LUNA DOET AAN RETAIL THERAPY
Ik zit al een tijdje niet lekker in mn vel. Gedoe, toestanden, drama. Nu zou ik kunnen gaan soulsearchen tot ik een ons weeg. Of op yoga kunnen gaan. Of naar een psycholoog. Of een paar maanden in een hutje op de hei gaan zitten. Maar waarom zou ik dat allemaal doen als de beste therapie ook nog eens de leukste is? Vol overgave stort ik mij op de Retail Therapy! Kopen, kopen, kopen. En aangezien John Gray, auteur van het boek Men Are From Mars, Women Are From Venus ons vrouwen op het hart drukt dat men are motivated when they feel needed, dacht ik, laat ik partner P. eens om zijn pinpas vragen. Die heb ik namelijk hartstikke nodig. Zonder de pinpas van partner P. ben ik nergens en zo sla ik ook nog eens 2 vliegen in 1 klap; én ik voel mezelf een stuk gelukkiger én ik ben ook nog eens actief aan mijn relatie aan het werken. Partner P., altijd bereid om mee te werken aan een evenwichtige en gezonde relatie, gaf mij zonder morren zijn pinpas en verdween naar zijn werk. En ik verdween richting Kalverstraat. En in de Kalverstraat was het uitverkoop, net als in de Leidsestraat, net als in de 9 straatjes en net als in de rest van Amsterdam. Nadat ik allerhande tasjes had gevuld met truitjes, slipjes, behaatjes, crèmepjes en boekjes stuitte ik gisteren op prachtige roze, suède sandaaltjes van Fornarina! En voor het eerst in mn leven bleek mijn maatje 41 de enige maat te zijn die over was. Dus in de aanbieding! Dus kopen. Het kassameisje pakte mijn nieuwe schoeisel in rood en oranje vloeipapier en compleet verlicht liep ik de winkel uit. Daar kan geen psycholoog tegenop, zeg ik. En geen strip Prozac ook.
DIGWEED LIGT ER WARMPJES BIJ
LUNA VINDT HET LEKKEL
Tijdens de maandelijkse FOXY-redactievergaderingen bij de Chinees weet ik nooit of ik in de maling word genomen of niet. Vanavond kwam vormgever B. met een verhaal over kopneuken: Echt, ik heb het thuis in een boek staan. Ik kan het voor je opzoeken. Kopneuken?, vroeg ik, dus helemaal met een hoofd erin? Ondertussen kwam een Chinees vrouwtje onze bestelling opnemen: Bieltje? Lekker, een biertje. Ja, helemaal, ging vormgever B. verder, en dan stoppen ze rietjes in hun neus om adem te halen. Hè, nee, dat meen je niet!?, vroeg ik. Het Chinese vrouwtje regelde met hoofdredacteur P. dat ze een speciaal menu zou samenstellen. Vormgever B. meende het wel van die rietjes en het hele kopneuk-verhaal werd door vriendin M. bevestigd. Ik was in keer in Thailand en daar vertelde een hoertje dat ze een vaste klant had met een kale kop. Speciaal kaalgeschoren voor het kopneuken. Nee, echt?, vroeg ik. Echt, zei ze. Het Chinese vrouwtje kwam vragen of we nog een biertje wilden. Ja, lekker, nog een biertje. Jullie zouden daar trouwens eens iets over moeten schrijven, zei vormgever B., over kopneuken. Ja, doei, zei ik, M. en ik hebben vanmorgen net een handleiding voor vuistneuken geschreven en dat vond ik eigenlijk al iets teveel van het goede. Oh, doen jullie wel eens aan vuistneuken dan?, vroeg vormgever B. geamuseerd. Ja, maar alleen anaal, zei vriendin M. met een grote glimlach, en alleen met latex handschoenen. Schalen met kip, tong, eend en ossenhaas kwamen op tafel en de bizarre verhalen vlogen heen en weer. Hoofdredacteur P. wist er ook nog wel eentje. Plompzakken. Dat bestaat echt hoor, zei hij, ik zit het niet te verzinnen. Het was iets met een riem heel strak om een vrouwenbuik binden en met een daaruit resulterende hele grote opening en een daarin compleet passende pik en ballen. Kon ook wel eens mis gaan. Is het lekkel?, kwam het Chinese vrouwtje informeren. Ja hoor, het is heel lekker, zeiden we.
