WHAT GOES IN, MUST GO OUT
Mamma ligt dus op zaal, zoals dat heet. Maar gelukkig heeft ze een kamertje voor zichzelf, want m’n moeder is niet zo’n mensen-mens. En mamma is dus weer mamma, al is ze vreselijk, verschrikkelijk moe, moe, moe en nog eens moe, logisch, want ze is ernstig ziek, heeft net 4 operaties achter de rug en de toekomst is onzeker. Wederom een understatement. Maar ze moet revalideren, dat moet. Ze moet elke dag uit bed, want zoals een verpleegkundige op de Intensive Care al opmerkte: “In bed gaan mensen dood.” Dus ze moet op de rand van het bed zitten, ze moet in een stoel zitten, al is het maar een paar minuten en van die kleine lichamelijke inspanningen wordt ze dus nog meer moe.
Maar ze is ergens weer zichzelf, met al haar lekkere eigenwijze, cynische, sarcastische dingetjes.
Moet je mee om kunnen gaan.
Kan ik.
Moet je van houden.
Ik hou ervan.
Maar er zijn grenzen.
“Mam”, vraag ik, “hebben ze hier geen lijstje van alles wat er in je gaat en wat er uit je gaat?”
“Waarom?”, vraagt ze.
“Nou, jij eet nu een bakje vers fruit wat ik voor je heb meegebracht, maar dat betekent waarschijnlijk wel dat je straks geen zin meer hebt in een toetje? En je hangt nog aan een infuus en je hebt een katheter en een stoma en nou ja, ze moeten toch weten wat er in je lijf gebeurd?”
“Ah, joh, blaas ‘m op, ik eet genoeg.”
Ik had een bakje verse druiven, aardbeien en framboosjes meegenomen.
Een bakje met wat stukjes stokbrood met filet americain.
Een bakje stokbrood met pastrami.
Een bakje met roggebrood met smeerkaas.
Een bakje met cherrytomaatjes met peper en zout.
Een bakje met radijsjes met selderijzout.
Een bakje met een paar stukjes gatenkaas.
Bijna allemaal op.
Maar het bord spaghetti bolognese wat het ziekenhuis die avond voor m’n moeder had gemaakt, dat gunde ze nog geen blik waardig. En dat bakje vanillevla wat bedoeld was als toetje, dat mag de naam ‘vanillevla’ niet eens dragen.
“Heb je wel doorgegeven dat je vanmiddag al eten van mij op had?”, vroeg ik.
“Waarom?”, zegt ze.
“Ja, hallo!”
“Hallo!”
Dus ik naar een verpleegkundige om de situatie uit te leggen en ja, zij vonden ook al dat m’n moeder weinig at inderdaad en ze hadden al bedacht dat ze misschien weer aan de sonde zou moeten als ze niet zou gaan eten, maar ze zouden meteen zo’n lijst op gaan hangen, dat hadden ze ook al bedacht.
“Lekker wijf ben jij”, zeg ik even later tegen m’n moeder, “je moet wel een beetje communiceren met de zusters hoor, anders moet je weer aan de sonde en daar heb je net 2 weken aan gelegen.”
“Ze doen maar wat ze niet laten kunnen, ik heb ergere dingen meegemaakt”, zegt ze en neemt nog een hap van de zelf meegebrachte hopjesvla.
Met zo’n eigenwijs wijf moet je om kunnen gaan.
Kan ik.
LOL, geweldig zo’n spirit als je moeder!! :)
Wat heerlijk om weer te kunnen een glimlachen na een blogje over jouw mamaluna. ;)
Amazing RecoveRiet Rulez. En Luna ook.
Powerrrrrmama
Hoi Lievie,ja echt je moeder zo kan ik er weer.ik zal je mails missen 15 dagen ,daar wij met vacatie gaan.heel veel sterkte en liefs ook je vader en j.dikke kus.
Als ik vroeger ziek was en volgens mijn moeder ‘weer wat spatjes kreeg’, dan ging het vast een stuk beter met me. Ik hoop zo dat dat voor jouw moeder ook zo geldt!
Oeff, geweldig om je stukjes te lezen. Zowel jij als je moeder zijn werkelijk kanjers, Ga zo een kaart voor haar op de bus gooien!! Kijk je wel uit met filet American, dat zou ik niet doen na zulke operaties!
Ah, geprikkeld en weerbarstig. Dat is een goed teken! En gelukkig heeft ze jou om een en ander over te brengen aan verpleging.
Mammaluna: gotta loveher!