LUNA EN DE KLIKO’S
Ik vind het buiten zetten van de kliko’s een mannending. Of misschien vind ik het vooral niet mijn ding. Maar ja, er is geen man in dit huishouden aanwezig, dus ik zal het wel zelf moeten doen. En al hoef je in een 1-persoonshuishouden met 4 katers heus niet elke keer je kliko aan de straat te zetten als het ophaal-moment daar is, uiteindelijk geldt ‘vol is vol’ voor elke kliko en hij zal een kéér geleegd moeten worden.
Nu weet ik dat er app’s zijn om mij aan de ophaal-momenten te herinneren en ik krijg ook elk jaar keurig een ‘ophaal-kalender’ toegestuurd, maar zo werkt mijn brein gewoon niet. Pas als ik zie of hoor dat buren hun groene kliko ’s avonds naar buiten rollen denk ik; aaaaah, morgen wordt de groene kliko opgehaald, laat ik de mijne er ook maar even tussen zetten. Als de grijze kliko’s buiten worden gezet; tijd om de plastic-kliko aan te bieden aan de Avri! En als ik blauwe kliko’s buiten zie staan, dan is het tijd om het papier op te laten halen en ook mijn blauwe kliko van de achtertuin, door de garage, richting de straat te slepen.
Dit gaat uiteraard regelmatig mis, want hoe vaak kijkt een mens naar buiten om te checken of er kliko’s staan? En al staan ze er, soms registreer ik het gewoon niet. En als ik het wel heb geregistreerd en ernaar heb gehandeld, dan is mijn kliko bijna altijd de laatste die nog buiten staat om weer naar de achtertuin gesleept te worden als alle kliko’s geleegd zijn. Het hele kliko-gebeuren staat gewoon niet on top of my priority list.
Ik lig ’s ochtends in bed en hoor het typische geluid van de kliko-ophaal-vrachtwagen. Kut. Ik heb de dag ervoor de hele achtertuin gesnoeid, geknipt, gedingesd en de groene kliko zit tot aan de nok vol en moet dus écht wel aan de straat, want weer 2 weken wachten is te lang. Kut.
Ik kijk door de luxaflex en zie dat de vrachtwagen al in mijn straat is en dat de kliko’s van m’n buren al worden geleegd. Kut.
Ik heb waarschijnlijk net iets meer dan een minuut om m’n roze badjasje aan te schieten, slippers aan te trekken, naar beneden te rennen, achterdeur open, achterdeur weer goed dicht, anders gaan de poezen naar buiten, de kliko vanuit m’n achtertuin door de garage te slepen, door de voortuin, en naast de groene kliko’s van de buren te zetten. Maar! Nailed it! Living on the kliko-edge!
In m’n roze badjasje zwaai ik omhoog naar een lachende vrachtwagen-chauffeur terwijl ik m’n kliko omhooggetild zie worden.
En voor het eerst sinds forever ben ik de eerste in de straat die de kliko ook weer meteen van de straat afhaalt en in de achtertuin zet. Eat your heart out neighbours! Een vleug van trots overvalt me. Ik heb helemaal geen man nodig om de kliko buiten te zetten, doei!
Ik heb het wel een tijdje in m’n Tinder-bio gehad; ‘Ik zoek een man die de kliko’s buiten zet en een lamp kan ophangen.’
‘Is het niet veel fijner als je dit soort dingen gewoon zelf kan?’, vroeg een Tinder-dude.
‘Nee’, antwoordde ik, ‘ik kan het allemaal zelf, maar ik heb liever dat een man het doet.’
Nooit meer wat van ‘m gehoord.
Humor. Misschien een nog wel belangrijkere kwaliteit dan de kliko’s op tijd buiten kunnen zetten.
Oh dit herken ik heel erg. Alles. Behalve dan dat ik een man ben.