web analytics

LUNA EN HUISHOUDELIJKE APPARATEN

Ik ben gek op gadgets. Huishoudelijke gadgets. Staat er in de Blokker-folder een handig apparaatje waarmee je melk supersimpel kunt opschuimen voor in de cappuccino, dan lig ik de volgende dag voor de deur om zo’n stukje technisch vernuft aan te schaffen. Ook al drink ik mijn koffie altijd zwart. Dit melk-opkloppertje heb ik precies 1 keer gebruikt en ligt nu gezellig naast de sinaasappelpers, de blender, de mixer, de frituurpan, de staafmixer, de broodrooster, het tosti-apparaat en de grillpan in een keukenla. Het werd tijd voor een nieuw speeltje. Al een jaar wou ik een broodbakmachine. Leek me heel gezellig. Dat je de tijdsklok instelt en dat je ’s ochtends wakker wordt met de geur van versgebakken brood. Helemaal RTL4. “Onzin. Zonde van je geld”, zei m’n moeder. Maar afgelopen dinsdag schaften zowel vriendin M. als ik onszelf een broodbakmachine aan bij de Blokker. Slechts € 39,95. Geen geld, vonden wij. Sinds die tijd hebben we allebei 3 broden gebakken en ze zijn alle 6 mislukt. “Het komt wel heel nauw volgens mij, met die ingrediënten”, zei vriendin M. net door de telefoon. “Ik bel je zo even terug”, zei ik, “want ik heb er net weer eentje in zitten. Die is over precies 14 minuten klaar.” Na het gepieppieppiep ontdekte ik een zielig hoopje ingedeukt brood in de machine. Kut. Alweer mislukt dus. Het brood was maar een beetje gerezen en de binnenkant was nog vochtig. En onder lekker versta ik iets heel anders. Zucht. Als het zo moet, dan heb ik er al geen zin meer in. Dan kan ik net zo goed een zak afbakbroodjes bij de LIDL gaan halen. Dan ruikt m’n huis ook naar versgebakken brood. Die broodbakmachine heeft z’n langste tijd gehad. Ik heb nu m’n zinnen gezet op de Heineken-thuistap.

31

DE AMSTERDAMSE BOUWPUT

“Goedemorgen, u spreekt met een KPN-meisje, waarmee kan ik u van dienst zijn?”, hoor ik door mijn mobieltje galmen. “Ja, met Luna. Ik kan al 5 dagen niet bellen met mijn vaste telefoon. Hoe zit dat?”, vraag ik. Het KPN-meisje gaat het even checken in het systeem. “Ja, ik zie het al. Er is een kabel geschampt in Amsterdam centrum”, zegt ze. “Geschampt? Geschampt? Al 5 dagen geleden!?”, vraag ik. “Ja, op 8 mei”, leest het KPN-meisje voor, “dus dat is 5 dagen geleden, het is nu 13 mei. Maar ik lees hier op m’n scherm dat ik geen bon meer mag uitschrijven.” “Hoe bedoel je, geen bon uitschrijven?”, vraag ik. “Ik mag geen monteur meer langs sturen”, zegt ze. Er wordt aan gewerkt. Maar wanneer het klaar is, ja, dat kan zij ook niet zeggen. “Maar als u het te lang vindt duren, dan kunt u gewoon weer bellen hoor!”, meldt ze vrolijk. “Dus je weet niet hoe lang het nog gaat duren?”, vraag ik haar. Nee, daar kan ze helaas niets over zeggen. Zucht en steun. Heel Amsterdam ligt overhoop. Leuk, zo’n Noord-Zuid-lijn. We wonen in de buurt van het Centraal Station en als er ergens verbouwd wordt, dan is het wel daar. Een paar maanden geleden begonnen de bouwmannetjes ’s ochtends om 7.00 met heien en omdat onze slaapkamer zich in de kelder bevindt hebben P. en ik elke paal de grond in voelen gaan. Elke ochtend was het een vertraagd ‘Kedeng-Kedeng’ van Guus Meeuwis. Niet prettig, maar we waren tenminste wél wakker op een normale tijd. Met andere woorden; wij namen het hei-geweld voor lief. Maar dat er nu ergens een KPN-telefoon-lijn geschampt is, en dat ze ons daar ook niet even over hebben gebeld, dat is stukken minder. Wel lekker rustig trouwens.

