web analytics

LUNA’S DAGBOEKEN

Vanaf dat ik kon schrijven heb ik een dagboek gehad, zodat ik nu ongeveer een stapel van een meter hoog met schriften, papieren, gedichten en andersoortige schrijfsels heb. Tastbaar. Daar hou ik van. Ik vind het heerlijk om dagboeken van vroeger door te lezen. Zo schreef ik op 21 mei 1985: “A. krijgt straks haar poesje, ze noemt het Patroesca. Dat vind ik een stomme naam. Straks ga ik even kijken. Ik ga nu poppetjes van wc-rolletjes maken.” Of op 1 december 1986: “Maartje, mijn duif, heeft 2 eieren gelegd, maar die hebben we omgewisseld, want anders gaan ze dood. We eten vandaag erwtensoep. Het is al een beetje donker buiten. Ik ruik de erwtensoep al.” Als ik die stukjes lees, dan zit ik weer op mijn kamertje van vroeger te schrijven. Heel netjes, want anders moest het opnieuw. Het leven leek zo simpel, zo heerlijk naïef. Ik maakte me druk om hoe laat ik op mocht blijven die avond, of ik buiten zou mogen spelen op zondag of wat voor cijfer ik zou hebben voor biologie. Mijn zorgen van nu bestaan uit hypotheken, werk, verzekeringen, belastingen en een weggelopen kat. Het is koud buiten en het regent. Ik zou willen dat ik bij m’n ouders thuis in m’n rode dagboekje aan het schrijven was. M’n vader zou warme chocomel maken en als ik lief was zou hij zelfs slagroom voor me kloppen. Ik zou naar de kerstboom kijken en schrijven: “Ik heb net met mamma de kerstboom versierd en pappa tilde me op, zodat ik de piek bovenop kon zetten.” Je ouders dragen je een stukje in het leven, maar de rest moet je zelf doen.

22

LUNA IS GANDHI KWIJT

Ik heb 3 dagen bij P. geslapen. Buurman M. heeft voor m’n katten gezorgd, alleen heeft hij Gandhi deze dagen niet gesignaleerd. Ik ben al de hele dag thuis en hij is er nu nog niet. Hij komt ook niet als ik met een lepel op een blikje kattenvoer sta te tikken op het balkon. Hij is wel vaker een tijdje weggeweest, maar zo lang als dit nog nooit. Skinner is wel thuis en ligt op m’n schoot. Die is 2 jaar geleden wel eens een week kwijt geweest. Groot verdriet, want Skinner was het liefste wat ik had. In die week kwamen mijn ouders een dagje naar Amsterdam en ze wisten niet hoe mij te troosten. “We gaan wel naar het asiel om een nieuwe kat voor je te halen”, zei mijn moeder. Ik wilde niet, maar ik moest mee. In een klein hokje zat een kat, precies dezelfde als Skinner, maar dan in het bruin. Hij wilde mee, hij gaf kopjes tegen de tralies van z’n kooitje. “Die is wel lief”, zei ik tegen het meisje van het asiel. Het meisje stopte de kat in het oude draagbakje van Skinner en mijn moeder betaalde 150,-. Ik noemde ‘m Gandhi en hij sliep de eerste nacht onder mijn bed. Het was raar, een vreemde kat in huis, maar de tweede nacht lag Gandhi gezellig tegen mijn buik in bed. Midden in de nacht hoorde ik luid gemiauw op het balkon. Skinner was weer thuis en na een blikje en wat water uit de kraan kwam hij zoals altijd weer op m’n kussen liggen. Ik had ineens twee katten en kon m’n geluk niet op! Ik ben gewoon helemaal verliefd op mijn mannetjes en Gandhi moet snel terugkomen, want ik ben hartstikke ongerust.

