web analytics

Maandelijks archief juni 2011

LUNA EN EEN AANLOOPPOESJE

“Ja, maar dit is een Cornish Rex”, zei de overbuurvrouw, “die laat je toch niet buiten?” “Nee, lijkt me niet, maar wat moeten we?”, vroeg ik. We staarden naar een überschattig lichtrood mini-poesje dat in ons steegje had lopen drentelen en aanstalten had gemaakt om de drukke straat over te steken. Het raspoesje droeg geen bandje, maar was wel sociaal, gaf kopjes en ging ook meteen spinnen, dus deze Cornish Rex was overduidelijk van iemand. “Ik hou haar wel even binnen”, zei ik, “en dan bel ik alle instanties af.” Dus ik belde de dagen daarna met de dierenambulance, ik had contact met het meisje van het asiel in Amsterdam, de verkering ging langs de dierenarts om te kijken of het poesje gechipt was, ik twitterde, wij checkten Amivedi, ik checkte de supermarkt op briefjes, ik checkte of er misschien een Cornish Rex-cattery in Tiel was en ik liep een rondje door de buurt. Niemand leek een poesje te missen. En ik wilde al bijna geboortekaartjes gaan maken met; ‘Hoera, het is een meisjes-poesje!!’ toen ik besloot om nog maar eens de dierenambulance te bellen. En er bleek nu inderdaad een Cornish Rex vermist te worden. Een lichtrode Cornish Rex. “Bel jij om het te vertellen?”, vroeg de dame van de Dierenambulance. Dat wilde ik wel. Voor goed-nieuws-gesprekken ben ik altijd wel te porren. “Hoor eens wie ik hier heb zitten”, zei ik tegen de eigenaar terwijl ik het poesje liet miauwen tegen de telefoon. “Oh, echt?”, zei een zware mannenstem, “ik kom er meteen aan.” En nog geen 10 minuten later kwam er een zwarte patserauto voorrijden en er stapte een grote, kale man vol tatoeages uit. Niet het type man dat je ’s nachts in een donker steegje wil tegenkomen. Of eigenlijk wel, maar dat is een ander verhaal. “Oh, ik ben zo blij”, zei de kale man terwijl het zweet tappelings van z’n hoofd af gleed, “ik heb er nachten niet van kunnen slapen.” “Ze heeft het goed gehad hier hoor”, zei ik. “Oh, ik ben zo blij”, zei de kale man nog een keer terwijl hij het poesje op haar ruggetje gooide en in z’n armen nam. “Dankjewel, echt dankjewel.” Poes Isis bleek de tuin uitgeglipt, door honden nagejaagd en waarschijnlijk had ze de weg naar huis niet meer kunnen of durven vinden. Zielig! En hoewel ik heel erg blij ben met het lieve olijfboompje dat de kale man me een kwartiertje later kwam brengen, had ik toch liever een Cornish Rex gehad.

20

KITSCH-KAT-MAGNEET

Wederom een nieuw product in de Ploesie-fabriek! Ditmaal een setje van 5 verschillende überkitsche en überkekke katermageneten! Je koopt er 5 voor 10 euro: HIER.