22

SANCTUARY

Partner P. heeft het origineel van Lemon8 al een tijdje in de platenkast staan en toen deze dj 10 april optrad in Paradiso was zijn draaien van ‘Sanctuary’ een groot kippenvel-moment. De groep Origine maakte in samenwerking met die Lemon8 een vet vercommercialiseerd riedeltje wat onlangs ‘Dance Smash’ op radio538 was. Het is origineel is zoveel keer beter!
Lemon8: ‘Sanctuary’ (download 10MB)

7

LUNA EN P. IN ANTWERPEN, DEEL 4

Ons doel in Antwerpen was simpel. We wilden iets voor ons huis kopen. Al was het een bloempot. We hadden van vrienden gehoord dat Antwerpen het helemaal heeft als het op interieurgebied aankomt en gelukkig vonden we zaterdag in het allerschattigst oriëntaals winkeltje Bazar Bizar hét perfecte kleed. Een prachtig kleed van gevlochten glimmend riet in verschillende houttinten. Het was 3 bij 4 meter en precies waar we al tijden naar op zoek waren. “Maar hoe krijgen we ‘m naar huis?”, vroeg P. zich hardop af. “We gaan er gewoon voor”, zei ik stoer. “Maar eerst naar de kroeg. Bier drinken. Daarna halen we ‘m op en gaan we richting huis. We kunnen ‘m onmogelijk door heel Antwerpen slepen.” En hoewel P. eigenlijk niet drinkt, deed hij gezellig mee met mijn bierproeverij en werden we heel dronken in een achenebbisj Vlaams pubje. Wij zaten tussen smoezelige Belgen met lang vettig haar, de barvrouw rookte een sigaretje en bracht ons nog maar een grote fles La Chouffe. Als een balletje verlieten wij het café om weer naar Bazar Bizar te lopen. “Nu we toch bezig zijn, wil ik eigenlijk ook wel zo’n groot Marokkaans dienblad”, zei ik hebberig. “En die poefkussentjes zijn ook heel leuk en die wierook is ook wel heel lekker.” Nog steeds dronken en in een uitgelaten stemming liepen P. en ik met het kleed op onze schouders, een dienblad met een doorsnede van 1 meter, een poefkussen én nog onze gewone tassen door de binnenstad van Antwerpen. Daarna met de hele handel een bus in. En daarna met ons nieuwe huisraad de trein in. Wij waren een bezienswaardigheid op zichzelf. Thuis legden we het kleed neer en we zagen dat het goed was. “It really ties the room together”, zei P. toen we tevreden op de bank zaten.

13

LUNA EN P. IN ANTWERPEN, DEEL 3

Soms denken P. en ik wel eens dat het lot ons altijd moet hebben. Dat wij altijd pech hebben. Dat het ons nooit eens écht even lekker meezit. Zo hadden wij vrijdag al de pech dat ik mank door Antwerpen liep. En dat ook nog eens steeds de verkeerde kant op dankzij een kut-reisboekje. De vorige keer dat P. en ik er samen op uit waren begon het te sneeuwen (!) in Barcelona. Vrijdag viel er in Antwerpen geen sneeuw, maar wel zoveel regen dat mijn schoenen en sokken doorweekt waren. Daarnaast was het water langzaam vanaf mijn broekspijpen omhoog getrokken, zodat mijn broek drijfnat was vanaf mijn knieën tot de grond. Dat loopt toch iets minder prettig. En dat is een understatement. Dus we gingen naar het hotel. Om op te drogen en weer een beetje tot onszelf te komen. Ons hotel werd op internet aangeprezen met: ‘Maak van je weekendje Antwerpen een hippe belevenis in het designhotel NH Docklands aan de Antwerpse haven.’ Designhotel, mijn reet. Dit hotel was net zo fantasie- en kleurloos als een gemiddeld Van der Valk-hotel. En onze kamer had niet, zoals wij verwachtten, uitzicht op de haven, maar uitzicht op een

