LUNA GAAT ZITTEN VOOR DE BLUES
Moet ik m’n lezers vertellen waarom ik al 2 weken niets geschreven heb? Eigenlijk vind ik van niet, maar na een aantal gaat-het-wel-goed-met-je-mailtjes ontvangen te hebben, gooi ik mijn algehele misère toch maar gewoon het internet op. Kan mij het schelen. Het zal aan m’n toestand toch niets veranderen. Het gaat kut. Het gaat ongelooflijk kut. Eigenlijk al maanden, maar de afgelopen weken vormen een tragisch dieptepunt. Als het aan mij ligt, dan blijf ik de hele dag in bed. Fles wodka ernaast, pakje sigaretten in de aanslag. Beetje liedjes van Frank Boeyen draaien, of Bram Vermeulen of Acda en de Munnik. Maakt niet uit, als het maar Nederlandstalig is en als het maar zielig klinkt. Ondertussen stroomt m’n hoofd over van gedachten, ideeën en toekomstplannen. En op hetzelfde moment weet ik dat ik die gedachten, ideeën en toekomstplannen niet om kan zetten in iets productiefs. Dat ik momenteel te moe ben om m’n ogen open te houden. Dat ik al weken de telefoon niet opneem, omdat ik geen zin heb in mooi-weer-praatjes. Dat sociale verplichtingen me meer energie kosten dan me lief is. Dat er nu gewoon iets moet gebeuren, iets nieuws, iets anders, een schop onder m’n reet, iets groots, een inzicht, een teken van God, een kan-mij-eigenlijk-schelen-wat. Iets! Maar meteen daarna besef ik dat ik eigenlijk zelf degene moet zijn om een verandering in m’n leven aan te brengen. En daar ben ik nu net te moe voor. Stef Bos: “Is dit nu later / Is dit nu later, als je groot bent / Ik snap geen donder van het leven / Ik weet nog steeds niet wie ik ben / Is dit nu later.” Ik heb een quarterlifecrisis. Ik weet het zeker.