WAH SEDDE GIJ?
“Willumesschienlotenvaddesonneboem”, vraagt een dikke dame van in de 70 in mijn deuropening.
“Wat zegt u?”, vraag ik.
“Lotenvaddesonneboem?”
“Eh”, zeg ik en kijk de dikke dame vragend aan.
Puppy Nina komt naast me op de mat zitten terwijl de dikke dame een boekje uit een omgekeerd plastic tasje haalt.
“Vandesonneboem”, zegt ze terwijl ze het boekje onder m’n neus duwt.
“Oh, of ik een lot wil kopen van De Zonnebloem!”, zeg ik.
Opgelucht kijkt de vrouw me aan.
“Ja hoor, natuurlijk wil ik dat wel”, zeg ik, maar eigenlijk wil ik helemaal geen lot van de Zonnebloem. En ik wil ook niet doneren aan de Nederlandse Hartstichting, het Reumafonds, de Maag Lever Darm-stichting, het Diabetes-fonds of eigenlijk welk ander fonds of welke andere stichting dan ook. Sinds ik in Tiel woon verschijnt er wekelijks wel een collectant aan de deur. En omdat ik te laf ben om ‘nee’ te zeggen gooi ik iedere keer toch weer een handje kleingeld in de collectebus.
In het kader van de bezuinigingen heb ik onlangs alle lidmaatschappen die ik me de afgelopen jaren aan heb laten smeren op straat (Stop Aids Now, Wereldnatuurfonds, Amnesty International en Oxfam Novib) stopgezet. “Ja, maar het is maar 2 euro per maand en wat is nou 2 euro per maand?” Ja, 2 euro per maand is 24 euro per jaar en daar kan ik een halve week van eten, vriend! Want het zijn momenteel niet alleen de directeuren en managers van de Stichtingen of Fondsen die meer verdienen dan ik. Als ik een slechte week draai, dan verdienen ook de studenten die staan te collecteren meer dan ik. En dat kan niet de bedoeling zijn van het leven in het algemeen en mijn leven in het bijzonder!
Maar de dikke dame aan mijn deur is allerminst ‘student’ te noemen. Zij loopt vrijwillig met haar omgekeerde plastic tasje de Tielse deuren langs. Mooi.
“Wahunleukhundje”, zegt ze.
“Ja, we hebben haar net. Ze heet Nina. Lief hè?”
“Ikhehnohweleenkuukske.”
“Oh, Nina, hoor je dat, die mevrouw heeft een koekje voor je!”
Een paar minuten later is het de dame gelukt om een hondenkoekje uit haar portemonnee te frommelen. Ondertussen blijft de dikke dame praten en praten en praten en hier in Tiel zeggen ze dan; ‘die lult een hond kapot in 5 minuten’, maar Nina zit nog steeds braaf op de mat. De dikke dame moet zich af en toe vasthouden aan de deurpost, want praten en ondertussen op zoek naar een hondenkoekje blijkt nogal een opgave voor haar. Gelukkig kan ik haar platte Tiels, gecombineerd met een spraakgesprek en een loszittend gebit ontcijferen.
Nina slikt het koekje in 1 keer door.
“Menbuuvouhehokunhundje.”
“Oh, daarom heeft u zeker altijd een hondenkoekje bij zich?”
“Isokweluhliefbeessie.”
De dikke dame zakt met gevaar voor eigen leven door haar knieën en begint Nina te aaien, die rustig blijft zitten en zich de aaitjes laat welgevallen.
“Sijhehuntisju.”
“Een wat?”
“Un tisju.”
“Een?
“Tisju.”
Ja, die koste mij ook even wat moeite.
DE HYPOCRISIE VAN BOL.COM
Ik maak er geen geheim van dat ik geld verdien, wil verdienen en hopelijk nog heel veel meer ga verdienen met www.climaximaal.nl. Dit doe ik door middel van zogenaamde ‘affiliate marketing’. Als er een dildo, vibrator, of ander seksspeeltje verkocht wordt via www.climaximaal.nl (door dus op de linkjes te klikken onderaan een review, of op de banners te klikken in de rechterkolom én door bij die webshop ook daadwerkelijk iets te kopen), dan ontvang ik daar een percentage van. Geen duizenden euro’s, ook geen honderden euro’s, maar wel enkele tientallen.
