WAAR HET HART VOL VAN IS
"Wij krijgen gezinsuitbreiding zo rond 1 november", vertelden vriend A. en vriendin T. nog geen minuut nadat ze binnen waren. "Oooooooh, jullie krijgen nog een poesje erbij!!!!", riep ik enthousiast, maar realiseerde me bijna meteen dat een poesje dat nog 6,5 maand op zich zou laten wachten toch wel een beetje raar was.
VIEZE, VIEZE, VIEZE, VUILE, VUILE BASTARDS
“Eh, schatje”, begint vriend F., “ik kreeg gisteren een belletje van een internetmannetje dat er illegale praktijken gebeuren via mijn site.” “Oh, eh, de site die op mijn server staat?”, vraag ik. Die is het. Hij stuurt het mailtje wel even door dat hij gekregen heeft. “CIA, FBI, helikopters boven het huis”, zegt vriend F., “moeilijkmoeilijkmoeilijk.” “Ik ga het regelen”, zeg ik en even later lees ik het mailtje dat F. kreeg van zijn provider. ‘VeriSign has been informed that there is currently a website hosted by your company that is involved in a phishing scheme to obtain personal account information from the customers of CECA. (…) CECA would like you to provide VeriSign with the source code, including any data collected, of this Web site for analysis to help prevent further phishing schemes.’ Oh, hel. Zucht en steun. Ik log in op mijn server. Een paar weken terug was mijn server gehackt. Mijn maanisch.com en ploesiepoesie.nl zijn daarna, om nog meer drama te voorkomen, meteen verhuisd naar de server van Bob en die staan daar heerlijk! De rest van mijn server bestaat nu uit 10 van mijn lege domeinen en 1 domein van vriend F. die doorverwezen wordt naar zijn eigen site. Met die domeinen ga ik ooit nog eens dingen doen. Of niet. Maar ze hadden zulke mooie namen, dat ik ze gewoon wilde hebben. Sommige staan al jaren leeg. Tot een paar weken terug. Want een stelletje bloody fucking bastards heeft al die sites volgeplempt met weet ik veel wat voor een data waarmee ze illegale creditcard-fraude-spelletjes spelen. Bastards! Bastards! Bastards! En nu weet ik heus wel dat ik zelf wat vaker m’n server had moeten checken op onvolkomenheden. En dat het misschien handiger was geweest als ik elke maand m’n wachtwoord had vervangen. En dat de server waar mijn domeinen staan misschien wel niet de allerbeste is voor zo’n niet-nerd als ik. Maar ik vind vooral dat anderen met hun vieze gore poten van mijn spullen af moeten blijven. Die domeinen zijn van mij! Mij! Mij! Nadat ik alle illegale data van mijn domeinen heb verwijderd, een klusje wat per domein toch zeker zo’n 5 minuten duurde, en daarna alle wachtwoorden heb vervagen, ga ik eens een kijkje nemen bij de statistieken. Sommigen hebben de 5000 hits per dag gehaald. Nog nooit zoveel bezoekers gehad.
GEEN ‘I AM LEGEND’ VOOR LUNA
Ik had ‘I Am Legend’ gedownload. Met Will Smit. Lekker, zo voor op de woensdagmiddag dacht ik. Tot ik me na een half uur kijken ineens realiseerde dat die Will de hele tijd met z’n hond Sam rondliep door desolate straten. En dat, als er nog iemand dood zou moeten in de film, dat dat dan hond Sam wel eens zou kunnen zijn. Even googlen: ‘The dog’s name is Sam, an expressive and devoted German Shepherd. Any person who has ever stayed beside a dying dog should avoid this movie like bubonic plague. In a gratuitous scene that neither advances the plot nor develops character, Sam dies a slow, painful death.’ Ha! Was ik me daar mooi even op tijd bij! Film uit! In de ‘Recycle Bin’ ermee. Heb ik mezelf toch mooi even een woensdagmiddag vol tranen bespaard! Ken uzelve en u zult gelukkig zijn!
