HET MOEST TOCH EEN KEER GEBEUREN
We zagen er allebei een beetje tegenop. “Maar het moet toch een keer gebeuren”, had m’n vader steeds met betraande ogen gezegd.
De laatste kleding die m’n moeder droeg had ze nog keurig weggelegd. Haar broek, haar trui en een klein roze bh’tje hingen over de rand van een rieten stoel. Het was een stilleven waar ik even van moest slikken. Misschien ook wel omdat het me ontroerde dat m’n vader alles zo had gelaten. Alsof ze de volgende dag alles gewoon weer aan zou trekken.
Ik werp m’n kleding vaak ’s avonds van me af en laat het de volgende ochtend meestal op de grond liggen. Ik zou, nu ik 44 ben, toch eigenlijk wel een soort van goedlopend systeem moeten hebben ontwikkeld qua het ophangen, wassen, vouwen en opbergen van m’n jurkjes en shirtjes, maar helaas. Ik ben niet echt zuinig op m’n kleding en hoewel ik dat ergens wel zou willen, krijg ik het gewoon niet voor elkaar. Naast katten- en hondenharen zit m’n kleding ook regelmatig onder de modder van het uitlaten van Nina, onder de verfvlekken, want vergeten een schort aan te doen tijdens het schilderen en onder de vetvlekken, want vergeten een schort aan te doen tijdens het koken.
Mijn moeder was uit een heel ander hout gesneden. Alle kleding hing keurig schoon en gestreken in de kast. Bloesjes bij bloesjes, alle T-shirts op hangertjes, sokken keurig in bolletjes, broeken aan speciale kledinghangers en haar jassen en blazertjes hingen op zolder achter een gordijn. Het was niet alleen allemaal keurig netjes opgeborgen, het was ook nogal veel.
En het moest allemaal weg.
Ik had er vooraf al meerdere keren om zitten huilen, want de kleding van je moeder opruimen, ja, dat klinkt alsof haar herinnering een beetje wordt uitgewist, weg is weg en opgeruimd staat netjes en m’n moeder is dood en ik heb hier helemaal geen zin in en wat is het leven toch een grote emotionele kutzooi. M’n moeder is al die jaren zo zuinig op al haar kleding geweest en om het dan allemaal weg te doen; ik vond het nogal een ding. Maar of je het nu doet, of morgen, over een maand, of over een jaar; het blijft hoe dan ook verdrietig en dan kun je het maar beter nu doen, anders wordt het ding uiteindelijk alleen maar groter.
Dus zorgvuldig gestreken onderbroekjes en behaatjes verdwenen uiteindelijk zonder al te veel nadenken in de kliko. Een lievelingsvest, die zelfgemaakte blouse, dat T-shirt met poesjes dat ik voor haar kocht, de jas die ze maar 1 keer heeft gedragen, die kekke gympies met luipaardprint; alles hebben we zo snel mogelijk in vuilniszakken en dozen gedaan. Want hoewel ik erg in touch ben met m’n emoties de laatste tijd, ben ik gelukkig ook nog steeds heel goed in blik op oneindig en verstand op nul. Ik heb alleen het door haar gehaakte sjaaltje dat ze de laatste jaren altijd droeg als ze naar buiten ging bewaard.
Daarna tilden m’n vader en ik alles in de auto en brachten het naar de kledingbank. Het moest toch een keer gebeuren.
weer zo mooi beschreven, als lezer ben ik er bijna bij. Het raakt me, mooi…..
Wow. Je brengt het heel dichtbij. Dank.
En nu gaat iemand anders op de luipaard gympies van stoere Riet lopen. Een tweede leven.
Wat zal het moeilijk geweest zijn.
dikke knuffel xx melia