GASTLOG: EX-IT
Wanneer je 32 bent heb je toch het een en ander meegemaakt. Zeker op het gebied van de liefde. Ik was niet zon stilzitter, die alleen op de ware zat te wachten. Ja, ik wachtte wel op de ware, maar snoepte ondertussen behoorlijk mee. Ik heb zelfs momenten gehad dat ik de ware had gevonden, dacht ik, maar toch kon ik het snoepen weer niet laten. Zo heb ik toch aardig wat mensen leren kennen. Exen zo gezegd. Het woord is net zo raar als de inhoud. Het kan gebeuren dat je op een nietsvermoedend ogenblik ineens wordt geconfronteerd met 1 van deze exen. En dat is behoorlijk raar. Stond ik pas geleden een spelletje poolbiljart te spelen, hoorde ik plots mijn naam noemen naast me. Een ex-vriendin van zon 7 jaar geleden. Even schrikken. De herkenbaarheid deed ons meteen doen praten. Het bleek dat ik echter niet verder kwam dan een oppervlakkig flutpraatje. Hoe is het? en Wat doe je nu?. Ik bedacht me dat ik jarenlang naast, op, onder en achter haar had gelegen. Zij wist in die tijd alles van me en ik van haar. En nu? Helemaal niets meer. Een onbestemd gevoel, een verplichte verjaardag. Ik vroeg nog wel of ze nu een vriend had, maar het had eigenlijk geen zin. Het interesseerde me weinig. Ik bood haar nog een biertje aan om wat leed dat ik haar toen had berokkend af te kopen en ging verder met mijn eigen leven. Ik besefte dat zelfs de liefde vergankelijk is. Ik voelde me eenzaam. Later stond ik in een hoekje van een kroeg nog wat biertjes weg te werken, het verlaten gevoel bleef. Ik duwde mezelf naar huis en ging naast mijn vriendin liggen. Ik twijfelde of ik wel een arm om haar heen moest slaan. Zou ik ook haar niet over 7 jaar tegenkomen en niets meer weten te zeggen? Nee, mijn arm ging automatisch. Vasthoudend in het geloof dat er toch wel iets blijvend is.
Bemmel
Lezers, het was me een genoegen deze week. Blij dat ik vrij veel (primaire) reacties losgemaakt heb. Inhoudelijke reacties bleven jammer genoeg veelal uit. Alleen een scheldwoord neerzetten vind ik een reactie beneden peil. Mensen die mijn stukjes te letterlijk nemen en geen gevoel voor humor of cynisme hebben zijn ook niet mijn publiek. Het stukje ‘ziek melden’ gaf veel stof tot discussie, geweldig, dat is wat je wilt los maken als je een stukje schrijft. De bedoeling (in samenspraak met Luna) was om een mannelijke tegenhanger te geven van haar dagelijkse stukjes op deze site. Aan de reacties van de mannen en vrouwen te zien (tenminste als de vvdster een, waarschijnlijk hockeyende vrouw is) is dit aardig gelukt. Bedankt voor alle leuke reacties!! Misschien tot een volgende keer.
groeten Bemmel
GASTLOG: EEN STRING PAST NIET OVERAL IN
De string heeft sinds een paar jaar een groot marktaandeel onder de onderstukjes van de bikini. En terecht. Alles moet bloter en vrouwenbillen mogen best lekker bruin zijn. Tel daarbij het idee dat er maar een dun stukje stof door de bilnaad loopt en het mannenoog is al snel geprikkeld. Toch zijn er ook grenzen aan de string, grenzen die ik graag wil zien. Kijk, een string is maar een klein stukje textiel. Dit houdt in dat er enige verhouding moet zijn met het vlees waar hij doorheen geregen is. Steeds vaker zie ik vrouwen met een enorme achtergevel, ben ik geen liefhebber van, maar goed, de Nederlandse vrouwenheup heeft de neiging om nogal uit te dijen. Het lijkt alleen of je daar tegenwoordig trots op mag zijn. Zelfs zo trots dat een string op een overvol strand geen taboe meer is. Althans je gaat er van uit dat er ergens een string moet zitten. Alsof je een rollade koopt waar je het touwtje niet van ziet. Nee, zo is het niet bedoeld. Het dragen van een string moet aan bepaalde voorwaarden voldoen. Allereerst; het driehoekje van de string moet zichtbaar zijn. Ten tweede; daaronder moet de string subtiel verdwijnen in een paar zachte vrouwenbillen. Als laatste; een mannenhand moet er in één beweging onder kunnen komen, waardoor de stof zich meteen losmaakt van de huid, hiervoor hoeft niets opzij geschoven te worden. Wanneer aan één of meer van deze voorwaarden niet voldaan wordt voegt het dragen van dit kledingstuk niets bij aan het welzijn van de man en moet dus verboden worden. Het lijkt me dan ook zinvol om boven maat 38 alle strings uit de winkels te halen.
