web analytics

EEN BALLON, EEN BALLON, EEN BALLONNETJE!

Vriend G., de man van vriendin I., zat het ook niet helemaal lekker dat wij als 2 meisjes alleen naar het oosten van het land vertrokken voor een ballonvaart. Richting een onbekende man. “Die mannen van ons moeten niet zo zeuren”, zeiden I. en ik tegen elkaar in de trein. Maar toen we op station Deventer niet opgewacht werden door 1, maar zelfs 2 onbekende mannen kregen wij ook een beetje argwaan. “Die ene kunnen we samen nog wel hebben, maar allebei wordt moeilijk”, fluisterde ik in vriendin I.’s oor. Ondertussen reden wij met een busje dieper en dieper het platte land in. “Hé, een koe”, zei ik. En we reden nog verder. “Hé, I.”, fluisterde ik weer, “die vrouwenhandel hè, die speelt zich toch vooral af in het oosten van het land?” Maar we hadden natuurlijk helemaal niks te vrezen van de ballonnenmannen. Integendeel. Na aankomst op het ballonvaart-terrein werden wij helemaal in de watten gelegd. Wij kregen zelfs een volledige VIP-behandeling! We werden rondgeleid over het terrein en mochten zelfs ín de ballon terwijl deze opgeblazen werd. Wat een kolossaal en imposant ding, zo’n luchtballon. Ik herinner me nog dat ik vroeger met m’n ouders ging fietsen langs de Waal en dat we dan alle luchtballonnen telden. Er heerste een complete stilte in de Betuwe die alleen af en toe werd verbroken door het geluid van een ballonnenbrander; ‘Kgggggg’. En gisteren mochten I. en ik tijdens de vlucht ook zelf even de gasbrander openzetten! Ja, en dan ben je 29 en dan is het toch nog echt wel verdomde geweldig dat je even dat geluid in de stilte mag maken: ‘Kgggggg’. We vlogen, of voeren, of dreven van Harfsen naar Daarle en vriendin I. en ik hebben genoten van elke seconde. Het was hélemáál geweldig. En voor het eerst moet ik het als schrijver een beetje laten afweten. Want de foto’s zeggen meer dan deze column. Dankjewel Adrie! Wat een prachtig cadeau heb je vriendin I. en mij gegeven!

www.ballonvaren.com (foto’s: deel 1, deel 2)

Nog meer foto’s en ook dezelfde: , , , , , , , , , , , , , .

22

LUNA GAAT BALLONVAREN

Zo’n 2 maanden geleden kreeg ik een mailtje met de tekst; ‘Hoi Luna, als lezer en fan zou ik je willen vragen of je het leuk zou vinden om (gratis) eens met ons mee te gaan in één van onze luchtballonnen. Uiteraard neem je iemand mee.’ Ik rende meteen naar boven. “P.! We gaan ballonvaren”, riep ik hyperenthousiast, “een Luna-lezer heeft een ballonnenbedrijf en we mogen gratis mee.” “Eh, liefje”, begon P., “ik heb vliegangst, weet je nog?” “Daar was je toch voor behandeld?”, vroeg ik. Ja, maar een vliegtuig was anders dan een luchtballon, vond hij. En daarnaast vroeg P. zich af of ík eigenlijk wel mee moest gaan. “Hoe bedoel je?”, vroeg ik beduusd. “Nou, een lezer van je site, die ken je niet, je weet maar nooit met die internetters”, zei hij, “straks is het een engerd.” “Ja, maar, ik ga toch niet alleen”, zei ik, “ik neem vriendin I. mee als jij niet durft.” “Nee, maar je snapt wat ik bedoel”, zei hij. Dat snapte ik dus niet. “Hij heeft een eigen website en een eigen bedrijf en ik heb zijn telefoonnummer, ik vertrouw het allemaal wel hoor”, zei ik. “Hoe kun je nou iemand vertrouwen die je nog nooit hebt gezien?”, vroeg hij. “Nou, eh”, begon ik. Dat wist ik zelf ook nog niet helemaal. Maar een beetje naïviteit is helemaal niet verkeerd in het leven. Ik vind iedereen lief tot het tegendeel bewezen is. En lezers van mijn site ontmoeten vind ik helemaal niet eng. “Ik ben er altijd nog zelf bij hoor”, zei ik tegen P., “en vriendin I. en ik hebben de ballonnenman eerder uit het mandje gekieperd dan hij ons.” Daar moest P. even over nadenken. En hij dacht, hij zag het voor zich, en hij wist; daar heeft ze helemaal gelijk in. Luna en vriendin I. staan hun vrouwtje wel in die luchtballon. Vanavond om een uurtje of 19.00 vliegen vriendin I. en ik met een luchtballon ergens in de buurt van Deventer.
www.ballonvaren.com

