LUNA ZEGT AH, WELL, WHY NOT?
Er hing ergens een lieve hond heel relaxt uit het raam te turen en ik vond dat een foto waard. Dus ik pakte m’n IXUS750 en maakte een paar foto’s. “Hi”, hoorde ik naast me, “How are you?” “I’m taking pictures of the dog”, zei ik tegen de zeker-niet-verkeerd-uitziende man naast me, “isn’t he cute?” “Do you live here?”, vroeg de man en nadat ik hem even snel checkte en concludeerde dat hij homo was kon ik wel antwoorden dat ik hier om de hoek woonde. “Well”, begon hij. Hij was dus een ‘hairdresser from Australia en hij had net ‘applied for a job’ en hij zocht nog ‘hairmodels’. Want hij werd pas aangenomen als hij een paar knipkunstjes live zou vertonen de volgende ochtend. Of ik daar interesse in had. ‘In a free haircut.’ “Ehm”, begon ik. Ik wou vertellen dat ik kappers haatte en dat ik er al 5 jaar niet was geweest. Maar toen begon hij over de kleur van m’n haar en dat hij die zo mooi rood vond en het had precies de lengte die hij zocht. “Ehm”, begon ik en toen keek ik in de glinsterende ogen van de homo en de zon weerkaatste daar zo mooi in en toen lachte hij ook nog naar me en toen dacht ik aan de wereld en de liefde en dat het soms af en toe best goed is om iets voor je medemens te doen en toen zei ik ineens: “Ah, well, why not?” Even later zat ik met de aanstaande kapper en zijn vriend op een terras een kopje koffie te drinken en 06-nummers uit te wisselen. Ik vertelde over de laatste keer dat ik naar de kapper ging en dat het een drama was, en de hel erbij, en dat ik toen oog in oog stond met een relnicht met een schaar in z’n handen was en dat ik daarna nog maanden ongelukkig was. En dat ik dat nooit, maar dan ook echt nooit meer mee wilde maken. “No, but if you’re not happy, I’m not happy”, zei de aanstaande kapper. En toen vertelde hij wat hij met m’n haar ging doen. Iets met een ‘bob’ en een ‘swoosh’ en een ‘swung’ en een ‘no, no, not to short’ en hij was er van overtuigd dat het ‘great’ bij me zou gaan staan. Dus over een uur ben ik volledig overgeleverd aan de grillen van de aanstaande kapper. En ‘if he fucks it up’, dan gil ik heel Amsterdam bij elkaar.
LUNA EN DE JEUGD VAN TEGENWOORDIG
“Ga jij ook poseren?”, vraagt Willie Wartaal terwijl ik hem een hand geef. “Nee, ik ben van de vieze woordjes”, zeg ik. “Ben je ook een vies meisje dan?”, vraagt hij met een grote smile. “Eh, nou, eh, nou, eh, dat valt wel mee hoor”, zeg ik en ik loop daarna snel terug naar m’n veilige plekje aan de bar bij de FOXY-fotograaf. Een fotoshoot en een interview met De Jeugd van Tegenwoordig! Ik scheet van tevoren eigenlijk al bagger en nu het dan echt zo ver is zie ik het helemaal niet meer zitten. Want het liefst zit ik gewoon de hele dag in mijn atelier. Niet de deur uit. Telefoon alleen maar opnemen als partner P. belt of m’n moeder. Wijntje binnen handbereik. Maar soms moet je gewoon de deur uit. Dingen doen. En ik ging vorige maand de deur uit om de jongens van De Jeugd van Tegenwoordig, bekend van ‘Watskeburt’, te interviewen voor de FOXY. En iemand die je wel eens op tv en in clips hebt gezien vragen of hij de laatste tijd nog lekker heeft geneukt, ja, dat is toch niets iets wat ik dagelijks doe. Maar gelukkig bleken Willie Wartaal, Vieze Fur en P. Fabergé na hun