web analytics

Maandelijks archief juni 2005

P. EN LUNA BESTRIJDEN EEN TELEFOONTERRORIST

Het is 20.30 en P. ik hebben ons net gesetteld op de bank, in afwachting van ‘Finding Forrester’; een fijn filmdrama met Sean Connery. Dan gaat de telefoon. Daar hadden we nu net niet op gerekend. We kijken elkaar aan. De telefoon gaat nog een keer. “Ik neem niet op hoor”, zeg ik. “Ah, meisje, jij zit er dichterbij”, zegt P. “Als het belangrijk is dan bellen ze wel terug. Ik ga film kijken”, vind ik. “Zucht”, zucht P. en hij hijst zich van de bank om de telefoon toch maar op te nemen. “Met P.”, zegt P. en daarna blijft het even stil. Ik kijk opzij en zie P. een beetje moeilijk kijken. “Wie is het? Wie is het?”, fluister ik. Hij haalt z’n schouders op. “Volgens mij is dit een grap? Of niet?”, vraagt P. door de telefoon. Hij fronst. “Nee, als dit geen grap is dan ben ik niet geïnteresseerd”, zegt hij. Dan begint hij te lachen. “Nee, volgens mij is dit een grap. Ben jij het F.?”, vraagt hij. “Nee, dit moet wel een grap zijn”, lacht P. weer, “dit klinkt echt niet serieus.” “Wat? Wat? Wat?”, fluister ik weer. “Hier, moet je horen wat een rare stem”, zegt P. en hij duwt de telefoon in mijn hand. “Hallo, met Luna”, zeg ik tegen de onbekende. “Goedenavond, je spreekt met die en die van het Algemeen Dagblad”, zegt een jongen met een vreselijk nasale stem. Een soort mannelijke versie van Fran Drescher uit ‘The Nanny’. Ik barst in lachen uit. “Nee joh, dit is echt”, zeg ik tegen P. met de telefoon nog bij m’n mond. Daarna krijgen we de slappe lach. Want op een callcenter werken met zo’n rare stem, dat is natuurlijk eigenlijk heel zielig. Dat is pure tragiek! Haha! Dat die jongen überhaupt is aangenomen! Haha! Dan besef ik dat de jongen met de nasale stem waarschijnlijk nog steeds aan de lijn hangt. Dat is nog veel zieliger! Haha! Snel druk ik op het uit-knopje van de telefoon. “Zo”, lacht P., “die belt nooit meer terug.”

26

NOG DEPRESSIEVER

‘De grote desilllusie van het volwassen bestaan; het besef dat de legendarische zin ‘het komt allemaal wel goed’, onzin is. De pijn dat je daar niet meer in kun geloven, omdat je weet dat het niet goed komt.’
Uit; promotiepraatje voor Club Rodeo.

7

LUNA’S EERSTE DAG

Gisteren zou de eerste dag van de rest van nieuwe leven worden! Ik zou gaan wassen en ik zou die was er ook uithalen en ophangen. Ik zou gaan strijken, ik zou met alle liefde de afwasmachine in- en uitruimen. Ik zou het allemaal helemaal anders gaan doen! Ik zou doordeweeks niet meer drinken! Ik zou me als een verantwoordelijke volwassene gaan gedragen. De datum 8 juni zou mijn persoonlijke 1 januari worden! Maar de zon scheen. En daar moest ik tussendoor natuurlijk wel even gebruik van maken. Dus richting ex S. om te lunchen. “Nee, maar we gaan niet naar een restaurant”, zeiden we tegen elkaar, “nee, we gaan lekkere broodjes halen en die dan zelf smeren. En dan gaan we op het dakterras zitten!” Wij vonden onszelf verdomde inventief! En een half uurtje later aten wij dan ook verse broodjes op zijn dakterras. “Roseetje erbij Luun?”, vroeg ex S. terwijl hij al 2 glazen had volgeschonken. “Lekker”, zei ik en was mijn goede voornemens ineens vergeten. De zon was lekker en de rosé nog lekkerder dus ex S. en ik hadden eigenlijk niets te klagen. Maar dat deden we toch, want klagen helpt. “Dat het 3 halen 2 betalen was met die rosé wil niet zeggen dat we ze ook alle drie op moeten drinken”, vond ik. Maar toen was fles 3 al open en kreeg ik een telefoontje van vriendin M.: “We zouden vandaag toch even vergaderen?” “Oh ja! Bijna vergeten. Kom maar hiernaartoe”, zei ik, “maar dan moet je wel een fles rosé meenemen.” En nadat vriendin M. ook arriveerde op het dakterras moet ergens mijn licht zijn uitgegaan. En dat licht begint nu pas weer een beetje lafjes te schijnen. Heel laf. Kreeg net een mailtje van vriendin M.” ‘Hey Loen, je was erg grappig op je fiets, weet je nog dat je dat heuveltje niet opkwam en daardoor door een soort brommobiel werd aangereden?’ Nou, nee, daar weet ik dus helemaal niets meer van. En ook na heel hard nadenken komt er geen herinnering van een brommobiel bovendrijven. Misschien dat 9 juni een betere eerste dag is voor de rest van mijn leven.

