web analytics

Auteur: luna

LUNA HEEFT HET NIET OP VAKANTIE

“Gaan jullie nog op vakantie dit jaar?” Een vraag die regelmatig wordt gesteld de afgelopen weken. En hoewel ik weet dat P. en ik er meer dan geestelijk en ook meer dan lichamelijk aan toe zijn gaan we niet. Enerzijds omdat we momenteel al ons geld in het huis stoppen dat nog steeds nog lang niet klaar is. Anderzijds omdat ik er gewoon helemaal geen zin in heb. Ik zit liever thuis wat te fröbelen. Beetje knippen, beetje plakken, kaartjes sturen, zelf boekjes binden, beetje schrijven, beetje stempelen, beetje werken, beetje tekenen. En ik wil m’n katten sowieso niet alleen laten. Ik ben van huis uit ook helemaal niet gewend om op vakantie te gaan. Eerst gingen we niet omdat we er geen geld voor hadden; m’n vader zat in de WW. Later gingen we niet, omdat m’n moeder voor m’n oma moest zorgen. En toen oma dood was, toen gingen we ook niet, omdat we gewoon niet gingen. M’n ouders vinden vakantie onzin. “Ik zit liever in de tuin met een boekje”, zegt m’n moeder. “Ik ga liever hier vissen in het Amsterdam Rijnkanaal”, zegt m’n vader. “En dit jaar komen we lekker een paar daagjes naar jullie toe. Dat vinden we veel leuker en dan kunnen we jullie meteen helpen met het huis.” Ik blijk een product van m’n opvoeding, want ik ben net zo aan huis gehecht als m’n ouders. Thuis is fijn. Thuis zitten is het mooiste dat er is. Daarnaast heb ik last van heimwee. Ben ik eenmaal weg, al is het maar voor een dag of een weekend, dan wil ik weer naar huis. Naar m’n eigen dingetjes. Niet te ingewikkeld gewoon een beetje drukdrukdruk bezig zijn met niks. Of misschien wel met alles. Gewoon lekker met een toastje op de bank naar ‘When Harry Met Sally’ kijken. “Na mij de zondvloed”, zou m’n moeder zeggen.

16

LACHEN OM MEZELF

Ik loop over straat en kom een bekend gezicht tegen en zeg vriendelijk gedag. Het meisje zegt gedag terug en ik vraag me een paar seconden later af wie het eigenlijk was. Was het Yuli van Idols. Datzelfde heb ik al eens eerder gedaan met Meneer Harmsen uit GTST. Lekker suf.

25

PENSION LUNA

Het had zo mooi kunnen zijn. Een hele zomer lang 6 katten in huis. Onze eigen 4 katten voor vast en Mickey, de kater van de zus van P., en Lao Tse, de kater van vriendin M., ter loge. Het ging al mis toen Mickey kwam. Meteen liepen Digweed en Skinner om hem heen te dralen. Checken. Zachtjes grommen. Die nacht hebben P. en ik geen oog dichtgedaan. Het hele huis zijn ze gillend doorgevlogen met z’n drieën. Dit gebeurde ook nacht 2 en nacht 3. Toen hebben we besloten dat Lao Tse ergens anders moest logeren. Zoveel katten-testosteron had dit huis niet aangekund. De dagen daarna is de rust enigszins teruggekeerd. Enigszins, want Skinner zit elke nacht als een sphinx op bed om P. en mij en de kleine Bruce te bewaken. Als Mickey ook maar naar ons kijkt dan vliegt Skinner op ‘m af, zodat wij weer wakker worden. Of ze gaan gezellig samen onder het bed zitten grommen. De slaapkamer dichtdoen heeft geen zin, want vanuit de woonkamer kunnen de katten gewoon naar beneden in de slaapkamer springen. De enige ruimte waar we Mickey op zouden kunnen sluiten is het toilet of de badkamer, maar zo’n jankende eenzame kater is ook geen pretje om bij in slaap te vallen. Nu zijn de kattengevechten irritant, maar ik zou er eventueel mee kunnen leven. Met een huis dat naar kattenpis stinkt kan ik echter niet leven. Gisteren ontdekte ik een openstaande weekendtas en de kleding die erin zat heb ik meteen weg kunnen gooien. Ondergepist. En terwijl ik nog met die tas in m’n hand sta zie ik Mickey in m’n kantoor op de vloer pissen. Smerig kutbeest. Mijn taak van vandaag zal bestaan uit het op zoek gaan naar nog meer pis-afbaken-plekken. Die kat moet weg! En snel! Maar pas over 2 weken komt P.’s zus terug uit Spanje. En daarna is het exit Pension Luna.

