web analytics

JE KAN OOK OVERDRIJVEN

Ik las gisteren Het Parool. “Hahaha, hé, P., hé, hahaha, nee wacht even”, grinnikte ik en probeerde het stukje voor te lezen. Lukte niet in 1 keer. “Nee, wacht, hahaha”, probeerde ik en nam een hap lucht, “De Partij voor de Dieren (PvdD) bepleit een verbod op het houden van mensapen. Dit naar aanleiding van de uitbraak van de gorilla Bokito in Blijdorp. (…). De PvdD wil dus dat alle mensapen uit de dierentuinen gaan verdwijnen. Want, volgens Kamerlid Esther Ouwehand zijn mensapen ‘erg gevoelig voor communicatie met mensen’. “Ze kunnen zich daarbij bedreigd voelen”, meldt zij. Zucht. Gaat die hele Partij voor de Dieren nu iedere keer als er zich een incident met een dier in de media voordoet daarvoor op de bres springen? Als er een blauwe reiger per ongeluk tussen de vermalers van een vuilniswagen terechtkomt, meteen alle vuilniswagens van de weg halen om alles aan een grondig onderzoek te onderwerpen? De tijgers die ik laatst nog op en neer zag dralen langs de tralies in Artis zagen er ook niet zo gelukkig uit. En die stokstaartjes, die staan ook maar wat te staren. Die ene ijsbeer in Artis, die laat zijn bezoekers het begrip ‘ijsberen’ in volle glorie zien. En de gieren hebben dan wel een heel groot hok, waar ze een stukje kunnen vliegen, maar echt azen op een stuk vlees, zoals een gier hoort te doen, dat cirkelen, nou, dat zit er toch echt niet in. En trouwens, de geitjes van zo’n kinderboerderij, die zullen er toch af en toe ook levensmoe van worden, van al die kindervingertjes die willen voelen? Een kinderboerderij is in mijn ogen namelijk een dierentuin in het klein. Of eigenlijk in het groot, want daar mag je wél aaien en aanraken en daar is het dus veel leuker. Voor ons. Voor ons mensen. En is een huishouden waarin Europese Kortharen, Pekineesjes, Vlaamse Reuzen, Aggapornissen en Roodwang-schildpadjes worden gehouden dan eigenlijk ook niet gewoon je eigen privé -dierentuin? Ik bedoel, misschien zijn alle ‘huisdieren’ ook wel ‘heel gevoelig voor communicatie met mensen’ maar doen ze de helft van de tijd alsof ze het allemaal wel leuk en gezellig vinden in zo’n doorzonwoning. Misschien worden huishoudens met poezen binnenkort ook wel aan de kaak gesteld door de Partij voor de Dieren. En als ik straks ook geen katten meer mag houden, nou, laten we dan godverdomme allemaal meteen maar sterven.

40

LUNA DENKT ER NOG EVEN OVER NA

Een paar weken terug stuurden P. en ik nichtje M. een brief waarin we haar uitnodigden voor een ‘feestweekend’. Een feestweekend waarin we samen zouden koken, shoppen en knutselen. Een feestweekend waarin nichtje M., die over 3 weken 11 wordt, ook al weken zin had. In roze letters met een corpsgrootte van 72 punten stuurde ze me bijna dagelijks e-mailtjes met als strekking: ‘Ik heb er zooooooooo’n zin in! Let’s party!!!!!!!!’ Ja, en zulke mailtjes leggen natuurlijk een enorme druk op m’n schouders. Want, al was nichtje M. al blij geweest met een boterham met kaas en de hele dag dvd’s kijken, nee, ik moest en zou vrijdagavond samen met haar lasagne maken. Inclusief het zelf het maken en kneden van het deeg en het daarna 20 keer door de pastamachine draaien van de lasagnebladen. En het zelf snijden van alle kruiden en groenten. En ik moest en ik zou ook zaterdag met haar gaan shoppen, want ze mocht een party-outfit voor haar verjaardag uitkiezen. Ze had van P. geld gekregen en het leek me handig haar mee te nemen naar de ultradrukke, maar wel betaalbare Kalverstraat. Kleine meisjes willen namelijk veel voor weinig. En na 7 uur non-stop kleding-shopppen kochten we ook nog allemaal bijpassende accessoires bij de Claire’s, want daar was een gigantische uitverkoop. Samen kochten we 50 accessoires voor 35 euro en bespaarden daarmee meer dan 400 euro. Toen ik uitgeput thuiskwam, maar nichtje M. nog barstte van de energie, legde ik haar het principe uit van ‘shop-till-you-drop’. En ik was toen echt wel een beetje moe. Maar ja, ik hád beloofd om samen met haar een knuffelbeest te gaan maken, en beloofd is beloofd. Dus de hele zaterdagavond knipten wij en naaiden wij. En ik ging daar de volgende ochtend weer mee verder, want de was nog niet af. En toen partner P. haar daarna mee naar de bioscoop nam en daarna naar huis, ja, toen was ik toch wel heel, heel, heel erg moe. Net als nichtje M. trouwens, die al in de auto terug naar huis lag te slapen. En al was het supergezellig en heeft nichtje M. zich ontzettend voorbeeldig gedragen. Een schatje, een liefje, een poppetje, die ook nog eens precies de juiste dingen op het juiste moment zei: “Ik vind het zo leuk dat jij mijn tante bent, want jij hebt een winkeltje op internet en je bent zo creatief.” Toch blijf ik voorlopig liever een geweldige en trotse tante, dan een gefrustreerde moeder.

