LUNA SCHIET
De verkering en ik staan sinds een paar weken 1 avond per week achter de bar van een Tielse schietclub. Ik weet ook niet meer precies wat me bezielde, maar vorig jaar heeft hij een pistool van mij gekregen voor z’n verjaardag en als je een pistool hebt, dan wil je er ook mee schieten, dus de verkering zit op schieten. “Ik moet m’n vrouw en kind kunnen beschermen als er oorlog komt”, vindt hij. Ik vind hele andere dingen, maar soms moet je je man z’n stoere-mannen-pleziertje gunnen, want anders is de hele man-vrouw-verhouding zoek binnen de relatie. Moet je niet willen. Dus wij samen achter de bar. Want schieten is dan wel niet mijn ding, achter de bar staan is een roeping! Biertjes tappen, nootjes neerzetten, frikadelletje frituren, ondertussen slap ouwehoeren met wat Tielse oude mannetjes en zelf ook een biertje meedrinken; jammer dat het vrijwilligerswerk betreft! Een zinnetje dat ik iedere avond meerdere keren hoorde was: “Nee, maar als je eenmaal 1 keer zelf hebt geschoten, dan ben je verslaafd.” “Nee, ik vind het niks, echt niet”, zei ik steeds. Maar je kunt iets pas echt niets vinden als je het een keer geprobeerd hebt en gisteren kon ik de peer pressure niet meer aan en stond ik ineens met een pistool in m’n handen te richten op een papieren schietschijf. “Liefie, ik vind het écht niet leuk”, zei ik nadat ik de trekker 1 keer had overgehaald. “Jawel, gewoon nog een paar keer doen, dan ga je het vanzelf leuk vinden”, zei hij. “Nee”, zei ik, “ik vind dit helemaal niet de bedoeling van het leven.” Ik voelde mij niet in sync met mezelf. Hetzelfde gevoel heb ik altijd als ik op een trein sta te wachten. Zo’n als-ik-nu-spring-is-alles-voorbij-gevoel. Niet dat ik wíl springen of levensmoe ben, maar van de gedachte dat het kán krijg ik de rillingen over m’n lichaam. Of, nog een categorietje verder; in een luchtballon en dan beseffen dat je zo, hop, over de rand kunt springen. Ik bedoel; even een momentje flippen kan de beste overkomen en je zal je maar net op het moment dat je flipt in een luchtballon bevinden. Of een pistool in je hand hebben. Dus dat Smith & Wesson-ding in m’n hand voelde helemaal niet goed. Ik zweette me kapot. Ook verteld door 1 van de schietclub-dames: “Zo’n pistool in je hand geeft je echt een gevoel van macht en ermee schieten voelt beter dan een orgasme.” Toen ik dat hoorde had ik al zoiets van; nou, ik weet niet met wie jij in bed ligt, maar ik kan nu met zekerheid zeggen; liever een harde pik in m’n hand, dan 10 schoten in de lucht.
Dus liever trekken dan de trekker overhalen. Of ga ik nu te ver?
@Menno: Nee joh, jij gaat nooit te ver! Was ook een goeie slotzin geweest; ik trek liever dan dat ik de trekker overhaal! :-)
Wat fijn alweer een nieuw stukje. (En er komen bejaarden in voor, ik ben gek op je bejaarden stukjes)
Ik lees het al, dat hoef ik niet te gaan proberen. Ik bdoel dat schieten dan he! :)
En toch ben ik nog steeds voornemens om een keertje for fun te schieten in de plaatselijke schietclub. Eénmalig welteverstaan, gewoon Try before you die! Zo’n ding voor mijn verjaardag vragen gaat me een stapje te ver.
Ik heb het een paar maanden geleden ook voor het eerst gedaan (schieten that is), en nee, precies zoals je zegt; ook bij mij voelde het niet ‘in sync’ met mezelf.
Dat schieten is volgens mij echt een ‘mannen’-ding, want ook ik kan er niet aan wennen. Vroeger al niet, toen mijn grote broer zo’n schietding had.
Wellicht heeft het te maken met hun orgasme-achtige levensstijl! ;-)
Even de reactie van een man: ook ik vond dat schieten (in militaire dienst, ooit) geen ruk aan… Het enige wat wel heel erg cool was, was dat je bij voldoende zonneschijn de kogels vanuit de loop naar het doel kon zien vliegen! Echt gaaf..! (moest je wel ‘snel’ kijken trouwens.. ;-)
leuk stukje weer, Luna.
ik kan niet begrijpen wat de lol is van schieten. met een apparaat wat gemaakt is om mee te doden.
vind het nogal primitief ook, hulde dat jij het niks vind.
“Niet dat ik wíl springen of levensmoe ben, maar van de gedachte dat het kán krijg ik de rillingen over m’n lichaam.”
Check!
Ik voel me altijd stukken beter nadat ik jou gelezen heb. Zo van: ik ben zo gek nog niet. (En als ik het wel ben, dan ben ik in ieder geval in goed gezelschap.)