LUNA ZAG PORTISHEAD
Een paar maanden geleden hoorde ik dat Portishead een concert zou geven in de Heineken Music Hall. Ongelooflijk! En ze bleken een nieuwe cd te hebben gemaakt; ‘Third’. Ook ongelooflijk! Moest ik bij zijn! Maar bij die nieuwste cd ‘Third’ kreeg ik geen kippenvel, zoals wel bij al hun vorige platen. Integendeel. Ik vond ‘m stom. Ik kreeg er hele nare vibes van zelfs. En ik baalde eigenlijk dat ik naar een concert zou gaan waar voornamelijk liedjes van dit album langs zouden komen. Ik had eigenlijk zelfs een beetje geen ene reet zin meer. Maar toch gaan natuurlijk. “Ik vind het allemaal best”, zei ik tegen vriendin D. voordat het concert begon en we allemaal met een plastic-beker-biertje stonden, “als ze maar 5 oude liedjes spelen.” Vond vriendin D. ook. Tegen vriend L. zei ik: “Ik vind het allemaal best, als ze maar wel ‘Roads’ spelen. Vond vriend L. ook. Maar na een nummer of 6 vond ik de liedjes van hun nieuwe cd eigenlijk best goed. Wat zeg ik: het klonk allemaal best wel lekker in de Heineken Music Hall. Ik zat er helemaal in! “Hé, hé, hé, P., P., P. geef mij die joint eens”, schreeuwde ik richting mijn P. terwijl ik hem op z’n rug tikte. Want een joint was het enige wat nog miste aan dit concert. Mijn P. draaide zich om en keek me verbaasd aan. “Oh nee”, zei hij en hield z’n joint angstvallig achter zich, “jij gaat echt niet blowen.” “Doe even normaal joh”, begon ik, “ik kan het best hebben.” “Schatje…”, probeerde hij, maar ik had de joint uit al uit z’n handen gegrist. “Doei, dit is het enige concert waarbij je gewoon hóórt te blowen”, zei ik en ik inhaleerde meteen maar even heel diep en lang. Zo! Meteen nog maar een trekje. En nog eentje. Zo! Die kwam lekker binnen! Zo! Dat ‘Machine Gun’ kwam nu ineens écht een stuk beter uit Beth’s strot dan thuis in m’n woonkamer. Zo! Best een lekkere plaat eigenlijk. Wat zeg ik: misschien zelfs wel de beste plaat van die hele cd. “Hé, hé, hé, P., P., P. doe nog eens even een jointje voor mij en I.”, schreeuwde ik even later weer richting P.’s rug. En ik inhaleerde nog eens diep. En nog eens. En nog. En nog… En… En… En… En toen Beth tijdens de toegift ‘Roads’ zong, en de hele zaal muisstil naar haar stond te luisteren, ja, toen zouden normaal gesproken eigenlijk de tranen over m’n wangen zijn gelopen. Als ik niet zo stoned was geweest.
PORTISHEAD: THIRD
Heeft Portishead eindelijk weer een nieuwe cd uit… vind ik die hele cd vreselijk! En ik vind ‘m zelfs na 10 keer draaien niet beter worden. En ik heb me zo ontzettend verheugd op hun concert vanavond. Dus nu maar hopen dat ze in de Heineken Music Hall heel veel oude nummers spelen.