Vormgever B. was zo vriendelijk om mij de volgende link (filmpje) nog even door te sturen: klik (klik op ‘extreme headfucking’). Mijn leven zal nooit meer hetzelfde zijn.
KLUSSEN DOE JE ZO
Hoe het komt, komt het, maar het lijkt wel alsof partner P. en ik gewoon altijd ongelooflijke pech hebben als het op klusjesmannen aankomt. Vorig jaar lakte klusjesman E. onze vloer. En dat deed-ie goed, al liet de laklaag los, maar dat lag niet aan hem. Een maand later lakte hij onze trap. En ook dat deed-ie goed. Vorig week deed hij een poging om de rest van ons huis af te werken. Een poging die jammerlijk mislukte. Een poging waardoor ik nu bijna al zijn werk opnieuw moet doen én nog eens allemaal extra werk. Zo heeft hij de raamkozijnen binnen geverfd, maar is daarna ergens iets gaan schuren zodat de verf is opgedroogd met het stof erin. Kleinigheidje. Op het plakplastic dat een gedeelte van onze ramen bedekt heeft hij verf gemorst, kan gebeuren, en die met een schuurpapiertje proberen te verwijderen. Het gevolg; het plakplastic is permanent beschadigd. Met zijn witte verfhanden is hij een paar keer nonchalant tegen mijn augurkgroene muurtje gaan hangen. Gevolg; een augurkgroen muurtje met een wit sponseffect. Kan zo in de VT Wonen. Die witte vingers zitten ook op onze telefoon, mijn Senseo-apparaat en onze tafel. Onze authentieke steentjesmuur in slaapkamer en kantoor heeft hij keurig gelakt, maar wel zodanig dat ook de vloer subtiel is meegenomen. Maar de allergrootste blunder was toch wel het compleet omkiepen van de bus Histor Appelwit waarmee hij de kozijnen buiten aan het verven was. Het gevolg; precies voor onze deur een grote, witte vlek. Valt haast niet op. Kan gebeuren. “Sorry.” Ik baal nog het meest van het feit dat we zijn werk pas aan een grondige inspectie hebben onderworpen nádat hij klaar was. En nádat hij betaald was. Dom van ons, maar van afstand zag het er allemaal keurig uit. Met een agressie waar Mike Tyson jaloers op zou zijn ben ik nu bezig om zijn fouten te herstellen én de rest van het huis af te maken.
LUNA EN DE BETONKNIPPER
Ik haat bouwvakkers! En ik haat ze allemaal! Ze mogen allemaal gestenigd worden en allemaal tegelijkertijd! Nadat P. en ik een jaar lang door onze eigen bouwmannetjes geterroriseerd zijn, zijn andere bouwvakkers een maand later begonnen in het huis naast ons. Al een jaar lang komen er vanaf 7.00 allerhande geluiden door de muren, soms hard, soms zacht. Maar vanmorgen om 7.00 voelden wij ons huis trillen op haar bouwvesten. Tering, zei ik tegen P., nou is het afgelopen. Ik trok mn kimono aan en vloog naar boven. Jesus, doe even normaal man, zei ik tegen 6 bouwvakkers die bezig stukken betondraad van zon 3 bij 2 meter voor onze deur te gooien. Wij wonen hier. En het is 7.00, riep ik zo hard als ik slaperig kon. Alle 6 keken ze me glazig aan. We halen het zo wel weg, zei er eentje. Nee, laat nou maar liggen, dan kunnen we misschien nog even slapen, zei ik en ik ging weer terug bij P. in bed liggen. Om 3 minuten later weer precies dezelfde geluiden te horen. Bloedlink stoof ik weer naar boven. Ik vraag net of jullie willen stoppen! Wij proberen hieronder te slapen!, riep ik terwijl een bouwvakker gewoon doorging met het knippen van het betondraad. Een TMF-kop keek me aan. Dit moet toch gebeuren. Over 3 uur komt het beton en dan moet het klaar zijn, zei hij snugger. Wat kan mij dat nou schelen, godverdomme?, riep ik. Dit stuk, en ik wees naar de grond onder hem, is van mij. Mine! Mine! Mine! Mijn eigendom! Mijn hof! Godverdomme! Mijn grond! Wat moet ik dan?, vroeg de TMF-kop. Leg die dingen op straat neer en ga daar staan te knippen, als je het hier maar niet meer doet, zei ik. De TMF-kop keek alsof hij het begreep, stopte even met zijn werk, maar toen ik weer bij P. in bed lag ging hij vrolijk door met betonknippen. Zucht. Hoe groot was de kans ook alweer dat een bouwvakker tijdens zijn werk ernstig ten val komt?