17

LUNA IS ER STIL VAN


Ik ben er echt even heel stil van. Van alle reacties die ik heb gekregen op de ‘ontlurkings-actie’. Zoveel lieve reacties, van zoveel onbekenden die Maanisch.com op regelmatige basis lezen, die zorgen er toch echt wel voor dat ik met een nóg groter enthousiasme blijf loggen. Dus, al ben ik er stil van, van al die lezers, op Maanisch.com voorlopig nog geen stilte. Aan iedereen die reageerde; ontzettend bedankt. En een kus. Iedereen die onderstaand stukje wél las, maar nog steeds niet reageerde, en dat zijn er volgens mijn statistieken nog steeds véél meer dan degenen die wél reageerden; jullie ook bedankt. Bedankt voor het lezen. En ook een kus.

16

AND WHO THE FUCK ARE YOU?

Bij Zezunja las ik over de door haar en Maanzand geïntroduceerde ‘Ontlurkingsweek’. Een week waarin zij anonieme en zwijgzame webloglezers oproepen zich voor 1 keertje bekend te maken. Geinig initiatief. Ik liet het even bezinken. Aan de ene kant interesseert het me namelijk niks wie mijn lezers zijn. Ze komen maar en ze lezen maar en ze doen maar. Ze oordelen maar. Ze reageren maar. Of ze reageren niet. Ik kan er nu, na 6 jaar loggen, niet meer van wakker liggen. Maar dat ik er niet van wakker lig, wil ook weer niet zeggen dat ik volledig blasé ben. Van sommige positieve reacties word ik nog steeds helemaal blij van binnen. Woehoe! Ze vinden het een goed stukje! En ik vlieg ook nog steeds op de kast van sommige stomme of negatieve reacties: “P., die en die, die zegt dit en dat, de klootzak.” “Maar ken je die en die?”, vraagt P. dan. “Nee, natuurlijk niet, het is een lezer van Maanisch, maar dan kan het nog wel een ongelooflijke ongenuanceerde klootzak zijn!” “Maar meisje”, zegt P. dan, “het is internet, het is een vreemde, hij kent jou niet en jij kent hem niet.” Nee, ik ken de lezer niet. Maar die lezer kent mij ook alleen maar van de stukjes die ik wil publiceren. Dus. Dag lieve lezer. Op internet heet ik Luna. Maar in het dagelijks leven heet ik gewoon Chantall. Vrienden noemen me ‘Cee’, ‘Chan’ of ‘Talleke’. Sommige vrienden weten dat ik Chantall heet, maar noemen me toch ‘Luna’ of ‘Luun’. En partner P. heeft me nog nooit bij mijn naam genoemd. Behalve als ik het écht te bont heb gemaakt. Hij noemt me altijd ‘meisje’. Maar voor m’n lezers hier blijf ik liever Luna. Rest mij de vraag: who the fuck are you? Al meer dan 6 jaar schrijf ik hier. Voor honderden lezers. Soms wel duizend of meer per dag. En van al die lezers reageert maar een heel klein percentage. En dat is helemaal niet erg, maar voor 1 keertje zou ik het heel leuk vinden om te lezen wie mijn ‘lurkers’ zijn; de lezers die wel lezen, maar zich nooit mengen in de reacties. En dat is minstens 95% van de Maanisch-lezers. Dus, laat mij voor 1 keer weten wie je bent. Laat voor 1 keer weten dat je mij leest. Klik op het woordje ‘reacties’ en zeg het: “Ik lees mee.” Zeg het! Zeg het!