fotoshoot met 2 topless FOXY-babes, hartstikke lief, zeer goed-gebekt, rap-van-tong, grappig, geinig en bereid om over hun seksleven te praten. Luna: “Wat zie je liever ‘2 girls 1 cup’ of ‘Deep Throat’?” Willie Wartaal: “De dvd ‘Tarrels voor de zwijnen’.” Luna: “Wat?” Willie Wartaal: “Te koop bij de betere platenzaak.” Luna: “Jullie vorige cd heette toch ‘Parels voor de zwijnen’?” Willie Wartaal: “Ja, maar dit is de dvd.” Luna: “Tarrels?” Willie Wartaal: “Ja.” Luna: “En dat is, eh?” Vieze Fur: “Ben jij nou een babe van de FOXY? En je weet niet eens wat een tarrel is?” Luna: “Nou, eh, nee?” Vieze Fur: “You got to look that shit up girl!” Luna: “Nee, vertel nu maar.” P. Fabergé: “Dingleberry.” Luna: “Ja, ik weet wat een dingleberry is, is dat hetzelfde? Zeg nou!” Willie Wartaal: “Nee, zoek het maar op. Zo goed heb je nou ook weer niet gepijpt.”
p.s. De nieuwe FOXY ligt nu in de winkel. Met daarin een uitgebreid interview met De Jeugd van Tegenwoordig. En foto’s dat ook!
HET IS EEN SCHANDE
Ik zou nu heel graag een enthousiast verhaal willen vertellen over Koninginnedag en dat het zo gezellig was, maar momenteel ben ik niet zo in staat tot enthousiasme. Ik was net op de bank ingestort en hoorde de telefoon. Partner P. nam op en ik hoorde hem zeggen: “Ja, dat is een schande, ja." En daarna: “Ja, ze belt je zo terug.” De enige die het woord ‘schande’ gebruikt is m’n moeder. Het is ook inderdaad een schande dat ik de hele middag op bed heb gelegen. Maar ik kon niet anders. M’n lichaam trekt het nog wel om 2 dagen door te halen en m’n geest wil dat zeker nog wel. Het is alleen jammer dat ze de dagen daarna niet meer zo meewerken als vroeger. Maar dat is misschien ook wel de bedoeling van het leven. Nadat buurvrouw A. samen met mijn ex S. op Koninginnenacht ons huis verlieten om een uurtje of 7.30 had ik natuurlijk beter de hele Koninginnedag zelf in bed kunnen blijven, dat was een stuk verstandiger geweest. En verstand zou met de jaren moet komen, maar ik zat om 9.30 alweer buiten met een wijntje. Door te gaan met waar ik gebleven was. De rest van de dag stond ik samen met mijn bovenbuurman T. en zijn vrienden voor de deur spullen te verkopen en te vernikkelen van de kou. Om 15.00 hield ik het buiten voor gezien en zette mijn winst meteen om in allerhande flesjes alcohol en zakjes chemicaliën. En al hadden P. en ik met niemand afgesproken, toch stond ons huis die avond ineens vol met 30 vriendjes en vriendinnetjes. Toen ik er echt geen slokje wijn meer bij kreeg en er heel toevallig ook geen witte wijn meer in huis was, besloot ik te gaan liggen. Om 6.00. Toch was ik gisteren weer wakker om 9.00 en voelde me de hele dag zwak, ziek en misselijk. Vooral misselijk. Ik was zo misselijk dat ik niet kon slapen. Maar ja, kotsen, ho maar, want ik had al 2 dagen niets gegeten, behalve 1 oranje tompouce. Vannacht droomde ik dat ik zwanger was en m’n haar zwart verfde. Dat was zo’n complete shock dat ik de rest van de nacht geen oog meer dichtdeed. Dus dat ik vanmiddag even in een halve coma op de bank instortte: ik vind het niet gek. Ik voel me nog steeds beroerd. Maar ik heb nergens spijt van. Nu m’n moeder terugbellen, die er schande van zal spreken. Misschien krijg ik van dat terugbellen wel spijt.