www.1op6.nl
LUNA WIL EEN MY LITTLE PONY
Ik heb een trauma. Een groot jeugdtrauma. Toen al mijn vriendinnetjes, alle meisjes uit mijn klas en alle meisjes uit de buurt een My Little Pony van hun ouders kregen, stond ik met lege handen. Zij kamden met mini-borsteltjes met glittertjes de haren van die plastic ponys en versierden het beestje met schattige haarbandjes, glimmende sterretjes en kleertjes. En ik. Ik stond erbij en ik keek erna. Mn moeder vond een My Little Pony belachelijk. Volgende maand kijk je er niet meer naar om, zei ze. Wat ook zo was, want een maand later wou ik een Care Bear. Kreeg ik ook niet. En weer een tijd later wou ik een Lots-A-Lots-A-Legggggs. Zon pluche rups. Ook die ging aan mn neus voorbij. Een Popple, een pluche beest dat je in zichzelf kon proppen; ook niet. Mn moeder weigerde om mee te doen met trends en rages. Dit heeft tot permanente schade geleid waar mn moeder zich terdege van bewust van. Ik ben 28 en heb nu genoeg geld om aan elke speelgoedtrend en rage mee te doen die me door de speelgoedindustrie wordt opgedrongen. Ik kom elke week in een Bart Smit of Intertoys en ik ga er nooit weg zonder iets te kopen. Ik ben helemaal in touch met de jeugd van tegenwoordig. Ik heb 7 Furbys, een pratende, roze, pluche poedel, een hightech plastic kater die draait en praat, 2 Tamagotchis, een enorme hoeveelheid Hello Kitty-spullen, minstens 100 glitter-gel-pennen, een ruime collectie Dogz en een Aquapet. Momenteel ben ik aan de scoubidou. Iets met plastic touwtjes van 80 centimeter die je op een bepaalde manier aan elkaar knoopt. Het resultaat is een soort plastic punnik-werkje dat eigenlijk alleen dienst kan doen als sleutelhanger. Ik heb er nu 20 en dat lijkt me wel genoeg. Partner P. en ik zijn geen DINKs (Double Income No Kids). Partner P. en ik zijn DIOKs: Double Income One Kids.
p.s. Ik hou het niet meer na het zien van www.mylittlepony.com. Ik ga morgen zon plastic paard kopen met alle mogelijke accessoires erbij.