Het spreekt voor zich dat de meeste online seksshops met mij willen samen werken, want ik schrijf natuurlijk hartstikke goed en leuk en eerlijk en ook met zoveel humor en m’n haar zit ook altijd zo vreselijk goed (maar waarschijnlijk willen online seksshops met iedereen wel zo’n affiliate-partner-programma aangaan, want geld is geld en of dat geld nou linksom of rechtsom komt; als het er maar komt).
Nu was ik ook graag zo’n affiliate-partner-programma met www.bol.com aangegaan. Er zijn immers genoeg leuke, informatieve, kunstzinnige, erotische, geile boeken over seks die ik in de kast heb staan (of zelf nog zou willen lezen) die ik de wereld kan en wil aanraden! Maar… Bol.com heeft mijn aanvraag voor een partnerschap afgewezen. Afgewezen! En op zich zou ik deze afwijzing nog kunnen begrijpen. Want Bol.com is immers een keurige, nette online boekenwinkel, toch? Een online shop waar ook kinderen hun prentenboekjes kopen. Toch? En ik snap dat Bol.com zich op geen enkele manier zou willen afficheren met een weblog zoals het mijne; een best wel keurig blog over erotiek en seksspeeltjes op een leuke en eerlijke, toegankelijke manier geschreven. Toch? Want mijn weblog zou voor sommige mensen wel eens aanstootgevend kunnen zijn. Snap ik. Enigszins.
Maar eh?
Bol.com verkoopt zelf de meest ranzige en gore porno-dvd’s die ook nog eens met de meest ranzige en gore verkooppraatjes worden aangeboden! Films met titels als: ‘Neuk Je Schoonmoeder 6’, ‘Super Sluts 2’ en ‘Bijstandsmoeder 1’! Met begeleidende teksten als: ‘Fuck & Suck!! Tasty!! Cum Craving cuties!! XXX double “D” Sluts!! Bend over whore!! Hardcore XXX Action!!’, ‘Nat, wild en gewillig is de superslet Elle Brooke die een duikcentrum runt op Tenerife’ of ‘Deze zaadvreugdige debutantes kunnen eenvoudig weg geen genoeg krijgen van jouw hete, plakkerige kwakje!’ Say what?? Bol.com verkoopt dvd’s die ik niet eens zou willen zien, laat staan zou willen bespreken! En natuurlijk heeft Bol.com alle recht om mij af te wijzen als affiliate-partner en ik snap dat de toelatingscommissie bij het zien van de eerste de beste vibrator op een website al op de ‘afgewezen’-knop duwt, want dat selecteert zo lekker makkelijk. Maar ik vind het persoonlijk een beetje hypocriet. Zelf de meest keiharde, ranzige, aanstootgevende én vrouwonvriendelijke porno-dvd’s verkopen en dan een affiliate-partnerschap met een weblog van een keurig meisje zoals ik afwijzen.
Op de vraag of ze mij misschien konden verduidelijken waarom Bol.com in mij geen geschikte affiliate-partner zag heb ik nooit antwoord gekregen. Ik denk dat ze te druk waren met het op kleur zetten van hun porno-dvd-collectie.
LUNA’S MEI-VAKANTIE
“Eigenlijk wil ik in de mei-vakantie wel de hele week blijven”, had dochter S. gezegd. “Dat mag, want je mag hier zo vaak komen als je wil, maar dan moet je er wel rekening mee houden dat oppasmeisje M. er op woensdag en donderdag ook is”, hadden wij gezegd. En ja, die informatie, die was natuurlijk bekend bij dochter S., maar die moest nog even verwerkt worden. Oppasmeisje M. is nu zo’n half jaar op de woensdagen en donderdagen bij ons en op vrijdagmiddag. Een vrijdagmiddag die soms nogal ingewikkeld was, omdat dan oppasmeisje M. weer richting haar huis ging en dochter S. net arriveerde. Een overlap van een half uurtje, tot een uur. Een vrijdagmiddag-situatie die het best kan worden uitgelegd met het zinnetje: ‘Als blikken konden doden.’ En logisch ook. Heel logisch. Dochter S. wordt ineens geconfronteerd met een meisje dat meer uren in ons huishouden doorbrengt dan zij zelf. En dat zorgt voor jaloezie. En oppasmeisje M. ziet ineens dat je als dochter van gescheiden ouders nog steeds je biologische vader kan zien, in tegenstelling tot zij zelf, ook al heeft ze nu een échte vader. Een hoop ingewikkelde dingen en vooral heel veel ingewikkelde gevoelens voor meisjes van 10 en 11. Ga er maar aanstaan. Voor hun moeilijk, maar ook voor mij heel moeilijk. Want al heb ik genoeg liefde om te zorgen voor 2 kinderen die niet van mij zijn, wat zeg ik, ik kan er wel 100 hebben, plenty of liefde; leg zo’n situatie maar eens uit, zonder partij te trekken voor de een of de ander. Ik heb het er best zwaar mee gehad, het afgelopen half jaar, want ik wilde zo graag dat ze elkaar wél leuk vonden, want ze trokken allebei naar mij. Wilden allebei mijn aandacht. Tegelijkertijd. En ik wilde zo graag dat ze wél eventjes gezellig met elkaar zouden knutselen. Samen. Of eventjes tv zouden kijken. Samen. Al was het maar een half uurtje! Dat ze elkaar op z’n minst zouden tolereren. Maar het zat er niet. Helaas. Tot dus vorige week. Toen besloot dochter S. dat het wel okay was dat zowel zij als oppasmeisje M. hier zouden zijn. “En jullie bijten elkaars kop er niet af, want dat kan ik allemaal niet aan hoor, al dat bloed en al dat drama?”, vroeg ik. Zouden ze allebei niet doen. En is ook niet gebeurd. Ze hebben allebei besloten om een nieuwe start te maken, want, zoals ze zelf zeiden: “We zijn niet zo goed begonnen samen, hè?” En dat was dat. En klaar. En van ze af! Het waren 2 heerlijke meidendagen. Knutselen, hond uitlaten, boodschappen doen, koken, schilderen, meidenfilms kijken, toastjes met brie en krabsalade en een glaasje cola. Zonder 1 onvertogen woord. Hoe trots kan je zijn op kinderen die je niet gebaard hebt?
NINA THE QUEEN
NINA, DE MAGNEET
Het leek ons een uitstekend idee om puppy Nina mee te nemen naar Apeldoorn 30 april. Het is inmiddels traditie dat de verkering en ik, en als dochter S. bij ons is, ook dochter S. naar zijn moeder en haar man te gaan. Beetje struinen langs de kraampjes links en rechts, vooral veel goedkope kleding scoren en dan de dag aftoppen met een dürüm döner bij een soort van Turkse McDonalds. Daarna nog even een klaverjasje leggen bij hun thuis met een oranjebittertje en daarna weer op huis aan. De dag daarvoor hadden we Nina al bij mijn ouders ondergebracht en aangezien we geen misbruik willen maken van hun oppaskwaliteiten ging Nina dus mee. Gezellig! Nina’s eerste Koninginnedag! Nina werd versierd met een rood-wit-blauw lintje en oranje franje, want dat was 1 van de voorwaarden voordat we een hond in ons huishouden toelieten; het mag dan nog zo’n stoer beest worden, ze krijgt wel elke dag een bloemetje in haar halsband, want ze moet wel matchen met m’n jurkje, ja! Dus zo liepen Nina en ik over de vrijmarkt in Apeldoorn en de ooh’s en aah’s waren niet van de lucht: “Ooh, wat een lief hondje”, “Aah, wat een leuk hondje” en “Ooh, kijk eens wat een schatje.” Maar na een uurtje was Nina het lopen zat en aangezien ze in 2 weken al 2 kilo is aangekomen en al bijna 8 kilo weegt konden we haar moeilijk de rest van de weg gaan tillen. Dit probleem losten we keurig op door een oranje poppenkinderwagentje voor haar aan te schaffen, dat we later inruilden voor een kick ass vintage kinderwagen. En ooh, en aah, en ooh, ze was zo ontzettend schattig! En ik liep zo ontzettend trots achter die wagen te shinen, ik leek wel een echte moeder met baby en ik vond het zo gaaf dat ik het liefst nu elke dag met Nina in de kinderwagen wil gaan wandelen en boodschappen doen, gewoon voor het effect: “Hé, Luna wilde toch nooit kinderen, oh, nee, kijk het is een hondje, aah, schattig.” Nina is een magneet. Iedereen wil haar aaien. Zelfs de meest stoere en brede kerels zaten tijdens Koninginnedag zachtjes op haar kopje te kriebelen en 1 zo’n kerel kwam zelfs met een zakje ijsblokjes aanzetten om in de kinderwagen te leggen, zodat ze het niet zo heet zou hebben. Over smelten gesproken! Ooh! Aah! Ooh! Maar goed. Ze groeit dus gemiddeld 1 kilo per week, wat zo ongeveer betekent dat ik nog zo’n week of 2, 3, hoogstens 4, kan gaan paraderen met Nina in die kinderwagen. Bijna jammer dat ze straks 40 kilo weegt. Alhoewel, zo’n bakfiets?