BRUCE BUTTON PROJECT
"Liefje, ik heb een idee", zei ik tegen P. maandagavond. "Ik wil buttons van Bruce door de stad gaan hangen op posters en standbeelden, zodat het net lijkt alsof die mensen een Bruce-button dragen. Lijkt me geinig." "Doe dat dan", zei hij. En aangezien ik alles doe wat P. zegt, prikte ik gisteren Bruce-buttons op verschillende posters door Amsterdam, dronk daarna wat glaasjes Prosecco bij vriendin I., en op de terugweg waren alle buttons al verdwenen! Leuk! Geweldig om te doen en ik vind het een heerlijk idee dat er nu mensen met een gratis Bruce-button rondlopen. Dus ik ga binnenkort nog veel meer buttons door de stad verspreiden! En dat betekent ook dat er dan nog meer foto’s te vinden zullen zijn bij de Bruce Button Project-pagina!
Het briljante logo van de Bruce-buttons (en ook het labeltje van de PloesiePoesies natuurlijk) werd 2 jaar geleden ontworpen door mijn lieve vriendje P. (niet te verwarren met partner P.)! En… sinds vandaag heeft hij ook een eigen website: www.patshop.nl.
LUNA TUSSEN BLOGGENDE MARKETING-MANNETJES
Ik kreeg een tijdje terug een uitnodiging. Voor Het Tweede Grote Bloggersdiner. Ik keek naar het lijstje met genodigden, kende er bijna niemand van, maar dacht; fuck it. Gewoon gaan, 3 wijntjes erbij en ik hou mezelf staande tijdens elk diner. Al ken ik niemand. Dus ik ging gisteren. Met de trein. En ik was best wel zenuwachtig toen ik aan kwam lopen bij De Winkel van Sinkel in Utrecht. Nieuwe mensen vind ik toch een beetje eng. Zeker als iedereen elkaar kent en ik daar dan een beetje tussen kom huppelen. Maar toen ik me aansloot bij de groep was ik meteen gerustgesteld. Dit waren allemaal nerds! Geeks! Mannetjes! Marketing-mannetjes. Mannen van 30+ in witte overhemden, of blauwe overhemden met streepjes. Ik zag zelfs her en der een bandplooibroek. Kon ik aan! Ging ik overleven! Maar tijdens de gesprekken merkte ik dat er toch wel 1 of meerdere discrepanties waren tussen mijn wereld en de wereld van de mannetjes. De belangrijkste vraag van de avond was: ‘En wat voor log heb jij?’ Mijn antwoord was: “Ik heb een lifelog.” De vraag daarna was steeds: “En daar verdien je geld mee?” Mijn antwoord: “Nee.” Daarna hoorde ik een: “Oh, wat doe je dan?” En dan zei ik: ‘Ik naai poesjes. En ik test vibrators.” Wanneer ik vroeg wat die mannetjes nou precies deden, vertelden ze in hun witte overhemd allemaal hele moeilijke verhalen met moeilijke woorden. Ik hoorde: “Widgets. Web 2.0. NextWeb. Bedrijfsfilosofie. Technologie. Bedrijfsstructuur. Businessmodel. Semantic browsing. Twitter. Hyves. Marketingtools. Applicaties. User Generated Content. Social Media Advertising en Interactieve marketing.” En daar dan een paar werkwoorden tussen. Ik snapte het niet. En dat vond ik niet eens erg. Ik kreeg het idee dat dit Tweede Grote Bloggersdiner zo’n typisch event was om te netwerken. En van het woordje ‘netwerken’ moet ik eigenlijk een beetje zachtjes huilen. “Maar eh, wat doe jij dan de hele dag?”, vroeg ik aan het einde van het diner aan een mannetje met bril. “Ik verkoop gebakken lucht”, zei hij. En kijk. Daar kon ik wat mee. Dat doe ik zelf ook al jaren.
