen, want als hij koorts heeft, dan kunt u beter toch even langskomen", zei de assistente. En nee, natuurlijk lukte dat temperaturen niet. Bruce had wel andere dingen aan z’n kop dan zo’n koud ding in z’n kont krijgen. En ja, daarna ging Bruce van ellende weer terug onder de bank om daar te blijven rillen. En toen raakte ik zelf in paniek, want was als de hechtingen eruit waren gegaan? Wat als z’n darmen aan het dwalen waren in z’n lijf? Dus weer in een snikhete taxi met m’n vader en een kat in bakkie om zekerheid te hebben, want alles beter dan de staat van wanhoop waarin ik verkeerde. Even later vertelde de dierenarts dat Bruce inderdaad koorts had. Hij kreeg nog een extra anti-biotica-shotje en een extra setje pillen mee. En we wachten wederom alles af.
BRUCE, DE KAT VAN 6 MILJOEN
Okay, het is geen 6 miljoen, maar van het geld dat Bruce ons het afgelopen jaar gekost heeft hadden P. en ik best 2 maanden naar Thailand gekund… Voor het geintje van de afgelopen dagen betaalden we 650 euro, maar hij doet het weer! Alle schietgebedjes hebben geholpen! Hij ligt momenteel met grote oorlogswond onder de bank en hij maakt een duffe doch gezellige indruk! Hij mag 2 dagen niet eten en daarna pas heel voorzichtig. Aanstaande zaterdag is het een kritieke dag, omdat dan de darmwondjes zouden kunnen gaan lekken. Dus nog even doorbidden dan maar, zucht! Het is een hele toestand allemaal, maar, oh, wat hou ik van die kat!
BRUCE & DE DRAAD
"Hallo, met de dierenarts, ik bel u even over Bruce Lee”, zei de dierenarts gistermiddag. “Vertel”, zei ik met een bonkend hart, doodsbang dat het slecht nieuws zou zijn en dat Bruce alsnog gestikt was in het draadje voordat ze ‘m konden opereren. “Nou, ik heb het even goed bekeken”, zei ze, “en de draad zit om z’n tong gedraaid en gaat dan richting z’n maag.” “Dat meen je niet”, zei ik. Maar dat meende ze wel. “En nu verwacht ik”, ging ze verder, “dat als we de draad doorknippen, dat de draad dan vanzelf richting het maag-darmkanaal verdwijnt en dat hij er dan volgens de gebruikelijke weg uit gaat.” “Oh”, zei ik, “dat is trouwens wel eens gebeurd, dat er een draad uit z’n kont hing met stront eraan.” “Dus we opereren ‘m niet”, zei de dierenarts, “maar we kijken eerst wat er gebeurd als we het draadje losknippen. En dan blijft hij vannacht een nachtje hier en dan…” “Oh, nee”, onderbrak ik haar, “hij zit daar ’s nachts bij jullie alleen in zo’n kooi, zonder dat er iemand naar ‘m omkijkt, dat wil ik niet. Als jullie dat draadje hebben losgeknipt dan kom ‘m vanavond wel ophalen.” “Okay, dan maken we een afspraak voor morgenochtend”, zei ze, “en dan kijken we hoe het dan met ‘m is. Laten we hopen dat het allemaal met een sisser afloopt.” En dat hoopte ik ook. En dat hoopte P. ook. En m’n ouders ook. Maar dat deed het dus niet. Eenmaal thuis kotste Bruce meteen het water uit dat hij even daarvoor had gedronken. De rest van de avond lag hij voor Pampus in het hemelbed. En ’s nachts tilde ik ‘m mee naar beneden om bij mij en P. op bed te slapen. En gelukkig deed-ie dat ook, anders had ik zelf ook geen oog dichtgedaan. Maar vanmorgen trof ik een bijna laveloze Bruce aan op het voeteneind. Hij had geen honger, geen dorst, reageerde niet op ‘blikkie-blikkie’ en wilde alleen maar liggen en slapen. Dus toen we ‘m om 9.00 bij de dierenarts brachten, besloot ze ook meteen om ‘m alsnog te gaan opereren. En nu ben ik in afwachting van het verlossende telefoontje dat Bruce de operatie goed heeft doorstaan. Ondertussen heb ik net als Bruce het gevoel dat er een knoop in m’n maag zit.