4

LUNA LAAT HAAR HANDEN LEZEN

Vriendin L. was jarig en ik dacht; laat ik haar in plaats van die 4 flessen Prosecco, of die 6 flessen Chardonnay, of dat doosje champagne nou eens iets anders geven. Iets waar we samen wat aan hebben. Iets wat we allebei leuk vinden, behalve drank dan. Laat ik haar Een Moment geven! Een Ervaring! Iets Unieks. Laat ik haar eens meenemen naar iets waar ze zelf nooit naartoe zou gaan! Laat ik haar eens meenemen naar een handlezeres en als we daar dan toch zijn, dan laat ik ook meteen mijn handen lezen. Altijd al willen doen. Dus zo zaten wij afgelopen vrijdag op een stoeltje ergens in de Amsterdamse Jordaan met een kopje thee naast ons en een Argentijnse handlezeres voor ons. En nu gelden natuurlijk heel veel dingen voor iedereen. Zo kan iedereen zich wel vinden in het zinnetje: “Vrijheid is belangrijk voor jou.” En als een handlezeres tegen mij zegt: “Je hebt heel veel energie, heel veel positieve energie”, dan neem ik aan dat zij dat niet uit mijn handen kan lezen, maar uit mijn nogal drukke en hyperactieve aanwezigheid. Maar toen de handlezeres zei dat ik iets ingrijpends had meegemaakt op m’n 33e en dat m’n levenslijn daar stopte, maar dat er een tweede en sterkere levenslijn verder ging had ik wel even zoiets van; hoe kan jij dat nou weten? En zo hadden vriendin L. en ik allebei YinYang-duimen en de handlezeres vond het niet gek dat wij al jarenlang vriendinnen waren. Want Yin-Yang-duimen zorgen voor een extreem sterk rechtvaardigheidsgevoel. Konden wij ons wel in vinden. En vriendin L. en ik hadden bewust niks verteld over ons persoonlijke leven of beroep, maar de handlezeres zei meteen toen ze mijn handen zag: “Nee, dit is geen carrièrehand. Je hebt de hand van een schrijver. Of een kunstenaar. En na je 40e zal je pas tot volle bloei komen, dan gaat er iets groots gebeuren op creatief gebied.” En met zoveel positiviteit kon ik eigenlijk best wel leven tot ze verder ging: “En je hebt hier een lijn staan en die betekent dat je een aanleg hebt voor een verslaving.” Ik keek naar m’n hand en ik zag ‘m staan. “Heb alleen ik die?”, vroeg ik, “waarom heeft zij die niet? Zij is nog veel erger dan ik!” Ik rukte de hand van L. naar me toe en bestudeerde ‘m minutieus. Niks geen verslavingslijntje te vinden. Iets wat gewoon bloody fucking onmogelijk is! We hadden die avond 2 flesjes Chardonnay per persoon nodig om alle mededelingen van de handlezeres te verwerken.

6

OP REPEAT: LUNA’S EERSTE KEER

Deze tekst schreef ik op 19 juli 2007 voor het NietLief-collectief. De vraag was: Hoe ging het bij jou, die eerste keer?

Van mijn eerste keer weet ik eigenlijk weinig. Ik was 14, het was met J., het was op zolder bij mijn ouders en ik vond het geweldig. Al mijn eerste keren waren eigenlijk met hem. Eerste keer écht tongzoenen, eerste keer een lul aanraken, eerste keer aftrekken, eerste keer vingeren, eerste keer beffen, eerste keer pijpen; het was allemaal met hem. Dus dat mijn eerste keer écht seks ook met hem zou zijn, was eigenlijk logisch. En dat wij tijdens die eerste keer allebei tegelijkertijd klaarkwamen, dat vond ik toen eigenlijk ook heel logisch. Vanaf die eerste keer was ik meteen een groot fan van het hele arsenaal aan sekskunstjes, -standjes en technieken. Ik heb alles van voor tot achter en van achter tot voor uitgewerkt met hem. Dus met J. kwamen er nog heel veel meer eerste keren. Eerste keer links overdwars. Eerste keer rechts overdwars. Eerste keer standje de Zwevende Zwaluw. Eerste keer standje het Katapulterende Konijn. En nooit had ik moeite om klaar te komen. Ergens in mij wist ik heus wel dat dat iets bijzonders was, ik las tenslotte ook de Viva, maar ik vond het de normaalste zaak van de wereld. Iets wat lekker is, dat moet gevierd worden met een orgasme. Pas toen ik het uitmaakte met J. en een ander vriendje kreeg, en daarna weer een ander, en me daarna in het uitgaansleven van Amsterdam met tientallen one-night-stands stortte, kwam ik erachter dat mijn orgasme dus helemaal niet zo vanzelfsprekend was tijdens een robbertje seks. Ik belandde in bed met mannen die te egoïstisch waren, te onzeker, te dronken, te stoned of te onervaren. Ik ontdekte dat size does matter. Ik deelde het bed met mannen die dachten dat zij ‘De Befkoning van Amsterdam’ waren, maar door mij een dag later ‘showbeffer’ genoemd werden tegen m’n vriendinnen. Ik ontdekte dat er mannen bestonden die het de normaalste zaak van de wereld vonden om wél zelf klaar te komen, maar mijn orgasme niet hoog op hun agenda hadden staan. Of dat sommige mannen heus wel op de goede weg waren, maar na een paar minuutjes toch afhaakten. Ik kwam erachter dat een hoop mannen zich er gemakkelijk vanaf maakten. ‘Vrouwen komen gewoon wat moeilijker klaar’, werd er dan gezegd, om er vooral zélf geen schuld aan te hebben. Want het was nooit zijn probleem. Maar, ho vriend, dat ik niet klaarkom als ik met jou in bed lig, dat ligt echt niet aan mij hoor, want ik kan het zelf binnen 30 seconden. Met m’n ogen dicht. Ik kwam er vooral achter dat mijn eerste liefde J. waarschijnlijk een natuurtalent was.