32

LUNA IS HELEMAAL KAPOT

Zo. Ik heb me nog nooit, helemaal nog nooit, in mijn leven zo ontzettend lichamelijk kapot gevoeld. Luna voelt spieren die ze nog nooit heeft gevoeld. Ik heb rsi in mijn hele lichaam. Spierpijn in mijn polsen, ellebogen en spierballen van het tasjes vullen met Foxy’s en het tasjes uitdelen met Foxy’s. Spierpijn in de rest van mijn lichaam door het staan en lopen op hoge hakken. Zelfs spierpijn in mijn kaken van het lachen. Ik heb zo vaak: “Wilt u misschien een Foxy”, gezegd, dat ik zeker weet dat ik daar straks over ga dromen. Ik heb gewoon pijn in mijn keel van het uitspreken van het woord ‘Foxy’. Ik kan geen Foxy meer zien. Ik heb drie dagen geleefd op tosti’s en blikjes Red Bull. Ik heb dingen gezien die mijn ogen eigenlijk niet konden verdragen; mannen compleet in zwart plastic, die alleen door twee kleine neusgaatjes konden ademen, transseksuelen die met hun benen wijd gingen liggen voor de Foxy-fotograaf en mannen met enge zilveren dingen in hun pik. Ik ben kapot, maar ik heb ook genoten van de diversiteit aan mensen. Niemand is gelijk en het feit dat zowel prachtige, lekkere meisjes als rare types naakt gingen voor de Foxy-fotograaf vond ik mooi. Het Amsterdamse publiek was eigenlijk behoorlijk blasé; die hadden alles al gezien. Sommigen vonden het zelfs ‘leuk’ om respectloze opmerkingen te maken. Maar het mechanisme ‘een glimlach geven, dan krijg je ook een glimlach terug’ werkte goed. Een Kamasutra-beurs is helemaal niet geil of spannend voor de medewerkers. Het is keihard werken. Maar wel bijzonder.

19

LUNA IS KAPOT

Vandaag was de tweede dag van de Kamasutrabeurs in Amsterdam. Ik ben kapot. Ik heb gisteren van 10.00 tot 0.00 gewerkt en vandaag van 13.00 tot 0.00. En morgen moet ik weer. Ik ben echt kapot. Mijn voeten, knieën, enkels en bovenbenen doen pijn, van het rondlopen op hoge hakken. En de hele dag met een glimlach op je gezicht tasjes met een FOXY uitdelen is trouwens ook erg vermoeiend. Vandaag was de jellyfight, oftewel twee worstelende lekkere wijven in een kinderbadje met 800 liter geleipudding. Die geleipudding zit nu nog in mijn haar. Ook op mijn armen en benen trouwens. Ranzig, maar het ‘gevecht’ was erg leuk om te zien. Gisteren zijn we met de FOXY-meisjes na de beurs nog uitgeweest in de Powerzone. Daar zou namelijk een ‘erotic night’ zijn en wij waren uitgenodigd. Ik was daar al snel weer weg. Er was namelijk niets erotisch aan. Ik verwachte naakt, geile wijven en travestieten, nogmaals naakt, geile wijven en travestieten en in die volgorde. Ik kreeg; Arno Kolenbrander. Een omlaag gevallen musicalster. Die stond voor een ongeïnteresseerd publiek liedjes van Jodi Bernal te zingen. Dat was heel zielig. De organisatie van deze ‘erotic night’ vroeg nog of collega M. en ik hem wilden interviewen, maar dat wilden we niet. Ook probeerden ze op deze ‘erotic night’ een of ander familiespel te verkopen; een spel om de euro een beetje onder de knie te krijgen. Dit familiespel werd natuurlijk door niemand gekocht, want er was ook niemand. Het was een sneu feest dus. Ik ga nu in bad en zet een fles wijn naast me neer. Ik wil wat ik deze dagen heb meegemaakt zo snel mogelijk weer vergeten en daar is veel alcohol voor nodig. Morgen sta ik er weer. Gezellig.