LUNAS EERSTE KLANT
“Liefje, ben je bijna thuis?”, vraagt P. aan de telefoon. “Hoezo?”, vraag ik. “Gewoon, ben je bijna thuis?”, vraagt hij. “Ik loop om de hoek, nog een paar minuten”, zeg ik, “wat dan?” “Er is hier iemand om een PloesiePoesie te kopen”, zegt hij. “Wie dan?”, vraag ik, want ik kan me niet herinneren dat ik een afspraak met iemand had. “Kom nou maar gewoon”, zegt hij. “Ja, maar wie dan?”, vraag ik weer. “Kom nou maar gewoon”, zegt hij. Wanneer ik even later binnenkom staat er een gebukte vrouw met een enorme reet naar onze boekenkast te staren. Naast haar staat een grote gevulde Dirk van den Broek-boodschappentas. “Hoi, ik ben Luna”, zeg ik en geef haar een hand. “Grietje”, zegt de vrouw en ik sta oog in oog met een ongeveer 50-jarige dame met een bruinig gebit waarvan 1 hoektand mist, slonzig blond hangend haar en een dikke jampotbril. Op haar witte T-shirt staat: ‘Dat zeg ik: GAMMA’. M’n mond gaat een stukje open staan. Flashbacks van mijn werk in de verstandelijk gehandicapten-zorg flitsen door me heen. Hoe komt deze dame ineens in mijn huis te staan? Raar! Ik heb toch nergens een lijstje met openingtijden online? Toch? M’n huis ziet er aan de voorkant toch niet uit als een winkel? Toch? Er staat ineens iemand in mijn woonkamer die volledig detoneert! En dat op een zondag! Raar! Mijn verbazing wint het bijna van mijn professionaliteit. Bijna. “Ik heb eigenlijk alleen maar een online winkel”, zeg ik, “maar je kunt wel even mee naar beneden lopen naar m’n atelier hoor, dan laat ik je alles zien. Hoe kom je hier zo terecht?” “Ja, m’n vriendin had me gebeld”, begint Grietje, die had iets gelezen in een blad. Dit was echt iets voor mij, had ze gezegd, want ik ben gek op poezen.” “Oh, wat leuk”, zeg ik. Beneden in m’n atelier laat ik Grietje verschillende Deluxe en Retro PloesiePoesie zien en ze kiest een roze exemplaar uit. Ik hang er wat strikken omheen, doe er een button, wat poezen-ansichtkaarten en een Bruce-spiegeltje bij en even later zwaai ik Grietje de straat uit. “Dat was echt raar”, zeg ik tegen P., “toch?” “Echt wel”, vindt hij. Maar gelukkig voor alle Grietejes, voor alle toeristen in Amsterdam, voor alle poezenvrouwtjes, alle fans van de PloesiePoesies en bovenal gelukkig voor mezelf heb ik wél grote plannen en vooral een grote droom om over 1,5 jaar een winkel aan huis te beginnen. Met eigen opgang.
DAAR GAAN WE WEER?
