web analytics

LUNA VINDT HET FENOMENABEL

Partner P. is niet van de drank. Hij houdt niet van drinken, dronken worden, alcohol en dronken mensen. Dat moet hij lekker zelf weten, zolang hij mij maar niet met zijn principes lastig valt. Want ik hou wél van een wijntje. Partner P. is daarentegen van het blowen. En ik weer niet. Ik heb het heus wel eens gedaan, een paar jaar geleden, maar ik ben er nooit in blijven hangen en ik vond het niet voor een dagelijkse herhaling vatbaar. Ik ben van de uppers, P. is van de downers. En dat wij al 7 jaar een setje zijn, mag daarom alleen al een wonder heten. Want ik, als ik een paar wijntjes op heb, wil altijd dat P. óók een wijntje neemt. “Maar meisje, dat lust ik niet”, zegt hij dan. “Ja, maar het is zo gezellig”, zeg ik dan. Of andersom. “Shut up and smoke this”, zegt hij dan, met het uiteinde van de joint al richting mijn mond, in de hoop dat ik na een paar uur ratelen eindelijk relaxt bij hem kom liggen. “Nee, daar word ik raar van in m’n hoofd”, zeg ik dan. Dus ik houd niet van coffeeshops en hij houdt niet van cafés. Maar zo af en toe moet je een beetje richting de ander stappen om je relatie gezellig te houden. Dus. Reeds. “Liefje, ik heb kaartjes voor Wim Helsen geregeld vanavond”, zei ik woensdagochtend, “een Belgische cabaretier, in de Kleine Komedie.” “En!”, beloofde ik verder, “dan gaan we eerst naar De Rokerij om de hoek, speciaal voor jou.” Vond P. wel wat. Dus gisteren zat ik in coffeeshop De Rokerij. En ik dacht; nu ik er toch ben kan ik net zo goed een paar trekjes nemen van P.’s joint. Hihi. “Het zou toch wel fenomenabel… fenomemabel… fenomeen… fenomenabel”, poogde ik. “Wat?”, vroeg P. helder. Hihi. “Fenomemabel… of fenomenamel”, zei ik, “wat is het nou?” Hihi. “Je weet het niet hè?”, vroeg hij, waarschijnlijk net zo verbaasd als ik, dat hij nu eindelijk eens meer parate kennis had van de Nederlandse taal dan ik. “Fenomenabel?”, probeerde ik. “Meisje”, lachte P., “het is fenomenaal!” “Nee,”, zei ik, “dat klinkt stom. Dat kan echt niet.” Echt wel. Echt niet. Echt wel. Echt niet. Hihi. De voorstelling van Wim Helsen was trouwens net zo fenomenabel.

13

MATADOR BRUCE


Bruce vangt een stier. Olé!!! Voor de rest van mijn atc’s; klik.

2

LUNA EN EEN OVERDOSIS

Ik kan een hoop hebben. Maar een overdosis creativiteit om me heen, en een overdosis aan ideeën in m’n hoofd, daar moet ik nog mee leren omgaan. Zo kwamen afgelopen zaterdag de creatieve dames M%n en Marloes een dagje bij mij logeren. Knippen en plakken en tekenen en schilderen. En van een hele middag, avond en nacht creatief doen en ondertussen praten over van alles, inclusief kunst, cultuur en Zen, was ik al helemaal hyper in m’n hoofd. Ideeën! Mijn hoofd klapte haast van alle ideeën. En de volgende dag kwamen er nóg meer creatieve dames over de vloer. Een kleine delegatie van ‘mijn’ ATC-Yahoo-group was naar Amsterdam afgereisd om face-to-face atc-kaartjes te ruilen. En dat is leuk! Heel leuk! Maar ook heel vermoeiend. Mijn hoofd werd nog voller dan het al was. Omdat ik zoveel dingen tussendoor zie en hoor en omdat ik dan ondertussen dingen bedenk wat ik daarmee zou kunnen doen. Dus toen zondagavond het huis weer leeg was, en enigszins stil, toen dacht ik eindelijk even de boel te kunnen structureren in m’n hoofd. Even op een rijtje. Zo een beetje van ‘en dan dit en dan dit’. En dan lijstjes maken. En kijken en overzien wat echt belangrijk is. Maar toen. Toen ik eindelijk met een gerust en relaxt hart in bed lag. Toen zag ik een documentaire op Nederland 3 over de kunstenaar Adam Neate. En daar was ik zo van onder de indruk dat ik de hele nacht niet heb kunnen slapen, omdat ik nóg voller was in m’n hoofd. Ik bedacht allemaal dingen die ik nog zou kunnen schrijven. Zou kunnen maken. Zou kunnen doen. Moest doen zelfs. Maar de volgende dag was ik zo moe van het niet slapen dat ik niets deed. En de dag daarna ging met vriend F. naar het Van Gogh-museum, naar de voorstelling Rembrandt-Caravaggio, en daarna was ik wéér zo ontzettend vol van alles. Zo vol van alles, dat alles me teveel was. Maar gisteren. Gisteren heb ik mijn overvolle hoofd enigszins kunnen forceren tot het maken van een nieuwe afdeling op deze site; www.maanisch.com/mailart. Er wordt nog aan gewerkt. Net als aan de rust in mijn hoofd.