7

OP REPEAT: LUNA IS OOK 12 GEWEEST

Onderstaand stukje verscheen op 8 juni 2007 op het NietLiet-collectief. De opdracht was: Hoe waren jullie als twaalfjarigen? Waar droomden jullie van? En in hoeverre lijk je nog op dat meisje van toen?

Ik weet niet waar ik van droomde toen ik 12 was. Ik weet alleen dat ik heel erg ongelukkig was. Ik weet dat ik elke dag huilend thuis kwam. Omdat ik met mezelf in de knoop zat. Omdat ik gewoon misschien wel de hele wereld en alles bij elkaar niet begreep. Omdat ik de middelbare school waar ik op zat helemaal niet leuk vond. Omdat ik mijn klasgenootjes niet leuk vond. Ik weet niet wat ik wél wilde, maar dit, zoals het nu was, nee, dat wilde ik niet. Ik zat op een grote scholengemeenschap en ik had het advies gekregen van mijn mentor om na het eerste schooljaar naar het gymnasium te gaan. En al was ik daar heel trots op, ik was op. Ik was moe. Ik moest zoveel huilen. Misschien kon ik de druk niet aan. Misschien had ik last van m’n hormonen. Ik was net voor het eerst ongesteld geworden en was dat, waarschijnlijk door alle stress, dan ook maar meteen 2 keer per maand. Ik zie mezelf nog zitten. Alleen aan de salontafel in de woonkamer en kijkend naar een Duitse zender met allemaal sfeerbeelden van mooie plekken in de wereld. Dit alles vergezeld van een new-age-muziekje. En maar huilen. En maar huilen. Tot m’n moeder thuiskwam. Om dan nog meer te huilen.

Mijn mentor zei: “Dat meisje moet naar een psycholoog.”
Mijn ouders zeiden: “Dit meisje gaat naar een andere school.”

Mijn ouders schreven me in bij de katholieke MAVO in Tiel.
En daar ben ik ze nu nog dankbaar voor. Want al duurde het iets langer om dat te bereiken wat ik wilde. Het is wel gelukt.
Deze foto is genomen terwijl ik nog op die grote scholengemeenschap zat.
En lachen terwijl ik er geen fuck van meen, dat kan ik nu nog steeds verdomde goed.

2

OP REPEAT: LUNA HEEFT NERGENS SPIJT VAN

In een grijs verleden schreef ik samen met Kaat, Zezunja, Esther en Octavie voor het NietLief-collectief. Iedere week gaven we elkaar een schrijfopdracht. En omdat ik vandaag even geen zin heb om te schrijven, en omdat het NietLief-collectief niet meer bestaat (en die site ook niet meer) en omdat ik het wel prettig vind dat alle stukjes die ik online schreef op 1 plek verzameld zijn; de komende dagen wat stukjes op repeat. Hieronder een stukje naar aanleiding van de vraag; Waar heb je spijt van? Geplaatst op 7 juli 2007.

