web analytics

PENSION LUNA

Het had zo mooi kunnen zijn. Een hele zomer lang 6 katten in huis. Onze eigen 4 katten voor vast en Mickey, de kater van de zus van P., en Lao Tse, de kater van vriendin M., ter loge. Het ging al mis toen Mickey kwam. Meteen liepen Digweed en Skinner om hem heen te dralen. Checken. Zachtjes grommen. Die nacht hebben P. en ik geen oog dichtgedaan. Het hele huis zijn ze gillend doorgevlogen met z’n drieën. Dit gebeurde ook nacht 2 en nacht 3. Toen hebben we besloten dat Lao Tse ergens anders moest logeren. Zoveel katten-testosteron had dit huis niet aangekund. De dagen daarna is de rust enigszins teruggekeerd. Enigszins, want Skinner zit elke nacht als een sphinx op bed om P. en mij en de kleine Bruce te bewaken. Als Mickey ook maar naar ons kijkt dan vliegt Skinner op ‘m af, zodat wij weer wakker worden. Of ze gaan gezellig samen onder het bed zitten grommen. De slaapkamer dichtdoen heeft geen zin, want vanuit de woonkamer kunnen de katten gewoon naar beneden in de slaapkamer springen. De enige ruimte waar we Mickey op zouden kunnen sluiten is het toilet of de badkamer, maar zo’n jankende eenzame kater is ook geen pretje om bij in slaap te vallen. Nu zijn de kattengevechten irritant, maar ik zou er eventueel mee kunnen leven. Met een huis dat naar kattenpis stinkt kan ik echter niet leven. Gisteren ontdekte ik een openstaande weekendtas en de kleding die erin zat heb ik meteen weg kunnen gooien. Ondergepist. En terwijl ik nog met die tas in m’n hand sta zie ik Mickey in m’n kantoor op de vloer pissen. Smerig kutbeest. Mijn taak van vandaag zal bestaan uit het op zoek gaan naar nog meer pis-afbaken-plekken. Die kat moet weg! En snel! Maar pas over 2 weken komt P.’s zus terug uit Spanje. En daarna is het exit Pension Luna.

38

LUNA ONTVANGT CHARLIE

Normaal gesproken houd ik niet van mensen die meteen zoenen bij de eerste ontmoeting, maar bij C. denk ik dat het erbij hoort. “Hoi, ik ben Luna”,  zeg ik. “Hoi, ik ben C.”, zegt hij, en hij geeft me er 3 op de wangen. “Hoi, ik ben P.”, zegt P. en hij geeft hem een hand. “Jesus, wat een huis!”, roept C. enthousiast terwijl hij door onze huiskamer loopt. “En beneden is ook van jullie?” We laten C. beneden zien en een paar minuten later zitten we met z’n drieën aan tafel. Ondertussen eten P. en ik ons biefstukje met sperzieboontjes, want we waren net aan het eten toen C. binnenkwam. “Wat doen jullie eigenlijk?”, vraagt C. aan ons. “Ik ben copywriter”, zegt P. “Ik schrijf voor een sekstijdschrift”, zeg ik. “En wat doe je dan precies”, vraagt E. “Ik verzin concepten. Reclameconcepten”, zegt P. ietwat kortaf. “Ik schrijf over seks”, zeg ik. Ik zie dat partner P. van C. af wil. Het is een leuke kerel, maar om ons hele hebben en houden aan hem uit te leggen gaat ons allebei iets te ver. “En wonen jullie hier al lang”, vraagt C. verder. “Vorig jaar met kerst zijn we hier komen wonen, maar we zijn nogal genaaid door de aannemer”, zeg ik. Daarna vertel ik het standaardverhaal over het huis, dat we tegen iedereen ophangen die ernaar vraagt. “Het is nog lang niet af dus”, besluit ik. “Ja, maar echt, geloof me, dit is het mooiste huis dat ik ooit gezien heb, en ik kom in veel huizen in Amsterdam, neem dat maar van mij aan.” Ik geloof hem meteen. En P. ook. “Wat willen jullie eigenlijk?”, vraagt C. na een half uur. “Eh, een grammetje coke”, zeg ik. “En nu je er toch bent, doe ook maar een paar xtc-pilletjes.”