LUNA EN DE LULLIGE VOETBALFEITJES
Hoe het mannelijk brein werkt is mij soms een volkomen raadsel. Waarschijnlijk is dat wederzijds. Met grote verbazing kan ik luisteren naar voetbalgesprekken tussen mannen onderling. Als het over voetbal gaat komen ineens de meest futiele feitjes boven borrelen bij mannen met het IQ van een grasspriet. Als er voetbal op tv is daalt het IQ van mannen trouwens sowieso naar dat van een grasspriet, maar dat terzijde. Ook mijn partner P., over het algemeen niet de domste, onthoudt bijna alles wat met voetbal te maken heeft. Toen en toen, speelde die tegen die en toen werd het zoveel tegen zoveel in de zoveelste minuut. En wie er een gele kaart kreeg zit ook opgeslagen. Ongelooflijk, maar vooral zonde van de opslagcapaciteit. Om zijn kennis van lullige voetbalfeiten eens aan een uitgebreide test te onderwerpen kocht ik gisteren voor hem het boekje Oranje Lukraak, Nutteloze voetbalfeiten die iedereen moet weten. Overhoring: Hé P., welke internationals hadden er een sigarenzaak? Eh, Bennie Muller, eh, Rinus Israël, Sjaak Swart, antwoordt hij. Tsssss. Wie was topscorer op het EK 2000? Kluivert en Miloŝevic. Topscorer in 1996? Alan Shearer. Wat was het andere beroep van Adri van Tiggelen? Postsorteerder. En dat van Ruud Geels? Huisschilder. John van Loen? Betonvlechter. Wat was de uitslag van Frankrijk-België in 1984? 5-0. En wat was de uitslag van Engeland-Duitsland in 1996? 1-1, en Shearer scoorde in de derde minuut. Wie scoorde voor Nederland een eigen goal in 2000? Nederland- Joegoslavië, Govedarica. En wie scoorde een eigen goal in 1994? Nederland-Schotland, Brian Irvine. Ziek is het. Heel ziek. Zeg P.?, vraag ik. Ja, meisje? Hoe komt het dat je alles wat met voetbal te maken heeft meteen onthoudt, terwijl je na een jaar nog steeds de afwasmachine niet logisch in kan ruimen?
Oranje Lukraak, Nutteloze voetbalfeiten die iedereen moet weten van Floris en Martin Bester is uitgegeven door Uitgeverij Mouria, paperback, 88 pagina’s, ISBN 9045849224, prijs: 4,95
DING DONG DING DONG
Onze prachtige, door mij zelf geïnstalleerde, voordeurbel tingelt 1 keer ding dong en na enkele seconden nog een keer ding dong. Een prachtig geluid, behalve als ik lig te slapen. Ding dong ding dong, klonk het vannacht. Een slaperige blik op het display van mijn mobiele telefoon leerde me dat het 5:01 was. Kut. Vrienden komen op dit tijdstip niet onaangekondigd langs. Die bellen even van tevoren. Het zouden politieagenten kunnen zijn, om te vertellen dat er iets met de ouders van P. of mijn ouders gebeurd is. Ding dong ding dong, klonk het weer, maar nu een stuk luguberder. Jesus, hoe laat is het, vroeg P. toen er voor de derde keer werd aangebeld. Vijf uur, zei ik. Ding dong ding dong, voor de vierde keer. Nog slapend kwam P. uit bed, trok een shirt aan en liep naar boven. Kijk je uit?, riep ik naar P. toen hij de deur naar de hal openmaakte. Dit geloof je niet, riep P. naar beneden. Er stond een smoezelige kerel tegen het deurraam geleund te slapen. Iedere keer als hij wakker schrok duwde hij met zn vinger op de bel. Ding dong ding dong, deed hij weer. Schreeuw maar door de brievenbus dat-ie op moet tiefen, gilde ik. Hé, hoorde ik P. roepen, loop eens door, mafkees. De smoezelige kerel kreeg een helder moment; Ha, joh, eh, jo, eh, ba, ba, le, mu, mu, pe, le, ru, lo, no, no, ha, bu, bu, bu, eh, moe hier zijn. Je moet hier helemaal niet zijn, zei P., en nou opzouten. Tegen zoveel overredingskracht kon de smoezelige kerel niet op en schuifelend verdween hij weer de nacht in. Het is niet de eerste keer dat er een vaag, dronken of stoned type aan de deur staat te bellen op onhebbelijke tijden. Meestal zijn dit toeristen die ons huis voor een hotel aanzien, zwervers die denken dat het hier een dependance van het Leger des Heils is of junks die zeker weten dat er hier gedeald wordt; Eddie woont hier toch? We overwegen om na 1 uur s nachts 220V op de deurbel te zetten.