38

LUNA ONTVANGT CHARLIE

Normaal gesproken houd ik niet van mensen die meteen zoenen bij de eerste ontmoeting, maar bij C. denk ik dat het erbij hoort. “Hoi, ik ben Luna”,  zeg ik. “Hoi, ik ben C.”, zegt hij, en hij geeft me er 3 op de wangen. “Hoi, ik ben P.”, zegt P. en hij geeft hem een hand. “Jesus, wat een huis!”, roept C. enthousiast terwijl hij door onze huiskamer loopt. “En beneden is ook van jullie?” We laten C. beneden zien en een paar minuten later zitten we met z’n drieën aan tafel. Ondertussen eten P. en ik ons biefstukje met sperzieboontjes, want we waren net aan het eten toen C. binnenkwam. “Wat doen jullie eigenlijk?”, vraagt C. aan ons. “Ik ben copywriter”, zegt P. “Ik schrijf voor een sekstijdschrift”, zeg ik. “En wat doe je dan precies”, vraagt E. “Ik verzin concepten. Reclameconcepten”, zegt P. ietwat kortaf. “Ik schrijf over seks”, zeg ik. Ik zie dat partner P. van C. af wil. Het is een leuke kerel, maar om ons hele hebben en houden aan hem uit te leggen gaat ons allebei iets te ver. “En wonen jullie hier al lang”, vraagt C. verder. “Vorig jaar met kerst zijn we hier komen wonen, maar we zijn nogal genaaid door de aannemer”, zeg ik. Daarna vertel ik het standaardverhaal over het huis, dat we tegen iedereen ophangen die ernaar vraagt. “Het is nog lang niet af dus”, besluit ik. “Ja, maar echt, geloof me, dit is het mooiste huis dat ik ooit gezien heb, en ik kom in veel huizen in Amsterdam, neem dat maar van mij aan.” Ik geloof hem meteen. En P. ook. “Wat willen jullie eigenlijk?”, vraagt C. na een half uur. “Eh, een grammetje coke”, zeg ik. “En nu je er toch bent, doe ook maar een paar xtc-pilletjes.”

26

LUNA ZIT BARSTENSVOL FRUSTRATIE

Vannacht slikte ik de laatste anticonceptiepil die er in dit huis te vinden was en die kwam uit een halflege strip. Ik moest dus wel nieuwe halen. Dokter bellen. Een kwartier in de wacht. Ophangen. Nog een kwartier in de wacht. Dokter blijkt op vakantie. Ander nummer bellen: “Om half 2 kunt u het recept ophalen.” Ik recept halen. Niet te vinden. Zo’n 5 minuten later blijkt die ook niet bij mijn eigen dokter te hangen, maar bij een andere dokter. Zucht. Met recept naar apotheek. “U bent niet meer verzekerd”, zei een vrouwtje in een witte jas. “Hoezo niet?”, vroeg ik. Ze kon het niet uitleggen. Het was nu eenmaal zo. Zucht. Ik mocht wel € 28,05 betalen voor 6 maanden pilstrip. “Maar die kunt u declareren bij uw ziektekostenverzekering”, zei ze. Zucht. Ik weet van mezelf dat ik dat soort declaratieformulieren toch nooit invul. Te laks. Terug door de hitte naar huis. Eenmaal thuis meteen bellen met AGIS-zorgverzekeringen. Na 20 minuten krijg ik iemand aan de lijn en ik geef mijn polisnummer door. “Nee, dat nummer kennen wij hier niet hoor”, zei een donkere vrouwenstem. “Oh”, zei ik. “U bent zeker particulier verzekerd?”, vroeg ze. Dan moest ik een ander nummer hebben. “Jesus, AGIS is toch AGIS of niet?”, vroeg ik. Dat was niet zo. Bellen naar het andere nummer. Alle medewerkers waren in gesprek. Zo’n 10 minuten later kreeg ik iemand aan de lijn: “Het is momenteel erg druk, dus wij kunnen u helaas niet te woord staan. U kunt u naam en adres en polisnummer aan mij doorgeven, zodat u later wordt teruggebeld, of u kunt zelf later terugbellen.” Raar. “Ik bel zelf wel terug”, zeg ik en blijf het komende uur stug bellen, want onverzekerd rondlopen dat kan natuurlijk niet. Na een uur krijg ik een meisje aan de lijn dat me stotterend uitlegt dat ik gewoon verzekerd ben. Foutje van de apotheek. “Nee hoor, er is niks aan de hand”, zei ze. Nee, maar ik ben wel 2 uur en € 28,05 verder. En compleet opgefokt.

63

DOWNLOAD-TIP

‘On My Mind’ van Futureshock. Zomerhit van 2003. In ieder geval de mijne.

8

JURK

24

LOFZANG OP DE JURKJES

Ik doe er niet meer aan mee en ik beloof mezelf plechtig dat ik nooit meer een ‘normale’ kledingzaak binnenstap. Een paar weken geleden was ik nog zeer in mijn nopjes met mijn aangeschafte roze broek in maatje 38. Ik hield mezelf voor dat die broek elke euro van de € 79,95 waard was. En dat was ook wel een beetje zo, maar omgerekend is dat toch wel 175 piek en zoveel heb ik in de tijd-van-de-gulden nooit betaald voor een broek. Maar aangezien ik gezegend ben met een dikke reet en een slanke taille is het nogal moeilijk om passende broeken te vinden. Dus als ik er dan al eentje vind, dan moet ik die meteen in alle verkrijgbare kleuren hebben. Maar meestal zitten broeken of te strak bij m’n heupen of te los in m’n taille. Het is eigenlijk gewoon allemaal niks. En als ik dan in zo’n pashokje sta met zo’n broek die niet wil zitten, dan zou ik dolgraag degene die verantwoordelijk is voor de maatvoering in die winkel eens naar de strot willen grijpen. Gewoon willen schreeuwen dat vrouwen heupen hebben. En dat vooral Nederlandse vrouwen heupen hebben! Ik woon toch verdomme niet Italië? Maar het is afgelopen! Geen euro zullen ze meer aan mij verdienen! Ik heb vanmiddag 3 kekke jurkjes gekocht op het Waterlooplein. Superkekke jurkjes, echt vintage-jaren-60-spul, met dito jaren-60-heup-maatvoering! In ook nog eens superkekke te opvallende felgekleurde printjes. Voor maar € 5,- per stuk. En ik heb ze niet eens gepast en toch zitten ze allemaal perfect. Ik kan hier maar 1 verklaring voor vinden; vrouwen worden massaal besodemieterd door de huidige kledingindustrie. Ik doe er dus niet meer aan mee. Ik draag nooit meer een broek.

47