26

LUNA ZIT BARSTENSVOL FRUSTRATIE

Vannacht slikte ik de laatste anticonceptiepil die er in dit huis te vinden was en die kwam uit een halflege strip. Ik moest dus wel nieuwe halen. Dokter bellen. Een kwartier in de wacht. Ophangen. Nog een kwartier in de wacht. Dokter blijkt op vakantie. Ander nummer bellen: “Om half 2 kunt u het recept ophalen.” Ik recept halen. Niet te vinden. Zo’n 5 minuten later blijkt die ook niet bij mijn eigen dokter te hangen, maar bij een andere dokter. Zucht. Met recept naar apotheek. “U bent niet meer verzekerd”, zei een vrouwtje in een witte jas. “Hoezo niet?”, vroeg ik. Ze kon het niet uitleggen. Het was nu eenmaal zo. Zucht. Ik mocht wel € 28,05 betalen voor 6 maanden pilstrip. “Maar die kunt u declareren bij uw ziektekostenverzekering”, zei ze. Zucht. Ik weet van mezelf dat ik dat soort declaratieformulieren toch nooit invul. Te laks. Terug door de hitte naar huis. Eenmaal thuis meteen bellen met AGIS-zorgverzekeringen. Na 20 minuten krijg ik iemand aan de lijn en ik geef mijn polisnummer door. “Nee, dat nummer kennen wij hier niet hoor”, zei een donkere vrouwenstem. “Oh”, zei ik. “U bent zeker particulier verzekerd?”, vroeg ze. Dan moest ik een ander nummer hebben. “Jesus, AGIS is toch AGIS of niet?”, vroeg ik. Dat was niet zo. Bellen naar het andere nummer. Alle medewerkers waren in gesprek. Zo’n 10 minuten later kreeg ik iemand aan de lijn: “Het is momenteel erg druk, dus wij kunnen u helaas niet te woord staan. U kunt u naam en adres en polisnummer aan mij doorgeven, zodat u later wordt teruggebeld, of u kunt zelf later terugbellen.” Raar. “Ik bel zelf wel terug”, zeg ik en blijf het komende uur stug bellen, want onverzekerd rondlopen dat kan natuurlijk niet. Na een uur krijg ik een meisje aan de lijn dat me stotterend uitlegt dat ik gewoon verzekerd ben. Foutje van de apotheek. “Nee hoor, er is niks aan de hand”, zei ze. Nee, maar ik ben wel 2 uur en € 28,05 verder. En compleet opgefokt.

63

DOWNLOAD-TIP

‘On My Mind’ van Futureshock. Zomerhit van 2003. In ieder geval de mijne.

8

JURK

24

LOFZANG OP DE JURKJES

Ik doe er niet meer aan mee en ik beloof mezelf plechtig dat ik nooit meer een ‘normale’ kledingzaak binnenstap. Een paar weken geleden was ik nog zeer in mijn nopjes met mijn aangeschafte roze broek in maatje 38. Ik hield mezelf voor dat die broek elke euro van de € 79,95 waard was. En dat was ook wel een beetje zo, maar omgerekend is dat toch wel 175 piek en zoveel heb ik in de tijd-van-de-gulden nooit betaald voor een broek. Maar aangezien ik gezegend ben met een dikke reet en een slanke taille is het nogal moeilijk om passende broeken te vinden. Dus als ik er dan al eentje vind, dan moet ik die meteen in alle verkrijgbare kleuren hebben. Maar meestal zitten broeken of te strak bij m’n heupen of te los in m’n taille. Het is eigenlijk gewoon allemaal niks. En als ik dan in zo’n pashokje sta met zo’n broek die niet wil zitten, dan zou ik dolgraag degene die verantwoordelijk is voor de maatvoering in die winkel eens naar de strot willen grijpen. Gewoon willen schreeuwen dat vrouwen heupen hebben. En dat vooral Nederlandse vrouwen heupen hebben! Ik woon toch verdomme niet Italië? Maar het is afgelopen! Geen euro zullen ze meer aan mij verdienen! Ik heb vanmiddag 3 kekke jurkjes gekocht op het Waterlooplein. Superkekke jurkjes, echt vintage-jaren-60-spul, met dito jaren-60-heup-maatvoering! In ook nog eens superkekke te opvallende felgekleurde printjes. Voor maar € 5,- per stuk. En ik heb ze niet eens gepast en toch zitten ze allemaal perfect. Ik kan hier maar 1 verklaring voor vinden; vrouwen worden massaal besodemieterd door de huidige kledingindustrie. Ik doe er dus niet meer aan mee. Ik draag nooit meer een broek.