423

LUNA NAAR DE WORLD PRESS PHOTO

Ik heb het niet zo met foto’s. Ze doen me weinig. Op de een of andere manier lukt het me niet volledig open te staan voor dat wat een fotograaf me probeert te vertellen. Mijn reactie reikt vaak niet verder dan een: “Goh, leuk.” Of: “Mooie kleuren.” Maar meestal, en dat geldt zeker voor ‘persfoto’s’: “Jesus, wat een depressieve toestand.” Foto’s die door mezelf gemaakt zijn hebben vaak een matte interne reactie: “Goh, wat was het toen gezellig.” Of: “Goh, ik kan me deze foto niet meer herinneren, dus het zal wel gezellig geweest zijn.” Foto’s van willekeurige poezen, katers en kittens daarentegen zorgen bijna altijd wél voor een euforische reactie van mijn kant: Ah, gossie, wat een lieffie! Maar verder ben ik iemand van woorden. Een tekst kan dagen, weken, jaren, blijven hangen. Een gedicht ook. Een liedje ook. Een boek. Een songtekst. Een film ook en dat is dan niet om de beelden, maar om het verhaal zelf. Een bezoekje aan de World Press Photo 2006 stond dus niet echt bovenaan m’n lijstje. Maar omdat het gratis was met m’n museumjaarkaart én omdat vriend F. er graag naartoe wilde én omdat het maar 5 minuten lopen is vanaf m’n huis ging ik toch maar even mee. En het was in de Nieuwe Kerk precies zoals ik verwachte: Depressieve Shit Galore. Opengereten kinderlijfjes. Dood. Verderf. Ziekte. Oorlog. Verdriet. Pijn. En bij het zien van dit soort foto’s gaat meteen mijn volautomatische afsluitmechanisme aan. Ik voel niks. En niks raakt me. Want als ik alles wat ik zou horen te voelen bij dit soort leed toe zou laten, dan zou ik nu nog volledig overstuur en snakkend naar een wijntje in de Oude Kerk op de grond liggen. Van de hele World Press 2006 is me maar 1 foto écht bijgebleven en dat was een foto van Paul Nicklen met daarop een zeeluipaard met een dode pinguïn in z’n bek. Een mooie foto, maar vooral het verhaaltje erbij raakte me. Het zeeluipaard nam die dode pinguïns namelijk mee voor z’n nieuwste vriendje de fotograaf. Ah, gossie, wat een lieffie! Nee. Dan deze foto. Afgelopen zaterdag in het Volkskrant Magazine. In 1 keer raak. Voor het eerst in m’n leven hevig ontroerd door een foto. Huilen om een plaatje. Nooit eerder gebeurd. De fotografe, Miloushka Bokma, heeft wat mij betreft de ImPress Photo 2007 gewonnen.

p.s.: Miloushka Bokma ging een jaar geleden op zoek naar families die 4 generaties omspannen en fotografeerde ze in het huis van de oudste. Op de foto die ik zo prachtig vind staan Bloeme (2005) en haar overgrootmoeder Anna (1907).

10

LUNA EN EEN ARM SCHAAP

Marianne Thieme, van de Partij van de Dieren, is een 10 jaar oud filmpje onder ogen gekomen van een zielig schaap. Op deze 16 mm-film van kunstenaar Jeroen Eisinga ligt een schaap 4 minuten te creperen en te hijgen. Geen prettig plaatje, maar wel een heel realistisch plaatje, want dagelijks, en zeker in het voorjaar, liggen er in Nederland tientallen schapen op deze manier te sterven. Heel klote, maar als een schaap eenmaal op z’n rug ligt, dan heeft het niet meer de kracht om zichzelf om te draaien. En nu is Marianne Thieme dus heel boos op de kunstenaar. Want dierenleed, in welke vorm dan ook, dat kan natuurlijk niet. Thieme wil dat de Tweede Kamer een onderzoek instelt of Eisinga het schaap misschien wel zelf op z’n rug heeft gelegd. Ook wil ze dat zulke kunstuitingen in de toekomst niet meer worden gemaakt. Gelukkig hoeven voor haar eerste eis geen duizenden euro’s betaald te worden aan een onderzoeksbureau, want volgens Jaap van den Ende, die de ontstaansgeschiedenis van het filmpje kent, is het schaap inderdaad voor 4 minuten op zijn rug gerold. Maar daarna weer keurig op zijn poten teruggezet. Hoppeta. En je kan het werk van Jeroen Eisinga natuurlijk als een kunstuiting zien. Een kunstuiting over machteloosheid en lijden. Maar het lijkt mij veel beter als iedereen die dit filmpje onder ogen is gekomen het ziet als een belangrijke bron van informatie! Want! Wat te doen als je argeloos in de trein van, pak ‘m beet, Houten naar Culemborg, zit en je ziet ergens in een weide een schaap op z’n rug liggen? Vroeger was je gewoon doorgereden, want je dacht dat dat schaap het lekker vond; een beetje rollen in het gras, beetje wat zon meepakken op z’n buik. Maar nu weet je dat dat schaap ligt te creperen en ben je aan jezelf verplicht om dat schaap te gaan redden. Dus trein uit, teruglopen of taxi pakken om zo dicht mogelijk bij het schaap te komen en dan… niet het schaap zomaar omrollen! Want dan bestaat er een grote kans op een maagkanteling. En dan gaat het schaap alsnog dood! En dan is het écht helemaal jouw schuld. Nee, je brengt het schaap via zijn kont weer tot staan. Hoppeta.