9

MAIL ART #5


, (sent to Carolyn Pierce, USA)

3

MAIL ART #4


, (sent to Rebecca Gaber, Slovenia)

0

MAIL ART #3


, (sent to Aino Kolari, Finland)

2

MAIL ART #2


, (sent to Marco Schremmer, Germany)

0

MAIL ART #1


, (sent to Suvi Levomäki, Finland)

0

LUNA SLIKT WEL, MAAR LIEGT NIET

Vorig jaar werd mij gevraagd of ik een keertje aan tafel wilde zitten bij Sophie Hilbrand in het programma ‘Spuiten en Slikken’ van BNN. En hoewel ik me gevleid voelde, heb ik, voornamelijk omdat partner P. en vrienden mij dat adviseerden, toch ‘nee’ gezegd. Als ik nuchter ben lijkt het sowieso alsof ik strak van de coke of speed sta. Tel daar een schepje zenuwachtigheid bij op, en je hebt een live tv-optreden waar ik hoogstwaarschijnlijk met spijt op terug zal kijken. En al helemaal exit politieke carrière. Want, ook al propageert ‘Spuiten en Slikken’ iets anders, op druggebruik rust nog steeds een enorm taboe. Dat is al te merken aan de bekentenissen die de gasten aan tafel doen. Op een paar uitzonderingen na zijn het vooral bekentenissen van bekende Nederlanders in de trant van: “Ja, ik heb wel een keer een xtc-pilletje geprobeerd, maar meer dan een kwartje heb ik nooit genomen”, of: “Ik heb 1 keer een lijntje coke geprobeerd, maar ik vond er niks aan”, of: “Nee, ik ben veel te verslavingsgevoelig, ik begin er niet aan.” En ik vraag mij dan af; is dat wel zo? Is zo’n kwart-pilletje niet een iets té correct antwoord ? En is zo’n antwoord van dat ene lijntje coke ook niet iets te keurig? Het klinkt namelijk een beetje hypocriet. Want nooit iets gebruikt hebben, dat is ongeloofwaardig, maar nog steeds wel eens gebruiken, dat is weer voer voor de roddelbladen. Druggebruik blijft gewoon een taboe. Ikzelf schaam me nog steeds niet voor mijn af-en-toe-drugsgebruik. Maar dat af-en-toe-gebruiken werkt wel stigmatiserend. Er eerlijk voor uitkomen dat je wel eens wat gebruikt, zorgt gegarandeerd voor gezeik. Wat voor bekende Nederlanders betekent dat ze de komende maanden prooi zijn van zowel Privé als Story en Weekend. En wat voor mij heeft betekent dat ik, zelfs nadat ik een jaar niet heb geschreven over drugs, nog steeds bekend sta als ‘dat meisje van die drugs en die dildo’s’. Dat af-en-toe-drugs-gebruiken, dat hoort bij mij. Nu. Maar liegen, dat dus niet. Nooit. En dat hebben partner P. en mijn vrienden gelukkig heel goed ingezien. Sophie Hilbrand: “Dus Luna, jij hebt wel eens een xtc-pilletje geslikt?” Luna: “Ja, wel eens, een kwartje, maar ik vond er helemaal niets aan.” Sure.

24