LUNAS SOORT VAN EPIPHANY
Ik keek gisteren naar Oprah en ik had een soort van epiphany. Het ging over het boek: ‘Does this clutter make my butt look fat?’ Daar werd er een overweight gezin eens flink onder handen genomen. Dat ze zo dik waren, dat kwam namelijk voornamelijk door het feit dat hun huis 1 grote teringzooi was. Als je huis en keuken spik en span zijn, dan heb je ook meer zin om gezond te koken en leuke dingen te doen met de andere gezinsleden, volgens Peter Walsh dan, de schrijver van het boek. In een keurig huis heb je gewoon meer zin in het leven in het algemeen en je eigen leven in het bijzonder. Hij haalde wat Black&Dekker-mannetjes, wat IKEA-mannetjes en een fitnessmannetje erbij en hoppeta, het hele overweight gezin zag het allemaal weer zitten! Ze zaten te stralen op het podium bij Oprah. Hun huis was opgeruimd en daarmee ook hun humeur. En die overtollige kilo’s die zouden er daarna vanzelf afgaan, dat beloofde Peter Walsh . Ik vond het fascinerend. Ik dacht aan mijn eigen leven. Ik wilde ook stralen op het podium bij Oprah. Ik dacht aan mijn huis. Aan de volledige hysterische teringbende in m’n atelier. Dat ik soms wel eens een half uur bezig was om een bepaald klosje garen te vinden. Dat ik daar af en toe volledig van flipte. Misschien zou ik me ook wel een stuk beter gaan voelen als ik de boel eens een beetje ging organiseren? Orde in de chaos? Ik begon met wat dingen te schuiven. Kon best wat worden. De spullen uit deze lade konden bij die andere lade en dan had ik weer een lade over voor andere spullen. En als ik dan die spullen die op de grond stonden weer in de lege lade zou doen, dan had ik wat orde in de chaos geschept. Ik vond het heel wat. Een openbaring. De telefoon ging. Ik hoopte dat het Oprah was. Om me te vertellen dat ik was uitgenodigd om deel te nemen aan een speciale uitzending met gasten uit Europe. Het was iemand van de lotto. Of ik een vraag uit de show van Robert ten Brink wilde beantwoorden. En dat ik dan meteen een prijs zou kunnen winnen. Ik zei: “Je belt me op een slecht moment.” Daarna had ik geen zin meer om op te ruimen.
HEADER ABOUT:BLANK
Kan een site ooit een teveel aan kattenplaatjes hebben? Misschien wel, maar deze maand kwam het toevallig zo uit dat ik niet alleen een weblogger interviewde over haar katten, maar ook nog eens de header van www.aboutblank.nl maakte. En helemaal fijn; ze plaatsten zelfs mijn versie met de licht-hysterische knipperende sterretjes!
CAT-AL-OG #02
Gisteren verscheen het tweede deel in de Cat-a-logen bij www.aboutblank.nl. Deze maand interviewde ik Hanneke Groenteman over haar katten Piet en Rebbelientje en ik maakte ook weer een bijpassende offline collage! Voor het interview én een grote afbeelding van de collage: KLIK.
LUNA ONTMOET HENRY
“Wat heb jij nou bij je?”, roep ik richting partner P. als ik hem van een afstandje aan zie komen lopen met een hele grote doos in zijn handen. “Een cadeautje!”, roept hij. “Oooh, zo’n groot cadeau?”, roep ik kirrend van vreugde. Maar die vreugde is in 1 klap weer weg als ik de doos van dichtbij zie. ‘Numatic International’ staat erop. Niks roze. Niks met glimmende dingetjes. “Wat is het?”, vraag ik terwijl ik de deur achter hem dichtdoe. “Ik zou toch zo’n professionele stofzuiger voor je bestellen bij het schoonmaakbedrijf? Nou, hier is-ie dan.”, zegt hij. “Oh, joepie”, zeg ik. Ik ben met een hoop huishoudelijke hulpjes blij te maken: hakapparaten, sapcentrifuges, deegmengers, espressomachines, popcornpoppers, kortom alles wat met eten te maken heeft, maar met een nieuwe stofzuiger? Nee. “Wil je ‘m niet meteen uitpakken?”, vraagt P. terwijl we