web analytics

Auteur: Luna

IK BEL JE ZOMAAR EVEN OP

“Je moet wel even naar S. bellen hoor, om te vertellen van mamma”, zei ik maandagavond tegen J., “ik wil niet dat ze het op Facebook leest of het van iemand anders hoort.”
“Bel jij maar”, zegt hij.
“Nee, doe jij het maar, want ik moet nu al janken en jij bent haar vader.”

Even later hoor ik J. het nieuws aan dochter S. vertellen.

Kinderen zorgen ervoor dat je zelf beter op je benen blijft staan. Het is gemakkelijk om in wat mindere tijden helemaal hysterisch op de bank te gaan liggen janken en schreeuwen dat het allemaal nooit meer goed komt met het leven en dat iedereen maar godverdomme dood gaat of ziek wordt en dat je er helemaal geen zin meer in hebt en dat het allemaal zo oneerlijk is en dat de hele wereld naar de klote gaat en dat er ook nooit wat leuks is op tv. Maar als er kinderen in de buurt zijn doe je dat toch net even anders. Dan blijf je rustig. Dan vertel je eerlijk dat het kut en klote is en dan huil je ook heus wel even, maar je focus is verlegd.

Misschien had ik toch aan een gezin van 6 kinderen moeten beginnen. Just to keep me sane.

Dochter S. reageert zoals verwacht. Ze is verdrietig en moet huilen en op zulke momenten is het gewoon echt niet leuk dat we 100 kilometer uit elkaar wonen. Even snel een kus en een knuffel gaat niet lukken, maar we verzekeren haar door de telefoon dat oma nog lang niet van plan is om dood te gaan en dat er eerst nog allemaal nieuwe onderzoeken moeten komen en dat alles uiteindelijk altijd goed komt. En zo niet. Dan toch.

“Ze gaat je moeder meteen bellen”, zegt J. als hij heeft opgehangen.
“Nee, echt?”, vraag ik.
“Ja, echt”, zegt J. huilend.
“Jesus, dat vind ik echt ongelooflijk stoer van haar.”
“Ja, ik ben ook heel erg trots.”

Dochter S. heeft met haar 14 jaar iets gedaan wat heel veel mensen met jaren meer levenservaring niet durven; gewoon de telefoon pakken en bellen naar iemand met kanker. Of welke andere ziekte, of kut-omstandigheden dan ook. Het maakt niet uit wat je zegt. Al zeg je niks. Al jank je 10 minuten achter elkaar. Maar bel. Ga langs. Stuur een kaartje. Laat iets weten.

Mensen met kanker zijn niet ineens alleen maar een kankerpatiënt. Mensen met kanker blijven bovenal gewoon je moeder. Je vrouw. Je buurvrouw. Je vriendin. Je collega. Je oma.

9