. En we hadden geen dubbelbed, maar 2 enkele bedden. Niet echt gezellig dus. Dit had gecompenseerd kunnen worden met een lekkere porno op pay-tv, maar helaas, geen porno kunnen vinden. Dus ik naar beneden. Naar de lobby. “Zeg, eh, hoe zit dat met die pay-tv hier?”, vroeg ik aan het hotelmeisje. “Die hebben we niet, maar u kunt hier een film uitzoeken en dan stop ik die hier voor u in de videorecorder”, zei het hotelmeisje. Ze legde 5 videobanden op de balie. Ja, en durf dan maar eens de pornovideoband uit te kiezen. We hebben ‘Catch me if you can’ gekeken, met Leonardo DiCaprio en Tom Hanks. En we hebben een heerlijke avond gehad.

De volgende keer slapen P. en ik in Hotel Siddharta, een prachtig hotelletje in Oosterse sfeer. Appeltjesgroene en frambozenrode muren, met verse bloemen, kussentjes met kraaltjes en rozenblaadjes op het (dubbele) bed. Siddharta, Steenhouwersvest 18, tel: 0032 476 41 64 28 (€ 112,- per nacht).
En voor de keer daarna hebben we een nachtje in een luxe penthouse met dakterras in gedachten. B&B Marijke Van de Pitte, Britselei 49 B6, telefoon 0032 3288 66 95 (€ 87,- per nacht).

7

LUNA EN P. IN ANTWERPEN, DEEL 2

“Zullen we even een boekje kopen met leuke adresjes in Antwerpen?”, vroeg P. toen we uit de trein stapten. Leek me een goed plan. Al maanden hadden we tegen elkaar geroepen dat we ‘iets voor het huis’ gingen kopen in Antwerpen. Een boekje met leuke interieuradresjes en een plattegrondje zou het zoeken een stuk makkelijker maken. Ons oog viel op het boekje ‘Undercover, Antwerpen’. Zag er goed uit. Ook de inleiding sprak tot de verbeelding: ‘De Brabo-fontein, de vogeltjesmarkt en het Museum van Schone Kunsten waren leuk om een keer gezien te hebben, maar nu wil je eindelijk wel eens weten wat die Antwerpenaren zelf doen in hun vrije tijd.’ “We nemen deze”, zei P., “die staat ook nog leuk in de boekenkast.” Dus wij namen die en wij betaalden voor dit boekje van 224 pagina’s € 23,- (!). Als ware toeristen liepen we vrijdag in de stromende regen met het boekje in onze hand door de stad te stuntelen. “Wat ben je ook een standaardwijf”, riep P. toen we ergens terechtkwamen waar we helemaal niet terecht moesten komen volgens de kaart. “Doe jij het dan lekker zelf”, zei ik. Volgens de theorieën hebben vrouwen geen ruimtelijk inzicht en kunnen ze daarom niet kaartlezen. “Ik kan prima kaartlezen”, snauwde ik naar P., “en ik heb een absoluut geheugen voor gepasseerde winkeltjes.” Hij geloofde me niet, maar na een aantal van dit soort typische man-vrouw-gesprekjes kwamen we erachter dat het plattegrondje in het boekje helemaal niet klopte. Gans niet. “Hier staat dat dit winkeltje hier moet zitten, maar daar zijn we een kwartier geleden langs gelopen. Echt waar”, zei ik. We keken elkaar aan. We waren drijfnat. M’n bril zat vol druppels en m’n haar plakte langs m’n gezicht. “Zo is het helemaal niet leuk in Antwerpen”, zei P. en ik was het met hem eens. “Zullen we lekker naar het hotel gaan?”, vroeg ik. “Dan doen we daar net alsof we thuis zijn.”