Ik vind spijt de meest zinloze emotie die er bestaat. Wat als? Wat als ik toen? Maar misschien had ik toen? Misschien? Misschien had ik vroeger vaker naar mijn opa’s en oma’s moeten gaan toen ze nog leefden, dan had ik ze beter leren kennen. Misschien had ik in mijn studententijd wat rustiger aan moeten doen, ik heb zoveel drugs gebruikt dat ik waarschijnlijk op mijn 80’ste op een speciale afdeling voor xtc-bejaarden terecht kom. Misschien moet ik af en toe wat minder drinken, want iedere keer als ik ’s ochtends wakker word met een kater neem ik me voor dat dit écht de laatste keer is geweest. Misschien had ik wat vaker op bezoek moeten gaan bij die vriendin die kanker had. Misschien had ik toen die ene keer niet vreemd moeten gaan. En die andere keer ook niet. Dat waren niet zulke chique acties. Misschien had ik het van die ene keer niet moeten vertellen. En van die andere keer juist wel. Misschien had ik mijn studie psychologie wel af moeten maken. Misschien had ik juist toch voor mijn werk in de verstandelijk gehandicaptenzorg moeten kiezen. Misschien had ik toen niet naar hem moeten luisteren, omdat hij niet het beste met mij voorhad, al dacht ik van wel. Misschien had ik dat stukje niet moeten schrijven. Misschien had ik toen ik problemen had op m’n werk wat assertiever moeten zijn, wat meer van me af moeten bijten. Misschien had ik toch voor dat blauwe jurkje in plaats van dat rode jurkje moeten gaan. Misschien had ik vanmorgen toch maar kaas in plaats van ham op mijn brood moeten nemen. Iedere misschien is een keuze. En iedere keuze maakte ik uiteindelijk zelf. Ik. En niemand anders. Ik had op ieder moment van de 31 jaar dat ik leef dingen anders kunnen doen. Gewoon iets anders kunnen kiezen. Het blauwe jurkje in plaats van het rode. Maar dat deed ik niet. Ik deed het zoals ik het deed. En iedere keuze was uiteindelijk goed. Want iedere keuze, hoe futiel ook, heeft mij gebracht tot dit moment. Nu. Spijt hebben is het niet accepteren van wie je nu bent.

3

LUNA EN EEN GEMISTE KANS

“Mag ik nog even wat vragen stellen?”

Voor mij staat een neger die een pasje van de politie toont.

Oh ja! Dank u wel lieve Heer in de hemel, God bestaat, dit is mijn dag! Hier heb ik mijn leven voor geleefd! Hiervoor ben ik op aarde! Eindelijk, maar dan ook eindelijk heb ik mijn ultieme natte droom binnen handbereik! Een neger! Binnen! En er is verder niemand in huis! En nog wel een neger met een politiepasje. Ja, mevrouwtje, gaat u daar maar even tegen de muur staan, ja, met uw billen naar mij toe. Ja, we hoorden dat u een beetje stout bent geweest. Dus dat komen wij even controleren. Ja, wat u nu voelt is een politiestok. Nee, echt, blijft u maar gewoon even stil staan.

“Er doet een verhaal de ronde dat de bewoners van nummer 19 vorige week donderdag hier waren?”, vraagt de rechercheur.

“Eh, ja, de buurman en de buurvrouw die kwamen hier even wat drinken. En de sleutel brengen”, zeg ik.

“De sleutel brengen?”

“Ja, voor de poesjes, ik heb voor de poesjes gezorgd, want ze gingen een weekendje weg.”

“En hoe laat was dat?”

“Ja, kan 3 uur geweest zijn”, zeg ik.
“Of misschien 4 uur.”
“Ja, nee, toch 3 uur.”
“Of 5.”
“Eh.”
“Ja, volgens mij tussen 3 en 5, zoiets, want ze moesten daarna nog ergens naartoe en wij gingen barbecuen.”
“Eh, maar weet je, misschien kun je dat beter aan m’n man vragen, want die is veel beter met tijden en onthouden en dat soort dingen. En die drinkt ook niet. Ik had die middag al wat roseetjes op.”