14

DE RINGEN VAN LUNA

Ik kwam net mijn oude ringen weer tegen. De ringen die ik van mijn exen kreeg. Ik heb er 4 aan elkaar geknoopt door een blauw lint (zie foto). Dus 4 exen en 4 ringen. En 1 ring om mijn vinger, die van P. natuurlijk. Om de een of andere vage, romantische reden hecht ik waarde aan een ring. Mijn eerste vriendje J. en ik gingen samen een vriendschapsring uitzoeken bij een juwelier. Ik was 14 en hij 3 jaar ouder. Mijn tweede ring kocht ik samen met R., ook bij een juwelier. We waren allebei 17, denk ik. Mijn derde vriendje M. wilde geen ring om, maar kocht er wel eentje voor mij toen ik 20 werd, want dat wilde ik graag. Met mijn drie eerste liefdes heb ik een relatie van 2 jaar of langer gehad. Mijn vierde liefde E. duurde maar even, maar die was zo heftig en intens dat hij wel een ring voor me kocht. “Zomaar”, zei hij. Met liefde en trots heb ik hem gedragen, tot hij ‘manisch depressief’ ging doen en hij met veel verdriet vertelde dat hij me niet meer wilde zien, omdat hij me niet gelukkig kon maken. De ring die ik nu draag heeft met mijn relatie met P. te maken. ‘HOPE’ staat op deze ring. Deze ring heb ik niet van P. gekregen, maar heb ik zelf gekocht. Toen P. en ik het moeilijk hadden, vorig jaar, zag ik deze ring liggen in een etalage. Hij was te duur, maar ik moest hem hebben, zodat ik altijd moest blijven hopen op betere tijden. Dat is gelukt. Ik vind hoop iets moois. Misschien wel het mooiste dat een mens kan doen; hopen op beter, anders, morgen of ooit. Ik hoop nu dat deze ring nooit bij de andere 4 terecht zal komen. Tussen het blauwe lint. Ik hoop dat ik bij P. blijf. En hij bij mij.

17

5 RINGEN

5

LUNA ONTMOET KAPPER PASQUALE

Vandaag zat ik binnen bij de bekendste herenkapper van Amsterdam: Pasquale Capone. Hij heeft een mini-kapsalon in de Begijnensteeg. Ik had nog nooit van hem gehoord en kwam puur toevallig langs zijn zaak. Ik bekeek de uitvergrote krantenknipsels en foto’s in zijn etalage tot het mannetje dat op de foto’s stond op het raam tikte en gebaarde dat ik naar binnen moest komen. Ik deed de deur open en werd hartelijk ontvangen door Pasquale. Pasquale bleek een echte Italiaan, want hij overlaadde me met complimentjes. “Je bent een klassieke schoonheid, zo’n mooie blanke huid, prachtig! En die tanden! Ies mooi, ies mooi”, zei Pasquale en hij gaf me een zoen. “Ga zitten”, zei hij dwingend. Hij rende meteen naar achter om een espresso voor mij en zijn klant te halen. Zijn kapperszaak leek wel een museum. Overal krantenknipsels, plakboeken en foto’s. Allemaal over hem natuurlijk. En over zijn klanten, want hij heeft heel wat bekende Nederlanders over de vloer gehad. De man was vroeger een echte beroemdheid in Amsterdam. Nu leek hij vooral een herhaling van zichzelf. Hij probeerde mij zijn levensfilosofieën uit te leggen, maar ik kon hem amper verstaan, want hij praatte snel en met een zwaar Italiaans accent. Hij was dan wel bijna 70, hij voelde zich niet te oud om mij een beetje te versieren, want tijdens zijn monoloog kwam hij steeds even naar me toe om over m’n arm te wrijven of over m’n haren. “Jij maakt dat ik me jong voel, ga je vanavond mee uit eten, met champagne?” vroeg Pasquale en kwam dichtbij me staan. “Eh, nee, ik moet echt weg, sorry”, mompelde ik. Ik gaf hem een zoen en bedankte voor de heerlijke espresso. Ik hou niet van mannen die alleen maar over zichzelf praten.