4

LUNA EN P. IN ANTWERPEN, DEEL 1

“Ja, maar mag ik er wel op lopen?”, vroeg ik donderdag aan de dokter. Ik zat met m’n voeten op zijn knieën en hij drukte op mijn rechterhiel. Au! Die ochtend was ik opgestaan en kon amper op m’n rechterbeen staan. Er zat een bult aan de zijkant van m’n voet en de pijn bleef de hele dag. Ik zag het weekendje Antwerpen dat P. en ik gepland hadden al helemaal mislukken. Au! Het was meer dan 2 jaar geleden dat partner P. en ik samen weg waren geweest. Gewoon even leuke dingen doen. Maar volgens de dokter kon ik er best op lopen, paar ibuprofennetjes in combinatie met een paar paracetamolletjes en er was niks aan de hand. Ging vanzelf over. “Dus ik maak geen spieren of zoiets kapot als ik een weekend met P. naar Antwerpen ga en daar een paar kilometer ga wandelen?”, vroeg ik. Niks aan de hand. Was gewoon overbelast. Stevige schoenen aan. Beweging was juist goed. Dus zo vertrok P. vrijdag, met mij hinkend achter zich aan, richting de trein naar Antwerpen. “Dit loopt echt kut”, zei ik tegen P., “en het ziet er niet uit ook. Ik lijk wel kreupel.” Omdat ik nog steeds pijn aan mijn rechterhiel had, liep ik op mijn tenen. Hink. Stap. Hink. Stap. Hink. En na een paar uur door Antwerpen hobbelen op m’n tenen kreeg ik spierpijn in mijn rechterkuit. En die spierpijn was de volgende ochtend, nadat we in een hotelletje hadden geslapen, nog veel erger. Au! Zaterdag probeerde ik mijn rechterbeen te ontzien door zoveel mogelijk op mijn linkerbeen te staan en te lopen. Hink. Hink. Hink. Nu ik weer thuis ben heb ik spierpijn in mijn linker- en rechterheup, mijn linker- en rechterbovenbeen en mijn linker- en rechterkuit. Ik voel me oud. Maar de bult op mijn rechterhiel is weg.

0

LUNA KEEPS THE SOUL ALIVE

Nog even over Boris en dan hou ik erover op. De soul sterft hier. Ik ben erin getrapt, in dat hele Idols. Ik voel me slachtoffer van een groot masterplan. Net de Nieuwe Revu gekocht, die groot kopte op de cover met ‘Het verborgen verleden van Boris’. Daarnaast zat er ook nog ‘een geheime Boris-cd’ bij en dit alles voor € 3,95. Moest ik hebben. En wat blijkt? Boris is helemaal geen jong, onontdekt talent. Boris is het resultaat van een 24-jaar durend project van de TU Delft in samenwerking met Het Popinstituut en stichting Conamus onder de codenaam ‘SO-FU-JA’. Die 3 organisaties zijn er eindelijk in geslaagd om het perfecte popidool te creëren. “Kijk nou! Een blanke neger!”, riepen de onderzoekers enthousiast toen ze het eitje van een kledingontwerpster en het zaadje van een conservatoriumdocent samenbrachten. Boris moest eerst 19 jaar glibberen op een petrischaaltje in Venlo voordat hij de wijde wereld in werd gestuurd. Om verder te rijpen. De projectleiders hadden hem al een moeilijke jeugd gegeven, zodat hij later een beetje kon menen wat hij zong. Het enige dat SO-FU-JA nog miste was de soul. En om die soul krijgen werd het project opgescheept met een rasta-Molukker met een gitaar. En nu blijkt dat er met project SO-FU-JA ongelooflijk veel cash gegenereerd gaat worden wil die rasta-Molukker ook wat centjes. Hij heeft namelijk de soul in het project gebracht, vindt hij, en niet de TU Delft. Maar Boris is onderdeel van een veel groter masterplan. Hij is fake. Maar hij is wel goed. Boris is te vergelijken met siliconen tieten die wél op en neer gaan tijdens het neuken. Boris is een neplul met pareltjes, die kan draaien en trillen tegelijk. Maar wat kan mij het schelen. Ik draai het cd’tje dat ik van Nieuwe Revu kreeg nog een keertje. Project SO-FU-JA zingt briljant. Als ik nu in Godsnaam maar niet over een paar maanden van Albert Verlinde te horen krijg dat Boris homo is. Die misser hebben ze bij de TU al een keer eerder gemaakt.

33