Fuck.

Zei ik nou zelf dat ik een man had?

Fuck.

16

LUNA EN EEN WEEKIE, WAT EEN WEEKIE

Deze week stond in het teken van de dood. Nu staat eigenlijk je hele leven in het teken van de dood als je het van een wat groter afstandje en in een wat breder perspectief bekijkt, maar de dood kwam deze week wel erg vaak om de hoek kijken. Zo droomde ik vorige week dinsdagnacht over P.’s vader. Nooit eerder gedaan. Hij was dood en lag in een groene stof gewikkeld op de grond. Ex-partner P. lag ernaast, springlevend, en glimlachte naar zijn vader. Mooi plaatje in m’n hoofd dat ik de rest van m’n leven meeneem. En ik had daar heel graag wat dagen over na willen denken, beetje contempleren, beetje afsluiten, maar de oma van J. lag al een week op sterven. Daar moest ook over worden nagedacht. En niet dat J. heel veel met z’n oma had, maar het is toch de moeder van zijn moeder en het is toch zijn oma. En niet te vergeten de overgrootoma van dochter S.! Want hoeveel kinderen kunnen tegenwoordig nog zeggen dat ze hun overgrootouders hebben gekend? Oma Anna is woensdagnacht op 88-jarige leeftijd overleden. En ik had ook graag daar heel lang bij stil gestaan, wat kaarsjes gebrand, gepraat, gelachen, maar vrijdag, zaterdag én zondag stonden in het teken van de moord op buurman J. 5 huizen verder. En dat is zulke freaky shit dat je er niet eens over na wíl denken. Maar het gaat vanzelf. En al de bijpassende plaatjes in je hoofd komen ook vanzelf. Net als dat de verkering en ik gisteren ineens vanzelf in het condoleance-centrum stonden om afscheid te nemen van zijn oma. Een oude vriendin van oma (al 58 jaar vriendinnen) stond naast de open kist te praten tegen oma, over hoe goed ze het hadden gehad vroeger en dat oma zoveel lieve kinderen heeft en dat ze het zo goed heeft gedaan. Huilen. Ik dan. Die oude vriendin was 90 en heeft in haar leven waarschijnlijk al zoveel vrienden en familie weggebracht dat ze geen tranen meer over heeft. Plaatje in m’n hoofd. De verkering en zijn neef tilden een kwartiertje later samen de deksel op de rieten kist, zodat die gesloten kon worden. En omdat de kist toen zo kaal was rukte de verkering een roze ranonkel uit een bloemstuk om bovenop de kist te leggen. Nog een plaatje in m’n hoofd. En vandaag liep ik met dochter S. in een rouwstoet naar de plek waar haar overgrootmoeder begraven zou worden. Ze had haar eigen moeder aan haar linkerhand en mij aan haar rechterhand. Ook een mooi plaatje in m’n hoofd dat ik de rest van m’n leven meeneem.

9

LUNA’S SENSATIEZUCHT

“Hé, woont buurman J. niet op nummer 17?”, vroeg vriendin C. donderdagavond.
“Eh, ja, hoezo?”, vroeg ik.
“Er is een ambulance onderweg.”
“Hoe weet jij dat nou?”
“Ik heb P2000 op m’n Blackberry, dan weet je wat er gebeurt in de regio.”
“Nee! Dat kan echt niet hoor, dat je zo’n App hebt! Sensatiezoeker! Echt niet! Slecht!”, zei ik, maar ik maakte ondertussen een mental note van de naam van de App zodat ik die de volgende dag ook kon installeren.

En een minuut later stonden we buiten. Te kijken hoe de ambulance arriveerde. Hoe er van allerlei apparaten naar binnen werden gesleept bij buurman J.
“Zou hij een hartaanval hebben?”
“Duurt wel lang hè?”
Vervolgens arriveerde er een politiewagen.
“Wat moet de politie erbij dan?”
En een half uur later verdween buurman J. op een brancard in de ambulance.
“Oh, maar dan leeft hij nog wel gelukkig.”