25

LUNA EN DE DEFINITIE VAN SUCCES

Ik had mijn boekhouder-accountant-mannetje aan de telefoon. Hoe het ging met m’n bedrijf. “Ja, nee, goed, ik stond in de Elle en in de nrc.next en ik kom binnenkort in nog een blaadje, dus ik ben helemaal blij. En ik heb eigenlijk constant een aantal opdrachten lopen, dus, reeds, even”, zei ik. “Dat is mooi”, zei hij. “En ik heb een afspraak met een winkel”, vertelde ik, “die willen misschien mijn PloesiePoesies gaan verkopen.” “Oh, maar let je dan wel op”, zei hij, “want dan krijg je te maken met contracten.” “Contracten? Contracten?”, zei ik, “Hoho. Daar begin ik niet aan, het moet allemaal wel gezellig blijven. Zij kopen gewoon een paar PloesiePoesies in.” “Dat zul je nu altijd zien met vrouwen”, zei m’n boekhouder, “die willen het allemaal gezellig houden.” Oh. Eh. Ik zie persoonlijk geen probleem in gezelligheid. Liever elke dag gezellig en gelukkig dan succesvol. Maar als ik het goed begrepen heb vindt mijn boekhouder dat gezelligheid niet samen gaat met succesvol zaken doen. En volgens mij zitten mijn boekhouder en ik dan dus niet op 1 lijn als het gaat over de definitie van succes. Maar mijn boekhouder zit waarschijnlijk wél op 1 lijn met De Belastingdienst als het gaat over een succesvolle of niet zo succesvolle onderneming. Ik had namelijk een b.t.w.-aanslag gekregen. Een veel te hoge b.t.w.-aanslag. Of mijn boekhouder dat even voor me kon regelen. En meteen even mijn inkomstenbelasting 2006 kon doen. Dat kon, want mijn boekhouder is natuurlijk een schatje. Hoe zag ik eigenlijk de toekomst voor mijn bedrijf, wou hij weten. “Nou, ik wou eigenlijk gewoon in de kleine-ondernemersregeling vallen de rest van m’n leven”, zei ik, “dan hoef ik nooit b.t.w. af te dragen.” Dat vond m’n boekhouder niet zo’n goed streven. “Ja, maar ik heb helemaal niet de ambitie om een groot PloesiePoesie-imperium op te bouwen. Of een bedrijf met meerdere werknemers. Ik wil dit wat ik nu heb.” En toen kwamen er ineens een heleboel woorden en zinnen waarvan vooral bij mij is blijven hangen dat De Belastingdienst nog wel eens moeilijk kon gaan doen in verband met de startersaftrek. Paniek. Ik heb er verschillende gesprekken met bevriende kunstenaars én een aantal flessen wijn voor nodig gehad om de woorden ‘Belastingdienst’, ‘startersaftrek’ en‘b.t.w.’ weer enigszins uit mijn geheugen te wissen. Praten met m’n boekhouder is killing voor m’n creativiteit.

11

LUNA’S BUTTON-SERVICE


Omdat het buttons-draaien voor Koninginnedag me erg goed is bevallen, leek het me leuk om meteen maar met een nieuwe service te beginnen; bestel 10 buttons van je eigen kat, voor 10 euro, inclusief verzendkosten. Vooruit, ook honden.
Voor meer info; www.ploesiepoesie.nl.

3