47

LUNA NAAR DE TANDARTS

Locatie; Tiel. M’n moeder en ik zijn op halfjaarlijkse tandartscontrole, maar de echte tandarts is ziek. De 2 assistentes lijken echter zeer in hun nopjes met hun tijdelijke verantwoordelijkheden; “Wij voeren vandaag de controle uit, maar als er geboord moet worden, dan moeten jullie een nieuwe afspraak maken.” Ik heb nooit gaatjes, maar de blonde assistente was vastberaden om iets te vinden bij me. Ze wou haar gezag laten blijken, ik voelde het. “Je tandvlees is een beetje ontstoken”, zei de assistente. Of ik er wel vaker last van had en met wat voor een tandenborstel ik altijd poetste. “Een medium”, zei ik, “zo’n supersonisch ding.” Was helemaal niet goed. “Je moet echt een zachte gebruiken hoor”, zei ze, “dat is veel beter voor je tandvlees. Laat eens zien hoe je poetst.” Ondertussen haalde ze een nieuwe tandenborstel uit een plastic zakje. “Wat? Dat meen je niet!”, lachte ik. Ze meende het wel en ik moest voordoen hoe ik thuis m’n tanden poetste. Lulliger dan dat kon ik er niet bij liggen. Ik voelde me weer 4, bij de tandarts die met een spiegeltje laat zien welke plekjes ik extra goed moet poetsen. M’n moeder kwam niet meer bij van het lachen. Ze pieste haast in haar broek, zei ze. “Je doet het helemaal fout”, zei de assistente bloedserieus, terwijl m’n moeder er een zakdoekje bijpakte. “Ik heb hier nog leren poetsen toen ik net kon lopen hoor!”, zei ik. “En ik ben 27 en ik heb nog geen gaatjes, dus ik zal wel iets goed doen toch?” Niet dus. Alles was fout en ik moest eigenlijk elke dag m’n tongpiercing eruit halen en met een raggertje een paar keer op en neer om de bacteriën te verwijderen. Dat verhaal hoor ik al 5 jaar bij de tandarts. “Wat een raar wijf”, zei ik lachend tegen m’n moeder toen we weer richting huis fietsten. “Ja, maar je hebt wél een tandenborstel gekregen”, zei ze, nog steeds lachend. “Ja, maar vroeger mocht ik de kleur altijd zelf uitzoeken en nu pakte ze gewoon een rode!”

15

KOEKJE VAN EIGEN DEEG

Al weken ben ik bezig om vrienden, bekenden en onbekenden kaarten en cadeautjes te sturen zonder afzender. En vandaag kreeg ik zelf een envelop met hele mooie stickertjes erop en erin. Zonder afzender. En het enige dat ik weet is dat de persoon die me dit stuurde dezelfde glitterpennen heeft als ik. Leuk!

15

MADE IN HOLLAND

Locatie; Tiel. Ik zat in de Fiat Punto van m’n vader. En het was heet. Heel heet. “Ik ben zo weer terug”, had hij gezegd. Ik keek achterom naar de winkel waarin hij was verdwenen. ‘Eurotracks’ stond er op de deur. Een hengelsportartikelenzaak. Die is vast een ‘maat-van-me’ tegengekomen en staat nu over de komende wedstrijd te ouwehoeren, dacht ik. M’n vader is sportvisser en neemt het vissen heel serieus. “Je vader is gek”, zegt m’n moeder altijd. Via de spiegel zag ik m’n vader 10 minuten later weer richting auto lopen met een paar doosjes in z’n hand. “Niet die maden in de auto”, riep ik met een vies gezicht. “Nee, pappa!” Ik herinnerde me een incident met een doosje maden, een koelkast, een niet helemaal dicht doosje, een koelkast vol maden en een gillende moeder. Ook herinnerde ik me het incident van het vergeten doosje maden en een schuur vol met vliegen. M’n moeder heeft toen een nieuwe koelkast geëist en m’n vader moest de oude koelkast in de schuur zetten. “Je bent een smeerlap”, had m’n moeder gezegd. Mijn vieze gezicht hielp vanmiddag niets, want de doosjes en plastic zakjes met maden stonden al op de achterbank van de Fiat. “Klootzak”, zei m’n vader toen hij de sleutel in het contact omdraaide. “Heeft-ie me vorig week een doosje pieren van 1 euro 60 verkocht. Zaten er maar 10 pieren in! Zit ik aan de waterkant, heb ik niet genoeg pieren bij me!!!! Klootzak.” “En nu?”, vroeg ik. “Nu heb ik 5 doosjes gratis van ‘m meegekregen”, zei hij. “Terecht”, zei ik. Toen m’n vader even niet keek heb ik snel een handje maden in m’n mond gestopt en zo snel mogelijk doorgeslikt. En eenmaal terug in Amsterdam heb ik me via internet meteen opgegeven voor het komende seizoen ‘Fear Factor’. Want laat ik mezelf vooral geen burgertrut noemen.

61