15

LUNA & BEN

Gisteren heb ik afscheid genomen van mijn oude mobiele telefoon. Mijn gele Pocketline Swing had ik al een jaar of vijf. Ik hou niet zo van innovatie en hij deed het nog prima, dacht ik. “Met Luna.” “ ” “Ja, hallo met Luna, sorry, ik kan niet horen wie er belt, kun je straks even terugbellen? Over 10 minuutjes stap ik de tram uit.” “ ” Daarnaast bleek zo’n beltegoed ook niet echt handig. “Sorry, beltegoed is op, ik bel je straks terug als ik thuis ben.” Een nieuw mobieltje was dus nodig. Gisteren heb ik een Nokia 3310, met een groen en een paars frontje en een tweejarig Ben-abonnement gekocht voor precies 0,76 cent! Ik hoorde een Chinees mannetje de woorden ‘WAP’, ‘stand-by’, ‘PUK’, ‘SIM-kaart’ en ‘toegangscode’ zeggen. “Ja, ja, ja, dat geloof ik allemaal wel, kan dat leuke gifgroene frontje ook op deze?” vroeg ik het mannetje. “Ja hoor, dat kan, wilt u de telefoon zelf uit het plastic halen?” vroeg hij me. “Waarom?” vroeg ik. “Nou, sommige klanten willen de mobiele telefoon zelf als eerste aanraken”, zei de Chinees. “Dat meen je niet!” zei ik. “Ik vind het zelf ook een beetje raar hoor, maar ik moet het vragen”, zei hij. “Nou, regel jij maar dat dat apparaat het doet, en snel, want ik moet P. bellen!” Tien minuutjes later liep ik door de Kalverstraat en voelde m’n nieuwe aanwist trillen in m’n zak. Het was de Chinees: “Mevrouw, ik heb u een bonnetje meegegeven dat eigenlijk in onze administratie thuishoort, kunt u die nog even terug komen brengen?” Die Chinees mocht best de eerste zijn die m’n telefoontje aanraakte, maar niet de eerste die me belde. Ik had het besmette telefoontje bijna meteen teruggebracht, maar ik moest P. nog bellen.

27

LUNA EN HET BLOEMETJE

Het is leuk om mensen af te zeiken. Heerlijk. Onder webloggers en lifeloggers is het vooral leuk om elkaar af te zeiken. En dan het liefst in elkaars reactieforum. Nu ga ik een gezellige discussie niet uit de weg, maar elkaar keihard afmaken is niet aan mij besteed. Zo vond ik het regeltje: “Luna is een hoer”, niet echt gepast in mijn reactieforum. Ook heb ik ooit: “Fuck Luna”, gelezen. Daar hou ik niet van. Daar was ik een beetje boos om. Je kan iemand ook op een nette en vriendelijke manier iets duidelijk maken. Weblogs en lifelogs zijn gratis en voor iedereen toegankelijk. Vind je ze leuk, dan moet je ze lezen, vind je er niets aan, lees ze dan niet. Heel simpel. Nu is Ramon van http://ramon123.diaryland.com een actie opgestart. Een actie om nu eens lief tegen elkaar te zijn. Hij vraagt webloggers: “Lieve webloggers van Nederland, verenigt U! Kunnen we niet gewoon weer allemaal vriendjes zijn? Plaats een bloemetje op je site!” Ramon zegt stout = fout, lief = het devies. Ja, dat gaat natuurlijk niet vanzelf, dus heb ik om zijn actie wat kracht bij te zetten net in m’n eentje een xtc-pilletje geslikt. Gewoon omdat ik toch al verslaafd ben. En inderdaad. Via www.weblogger.nl ben ik alle weblogs afgegaan. De weblogs die me normaal geen fuck konden interesseren zagen er nu een stuk leuker uit. Hartstikke interessant allemaal. Mooie plaatjes ook. En vooral het werk dat in die sites zat! Jeetje. Mijn advies aan alle webloggers, lifeloggers en internetsurfers; slik eens een pilletje. Alles ziet er een stuk beter uit.

12

NU-MAN, PART 1


copyright @ franz wilhelm 2001

29