“Volgens mij is het weer niet goed met Bruce hoor”, zei ik gisteren tegen m’n ouders terwijl ik Bruce Lee voor de derde keer in 10 minuten op de bak zag zitten. Ik Toen hij daarna wéér 3 keer op en af richting kattenbak liep en hij pijnlijk begon te kreunen toen ik ‘m oppakte, wist ik meteen dat het weer mis was. Sinds de toestand met Bruce een paar maanden terug let ik als een havik op zijn pisgedrag. Ik geef alle 4 de katten ook al maanden voer dat speciaal geschikt is voor katten met blaasproblemen. Want Bruce alleen op dat dieet zetten en de andere katten gewoon blikkie-blikkies blijven geven, dat ging gewoon niet. En alle katten dat speciale geven was geen enkel probleem volgens de dierenarts. “Hij moet weer gekatheteriseerd hoor”, zei ik en na een razendsnel dierenarts-bellen, taxi-bellen, kat-in-bakkie-stoppen en jas aantrekken stonden m’n vader en ik een kwartier later voor de dierenarts met een heftig jankende Bruce. M’n hart klopte in m’n keel en ik was doodsbang dat ik weer een week met een poezendrama geconfronteerd zou worden. Of de rest van m’n leven! Misschien zou z’n pikkie dan toch geamputeerd moeten worden! Paniek! Na wat voelen, temperaturen, duwen en wegen zei de dierenarts: “Ik wil ‘m toch wel even hier houden en dan bel ik wel of u ‘m op kunt komen halen of dat we ‘m een nachtje hier houden.” “Oh, nee, ik kom ‘m sowieso ophalen”, zei ik, “ik laat ‘m hier niet in z’n uppie in zo’n hok zitten.” “Heeft u ‘m wel dat speciale voer gegeven?”, vroeg de dierenarts. “Ja, maar niet dat van jullie”, zei ik, “maar het was wél speciaal voor katten met blaasproblemen. Bij de dierenwinkel. Keertje vis, keertje vlees, keertje kip. En ik heb ‘m ook wel eens héél klein stukje kip of ham gegeven, omdat-ie zo lief keek. En hij heeft ook wel eens vlees van m’n bord gejat.” “Je moet nog beter gaan opletten”, zei de dierenarts. En een paar uur, een katheterisatie, een bloedonderzoek, 210 euro en 50 schietgebedjes van m’n moeder later, mocht ik Bruce weer op gaan halen. Thank God. Momenteel ligt er een door de valium lichtelijk gedrogeerd poesje op m’n schoot te ronken. En het befje dat net weer was aangegroeid is nu weer afgeschoren. Maar hij heeft wél net de hele kattenbak volgepiest.
MAANISCH.COM 7 JAAR
Er is er 1 jarig! Hoera! Hoera! Dat kun je wel zien dat is maanisch.com! Het is alweer 7 jaar geleden dat ik mijn eerste stukje het wereldwijde web op gooide! Ongelooflijk! Corny, maar waar: Time flies when you’re having fun!
VIEZE, VIEZE, VIEZE, VUILE, VUILE BASTARDS
“Eh, schatje”, begint vriend F., “ik kreeg gisteren een belletje van een internetmannetje dat er illegale praktijken gebeuren via mijn site.” “Oh, eh, de site die op mijn server staat?”, vraag ik. Die is het. Hij stuurt het mailtje wel even door dat hij gekregen heeft. “CIA, FBI, helikopters boven het huis”, zegt vriend F., “moeilijkmoeilijkmoeilijk.” “Ik ga het regelen”, zeg ik en even later lees ik het mailtje dat F. kreeg van zijn provider. ‘VeriSign has been informed that there is currently a website hosted by your company that is involved in a phishing scheme to obtain personal account information from the customers of CECA. (…) CECA would like you to provide VeriSign with the source code, including any data collected, of this Web site for analysis to help prevent further phishing schemes.’ Oh, hel. Zucht en steun. Ik log in op mijn server. Een paar weken terug was mijn server gehackt. Mijn maanisch.com en ploesiepoesie.nl zijn daarna, om nog meer drama te voorkomen, meteen verhuisd naar de server van Bob en die staan daar heerlijk! De rest van mijn server bestaat nu uit 10 van mijn lege domeinen en 1 domein van vriend F. die doorverwezen wordt naar zijn eigen site. Met die domeinen ga ik ooit nog eens dingen doen. Of niet. Maar ze hadden zulke mooie namen, dat ik ze gewoon wilde hebben. Sommige staan al jaren leeg. Tot een paar weken terug. Want een stelletje bloody fucking bastards heeft al die sites volgeplempt met weet ik veel wat voor een data waarmee ze illegale creditcard-fraude-spelletjes spelen. Bastards! Bastards! Bastards! En nu weet ik heus wel dat ik zelf wat vaker m’n server had moeten checken op onvolkomenheden. En dat het misschien handiger was geweest als ik elke maand m’n wachtwoord had vervangen. En dat de server waar mijn domeinen staan misschien wel niet de allerbeste is voor zo’n niet-nerd als ik. Maar ik vind vooral dat anderen met hun vieze gore poten van mijn spullen af moeten blijven. Die domeinen zijn van mij! Mij! Mij! Nadat ik alle illegale data van mijn domeinen heb verwijderd, een klusje wat per domein toch zeker zo’n 5 minuten duurde, en daarna alle wachtwoorden heb vervagen, ga ik eens een kijkje nemen bij de statistieken. Sommigen hebben de 5000 hits per dag gehaald. Nog nooit zoveel bezoekers gehad.