GASTLOG: KLAAGBESEF
Om nog een beetje indruk te maken op de paar vrienden die we hebben, moesten we dit jaar iets anders verzinnen. Frankrijk, Spanje of Italië, op een beetje verjaardag kun je daar niet meer mee aan komen. Dus de atlas erbij en daar was het. Roemenië. We stapten het vliegtuig uit en bevonden ons in de sauna die Boekarest heet. Een stad die ik alleen kende van de topografieles en dan vooral omdat het zo lastig was om het onderscheid te maken met de hoofdstad van Hongarije. Bij de eerste geldwissel waren we meteen miljonair. Eén euro is toch al snel 33.000 Roemeense Lei. Snel viel op dat de mensen hier niet leven in hoge welvaart. De eerste kennismaking met onze latere Roemeense vriend, leerde ons dat de val van het communisme wel geestelijke vrijheid, maar zeker geen financiële vrijheid gebracht had. Hard werken voor zeer weinig geld is alles wat overgebleven is. Tachtig uur werken voor € 100,- per maand, zelfs voor hoogopgeleiden, is in Roemenië heel gewoon. Op dat moment besef je heel erg hoe goed wij het hier in Nederland hebben. Ik begon me dan ook af te vragen waarom wij toch altijd zo klagen. Kijk, dat de trein in Nederland af en toe 10 minuten vertraging heeft is heel vervelend, maar in Roemenië mag je bij een beetje treinreis toch zo maar gratis een uur optellen. Ik moest denken aan een klacht die Amsterdamse binnenstadbewoners hadden ingediend bij de gemeente. Volgens hen leidde het fietsen op de nieuwe steentjes van de Dam tot zeer ernstige rugklachten. Beroepsklagers met te veel tijd, dacht ik bij mezelf. Welvaart leidt tot verveling en verveling tot klagen. Voor deze notoire beroepsklagers heb ik dan ook een goede tip. Ga een jaar in Roemenië wonen, genoeg te klagen. Smerig water, slecht eten, kapotte treinen, corruptie, lege supermarkten en zeer slecht betegelde straten. Een echte klager kan zich hier uitstekend vermaken. O ja, 1 tip, kom niet in aanraking met de bevolking. Wanneer zij over hun leven gaan vertellen loopt u het risico om de wil tot klagen kwijt te raken.
GASTLOG: ZIEK MELDEN
Je ligt al een uur wakker. Te wachten op het tijdstip dat je kunt bellen. Trillend pak je de telefoon en probeert met je ziekste stem de andere kant van de lijn te overtuigen dat je echt ziek bent. Hoofdpijn, buikpijn, overgeven (kan zeker niet ontbreken), kortom een flinke griep. Zelf weet je beter. Je kon het vannacht niet voor elkaar krijgen om te stoppen. Had jezelf voor genomen om tegen twaalven op te stappen, nog een nachtje van 7 uur te maken en dan maar een beetje brak op het werk te zitten. Maar ja, toen werd het net gezellig. En dan komt dat onvermijdelijke punt. Het loslaten. Het hele idee dat je vroeg op moet, dat je verantwoordelijk moet zijn, dat je het niet kunt maken enzovoort, enzovoort. Andere gedachten worden sterker. Mooie excuses als; je leeft maar 1 keer, ik moet nog 40 jaar werken en ik ben al een tijd niet ziek geweest, geven de rust om toch te genieten van deze uitzonderlijk leuke avond. Je slaat volledig door. Het wordt 3 uur, 4 uur en tegen de klok van 5 lig je eindelijk op je kussen. Teveel gedronken, wetende dat je de dag van morgen aan je voorbij moet laten gaan. Het schuldgevoel begint. Je ziet jezelf als karakterloos, ongedisciplineerd en vraagt jezelf af wanneer je toch eens volwassen wordt. Misschien wel nooit denk je bij jezelf. Als het telefoontje gepleegd is val je in een diepe slaap, slaap die je hard nodig hebt. In de middag word je wakker in een vreemde wereld. Voor je gevoel hoor je te werken, maar je vindt jezelf thuis. Een stevig ontbijt, een paracetamolletje, een krantje, de krachten komen terug. s Avonds zit je op de bank, eigenlijk wel uitgerust. Zin om weer de stad in te gaan. Lachend laat je deze gedachten overwaaien. De dag erna vragen collegas of je weer een beetje opgeknapt bent. Je perst er een fout hoestje uit: Nou, een beetje zwakjes nog. Snel vlucht je weer in de routine van elke dag. Nagenietend van die avond en nacht die je toch maar weer even meegepakt hebt. Met als bonus die heerlijke vrije dag.