20

LUNA EN NOG EEN DIDDL-EXPERIENCE

De Diddl-cadeautjes die ik gisteren aan nichtje M. gaf vielen niet zomaar in de smaak, nee, ze vloog me om de hals om me te bedanken. Een heb-je-je-tante-al-bedankt-waarschuwing was helemaal niet nodig, nee, dit was een volledig oprecht bedankje. Bij meisjes van 9 merk je het verschil tussen een oprecht en een aangeleerd bedankje gelukkig nog. En niet alleen nichtje M. was onder de indruk, ook de rest van de aanwezige meisjes vond het een hele prestatie dat een volwassene precies de juiste coole Diddl-spullen uit het schap had weten te bemachtigen. “Wow, het nieuwste Kaasblad”, zei eentje. “Wow, een etui met Diddl, Diddlina en Galupy”, zei een ander. “Kunnen jullie mij misschien even uitleggen hoe dat zit met die Diddl?”, vroeg ik. Nou, dat wilden ze wel. Mappen werden erbij gehaald en 3 blonde meisjes gingen er eens goed voor zitten. Tante Luna kreeg een wijntje en de meisjes een glas ranja. En alle vier een zakje chips. In 2 uur ben ik door de meisjes volledig op de hoogte gebracht van alles wat met Diddl te maken heeft. Ik weet precies wat er te koop is, welke karaktertjes het leukste zijn, welk meisje welke spulletjes heeft en welke spulletjes welk meisje nog wil hebben. “Maar de Troetelbeertjes, wat vinden jullie daarvan?”, vroeg ik. Naar mij staarden 3 paar grote meisjesogen. “En My Little Pony? Die dan?”, vroeg ik. Die kenden ze wel, maar die vonden ze stom. Ik voelde mij ineens heel erg 20 jaar ouder. “Eigenlijk is Diddl alweer bijna uit”, zei 1 van de meisjes. “Maar ik zit er net in”, zei ik. “Ik ga nu WINX sparen”, zei ze en ze vertelde uitgebreid over feeën en heksen en stickers en albums. “WINX klinkt inderdaad een stuk cooler dan Diddl”, zei ik. Toen 1 van de moeders het groepje meisjes en mij langsliep, zei ze: “Zo Luna, volgens mij ben jij je roeping misgelopen.” En ik weet nu nog niet of ze daarmee ‘moeder’ of ‘schooljuf’ bedoelde.