HET KONINGINNEDAGGEVOEL 2012
LUNA’S MOEDER IS GEEN HONDENMENS
“Doe de deur even achter je dicht”, zegt m’n moeder tegen J. als hij buiten een sigaretje gaat roken.
“Waarom moeders, het is best lekker weer hoor”, zegt J.
“Ja, maar ik heb de kachel aan”, zegt m’n moeder.
“De kachel aan??????”, vraag ik.
“Ja, de kachel aan.”
“Jij hebt nooit de kachel aan en zeker niet in april, waarom dan?”
“Ja, voor die stomme hond van jullie.”
“Nee! Heb je de kachel aangezet voor Nina?”, vraag ik lachend.
Ze kijkt alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
“Ik heb hier wel eens in de winter zitten te vernikkelen van de kou en toen zei je dat ik maar een extra trui aan moest doen en dat ik niet zo moest zeiken en dat het helemaal niet koud was en dat je de kachel gewoon op 18° had”, zeg ik.
“Tssss”, doet m’n moeder.
Mijn moeder, die volledig anti-hond is en al weken, maanden, jaren, net als ik, vooral bezwaren had tegen de aanschaf van een hond in ons huishouden heeft de kachel aangezet voor de puppy. In april! Mijn moeder, die me iedere keer dat ik haar zag of sprak, zei dat ze geen hondenmens is en dat ik zeker toch maar niet moest denken dat ze ook maar 1 dag of avond op die stomme rothond zou gaan passen, want ik wou een hond, zij niet. Mijn moeder, die wel altijd op de poesjes wil passen, want de poesjes zijn lief. Die moeder, die vorige week, toen ik zei dat we puppy Nina een avondje naar vrienden zouden brengen, vond dat dus echt niet kon. Onder geen beding. “Oh, nee, die hond gaat daar niet naartoe”, zei ze stellig, “oh, nee, breng haar dan maar naar ons.”
En, oh, nee, die hond mocht toch echt niet op de bank bij haar, dat ik dat goed vond, dat moest ik zelf weten, maar bij haar ging dat dus echt niet gebeuren.
Diezelfde avond lag Nina nog samen met opa Piet de krant te lezen. Op de bank.
NINA <3
LUNA EN NINA
Hoe het zo heeft kunnen lopen, dat snap ik zelf ook nog niet helemaal, maar ik, hét ultieme poezenvrouwtje, kreeg bijna 3 jaar terug een relatie met een hondenman. Een hondenman die ook nog eens allergisch was voor poezen. Een hondenman die al 3 jaar te pas en te onpas vertelt dat hij toch echt ook wel een hond wil. Nu. Altijd het liefste nu. Maar als nu niet kan, dan zeker weten ooit.
“Ja, en dan kan ik er zeker elke dag mee gaan lopen”, zei ik.
Nee, echt niet, ik doe het ’s ochtends en ’s avonds en dan hoef jij alleen maar 1 keertje ’s middags”, zei hij.
Sure.
“Ik ben niet van de honden.”
“Honden zijn veel leuker dan katten.”
Waarop ik superieur met m’n hoofd van ‘nee’ schudde.
Als dochter S. er was deed zij ook nog eens een duit in het zakje.
“Ja, een hond, een hond! En als ik er ben dan zal ik ‘m uitlaten, echt waar. Aaaaaaaah? Doe het voor ons? Voor pappa? Aaaaaah?”
Deze psychologische marteling heb ik zo’n 3 jaar moeten ondergaan. Het was de levende hel. Toon mij een foto van een willekeurige poes of kater en ik wil ‘m, ik wil ‘m. Eigenlijk geldt hetzelfde voor alle babydieren. “Zullen we een pinguïnnetje nemen?”, vraag ik na het zien van Happy Feet 2. Op dat niveau bevind ik mij zo’n 23,5 uur per dag. Dat laatste half uurtje is gereserveerd voor m’n verstand. Nee, geen pinguïn, nee, geen lammetje, nee, niet nog een poesje, nee geen chinchilla, nee, geen egeltje, nee, geen konijntje, nee, geen gerbil, en vooral; nee, geen hond.