Gisteren ging ik de poezen op nummer 19 voeren en ontdekte ik dat de deur van buurman J. was dichtgeplakt met rood tape van de recherche.

Vandaag arriveerde er een grote witte politiebus. En een wagen met allerlei dranghekken met zwart plastic ervoor. Binnen een kwartier was het huis van buurman J. afgesloten en keek ik naar een C.S.I.-achtige toestand. In mijn straat! En hoe lief ik ook met m’n ogen knipperde, de rechercheurs wilden niet vertellen wat er gebeurd was.

Dus dan ga je samen met de buren speculeren.

“Ja, hij was goed toegetakeld.”
“Hij heeft jaren geleden € 25.000 gewonnen in de Postcode-loterij.”
“Hij ontfermde zich over een paar jonge jongens.”
“Z’n hele huis was overhoop gehaald.”

Er is 5 huizen bij mij vandaan iemand vermoord.

Van een buurman die nog heel meelevend was toen 1 van m’n katten was weggelopen, tot een krantenberichtje waar iedereen overheen leest.

In no time.

9

LUNA EN EEN SCHONE WAS

Het is nogal wat om je vuile was zo op straat te gooien, zoals ik vorige week heb gedaan. Want het is niet alleen mijn vuile was, ook die van een ander. Maar ik zat er al 2 jaar mee in m’n maag en in m’n hoofd. En het moest eruit. Vanaf het moment dat ik bij P. wegging heb ik er wel over gepraat. Van je af! Van je af! Al had ik het eerder moeten doen. Met vriendinnen, met m’n moeder, met vrouwen die ik alleen via internet kende, zelfs met vrouwen die ik net ontmoette. Ik moest het kwijt! Jarenlang zwijgen doet niemand goed. Op een gegeven moment merkte ik dat ik aan het liegen was. Little white lies, maar wel leugens. “Ja, nee, wij doen het niet zo vaak”, is toch heel iets anders dan ‘nooit’. Op het moment dat je niet meer hoeft te liegen voelt dat als een bevrijding. Tegen de mensen wat verder van me af kwam die bevrijding als een onuitputtelijk bron van hilariteiten en dat alles in een adhd-flow verteld. Tegen de mensen dichtbij me eerlijker, rustiger en bij sommigen durfde ik zelfs te huilen, al hield ik de meeste tranen voor mezelf. Want, hallo! Het is dus niet de bedoeling dat ik m’n zwakte laat zien. Ben ik nog steeds niet goed in. Maar toen ik uiteindelijk wél durfde te praten, vertellen, delen kwam ik erachter dat er nog meer vrouwen waren zoals ik! En dat wist ik natuurlijk wel, want ik lees ook de Libelle en de Margriet, maar ik ontmoette vrouwen die al 2 jaar geen seks hadden gehad. Of meer. Eentje al 5 jaar. Zelfs eentje van 11 jaar! En dat waren geen vrouwen die de menopauze allang gepasseerd waren, maar allemaal lekkere wijven, net als ik! Ik wil iedereen bedanken voor de superlieve reacties die ik de afgelopen week heb gekregen. Ze zijn hartverwarmend. Verdrietig. Krachtig. Respectvol. En ze geven mij veel troost. Ik was niet alleen! Ik ben niet alleen! Maar de enige reactie die er voor mij écht toe doet is de brief die ik gisteren per post van P. kreeg. Hij had er nu pas de kracht voor om mij een antwoord te geven op de brief die ik hem 2 jaar geleden stuurde en de blogjes die ik schreef. Het gaat goed met hem, z’n nieuwe vriendin en poes Lolita (die overigens enorm is opgeknapt nadat de katers en ik haar niet meer terroriseren). Ex-partner P. had nog genoeg liefde voor mij om mij een mooi en eerlijk antwoord te geven. En daar ben ik dankbaar voor. Sommige mensen kunnen een relatie nooit goed afsluiten. Wij wel.

20