GASTLOG: PIZZATERREUR
Wanneer je een tijd in Amsterdam woont mag je jezelf niet meer druk maken over wat er allemaal op de openbare weg gebeurt. Je kunt maar beter rekening houden met de andere weggebruikers dan jezelf frustraties bezorgen. Dit alles in het belang van de eigen veiligheid. Voorrang hebben in Amsterdam bestaat niet, je kunt hoogstens af en toe voorrang krijgen. Een taxi betekent stoppen. Een tram betekent terugtrekken en een groen voetgangerslicht betekent dat je een redelijk percentage hebt om veilig de overkant te bereiken. Dit moet je niet willen veranderen, dit is een kwestie van accepteren. Sommige mensen gaan echter te ver, namelijk de pizzakoeriers. Iedereen kent ze, de knetterende brommertjes met de vierkante magnetrons op de bagagedragers. Waar ze vandaan komen is mij een raadsel, maar elke keer bezorgen ze mij doodsangsten. Ze gaan altijd net voor me langs, net achter me langs en scheuren niets ontziend zeer drukke kruispunten over. Kamikaze-piloten van de bovenste plank. Een poging om het te gedogen mislukt elke keer, omdat mijn zenuwstelsel ook zijn grenzen heeft. Zo kwam ik laatst thuis en zat te trillen op de bank. Twee keer was ik bruut afgesneden en vervolgens zag ik hoe hij bijna onder een grote Albert Heyn-vrachtwagen, die gelukkig ook op de kleine weggebruikers let, geplet werd. Ik had een half uur nodig om weer tot rust te komen. Mijn vriendin kwam thuis en vroeg of ik even boodschappen wilde doen. Ik zei dat ik de deur echt niet meer uit ging. Dan regel ik wel wat, zei ze. Ze pakte de telefoon en voor ik wist wat er gebeurde, had zij al besteld. En een beetje snel graag, hoorde ik haar nog zeggen.
GASTLOG: TEPELSTAND
Ik ben een borstenliefhebber. Borsten prikkelen mijn zintuigen. Op straat kan ik een licht opgewonden gevoel krijgen, als ik een strak gespannen truitje voorbij zie komen of een goed decolleté, waarbij de contouren van de borsten al hoog op de borstkas zichtbaar zijn. Heerlijk. Niet de grootte van de borsten is belangrijk, maar de vorm en de stevigheid en natuurlijk niet te vergeten de tepel. Zo snelde ik mij pas geleden naar de winkel om de nieuwe Playboy te halen. Wat ik voor de rest van Katja Schuurman vind is in deze niet zo belangrijk, maar ik ben al jaren benieuwd of het terecht is dat ik altijd roep dat zij toch wel hele lekkere borsten heeft. Goed gevuld, stevig en ze lijken vrij natuurlijk. Des te groter was de teleurstelling. Waar vrienden mij al voor gewaarschuwd hadden bleek waarheid te zijn. De borsten zijn niet echt. Aan de onderkant zijn behoorlijke siliconen ingebracht. Niet eens zo heel slecht gedaan. Geen onnodige bobbels of rimpels en de ronding is bijna perfect. Helaas doet zich ook bij haar het onvermijdelijke probleem voor. De tepelstand. Staat bij een onbewerkte borst de tepel in het midden (lees: het zwaartepunt) van de borst, bij een onderin ingebracht implantaat verhuist de tepel ineens naar de bovenkant. En dan gaat de tepel een eenzaam bestaan leiden. Het lijkt alsof hij niet meer bij de ronding van de borst hoort, maar puur een aan- en uitknopje is geworden voor het gehele bovenlijf. Zonde, zonde, zonde. Katja heeft bij deze afgedaan. Haar strakke truitjes hebben geen zin meer. De hoog ingezette gleuf heeft geen fantasiewaarde meer voor mij. Ik blijf het beeld voor me zien van zwervende tepels. Hoewel de medische wetenschap een hoog peil heeft bereikt, zie ik hier voor de plastische chirurgie nog een schone taak weggelegd. De implantaten zien er steeds beter uit, maar de tepelstand lijkt nog nergens op.