LUNA EN HET KONIJNTJE
Vriend F. is er een van het type oerman. Groot, sterk en tijdens gesprekken begint er altijd wel een zin met: Toen ik nog bij de commandos zat. Vriend F. is ook jager. Een fanatieke, met een heleboel geweren met extra gadgets. Groot was zijn verbazing toen ik vertelde dat ik nog nooit konijn had gegeten. Dat is zielig, probeerde ik. Zielig? Zielig?, riep hij. Als ik in de gelegenheid ben, dan zal ik een konijn voor je schieten. Al is vriend F. al 19 jaar in het bezit van vrouw T. en 4 jaar in het bezit van kind B., toch voelde ik me meteen zijn oervrouw. Een man die een konijn voor je gaat schieten, dat maak je tenslotte niet elke dag mee. Gisteren was het zover. Vriend F. had konijnen geschoten op een Amsterdams kerkhof. Om 4 uur s morgens lag ik tussen de grafstenen, vertelde hij. Prachtig. Ik heb 24 konijnen geschoten. Hij had ze daarna eigenhandig geslacht. Ook zelf het velletje eraf gesneden?, vroeg ik en ik dacht aan zachte konijnenbontjes. Natuurlijk, zei hij. En omdat vriend F. vindt dat een jager zijn eigen vlees moet kunnen klaarmaken zat ik gisteren met een stuk gebraden konijn op bord. En het was heerlijk! Het was subliem! En ik had bijna geen moeite met de botjes die er toch wel heel erg als een konijnenskeletje uitzagen. Na het eten gingen we met het hele gezin nog even uitwaaien op het Zilverstrand. Kijk, daar zitten konijnen, zei vriend F. en hij wees in de verte. Zijn blik werd meteen fanatiek. Hij dook richting bosjes en gebaarde ons dat we dat ook moesten doen. En we moesten stil zijn, wat niet echt lukte. Stelletje waardeloze jagers, siste vriend F. toen we gniffelend achter hem aanliepen. Als je dichtbij de bosjes blijft, dan kun je tot wel 15 meter komen. En inderdaad, we kwamen tot heel dichtbij. Daarna hupsten de konijntjes met zn allen de bosjes in. Hun witte, wippende staartjes staan op mijn netvlies gegrift.
LUNA EN DE PAARDENFLUISTERAAR
Kunt u het een beetje vinden? Ik sta in new-age-winkel Himalaya aan de Warmoesstraat en ben op zoek naar een boek waardoor ik mezelf, mijn leven, mijn lot en de rest van de wereld beter ga begrijpen. Maar een doosje wierookstokjes is ook goed. Eh, ik kijk gewoon even, zeg ik tegen de man naast me. De new-age-man behoort niet tot het winkelpersoneel, maar is benieuwd welk boek ik onder mn arm heb. Ik laat hem Licht op de Crowley Tarot zien. Een boek over tarotkaarten. Oh, knikt de new-age-man een beetje afkeurend en begint een trage monoloog over zichzelf. Hij kijkt serieus en hij praat serieus, maar hij kijkt me niet aan. Hij heeft zich gespecialiseerd in aura-lezen en momenteel is hij bezig met de helende krachten van edelstenen en bergkristallen. Hij heeft er al heel wat mee bereikt. Iemand van migraine afgeholpen. En pas nog, heeft hij een paard van darmklachten afgeholpen. Ja, hij is me er eentje. Zucht. Heb ik weer. Een new-age-man die denkt dat-ie de nieuwe paardenfluisteraar is. Dat gaat me te ver voor vandaag. Maar om nu in een new-age-winkel én tegen deze specifieke kerel te zeggen dat ik het zo drukdrukdruk heb en dat ik écht geen tijd heb voor zijn geouwehoer lijkt me niet verstandig. Straks legt hij zn handen nog op mn schouders om me van alle stress af te helpen. Moet ik niet hebben. En zeker niet vandaag. Waarschijnlijk kan de new-age-man aan mijn aura zien dat hij op mn zenuwen begint te werken, want hij stopt midden in een zin met zijn verhaal. Ik zal je niet langer lastigvallen, meldt hij en hij loopt weg. Hij heeft me tijdens zijn hele monoloog niet 1 keer aangekeken en ik heb een hekel aan mensen die me niet aankijken. Al helemaal aan new-age-types die me niet aankijken. Nadat ik mijn Licht op de Crowley Tarot-boek heb afgerekend, loop ik langs de new-age-man naar buiten. Hij heeft net een andere klant aangeklampt. Die boer had dat paard anders weggedaan, hoor ik hem zeggen.