26

LUNA EN EEN DIDDL-EXPERIENCE

Nichtje M. is jarig vandaag. En als je jarig bent dan hoor je cadeautjes te krijgen. Maar wat te geven aan een meisje van 9? Moeilijk. “Ze is gek van Diddl”, zei P.’s zus B. gisteren. “Eh, Diddl?”, vroeg ik. Was een muis. En van die muis waren allerlei leuke hebbedingetjes te koop. Kaarten en papiertjes die je kon sparen in bewaarmappen. En die muis had ook allerlei vriendjes en vriendinnetje. Ik had er nog nooit van gehoord en ik voelde mij even compleet out of touch met de hedendaagse jeugdcultuur. Maar de Diddl-merchandising bevond zich in filialen van de Expo, volgens zus B., dus ik toog gisteren naar de Expo in de Kalverstraat. Regelmatig heb ik mij op zaterdagmiddagen in de Kalverstraat afgevraagd waar alle kinderen waren gebleven. Overal tieners, twintigers, toeristen en schuifelende bejaarden die mij het winkelen moeilijk maken, maar nergens een kind te zien. Sinds gisteren weet ik het antwoord. Al die kinderen bevinden zich in de Expo op de Kalverstraat. Of eigenlijk; al die kinderen bevinden zich in de Expo op de Kalverstraat voor het schap met de Diddl-spullen. Ik dacht even dat ik gek werd. Overal meisjes met een hebberige blik in hun ogen en graaiende vingertjes in de schappen: “Mamma, mag ik dit? Mamma, mag ik dan deze?” Het was de hel. Tranen van groot verdriet bij een meisje dat van haar moeder iets van € 5,- mocht uitzoeken, maar met een pluche muis in haar handen liep die € 9,95 kostte. Ik overwoog een cadeaubon. Ik trok dit niet. Zo kon God het leven niet bedoeld hebben. Ik duwde 2 kibbelende meisjes opzij ik trok links en rechts wat roze spullen met een muis uit het schap en ik manoeuvreerde me richting de kassa’s. Adem in. Adem uit. “Zitten er cadeautjes bij?’, vroeg een jochie van hooguit 15 me ongeïnteresseerd. Ik keek hem opgefokt aan en bedacht me dat dit misschien wel eens de meest incompetente inpakker van Nederland kon zijn. En ik wilde weg. En heel snel! “Nee”, zei ik, “laat maar, dat doe ik zelf wel.” Volgend jaar krijgt nichtje M. een boekenbon.
www.diddl.nl

34

LUNA ZUCHT EN STEUNT

Ik ben al 2 dagen, al weken, misschien wel maanden, en zoals ik me nu voel lijkt het wel m’n hele leven, in een hangstemming. Een ik-verveel-me-stemming. Zo’n stemming waarbij ik de hele dag denk; was ik maar in bed gebleven, dan hoefde ik me nu ook niet schuldig te voelen dat ik het bed niet heb opgemaakt. Ik doe alleen het hoognodige en zelfs dat kost me dan ook de hoognodige moeite. Niet dat ik de energie niet heb. Ik heb er gewoon geen zin in. Want ik heb juist genoeg te doen. Ik zou de slaapkamervloer af kunnen verven, of beginnen aan de vloer in het kantoor en de administratie ligt al maanden te wachten. En er moeten minstens 10 wassen gedraaid worden, maar zolang ik nog genoeg slipjes heb om aan te trekken krijg ik het niet voor elkaar om die machine aan te zetten. Nou ja, dat aanzetten, dat lukt nog wel, dat doe ik zelfs elke dag. Maar dat ophangen, daar begin ik niet aan. Ik word al depressief als ik dénk aan het vasthouden van een wasknijper, dus het daadwerkelijk vasthouden van zo’n wasknijper zit er voorlopig niet in. “Die was die erin zit kun je weggooien, die is gaan schimmelen”, zei m’n moeder. “Echt niet, die is superschoon, want ik heb ‘m al 10 keer gedraaid”, zei ik. Ik zou kunnen gaan wandelen, naar de bioscoop kunnen gaan, iemand kunnen bellen of een boek kunnen lezen. Maar daar heb ik nu allemaal geen zin in. “Dan maak je maar zin”, zei m’n moeder. Maar het lukt me niet om zin te maken. En ik heb er trouwens ook geen zin in om zin te maken. Met alle moeite van de wereld sleepte ik me naar de supermarkt en weer terug. Om er thuis achter te komen dat die boodschappen ingeruimd moesten worden en dat ik daar al helemaal geen zin in had. Ik ga de wasmachine nog maar een keertje laten draaien.

44