20

ALS IK 1 KEER MET M’N FIETSBEL BEL, NOU…

Amsterdam, Damstraat, uurtje of 10.00 gisterochtend. “Jesus”, blèr ik tegen een setje Amerikaanse toeristen. “Can’t you see these big painted bikes? That means that you’re not supposed to walk here!” Meestal gil ik dit zinnetje, of iets soortgelijks, vanaf mijn fiets en soms stap ik er voor af. Dan probeer ik het rustig uit te leggen. Voor hun eigen toeristen-bestwil. Dat op het fietspad lopen gevaarlijk en irritant is. Want de meeste toeristen denken dat het fietspad een extra brede stoep is. Read the fucking tourist manual, denk ik dan. Maar waarschijnlijk werkt het lezen van zo’n typisch toeristenhandboek alleen maar averechts. Want daar wordt fietsen gepromoot als dé must do in Amsterdam. Als ze dan niet op het fietspad mogen lopen, dan gaan ze er toch ook gewoon lekker zelf op fietsen! Net als de locals. Want fietsen is volgens de boekjes: ‘something typically Dutch.’ Of in een toeristisch foldertje: ‘The best way to see Amsterdam is by bicycle.’ Nee! Nee! Nee! Het zou dus nooit in mij opkomen om een vreemde stad te verkennen op een vehikel dat ik niet compleet beheers. Crossen door Barcelona op een brommertje? Moet ik niet doen. Skateboarden door Londen? Niet verstandig. Dus hoe duizenden toeristen per jaar het in hun hoofd halen om Amsterdam onveilig te maken op een fiets, het is mij een raadsel. Want ze kúnnen niet fietsen. Denken dat ze met zo’n huurfiets ineens wél stil mogen staan op het fietspad. Of ze gaan gewoon vol op de rem: “Honey, look at that building.” Of ze fietsen met zo’n laag tempo dat ze door de zwaartekracht eigenlijk om zouden moeten vallen. Ze verpesten mijn fietsgevoel. M’n ik-rij-zo-lekker-over-de-grachten. M’n groene golf. Dus gisteren heb ik een bel gekocht. Had ik nog niet. Zo’n echte. Zo’n hele, hele, schelle. En als ik nu een fiets nader met een verhuurnummer op het spatbord, dan begin ik meteen te bellen. Soort Pavlov-reactie. De fietsende toeristen weten van schrik niet of ze links of rechts moeten en fietsen daarom maar de stoep op. Recht in een groepje wandelende toeristen. Dat zal ze leren.