Update, 14.46: Bruce is net aan het bijkomen van z’n narcose. Het was nogal een zware operatie volgens de dierenarts. Er zat een 2 meter lange draad gefrummeld vanaf z’n maag tot aan z’n dikke darm. Die is nu verwijderd door 2 gaatjes in z’n dunne darm te maken. Om 17.00 mag ik weer bellen om te kijken of ik ‘m om mag halen vanavond of dat hij een nachtje in de nachtkliniek moet doorbrengen. Zucht en steun!
Update, 17.35: Ik mag ‘m zo op gaan halen!
Update, 19.02: Bruce is thuis! Later foto’s van z’n grote wond!
BIDDEN VOOR BRUCE…
Denk je dat je echt alles hebt gehad op poezen-drama-gebied, en vooral dat het nu eindelijk ook wel eens afgelopen mag zijn, sta je ineens met een kater met hoge koorts wéér bij de dierenarts. Bruce Lee heeft een draad ingeslikt en het kan om z’n darmen zitten. Zielig! Hij wordt einde middag geopereerd en ondertussen doe ik maar weer 100 schietgebedjes. Gelukkig zijn m’n ouders hier om mee te bidden.
LUNA IS IN TRANCE
Vriendin S. brandt af en wat cd’tjes voor me met live-sets van Armin van Buuren. Niet dat ik dat zelf niet kan, maar als zij het doet is het leuker. En nu is er muziek die ik wel aardig vind. Of geinig. Of leuk als achtergrondmuziek. Maar er is ook muziek die je optilt. Die je alles doet vergeten. Muziek die je godverdomme het gevoel geeft dat je leeft! En voor mij zijn dat dus de live-sets van Armin van Buuren. Of mischien iets breder; voor mij is dat trance. Maar om specifiek te zijn; voor mij is het de 9 uur durende live-set die Armin van Buuren speelde in de Jaarbeurs in Utrecht in april 2008. Deze volledig illegaal, maar met heel veel liefde, gedownloade cd ‘Armin Only – Imagine’ draai ik al weken elke dag. En nu is er 1 nummer op die cd die ik extra waardeer. Een plaat die ik steeds terugspoel om ‘m dan nog een keer te horen via m’n pc-speakertjes. And again… and again… and again… and again… and again… and again… and again… En ik ben al een paar dagen op zoek naar de titel van die plaat. Maar ik kan ‘m niet vinden. En daar knap ik bijna volledig hysterisch van uit m’n panty. Bijna dan. Want ik heb, naar mijn idee, overal al gezocht. Het is de plaat die er op ongeveer 1:03:30 wordt ingemixt en die er op 1:03:56 helemaal gigantisch in knalt. Die. Die tussen nummer 12 en 13 op de cd. Die waarvan je meteen spontaan 5 xtc-pillen wil slikken. Misschien dat m’n leven precies hetzelfde blijft als ik niet weet van wie dat ene nummer is, maar op dit moment denk ik van niet. Het is een obsessie. Ik zit er helemaal in. Dus, fuck it, ik draai de hele set gewoon nog een keer! En als ik 88 ben en dement, of getormenteerd door alle drank en drugs die ik in m’n leven in m’n lichaam heb gegooid, laat mij dan in Godsnaam non-stop naar deze 9-uur-durende set van Armin van Buuren luisteren. Laat me incontinentiematten vol pissen, laat me m’n vrienden vergeten, m’n verleden niet meer herinneren, laat me achter in een klein kutkamertje met nog 4 andere bejaarden, maar geef me een MP3-speler met deze live-set op repeat. Omdat ik, als ik deze set wanneer dan ook hoor, morgen of over 50 jaar, zal voelen dat de wereld ooit aan mijn voeten lag, dat alles kon, dat ik alles kon, dat ik alle keuzes kon maken, dat ik alles had. En meer.
p.s.: Ik wilde dus een gezellige YouTube-link neerzetten hier. En toen vond ik ineens de plaat die ik zocht. Zul je altijd zien. Ik had het over ‘Till the Sky Falls Down’ van Dash Berlin. Maar dan vet diep gemixt door Armin. Zoals alleen hij dat kan: http://youtube.com/watch?v=4MFSJJaDvYk.