Toen werd er ingebroken bij de buren. Op klaarlichte dag. En toen werd de verkering een beetje bang, of eigenlijk zag de verkering dé ideale mogelijkheid om mij ervan te overtuigen dat een hond in dit huishouden nu toch echt wel essentieel was. “Jij zit de hele dag alleen thuis en straks zit je boven te werken en dan breken ze in en dan kom ik straks thuis en dan lig jij daar op de grond”, zei hij. “Dat zal wel meevallen”, vond ik. Vond de verkering van niet. Die was al het internet aan het afstruinen, op zoek naar de ideale pup voor het beschermen vrouw en flatscreen.
Maar het was nog steeds een ‘nee’ van mijn kant en ik ben weken bestookt met foto’s van de allerliefste puppy’s met de allerzieligste en allertrouwste hondenogen. En of het deze psychologische plaatjes-oorlog was, of dat ik me in het half uurtje van verstand bedacht dat ik het eigenlijk helemaal niet zo erg vind om zelf elke dag 3 keer met een hond te moeten wandelen, ook niet in de regen, ook niet in de kou. Of dat ik bedacht dat ik inderdaad niet laveloos en verkracht met een ingeslagen schedeltje onderaan de trap wil liggen. Ik weet niet wat het was.
Maar de verkering kreeg afgelopen vrijdag voor z’n verjaardag een puppy. Ze heet Nina Hagen. Het is een Amerikaanse bulldog. En ze heeft mijn status van ‘hét ultieme poezenvrouwtje’ in 0.1 seconde aan gruzelementen gebracht door me alleen maar aan te kijken met haar puppy-oogjes.
LUNA EN DE RECESSIE
Het is er langzaam ingeslopen. Een opdrachtgever minder. Opdrachtgevers die minder kunnen betalen voor hetzelfde werk. Minder PloesiePoesie-opdrachten dan in de jaren daarvoor. Elke maand minder geld overhouden terwijl je toch echt niets bijzonders hebt gedaan. Sparen? Hahahaha, laat me niet lachen. Zorgwekkend? Nee, want ik heb er de afgelopen maanden nog geen boterham minder om gegeten of wijntje minder om hoeven drinken. Maar toch. Hoe is dat volgend jaar? En het jaar daarna? Kan ik mijn leven blijven leven zoals nu; nog nooit in vaste dienst geweest bij welke werkgever dan ook en ook nog nooit mijn hand opgehouden bij welke instantie dan ook? Kan ik erop blijven vertrouwen dat het allemaal wel goed komt, dat er wel weer iets nieuws op mijn pad komt wat ik wil en kan doen en waarmee ik ook nog genoeg geld verdien om die boterhammen, wijntjes en zakken kattenvoer te blijven betalen? Op dit moment vertrouw ik daar nog wel op, al sluimeren er op de achtergrond onzekerheid, twijfel, algehele malaise en vooral het grote waarheen-waarvoor-gevoel. Ik heb geen kinderen, ga ze niet krijgen, maar wat moet ik dan achterlaten? En aan wie? Wat is mijn nalatenschap? Het kan toch goddomme niet de bedoeling zijn dat ik maar wat rondhuppel en m’n dingetjes doe en dan een keertje dood neerval als ik 88 ben? Dat kan gewoon niet, althans, daar voel ik helemaal niks voor. Waar ik dan wel wat voor voel, daar ben ik nog mee bezig. Working on it. Life is what happens when you’re busy making other plans; zo’n fucking dooddoener waarvan ik dus niet op m’n 88ste wil denken; ja, daar zat eigenlijk wel een kern van waarheid in. Ondertussen móét je wel busy zijn with other plans, omdat er dus brood, wijn en kattenvoer gekocht moet worden. En één van dat soort other plans is mijn nieuwste blog www.climaximaal.nl. Een blog waar heel veel liefde en tijd in gaat zitten en wat ik toch ook wel als een soort van legacy mag zien. Een blog waar ik helemaal vrij aan het schrijven ben, zoals in de beginjaren van maanisch.com, zonder schaamte en zonder dat ik nadenk wie het allemaal leest (m’n ouders, de buren, familie, vrienden, kan mij het schelen, iedereen mag lezen dat ik niet vies ben van een buttplug). En vooral een blog waar ik ook geld mee kan verdienen. Via affiliate-programma’s. Een prachtsysteem! Dus als er via-via-via www.climaximaal.nl iets verkocht wordt bij een online seksshop die ik adviseer, dan ontvang ik een klein percentage van de omzet. En verdien ik dat? Hell yeah. Cause I’m writing my ass off. Letterlijk en figuurlijk.