LUNA ZAG PORTISHEAD
Een paar maanden geleden hoorde ik dat Portishead een concert zou geven in de Heineken Music Hall. Ongelooflijk! En ze bleken een nieuwe cd te hebben gemaakt; ‘Third’. Ook ongelooflijk! Moest ik bij zijn! Maar bij die nieuwste cd ‘Third’ kreeg ik geen kippenvel, zoals wel bij al hun vorige platen. Integendeel. Ik vond ‘m stom. Ik kreeg er hele nare vibes van zelfs. En ik baalde eigenlijk dat ik naar een concert zou gaan waar voornamelijk liedjes van dit album langs zouden komen. Ik had eigenlijk zelfs een beetje geen ene reet zin meer. Maar toch gaan natuurlijk. “Ik vind het allemaal best”, zei ik tegen vriendin D. voordat het concert begon en we allemaal met een plastic-beker-biertje stonden, “als ze maar 5 oude liedjes spelen.” Vond vriendin D. ook. Tegen vriend L. zei ik: “Ik vind het allemaal best, als ze maar wel ‘Roads’ spelen. Vond vriend L. ook. Maar na een nummer of 6 vond ik de liedjes van hun nieuwe cd eigenlijk best goed. Wat zeg ik: het klonk allemaal best wel lekker in de Heineken Music Hall. Ik zat er helemaal in! “Hé, hé, hé, P., P., P. geef mij die joint eens”, schreeuwde ik richting mijn P. terwijl ik hem op z’n rug tikte. Want een joint was het enige wat nog miste aan dit concert. Mijn P. draaide zich om en keek me verbaasd aan. “Oh nee”, zei hij en hield z’n joint angstvallig achter zich, “jij gaat echt niet blowen.” “Doe even normaal joh”, begon ik, “ik kan het best hebben.” “Schatje…”, probeerde hij, maar ik had de joint uit al uit z’n handen gegrist. “Doei, dit is het enige concert waarbij je gewoon hóórt te blowen”, zei ik en ik inhaleerde meteen maar even heel diep en lang. Zo! Meteen nog maar een trekje. En nog eentje. Zo! Die kwam lekker binnen! Zo! Dat ‘Machine Gun’ kwam nu ineens écht een stuk beter uit Beth’s strot dan thuis in m’n woonkamer. Zo! Best een lekkere plaat eigenlijk. Wat zeg ik: misschien zelfs wel de beste plaat van die hele cd. “Hé, hé, hé, P., P., P. doe nog eens even een jointje voor mij en I.”, schreeuwde ik even later weer richting P.’s rug. En ik inhaleerde nog eens diep. En nog eens. En nog. En nog… En… En… En… En toen Beth tijdens de toegift ‘Roads’ zong, en de hele zaal muisstil naar haar stond te luisteren, ja, toen zouden normaal gesproken eigenlijk de tranen over m’n wangen zijn gelopen. Als ik niet zo stoned was geweest.