samen naar de doos staren. “Nou, ik loop niet echt over van enthousiasme”, zeg ik. Ik zucht. Ik voel dat het einde van een tijdperk aanbreekt met het openen van deze doos. “Wat jullie nodig hebben”, had mijn vader gezegd, “is zo’n professionele stofzuiger.” En dat had mijn P. zich maar 1 keer laten zeggen. Meteen de volgende dag had hij overlegd met de schoonmakers op zijn werk en er via hen eentje besteld. En die professionele stofzuiger is dus nu gearriveerd. Van het vooruitzicht dat ik met deze stofzuiger eindelijk écht zal veranderen in een briljante huisvrouw begint P. zelf de doos open te maken. Een zakje met verschillende opzetstukken komt tevoorschijn. “Kijk eens wat handig”, zegt P. terwijl hij het zakje in m’n handen drukt. “Nou”, zeg ik. Dan komt de stofzuiger zelf tevoorschijn. Een rode. Dat dan weer wel. “Hier, de gebruiksaanwijzing”, zegt P., “en alvast 10 stofzuigerzakken.” Ik pak alles aan en begin wat door de gebruiksaanwijzing te bladeren. “Het is zo’n stofzuiger met oogjes!!”, gil ik. “Het is een Henry! Die heb ik altijd al willen hebben!” Zo’n 25 jaar geleden liep ik elke zaterdagmiddag met m’n moeder langs een witgoedwinkel. Een witgoedwinkel met deze Henry-stofzuiger in de etalage. En stofzuigen met zo’n stofzuiger leek me toen het summum van stofzuigen. Stofzuigen, zoals stofzuigen bedoelt is. “Ja, ik vind het wel een leukerd”, zeg ik. “Ik ken je toch”, zegt P. tevreden. Maar als hij verwacht dat er nu elke dag gestofzuigd wordt, dan had hij beter een geile neger van 2.03 kunnen regelen.
BWEEEEEEEEEEEGH
Ik heb geen zin. Nergens in. Ik verveel me, al heb ik eigenlijk genoeg te doen. Ik heb er gewoon geen zin in om te doen wat ik zou moeten doen. Ik heb een hekel aan moeten. Ik heb eigenlijk al een paar dagen een hekel aan alles. Ik hoor regelmatig dat het zo heerlijk moet zijn om ‘eigen baas te zijn’. Want: “Je kunt dan zo lekker je eigen tijd indelen hè?” Nou, probeer jij het dan maar eens een jaartje of 12 en dan hebben we het er nog wel eens over, trut! Want het is ook best heerlijk om eigen baas te zijn. Heus. Het is best lekker om m’n eigen tijd in te delen. Maar voor de rest is het klote. En kut. En af en toe is het ook best verdomde eenzaam. En dan vooral vandaag. Ik staar al een paar dagen in de verte van m’n laptop in de hoop op een teken, maar ik zie niks. Ik zou mezelf een schop onder m’n reet willen geven, maar daar heb ik de puf niet voor. Ik wil gewoon helemaal niks. Als ik een vaste baan zou hebben, dan zou ik me waarschijnlijk ziekmelden. Ik denk dat ik nu ook heel zielig zou kunnen klinken aan de telefoon: “Nee, echt, ik voel me slecht, nee, ik trek het niet, nee, ik ben gewoon even helemaal leeg. Ik ben op.” En daarna zou ik een diepe zucht slaken en weer terug in bed gaan. Maar ik heb geen vaste baan, dus als ik niet werk, gewoon de hele dag loop weg te lummelen, dan heb ik daar alleen mezelf mee. Want bij de meeste banen kun je er nog wel eens een offday tussen hebben, beetje hangen, beetje mailen, beetje surfen op het internet, beetje buiten een sigaretje roken en dan toch met een enigszins voldaan gevoel naar huis gaan. Maar als ik geen zin heb, dan is er niemand die tegen me zegt: “Dan maak je maar zin!” Dus ik doe al dagen niks voor m’n gevoel. En ’s avonds voel ik me daar kut over en dan wil ik mijn niks-doen de volgende dag goedmaken. Wat natuurlijk nooit lukt. Dus die avond daarna voel ik me nog veel kutter. En zo kan dat dan dagen doorgaan. Of een week. Maar het erge is; ik zou niet anders willen. Want erger dan dit gevoel is, voor mij, het hebben van een vaste baan. Maar het allerergste is; morgen is er weer een dag.