39

LUNA DID ANVERS HILTON

“Heb jij wel eens in het Hilton geslapen?”, vroeg P. toen we zaterdagmiddag om 13.00 op de Groenplaats in Antwerpen stonden. “Nee, jij?, vroeg ik. Hij ook niet. “Zullen we het gewoon doen?”, vroeg hij. We gingen het gewoon doen. “Wat kost dat, een nachtje hier?”, vroegen wij aan een balie-mannetje van het Hilton. Het mannetje achter de balie noemde een exorbitant hoog bedrag. Wij keken elkaar aan en zonder blikken of blozen boekten we een ‘executive room’ op de bovenste verdieping. “U kunt tot 23.00 deze avond gratis gebruik maken van de bar in de club room”, zei het balie-mannetje, “ik wens u een prettig verblijf.” Dat ging wel lukken. Bij binnenkomst van onze hotelkamer trok ik meteen een setje Hilton-pantoffels aan en P. zat binnen een minuut in een Hilton-badjas. Wij riepen dingen als: “Hé, P., moet je zien, je kan op dit papiertje aangeven hoe lang je je ei gekookt wil hebben morgenochtend!”, of: “Meisje, moet je horen, we hebben ook speakers in de badkamer!” en: “We hebben echte donzen kussens en een echt donzen dekbed!” En toen we genoeg door de kamer gerend hadden gingen we in bed liggen om daar de komende 24 uur niet meer uit te komen. Wij waren rocksterren met dito levensstijl. Voor 1 dag dan. “Zullen we iets via roomservice bestellen?”, vroeg P. na een tijdje. Je kan dus niet in het Hilton slapen zonder roomservice te laten komen, vonden wij. Dus wij bellen. En 20 minuten later kwam er een mannetje met een compleet gedekte tafel onze kamer binnenrijden. Met kraakhelder wit tafelkleed, een vaasje rozen en zilveren afdekschalen. “Hahaha”, lachten wij, “dit is geweldig!” En van het hele roomservice-principe konden wij geen genoeg krijgen, dus de volgende ochtend lieten we ons ontbijt ook door een mannetje met een tafeltje binnenrijden. “Maar het is wel veel te veel”, zei ik tegen P., “dat krijgen we nooit op.” “Gewoon laten liggen”, zei P., wordt allemaal weggegooid.” “Nee, dat kan ik niet, dat is zonde”, zei ik. Toen we die avond thuiskwamen voerden we de katten worstjes uit het Hilton.

33

DE GEZELLIGHEID VAN BELGIË

Zeg je ‘België’, dan zeg je ‘gezellig’, dacht ik. Tot afgelopen weekend. We vertrokken vrijdagochtend vanuit Spa richting La Roche. Zou een heel leuk dorpje moeten zijn. Met van alles te doen. En we waren ook helemaal klaar voor iets gezelligs. Iets typisch Ardennerigs moest het worden. En toen dachten we meteen aan grotten. En de dichtstbijzijnde grotten lagen in Hotton. Dus wij naar Hotton. Om daar te stuiten op de meest gezellige trekpleister van de Ardennen. Een in het midden van niets leerde ons dat de volgende rondleiding over 90 minuten begon. En we waren heus van plan om die 90 minuten daar te wachten. Heus. Tot er steeds meer Nederlandse gezinnen de wachtruimte binnen kwamen. Gezellig. Een 70-minuten durende rondleiding 50 meter onder de grond met om mij heen jengelende kinderen? Ik dacht het niet. En P. dacht hetzelfde. “Ik trek dit niet”, zei ik. “fuck die hele grotten. Ik neem wel zo’n foldertje mee, dan kijk ik op de hotelkamer wel naar de plaatjes.” En een uur later lagen wij op onze hotelkamer. Met . Stokbroodje erbij, kaasjes erbij, flesje wijn erbij. Ik bekeek de grotten-folder en vond het helemaal niet erg dat deze ‘parel van de Belgische Ardennen’ aan ons voorbij was gegaan. Nee, wij zouden die avond romantisch gaan dineren! Dat was pas echt gezellig! En om 19.45 vertrokken we wandelend richting een allerlieflijkst restaurant ergens bovenop een berg. “We willen graag een tafeltje voor 2 personen”, zeiden we. Dat moest het ober-mannetje even gaan checken. Kon dus niet. Keuken was gesloten. “Gesloten?”, vroegen wij. “Oui, fermé”, zei het ober-mannetje. Daarna volgde een wandeltocht van 1,5 uur waarbij P. en ik op zoek gingen naar een restaurant dat nog wél open was. Maar dat was er dus niet. Alle keukens in het dorp waren gesloten, net als de luiken van alle huizen. De Belgen hebben het om 20.00 gehad met de buitenwereld. Héél gezellig. “Weet je wat het is meisje”, begon P., “dit soort toerisme is aan ons gewoon niet besteed. Morgen vertrekken we naar Antwerpen.” Gezellig.

Wordt vervolgd…

13